Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 28741 nr. 106 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 28741 nr. 106 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 juli 2023
Zoals aangekondigd in de kamerbrief over de Brede preventieaanpak (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit van 20221 zetten de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming stevig in op de preventie van jeugdcriminaliteit. Door te investeren in perspectief en gezag ontnemen we criminele netwerken hun uitvoeringskracht, dringen we de invloed van criminelen op jongeren terug en voorkomen we dat jongeren in aanraking komen met criminaliteit of doorgroeien tot beroepscriminelen.
In deze brief informeren wij uw Kamer over de uitwerking en voortgang van de brede aanpak van (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit. Het doel van de aanpak is voorkomen dat kinderen en jongeren van 8 tot en met 27 jaar in aanraking komen met (ondermijnende) criminaliteit of daarin doorgroeien. Dit doen wij door selectief en met focus, maar fors te investeren in die gebieden waar jongeren extra vatbaar kunnen zijn voor jeugdcriminaliteit en daar waar de veiligheid en leefbaarheid onder druk staat. Daarom zetten wij ten eerste in 27 gebieden in op de domeinoverstijgende en gebiedsgerichte aanpak. Ten tweede investeren we met de flexibele aanpak in specifieke gebieden met acute en ernstige problematiek of daar waar vroegtijdig ingrijpen erger kan voorkomen. Ten derde zorgen we voor een overkoepelende aanpak via de versterking van de jeugdstrafrechtketen. Deze drie pijlers vormen samen de aanpak Preventie met gezag. Bij de uitvoering van deze drie pijlers werken wij nauw samen met andere ministeries, gemeenten, de politie, het Openbaar Ministerie, de rechtspraak, de Raad voor de Kinderbescherming, de (jeugd)reclassering, Dienst Justitiële Inrichtingen, Jeugdzorg Nederland en de Zorg- en Veiligheidshuizen.
Urgentie
Ondanks het feit dat de jeugdcriminaliteit landelijk daalt, zien hulpverleners en politie steeds vaker jonge verdachten die zware misdrijven plegen, zoals drugshandel, gewelds- en wapenincidenten. Zo steeg het aantal geregistreerde verdachten van een (vuur)wapenmisdrijf in 2019 en 2020 en was er een lichte toename in de ernst van de feiten bij minderjarigen.2 In 2022 zien we weliswaar een daling in de categorie ernstige geweldsdelicten onder minderjarigen3, maar juist een stijging in het landelijk totaal aantal minderjarige verdachten.4 Van alle verdachten van vuurwapenmisdrijven in 2022 was 46% onder de 25 jaar.5
Het beeld dat de jeugdcriminaliteit onder een kleine groep jongeren verhardt komt onder andere door de geografisch ongelijke daling van criminaliteit en recidive. Het gaat steeds beter met jongeren uit een kansrijke omgeving, terwijl deze positieve trend niet of minder sterk doorzet bij jongeren uit kwetsbare gezinnen en wijken.6 Zij groeien juist op in een omgeving waarin een opeenstapeling van problemen zoals armoede, gebrek aan een startkwalificatie of de aanwezigheid van criminaliteit hen extra vatbaar maakt voor ronselen door de onderwereld. Zo zijn drugs- en wapenincidenten met een jeugdige verdachte sterk geconcentreerd in een beperkt aantal buurten.7
De cijfers schommelen door de jaren heen, maar elke jeugdige in de criminaliteit is er één te veel. Eenmaal in de criminaliteit, al dan niet gerekruteerd door georganiseerde criminele netwerken, is het voor jongeren (steeds) lastiger om er weer uit te komen. Ze kunnen door criminelen worden ingezet voor steeds zwaardere klusjes. Zo worden zij mankracht voor – en tevens slachtoffer van – de georganiseerde criminaliteit. Een deel van deze jonge aanwas blijft actief in het (drugs)milieu en ontwikkelt zich tot de nieuwe generatie beroepscriminelen. Daarom zet dit kabinet voor het eerst structureel in op de preventie van jeugdcriminaliteit om nieuwe aanwas van jongeren en jongvolwassen in de kwetsbare gebieden van Nederland te stoppen.
