Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 september 2020
In het voorjaar heeft het kabinet besloten (Kamerstuk 28 684, nr. 622) tot wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk, waarbij
de vuurwerkartikelen knalvuurwerk, knalstrengen, enkelschotsbuizen en vuurpijlen worden
verboden met ingang van 1 december 2020. Met deze brief informeer ik, mede namens
de Minister van Justitie en Veiligheid, uw Kamer over de vaststelling van twee eerder
aangekondigde vuurwerkregelingen.
Verbod op knalvuurwerk, vuurpijlen, single shots en F3 vuurwerk
Het gaat om de wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk
(Ract). Deze wijziging is na het debat met uw Kamer hierover in februari genotificeerd
in Brussel en inmiddels vastgesteld en gepubliceerd. Per 1 december zijn knalvuurwerk1, vuurpijlen, single shots2 en F3 vuurwerk niet meer aangewezen als consumentenvuurwerk. Genoemd vuurwerk mag
dan niet meer worden verkocht, opgeslagen of gebruikt als consumentenvuurwerk.
Tijdelijke subsidieregeling restantvoorraden vuurwerk vastgesteld
In eerdere brieven3 is uw Kamer ook geïnformeerd over de Tijdelijke subsidieregeling restantvoorraden
vuurwerk naar aanleiding van de gewijzigde motie van de leden Yeşilgöz-Zegerius en
Ziengs4. Deze regeling is vastgesteld, onder andere na internetconsultatie en in overleg
met RVO. RVO gaat de regeling uitvoeren. Winkeliers en vuurwerkbedrijven kunnen vanaf
1 oktober subsidie aanvragen. Op 31 oktober sluit de mogelijkheid tot indiening van
subsidieaanvragen, zodat toekenning in principe in 2020 kan plaatsvinden.
De Tijdelijke subsidieregeling restantvoorraden vuurwerk die heeft opengestaan voor
internetconsultatie is op punten aangepast, bijvoorbeeld om de administratieve lasten
voor winkeliers zo laag mogelijk te houden, een doelmatige ophaalactie te stimuleren
en om de regeling meer in lijn te brengen met de uniforme subsidiekaders, zodat de
regeling beter uitvoerbaar is voor RVO. Dat betekent onder andere dat het verdelingsregime
enigszins is aangepast5 en dat een vuurwerkbedrijf minimaal bij 50 opslaglocaties restanten op moet halen
om voor een subsidie in aanmerking te komen ten opzichte van hetgeen in vorige Kamerbrief6 is gemeld.
De betrokken provincies Utrecht, Gelderland, Flevoland en Noord-Brabant werken mee
aan het tijdelijk gedogen van de opslag van restanten vuurwerk bij de ophalende importeurs
voor maximaal 1 jaar na de inwerkingtreding van de Ract en ten behoeve van de verwerking
van de restanten voor doorverkoop of eventueel vernietiging. De Belangenvereniging
Pyrotechniek Nederland en meerdere importeurs van vuurwerk hebben medewerking toegezegd
om de restantvoorraden vuurwerk bij de winkeliers op te halen.
Met de vaststelling van de Ract en de subsidieregeling is tijdens de komende jaarwisseling
het afsteken van bovengenoemd vuurwerk verboden en kunnen winkeliers hun vuurwerkrestanten
laten ophalen met subsidie.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer