28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 547 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 januari 2019

Hierbij bied ik uw Kamer mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat het op 10 januari jl. door de Nationale Politie opgestelde beeld aan van de incidenten die tijdens de jaarwisseling 2018–2019 hebben plaatsgevonden1.

Onderstaande cijfers laten zien dat de jaarwisseling nog steeds niet voor iedereen een feestelijke en veilige gebeurtenis is. Alvorens op de cijfers in te gaan spreek ik eerst mijn respect uit voor allen die met de jaarwisseling keihard hebben gewerkt, niet alleen de professionals en de gemeenten, maar ook de vrijwilligers die zich daarvoor inzetten.

Cijfers

Het aantal door de politie geregistreerde incidenten is met 10,1% gestegen, nadat er de afgelopen jaren een daling was.

Deze zijn als volgt uitgesplitst.

Incidenten

2017–2018

2018–2019

(Zware) mishandeling/bedreiging

1.513

1.672

Aantasting openbare orde

52

42

Brand/ontploffing

1.307

1.500

Hulpverlening aan instanties

426

421

Vernieling/zaakbeschadiging

1.622

1.637

Vuurwerk

2.674

3.124

Overig

531

547

Totaal

8.125

8.943

Het aantal incidenten tegen politieambtenaren is gestegen van 51 naar 59. Het aantal politieambtenaren dat slachtoffer is geworden van geweld tijdens de jaarwisseling is weliswaar gedaald van 88 naar 82, maar bedacht moet worden dat het aantal slachtoffers van fysiek geweld is gestegen van 38 naar 58.

Het aantal door de politie verrichte aanhoudingen is ten opzichte van de vorige jaarwisseling met 7,6% gedaald naar 391, waarvan de politie in totaal 250 personen bij het Openbaar Ministerie (OM) heeft aangeleverd op verdenking van een misdrijf dat verband houdt met de jaarwisseling. Dit aantal levert een lichte daling op ten opzichte van vorig jaar; toen werden er op 1 januari 2018 254 verdachten aangeleverd bij het OM. De meeste feiten betreffen geweld, waarvan 61 keer geweld tegen personen die zich inzetten voor de veiligheid van de samenleving, 100 maal geweld tegen overige personen en 58 maal geweld tegen goederen. In 31 zaken gaat het om andere feiten, zoals vuurwerkzaken.

VeiligheidNL verzorgt elk jaar direct na de jaarwisseling een rapportage met cijfers over ongevallen met vuurwerk, gebaseerd op informatie van de Spoedeisende Hulpafdelingen (SEH) van ziekenhuizen en ook van deelnemende huisartsenposten. Deze jaarwisseling zijn 396 slachtoffers van een vuurwerkongeval behandeld op de SEH. Ten opzichte van de vorige jaarwisselingen betekent dit een verdere daling van 9 procent (van 473 in 2017, via 434 in 2018, naar nu 396 in 2019). Procentueel gezien is er deze jaarwisseling een lichte verschuiving te zien ten gunste van minder ongevallen door siervuurwerk (bijvoorbeeld vuurpijlen). Momenteel werkt VeiligheidNL aan het diepteonderzoek naar het type vuurwerk en soort letsel. De resultaten daarvan worden zodra beschikbaar met uw Kamer gedeeld.

Ten behoeve van een definitief beeld van de afgelopen jaarwisseling zijn aanvullende cijfers nodig van het OM en cijfers over in beslag genomen vuurwerk, over slachtoffers van vuurwerkletsel en schade en over de wijze waarop de brandweer en ambulancezorg hebben geopereerd. Deze zullen komende tijd worden verzameld.

Vervolgstappen

De aantallen incidenten en de aard ervan, alsmede het aantal geweldsdelicten tegen agenten en hulpverleners zijn ten opzichte van de vorige jaarwisseling gestegen. Dat is niet acceptabel. Tegelijkertijd is een dalende tendens te zien als wordt teruggekeken naar de cijfers van de afgelopen vijf jaren.