Brede preventieaanpak
Pijler A: Domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak jeugdcriminaliteit
Met de domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak krijgt een geselecteerd aantal gemeenten de mogelijkheid om fors te investeren in hun meest kwetsbare wijken: door jongeren een beter perspectief te bieden en het gezag te versterken. Met de investeringen in preventie willen we jongeren weerbaarder maken tegen criminaliteit, op tijd signaleren wanneer ze over de schreef gaan en stevig inzetten op het stoppen van verdere doorgroei in de criminaliteit. Er wordt daarom geïnvesteerd in domeinen die samenhangen met de risico- en beschermende factoren voor jeugdcriminaliteit, zoals school (veiliger schoolklimaat, vroegtijdig schoolverlaten), werk en inkomen (toeleiding naar arbeid en aanpak schulden), en talentontwikkeling via bijvoorbeeld jongerenwerk. Hierbij wordt een verbinding gelegd met de uitvoering van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid en initiatieven op het gebied van onderwijs en armoedebestrijding.
Tegelijkertijd investeren we in de justitiefuncties in de wijk, onder andere door de (verhoogde) inzet van wijkrechtspraak, politie en het OM, maar ook door de versterking van de Zorg- en Veiligheidshuizen. Hiermee dragen we bij aan een stevige koppeling tussen de strafrechtketen en het sociaal domein, het vroegtijdig signaleren en corrigeren van risicovol en crimineel gedrag en de aanpak van multi-problematiek. Hiermee voorkomen we dat de aanzuigende werking van criminaliteit vat krijgt op onze jongeren en kunnen we hen terugwinnen door een aantrekkelijk perspectief te bieden buiten de criminaliteit.
Uitvoering eerste 15 gemeenten
De eerste 15 gemeenten8 hebben in 2022 met hun lokale (gezags-)partners aanpakken ontwikkeld die passen bij hun lokale problematiek. Met de keuze voor deze gemeenten en stedelijke focusgebieden is aangesloten bij het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV).9 In deze wijken staat door een opeenstapeling aan problemen de leefbaarheid en veiligheid in verregaande mate onder druk. De aanpak kenmerkt zich door de inzet op (wetenschappelijk bewezen) kansrijke en bewezen effectieve interventies en/of de door de wetenschap aangewezen werkzame bestanddelen van deze interventies. De beschikbaar gestelde middelen komen zoveel mogelijk in de wijk terecht, met oog voor de lokale gemeentelijke capaciteit.
2023 staat in het teken van de uitvoering en het al werkende weg aanscherpen van de plannen. De inhoud en voortgang van de lokale aanpakken zijn uitgebreid uiteengezet in de voortgangsrapportage van de «Halfjaarbrief Aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit» die op 22 mei jl. naar uw Kamer is verzonden.10 Gemeenten voeren lokaal de regie en worden daarbij blijvend ondersteund. Hiervoor worden gemeenten actief met elkaar en andere partijen, zoals andere ministeries en de gezagspartners, in contact gebracht en elke gemeente krijgt afzonderlijke begeleiding vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid om te zorgen dat de aanpakken lokaal echt impact gaan maken. Dit is een groeiende en lerende aanpak, waarbij periodiek wordt gereflecteerd op de voortgang en effectiviteit, samen met de wetenschap, praktijk en beleid. Zo wordt er actief van elkaar geleerd, worden werkzame bestanddelen gedeeld en krijgen gemeenten een steeds beter beeld van de doelgroep en effectieve maatregelen.
Uitbreiding naar 27 gemeenten
Zoals in de Halfjaarbrief Aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit op 22 mei jl.11 is aangekondigd, breidt de aanpak zich in 2023 en 2024 verder uit met de vier nieuwe gemeenten van het NPLV12 en acht geselecteerde gemeenten.13 Deze zijn geselecteerd op basis van een samenstel van data. De vier nieuwe NPLV gemeenten hebben in april jl. hun plannen ingediend en krijgen naar verwachting voor de zomer het startsein om echt te beginnen. De acht aanvullend geselecteerde gemeenten hebben eind mei jl. de uitvraag ontvangen en krijgen naar verwachting rond de jaarwisseling uitsluitsel.14 Met deze uitbreiding naar 27 gemeenten is de selectie voor de domeinoverstijgende en gebiedsgerichte aanpak afgerond. Wij zetten met de beperkte middelen bewust in op wijken en gebieden in gemeenten met een grote omvang en ernst van problematiek.
Pijler B: Aanvullende brede flexibele aanpak
Hoewel we met onze aanpak gericht inzetten in 27 gebieden waar de ernst en omvang van de problematiek het grootst is, is niet gezegd dat in andere gemeenten geen jongeren zijn in een kwetsbare positie die op jonge leeftijd betrokken (kunnen) raken bij criminaliteit. We moeten alert blijven op de actuele situatie en keuzes blijven maken. Ook (kleinere) gebieden met urgente en acute problematiek of waar vroegtijdig preventief ingrijpen erger kan voorkomen, hebben onze aandacht. Daarom werken we aan een aanpak waarmee we ook in die gebieden flexibele en gepaste ondersteuning kunnen bieden. Voor de ondersteuning van gemeenten met een acute en in absolute zin kleinere, maar relatief ernstige problematiek, wordt een flexibele aanpak ontwikkeld.
