28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 689 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2021

Op 19 november jl.1 heeft het kabinet voor de komende jaarwisseling (2021–2022) wederom een tijdelijk verbod afgekondigd op de verkoop en het afsteken van consumentenvuurwerk. Het kabinet is tot dit besluit gekomen vanwege de oplopende druk op de zorg en de onzekerheid omtrent de situatie in de ziekenhuizen tijdens de jaarwisseling.

Het kabinet realiseert zich tegelijkertijd dat een vuurwerkverbod voor het tweede jaar op rij een flinke tegenslag is voor vuurwerkbedrijven en vuurwerkliefhebbers. Het kabinet heeft bij de brief van 19 november jl. aangekondigd om net als voor de jaarwisseling 2020–2021 te komen met een specifieke tegemoetkoming voor de vuurwerkbranche. Het kabinet wil hierin ruimhartiger zijn dan vorig jaar. Ook zet het kabinet zich in om dit zo spoedig mogelijk te regelen. Met deze brief informeer ik u over de opzet van de specifieke subsidieregelingen en de start van de internetconsultatie. Door de internetconsultatie nog voor de Kerst te starten, willen we zorgen dat de compensatie zo snel als mogelijk uitgekeerd kan worden volgend jaar.

Naast deze specifieke vuurwerkregeling kunnen vuurwerkbedrijven ook een beroep doen op de generieke steunmaatregelen, zoals de TVL en de NOW2. Ten opzichte van het vierde kwartaal in 2020 wordt 100% van het aandeel vaste lasten in de omzet vergoed. Ook hierin is de totale compensatie ruimhartiger.

Net zoals vorig jaar komen er twee aparte subsidieregelingen die aansluiten bij de behoefte vanuit de vuurwerkbranche. Een regeling voor de detailhandel (verkoop van vuurwerk aan consumenten) en een regeling voor opslag en vervoer van onverkocht vuurwerk, met name gericht op vuurwerkimporteurs. Bij de nieuwe subsidieregelingen is zoveel mogelijk aangesloten bij de regelingen van vorig jaar. Dit heeft de snelheid in het proces van totstandkoming van deze regelingen bevorderd.

Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 detailhandel 2

Net zoals vorig jaar zal bij de subsidieregeling voor de detailhandel toepassing worden gegeven aan de zo genoemde De-minimisverordering3. Dit houdt in, dat de maximale compensatie de De-minimis niet kan overstijgen. Dit bespoedigt het proces omdat deze subsidieregeling dan niet als staatssteun hoeft te worden gemeld aan en beoordeeld door de Europese Commissie. Ik streef ernaar om de subsidieregeling voor de vuurwerkdetailhandel rond 1 maart open te stellen. In dat geval zullen naar verwachting eind april, begin mei voorschotten (100%) kunnen worden uitbetaald.

De subsidieregeling voor de detailhandel kent ten opzichte van de voorgaande subsidieregeling een flinke verruiming. Het forfaitaire bedrag wordt met € 1.000 verhoogd naar € 4.5004. Conform het verzoek van de Tweede Kamer naar aanleiding van de motie van de leden Peter de Groot, Geurts, Hagen, Van Haga en Van der Plas kan het forfaitaire bedrag worden aangevraagd per verkooplocatie tot een maximum van vijf verkooplocaties per KvK5. Daarnaast ontvangen detailhandel bedrijven net als vorig jaar een vergoeding ter hoogte van 6% van de omzet van de eindejaarsvuurwerkverkoop 2019 als tegemoetkoming in de specifieke kosten die zijn gemaakt voor activiteiten in verband met de geannuleerde eindejaarsverkoop 2021. Het gaat o.a. om kosten voor het drukken en verspreiden van folders, het annuleren van bestellingen en het retourneren van betalingen. Net zoals vorig jaar heeft deze regeling een subsidieplafond, dat is gesteld op € 9.8 miljoen.

Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 opslag en vervoer 2

De subsidieregeling voor opslag en vervoer in verband met het vuurwerkverbod voor de afgelopen jaarwisseling had als doel om tegemoet te komen in de extra kosten voor opslag en vervoer van onverkocht eindejaarsvuurwerk. Deze subsidieregeling is in het kader van de staatssteuntoets onderbouwd met cijfers die zijn aangeleverd door de vuurwerkbranche zelf. Uit de door de vuurwerkbranche over dit jaar aangeleverde cijfers blijkt dat de kosten voor opslag en vervoer vrijwel ongewijzigd zijn ten opzichte van vorig jaar.

De regeling voor opslag en vervoer zal op dezelfde wijze worden uitgevoerd als vorig jaar. Vanwege de hoogte van de subsidiebedragen is notificatie van de regeling aan de Europese Commissie vereist. De ervaring van de vorige regeling leert dat dit een aantal maanden kan duren. Door de contouren van de regeling grotendeels hetzelfde te houden, vertrouwt het kabinet erop dat de Europese Commissie geen bezwaar tegen de regeling zal maken.

Vuurwerkbedrijven kunnen straks een aanvraag indienden voor opslag en vervoer. Dit zal per opgeslagen kilo onverpakt vuurwerk € 0.63 subsidie zijn. Ook voor de kosten van extern vervoer kan subsidie worden aangevraagd tussen de periode 19 november 2021 en 31 januari 2022 met een factor 2.5, zij dienen hiertoe wel een vrachtbon te overleggen. Net zoals vorig jaar heeft deze regeling een subsidieplafond, dat is gesteld op € 16 miljoen.

Internetconsultatie

Beide regelingen zullen van 22 december 2021 tot en met 31 januari 2022 in conceptvorm in internetconsultatie gaan. Dit geeft eenieder de gelegenheid om een zienswijze over de voorgenomen conceptregelingen naar voren te brengen. Na beëindiging van de internetconsultatie zullen de binnengekomen reacties worden verwerkt.

Budgettaire verwerking

Het kabinet stelt voor het specifieke deel van de vuurwerkcompensatie en de uitvoering een bedrag van € 28 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is gereserveerd op de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën, in afwachting van uitwerking van de volledige regeling. Middelen die eventueel overblijven vloeien terug naar het generale beeld. Naast de specifieke regelingen zijn er extra uitgaven via de generieke steunmaatregelen (NOW en TVL), waar bij de TVL ruimhartiger is dan vorig jaar.

Met dit pakket zorgt het kabinet voor een snelle en ruimhartige compensatie voor de sector. Wanneer de loketten voor de aanvragen van de regelingen worden opengesteld zal ik uw Kamer opnieuw informeren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S.P.R.A. van Weyenberg


X Noot
1

Kamerstuk 28 684, nr. 675

X Noot
3

Op basis van de De-minimisverordening kunnen overheden ondernemingen over een periode van drie belastingjaren tot € 200.000 aan steun verstrekken zonder dat sprake is van staatssteun.

X Noot
4

Kamerstuk 28 684, nr. 676

X Noot
5

Kamerstuk 28 684, nr. 683

Naar boven