28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Nr. 267 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2023

Ieder jaar sturen wij uw Kamer het jaarbericht van het Openbaar Ministerie. Bijgaand treft u het OM Jaarbericht 2022 aan. In het jaarbericht legt het Openbaar Ministerie verantwoording af aan de Nederlandse samenleving over de inzet, prestaties en resultaten in 2022.

Uit het jaarbericht blijkt onder meer dat het OM vorig jaar 179.600 misdrijfzaken in behandeling heeft genomen. Dit is een stijging met ruim 10.000 zaken ten opzichte van 2021. Ook is het aantal criminele samenwerkingsverbanden dat het OM heeft aangepakt met 1.672 (licht) gestegen. Sinds 2018 is er ieder jaar sprake geweest van een stijging. Het aantal zaken waarin hoger beroep is ingesteld is juist met bijna 10% ten opzichte van 2021 gedaald tot 13.800. Het aantal misdrijfzaken waarbij een minderjarige was betrokken daalde met 7% tot 12.700. Ook was er in 2022 sprake van een afname van 19% bij jeugdigen die verdacht werden van ernstige geweldsdelicten (zoals gewapende overvallen en steekpartijen). De jaren hiervoor was er juist sprake van een zorgwekkende toename, zoals het OM in het Jaarbericht over 2021 constateerde (Kamerstuk 28 844, nr. 248).

Het aantal overtredingszaken nam tijdens de afgelopen coronaperiode van 2020 tot mei 2022 sterk toe. Waar het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie in 2019 nog 194.000 overtredingszaken registreerde, was dit aantal in 2020 gestegen tot 320.100 en in 2021 tot 443.900. In 2022 daalde het aantal naar 285.500 zaken. De stijging had te maken met de handhaving van de coronaregels, waaronder de avondklok. De stijging van het aantal zaken heeft ook geleid tot een stijging van het aantal niet executeerbare overtredingszaken. Gemiddeld executeert het Centraal Justitieel Incassobureau ongeveer 80 procent van de zaken succesvol. Er blijft dus altijd een deel niet-executeerbare zaken over. Dit zijn zaken waarvan de opgelegde boetes niet kan worden geïncasseerd, ondanks bijvoorbeeld het sturen van aanmaningen en de inzet van een gerechtsdeurwaarder.

Het OM zal eenmalig een groot aantal (circa 48.000) niet executeerbare overtredingszaken in 2023 afdoen met een sepot. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om verkeersovertredingen, zoals meer dan 30 kilometer te hard rijden op een autoweg en rijden op de vluchtstrook, overtredingen op het gebied van de Afvalstoffenverordening (bijvoorbeeld verkeerd aanbieden van huisvuil) en overtredingen op het gebied van de openbare orde. Het aantal sepots van overtredingszaken zal hierdoor hoger uitvallen dan gebruikelijk en zichtbaar zijn in het jaarbericht over 2023.

Het is van belang dat opgelegde straffen worden uitgevoerd en ondergaan, zodat strafbaar gedrag gevolgen heeft. In samenwerking met het OM en het CJIB wordt onderzocht hoe het aantal sepots kan worden verminderd door de oplegging en inning van de boetes te verbeteren en het CJIB in principe tot aan de verjaring van de opgelegde sanctie door laten gaan met innen. Tegelijkertijd zullen we nooit 100% van de opgelegde boetes kunnen innen. Het OM zal de werkprocessen rond de geldelijke strafbeschikkingen herzien en verduidelijken zodat dergelijke zaken niet meer door het CJIB worden overgedragen aan het OM en worden geseponeerd. U wordt hierover nader geïnformeerd.

In het jaarbericht licht het OM ook toe welke activiteiten het onderneemt om de kwaliteit van de organisatie en de werkprocessen te verbeteren, waaronder de opvolging van het rapport van de procureur-generaal van de Hoge Raad over de strafbeschikking1 en de voortgang van de ontwikkeling van de informatievoorziening.2

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstuk 29 279, nr. 777.

X Noot
2

Kamerstuk 29 279, M.

Naar boven