Effectieve en kansrijke interventies
Dat doen we onder andere door in te zetten op kansrijke en bewezen effectieve interventies, zoals de gedragsinterventie Alleen jij bepaalt wie je bent, de interventie Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid, de werkwijze van de Re-integratieofficier en het Preventief Interventie Team. Deze interventies worden op dit moment al in veel gemeenten met succes ingezet en uitgebreid. Zo wordt Alleen jij bepaalt momenteel in meer dan 30 gemeenten ingezet. De Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid15 is na de pilot uitgebreid van vijf naar in totaal 14 gemeenten. De Re-integratieofficier16 is onlangs uitgebreid naar 14 gemeenten. Het Preventief Interventie Team17 is actief in vijf gemeenten. Vier hiervan zijn aangesloten bij Preventie met gezag. Ook wordt de pilot Kapot Sterk18 uitgebreid. Naast de pilot in Utrecht, zijn er momenteel zes gemeenten bezig met de voorbereidende fase van Kapot Sterk. Deze inzet ligt tevens in het verlengde van de uitvoering van de motie van Kamerlid Van der Werf19 en de toezegging van de Minister van Justitie en Veiligheid dat een aantal kansrijke en bewezen effectieve interventies ook wordt ingezet en uitgebreid naar andere gebieden en (kleinere) gemeenten, ook buiten de Randstad.20
Inzet op urgente thema’s
In de flexibele aanpak hebben we ook oog voor problematiek op specifieke thema’s zoals online criminaliteit, gesloten gemeenschappen en criminele uitbuiting. Er vindt bijvoorbeeld verdere ontwikkeling plaats van interventies die specifiek zijn gericht op het voorkomen van online daderschap en slachtofferschap, zoals de interventie Mijn Cyberrijbewijs of bijvoorbeeld de Citydeal lokale cyberweerbaarheid.21 In de ondersteuning van de twaalf nieuwe gemeenten bij het formuleren van de plannen wordt ook extra aandacht besteed aan de online component.
Daarnaast financieren we de uitvoering van drie pilots onder leiding van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die betrekking hebben op het weerbaar maken van gesloten gemeenschappen in wijken, de ontwikkeling van social labs die zich richten op de veerkracht en weerbaarheid van jongeren en het versterken van de outreachende rol van eerstelijns professionals in het sociaal domein bij het signaleren van ondermijnende criminaliteit. Ten slotte investeren we in een pilot van het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel voor het testen van een online platvorm dat potentiele slachtoffers van criminele uitbuiting kan bereiken. De samenwerking tussen de brede preventieaanpak en de aanpak van mensenhandel wordt verder uiteengezet in een aparte Kamerbrief over de aanpak van criminele uitbuiting. Deze brief wordt nog voor het zomerreces aan uw Kamer verzonden.
Inzet op ernstige en acute problematiek
Met de flexibele aanpak richten we ons op gemeenten en samenwerkingsverbanden ter ondersteuning van maatregelen en interventies bij urgente en acute problematiek of wanneer vroegtijdig preventief ingrijpen erger kan voorkomen. Dit kan mogelijk ondersteuning zijn in de vorm van onderzoek en expertise of inzet van kansrijke en bewezen effectieve interventies zoals de Re-integratieofficier op het gebied van nazorg en re-integratie. Ook hier geldt dat we opgavegericht en op basis van beschikbare data werken en steeds opnieuw kijken naar waar op dat moment de ernst van de problematiek groot is en waar een impuls een verschil kan maken in de lokale en specifiek gerichte aanpak op de doelgroep. Deze flexibele aanpak wordt in het najaar van 2023 verder uitgewerkt.
Regionale aanpak preventie
Ook met de versterkingsgelden die de RIEC’s ontvangen, wordt ingezet op preventie. In de afgelopen vier jaar zijn er met de regionale versterkingsgelden verschillende projecten en interventies ontwikkeld en ondersteund. Voorbeelden zijn: Straatwaarden, de website Dealbreakers en de Risk Factory. Door samenwerking met de landelijke projectleiders Jonge aanwas van de RIEC’s kunnen deze projecten en interventies door verschillende gemeenten ingezet worden in de lokale praktijk, ook buiten de Preventie met gezag gemeenten. Daarnaast hebben partners eigen interventies en voorlichtingen ontwikkeld zoals het OM programma «»Wie grijpt in?»» en hebben het RIEC Zeeland/West-Brabant en Stichting Halt de voorlichting «De kosten van snel geld verdienen: weerbaar tegen ondermijning» ontwikkeld, die wordt aangeboden op het voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en aan ouders.
