29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 185 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2015

Tijdens de regeling van werkzaamheden van 31 maart 2015 heeft het lid Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren) van uw Kamer gevraagd om aanvullende informatie over de stroomstoring in Noord-Holland en Flevoland op 27 maart 2015, met name over de veiligheidsaspecten en de schadevergoeding (Handelingen II 2014/15, nr. 69, Regeling van werkzaamheden). Hierbij geef ik invulling aan dit verzoek.

In mijn brief van 28 maart 2015 (Kamerstuk 29 023, nr. 183) heb ik het verloop van de storing beschreven. Sindsdien is een aantal onderzoeken gestart. Twee belangrijke onderzoeken betreffen het achterhalen van de oorzaakvan de kortsluiting in het 380 kV-hoogspanningsstation in Diemen. De netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet TenneT onderzoekt dit en heeft hiernaast DNV GL (voormalig KEMA) gevraagd een separaat onderzoek uit te voeren. Met de conclusies die uit deze onderzoeken volgen, kan het risico op een vergelijkbare storing mogelijk verkleind worden.

Hoewel de Nederlandse elektriciteitsnetten tot de betrouwbaarste van Europa behoren zal het risico op een stroomstoring nooit geheel te elimineren zijn. Een nog hogere betrouwbaarheid dient afgewogen te worden tegen de kosten. In 2014 bedroeg de beschikbaarheid van het net van TenneT 99,9999%. De Autoriteit Consument en Markt ziet toe op de naleving door TenneT van zijn wettelijke taken, waaronder het waarborgen van de betrouwbaarheid van de hoogspanningsnetten. ACM onderzoekt uit hoofde daarvan de toedracht van de elektriciteitsstoring en heeft vragen gesteld aan TenneT.

Verder wordt de werking van de crisisorganisatie van de overheid geëvalueerd. Hierin zal ook worden geadresseerd of de veiligheid in gevaar is geweest. Het veiligheidsaspect betreft ten eerste welzijn, volksgezondheid en de handhaving van de openbare orde. Hiernaast betreft het de economische veiligheid en continuïteit. De conclusies van de evaluatie over de werking van de crisisorganisatie van de overheid kunnen worden betrokken bij de verbetering van de crisisorganisatie van de rijksoverheid. Er is overigens gelukkig geen bericht over dodelijke slachtoffers, ernstige persoonlijke ongelukken of grote risico’s voor de veiligheid als gevolg van de stroomstoring van 27 maart jl.

Ik streef ernaar uw Kamer kort na het zomerreces te informeren over de uitkomsten van de onderzoeken en over mogelijke verbeteringen in risico- en crisisbeheersing van de elektriciteitsvoorziening.

Over het vergoeden van schade als gevolg van een stroomstoring zijn regels opgenomen in de voorwaarden (i.c. de Netcode) die de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 heeft vastgesteld. In deze Netcode zijn verschillende vergoedingen opgenomen, waarbij de hoogte van de vergoeding afhankelijk is van het spanningsniveau van het net waar de storing zich heeft voorgedaan en van de zwaarte van de aansluiting van de afnemer. In de Netcode is bepaald dat ongeacht de duur van de stroomstoring, geen compensatie wordt uitgekeerd als de storing haar oorsprong vindt in een net met een spanningsniveau van 220 kV of hoger. De reden hiervan is dat bij een storing op dat spanningsniveau zeer veel afnemers worden getroffen. De kosten voor compensatie kunnen dan hoog oplopen. Dergelijke kosten staan niet in verhouding tot het doel van de compensatieregeling, namelijk het prikkelen van de netbeheerder om voldoende te investeren in zijn net. Deze incidentele maar zeer hoge kosten zouden uiteindelijk via de tarieven worden afgewenteld op de afnemers, omdat zij opgevoerd kunnen worden als reële kostenpost door de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet. De betrouwbaarheid van het landelijke hoogspanningsnet wordt op diverse manieren geregeld, zoals via het vereiste dat een gebied door meerdere hoogspanningsverbindingen beleverd kan worden, zodat bij uitval van één verbinding het transport doorgaat (redundantie). Bij storingen waarvan de oorzaak lag bij de regionale netten of bij de netten van 110 kV en 150 kV van TenneT geldt dat er bij een storing van ten minste vier uur wel compensatie wordt uitgekeerd. Deze bedraagt voor huishoudens 35 euro voor een storing die tussen de vier en acht uur duurt. Daarna kunnen huishoudens 20 euro extra krijgen voor elke volgende aaneengesloten periode van vier uur waarin zij zonder stroom zitten. Voor bedrijven gelden andere bedragen afhankelijk van de grootte van de aansluiting. Deze bedragen zijn terug te vinden in de genoemde regeling1. Ik merk echter op dat afnemers die zonder stroom zaten ten gevolge van de stroomstoring van 27 maart jl. niet voor deze compensatie in aanmerking komen omdat de oorzaak was gelegen in het 380 kV-net. Afnemers die de regels in de Netcode over compensatie onvoldoende vinden, kunnen zich verzekeren tegen de schade die zij ondervinden van stroomuitval of andere maatregelen nemen om schade te beperken.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven