28 982 Liberalisering energiemarkten

Nr. 125 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2011

Hierbij informeer ik u over een transactie van aandelen tussen DELTA en RWE in EPZ, exploitant van onder meer de kerncentrale Borssele. Tevens stuur ik u het Aanvullend Convenant Publieke Belangen Kerncentrale Borssele1 toe, dat ik in dit kader met partijen heb afgesloten. Met deze brief geef ik uitvoering aan mijn toezegging d.d. 17 mei jl. (kamerstuk 32 645, nr. 24) uw Kamer te informeren over de uitkomst van de op dat moment lopende onderhandelingen tussen DELTA en RWE over de kerncentrale Borssele.

Achtergrond

In september 2009 verkochten provincies en gemeenten hun aandelen in Essent aan RWE. Essent was voor 50% eigenaar van EPZ, waarin de kerncentrale Borssele is ondergebracht. Als joint-venture partner en eigenaar van de andere 50% van de aandelen in EPZ, heeft DELTA voor de rechter een overname van het EPZ-belang van Essent door RWE aangevochten. In het kort geding heeft de voorzieningenrechter op 10 juli 2009 – kort samengevat – bepaald dat op grond van de statuten van EPZ de volle (juridische en economische) eigendom in handen dient te zijn van publieke aandeelhouders. Naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter en overleg met betrokken partijen is, in afwachting van de uitkomst van de bodemprocedure, besloten EPZ en daarmee de kerncentrale Borssele vooralsnog buiten de overname van Essent door RWE te houden. De aandelen van Essent in EPZ zijn daarop ondergebracht in Energy Resources Holding BV (ERH), wiens aandelen indirect in handen zijn van de gemeenten en provincies die Essent in bezit hadden.

Teneinde de publieke invloed en zeggenschap in de kerncentrale Borssele blijvend te garanderen, ook indien in een later stadium de eigendom van de kerncentrale Borssele alsnog gedeeltelijk in private handen zou komen, is het convenant publieke belangen kerncentrale Borssele afgesloten tussen de Staat en betrokken partijen.1 Met dit convenant heeft het kabinet uitvoering gegeven aan de motie Van Gent, waarin de regering met het oog op de veiligheid werd verzocht alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat zowel het juridisch als economisch eigendom van de kerncentrale Borssele in overheidshanden zal blijven.2

Overeenkomst tussen DELTA, ERH en RWE

DELTA, ERH en RWE hebben gesprekken gevoerd om een oplossing te vinden voor het conflict met betrekking tot de aandelen in EPZ. Uiteindelijk hebben partijen afspraken gemaakt die behelzen dat RWE 30% van de aandelen in EPZ verwerft, terwijl DELTA haar belang in EPZ uitbreidt van 50% naar 70% van de aandelen. Tevens hebben partijen een procesafspraak gemaakt over samenwerking in de realisatie van een nieuwe kerncentrale in Borssele. Met deze afspraken komt er een einde aan een langlopend juridisch conflict tussen DELTA, ERH en RWE. De overdracht van de aandelen heeft op 30 september 2011 plaatsgevonden.

Borging publieke belangen kerncentrale Borssele

De verkoop van de aandelen van ERH in EPZ betekent dat het convenant publieke belangen in werking treedt. Conform het convenant is de voorgenomen overdracht van aandelen van ERH aan RWE en DELTA aan mij gemeld. Aangezien DELTA reeds 50% van de aandelen in EPZ in bezit heeft en de afgelopen jaren heeft bewezen op adequate wijze invulling te geven aan haar aandeelhouderschap, zijn de publieke belangen omtrent de kerncentrale Borssele met deze transactie naar mijn oordeel voldoende verzekerd. Ik heb dan ook geen bezwaar gemaakt tegen de gemelde transactie.

Wel was de voorgenomen transactie voor mij aanleiding om nadere afspraken te maken met partijen om de publieke belangen rond de kerncentrale Borssele ook in de toekomst voldoende te verzekeren. Deze afspraken zijn vastgelegd in het aanvullend convenant publieke belangen kerncentrale Borssele (zie bijlage). Met het aanvullend convenant wordt het convenant toepasselijk ten aanzien van alle aandelen in EPZ, terwijl het voorheen alleen toepasselijk was ten aanzien van het pakket aandelen dat in handen was van Essent. Dat betekent dat voor 100% van de aandelen in EPZ, en daarmee de kerncentrale Borssele, geldt dat iedere door de aandeelhouders voorgenomen wijziging van zeggenschap aan mij moet worden gemeld, óók indien deze uitsluitend verband zou houden met de aandelen die voorheen al in handen waren van DELTA. Indien met de voorgenomen wijziging bepaalde publieke belangen (openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid) in het geding komen, kan ik hiertegen bezwaar aantekenen, waarbij ik in het uiterste geval de mogelijkheid heb de voorgenomen wijziging van zeggenschap te blokkeren.

Daarnaast is in het aanvullend convenant afgesproken dat DELTA wordt ontheven van een aantal bepalingen van meer administratieve aard. Deze bepalingen, die vastgesteld zijn met het oog op een private aandeelhouder, zijn immers onnodig, gelet op het feit dat DELTA in bezit is van publieke aandeelhouders die de publieke belangen al jarenlang goed borgen. Wel zal DELTA volledige medewerking verlenen en deelnemen aan het overleg tussen RWE en mij over borging van de publieke belangen omtrent de kerncentrale, zoals dat is vastgelegd in het convenant.

Met de aandelentransactie en de afspraken in het aanvullend convenant komt een einde aan een langlopend geschil tussen DELTA, ERH en RWE. Tevens wordt hiermee de borging van de publieke belangen omtrent de kerncentrale Borssele versterkt. Ik heb er vertrouwen in dat partijen de komende maanden tot goede afspraken komen om ook samen te werken in het initiatief om te komen tot een nieuwe kerncentrale in Borssele.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
1

Kamerstukken 2009–2010, 28 982, nr. 85.

X Noot
2

Kamerstukken 2009–2010, 28 982, nr. 78.

Naar boven