Daarnaast zullen we de geleerde lessen en beschikbare aanpakken en middelen voor alle gemeenten in Nederland bereikbaar en beschikbaar maken. Dit doen we via de uitwisseling van kennis en ervaringen binnen de lerende aanpak, bijvoorbeeld samen met het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid en in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Pijler C: Versterking jeugdstrafrechtketen
In de aanpak Preventie met gezag is tevens aandacht voor het versterken van de jeugdstrafrechtketen. Versterking van de jeugdstrafrechtketen draagt bij aan: (1) het tegengaan dat jongeren die met politie en justitie in aanraking komen (verder) afglijden in de criminaliteit en (2) aan een succesvolle re-integratie van jongeren die met justitie in aanraking zijn geweest en het voorkomen dat zij recidiveren.
Het doel is de verbetering van de samenwerking en verbinding tussen de partijen in deze keten en de gemeenten evenals tussen deze partijen onderling. Het gaat hierbij om: Halt, politie, Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, de Raad voor de Rechtspraak, Dienst Justitiële Inrichtingen, Jeugdzorg Nederland (JZN)22 en 3RO (samenwerkende reclasseringsorganisaties). Ook wordt ingezet op het verkorten van de doorlooptijden binnen de jeugdstrafrechtketen. Kortere doorlooptijden zorgen voor meer duidelijkheid en zekerheid bij verdachte jongeren, hun ouders en slachtoffers en er kan sneller worden gewerkt aan re-integratie en nazorg.
Via pijler C zetten we tenslotte in op het programma Vrijheidsbeneming op Maat (VOM). Dit programma heeft als doel effectieve begeleiding en maatwerk te leveren binnen detentie ter voorkoming van recidive.
Lerende aanpak
De brede preventieve aanpak van (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit is een groeiende en lerende aanpak. Daarbij staat de uitvoering in de (gebieden in de) gemeenten centraal; Rijk, gemeenten, regio’s en partners leren gezamenlijk van de uitvoering en ontwikkelen deze verder wanneer zij successen zien, lessen leren en knelpunten tegenkomen. Samen met wetenschap, beleid en praktijk wordt voortdurend gereflecteerd op de voortgang en effectiviteit van interventies. Hierdoor kunnen we steviger inzetten op interventies die goede resultaten opleveren, maar ook stoppen met interventies of werkwijzen die niet werken.
Monitoring en evaluatie
In een jaarlijkse monitorings- en evaluatiecyclus worden geleerde lessen samen met gemeenten en gezagspartners «opgehaald» uit de lokale (en regionale) praktijk. De verzamelde voortgangsinformatie wordt verrijkt met de resultaten van lokale evaluaties en onderzoeken. Bijvoorbeeld met onderzoek van het EPIC consortium.23 In het tweede deel van deze NWA-studie wordt lokaal onderzoek gedaan naar de effectiviteit van verschillende projecten en interventies. Het totaalpakket van alle monitorings- en onderzoeksresultaten wordt jaarlijks besproken in een reflectiegroep – bestaande uit professionals uit de praktijk, wetenschap en beleid – en verder ontsloten via een jaarlijkse rapportage. Ook wordt hierbij de verbinding gelegd met de monitoring van het NPLV.
Lerend netwerk
De geleerde lessen en ervaringen worden gedeeld en besproken met de deelnemende gemeenten en (gezags)partners. In dit lerend netwerk worden ook thema’s geïdentificeerd waar men meer over wil weten, bijvoorbeeld over de integrale familieaanpak (zie verderop in deze brief), wijkrechtspraak, governance en organisatie, jongerenwerk 2.0, digitaal en cyber, monitoring, en gegevensdeling. Gegevensdeling is een aandachtspunt binnen veel verschillende interventies zoals persoons- en familiegerichte aanpakken. Daarom worden opgedane lessen en succesvolle werkwijzen op dit gebied actief opgehaald en onder de gemeenten verspreid.
Ook gaan andere gemeenten dan de deelnemers aan de brede preventieve aanpak profiteren van de resultaten en de lerende netwerken. We zetten actief in op de verspreiding van geleerde lessen van bijvoorbeeld de monitoring via de ontwikkeling van een online toolbox. Ook wordt er in 2024 een congres georganiseerd waar deelnemende gemeenten en partners workshops geven en er actief de verbinding met de wetenschap wordt gemaakt.
Integrale familieaanpak in Tilburg
Een positief voorbeeld van het verspreiden van geleerde lessen is de integrale familieaanpak in Tilburg. Door middel van intensieve begeleiding heeft Tilburg criminele families uit de criminaliteit weten te halen. Gemeente Tilburg ontvangt sinds 2020 financiering voor deze aanpak vanuit ons ministerie en dit wordt nu na positieve resultaten structureel voortgezet. Op basis van de positieve evaluatieresultaten en lokale problematiek stimuleren we dat de aanpak ook in andere gemeenten wordt ingezet die te maken hebben met criminele families.
We brengen gemeenten met soortgelijke problematiek met elkaar in contact, zodat ze de aanpak kunnen inpassen in hun lokale context. Ook wordt de integrale familieaanpak onder de aandacht gebracht als goed voorbeeld van de acht nieuwe gemeenten en worden deze alle andere gemeenten via de diverse beschikbare kanalen op deze aanpak geattendeerd.24
Hierbij doe ik mijn toezegging gestand van 6 april jl. tijdens het Commissiedebat Criminaliteitsbestrijding (Kamerstuk 29 911, nr. 415), ondermijning en georganiseerde criminaliteit, om uw Kamer voor de zomer per brief te informeren over de aanpak van criminele families, alsmede aan de motie van de leden Kuik, Mutluer en Van der Staaij25 waarin zij de regering verzoeken om de aanpak, zoals in Tilburg, van criminaliteit die overgaat van generatie op generatie breder in te zetten in meer gemeenten en de Kamer daar voor de begroting van 2024 over te informeren.
Tot slot
De brede preventieaanpak van jeugdcriminaliteit wordt in 2023 verder uitgebreid en ontwikkeld. Wij zullen uw Kamer voor het einde van het jaar informeren over de verdere uitwerking van de flexibele aanpak (Pijler B) en de versterking van de jeugdstrafrechtketen (Pijler C). Over de voortgang van de domeinoverstijgende wijkaanpak wordt uw Kamer periodiek geïnformeerd via het halfjaarbericht van de DG Ondermijning.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind
Nederlands Jeugdinstituut (2023) cijfers over delinquentie: https://www.nji.nl/cijfers/delinquentie.
Centraal Bureau voor de Statistiek (2023) Verdachten; delictgroep, geslacht, leeftijd en migratieachtergrond 2022: https://opendata.cbs.nl/#/CBS/nl/dataset/81947NED/table.
WODC (2022) Verschil in recidivetrends onder jeugdigen: inzicht in ontwikkelingen in recidive onder verschillende jeugdige groepen, p. 90.
Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Heerlen, Leeuwarden, Lelystad, Nieuwegein, Rotterdam, Schiedam, Tilburg, Utrecht, Zaanstad.
Almere, Enschede, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Maastricht, Nijmegen, Sittard-Geleen en Venlo.
Zie voor een verdere uitleg over de selectiemethode de Halfjaarbrief Aanpak georganiseerde, ondermijnende criminaliteit van 22 mei jl.
Jongeren die dreigen af te glijden in de criminaliteit worden intensief begeleid op alle levensgebieden richting een passende werk-, opleiding- of dagbestedingsplek.
Samen met alle professionals en organisaties begeleidt de RIO jongvolwassen ex-gedetineerden met problemen op meerdere leefgebieden naar een stabiele leefsituatie.
PIT richt zich op kinderen van 5 tot 12 jaar met probleemgedrag, zoals agressie of ander grensoverschrijdend gedrag met als doel de ontwikkeling van deze kinderen vroegtijdig bij te sturen en het risico dat zij in de criminaliteit terechtkomen te verkleinen.
Modulair onderwijsprogramma Kapot Sterk, interventie bedoeld voor leerlingen uit groep 7 en 8 van de basisschool.
Hiermee wordt bijgedragen aan projecten zoals Hackshield, digitale buurtambassadeurs en lokale interventies met het oog op het voorkomen van geldezels. Gemeenten worden ondersteund om in wijken de weerbaarheid van o.a. jongeren tegen online criminaliteit te vergroten.
Koepelorganisatie van gecertificeerde instellingen die onder andere jeugdreclassering uitvoeren.
Een consortium van onderzoekers, beleidsmakers en praktijkpartners heeft met steun vanuit de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) het project EPIC opgezet: Explaining, Preventing, and Intervening in organized Crime involvement. Doel van dit onderzoek is het effectief verminderen van de betrokkenheid van jongeren bij georganiseerde criminaliteit.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28741-106.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.