Zoals ook aangekondigd in de brief van 8 juni 20182 gaat het kabinet daarom de komende maanden aan de slag om langs verschillende wegen tot een veiliger jaarwisseling te komen. Daarvoor is samenwerking en nadere verkenning nodig, waarbij niet alleen wordt gedacht in termen van verboden en handhaving openbare orde, maar juist ook aan het bedenken en ontwikkelen van mogelijkheden en oplossingen om een feestelijke en rustige jaarwisseling te realiseren.

Daarbij zullen de uitkomsten van de verdiepte evaluatie, zoals omschreven in de brief van 17 december 20183 aan de orde moeten komen, en ook die maatregelen die al zijn aangekondigd door het kabinet, maar pas de komende jaarwisseling in werking zullen treden. Dat geldt met name voor de komende jaarwisseling aangekondigde invoering van de mogelijkheid tot een vuurwerkverbod per gemeente.

Een goede jaarwisseling vereist een zorgvuldige weging van de veiligheid, openbare orde, handhavingsproblematiek en de feestelijkheid van het evenement. De cijfers laten zien dat er nog steeds sprake is van een veel bredere problematiek, die zich overigens ook bij andere evenementen voordoet, die onder andere te maken heeft met het gebruik van drank en drugs en het omgaan met elkaar richting politie en hulpverleners, waarbij ook andere partijen een rol en verantwoordelijkheid hebben. Ook familie, vrienden en de omgeving van degenen die onder invloed van drank en drugs voor onrust en problemen zorgen hebben een corrigerende rol. Dat zal centraal moeten staan en is het uiteindelijke doel. Daartoe worden twee lijnen bewandeld, die er beide op zijn gericht om te komen met nieuwe ideeën en plannen.

In de eerste plaats trekken op mijn initiatief politie, OM, ministeries JenV, IenW, VWS, burgemeesters, brandweer en andere organisaties uit de praktijk gezamenlijk op om komende drie maanden in gesprek met elkaar te bezien welke aanvullende maatregelen mogelijk zijn voor een betere jaarwisseling. Deze organisaties hebben de denkkracht en zijn in staat om in gesprek met elkaar ervaringen uit te wisselen, ideeën in te brengen en die te ontwikkelen tot voorstellen om tijdens de komende jaarwisseling te kunnen worden gebruikt.

Ten tweede vindt gelijktijdig een onafhankelijke evaluatie plaats ter uitvoering van de motie van de leden Den Boer (D66) en Dik-Faber (CU)4, waarover uw Kamer bij brief van 17 december 2018 is geïnformeerd. Dit betreft vier onderdelen te weten: onderzoek naar de lanceerstandaard; analyse maatschappelijk debat; cijfers politie en Openbaar Ministerie en onderzoek naar de ervaringen van politie en een aantal geselecteerde gemeenten. Bij de ervaringen van de politie en gemeenten zal worden gekeken naar de maatregelen die gemeenten hebben getroffen. Daarbij zullen onder andere gemeenten worden betrokken die een vuurwerkvrije zone hebben ingesteld.

Tot slot merk ik op uw Kamer met deze rapportage een eerste beeld te hebben gegeven van de jaarwisseling. De resultaten van de aangekondigde evaluatie zullen een definitief beeld geven. Zoals aangegeven in de Kabinetsreactie op het OVV rapport zorgt de hardnekkigheid van de jaarwisselingsproblematiek van de afgelopen jaren voor een voortdurend maatschappelijk en politiek debat over de wijze waarop dit feest wordt gevierd. De discussie over de jaarwisseling toont enerzijds een nadrukkelijke wens om het nieuwe jaar uitbundig, met veel vuurwerk, in te luiden en anderzijds de wens om overlast en onveiligheid weg te nemen. De problematiek van de jaarwisseling is allesbehalve eenvormig. Nederland kent gemeenten die tijdens de jaarwisseling geen enkel probleem ondervinden. En in gemeenten die wél problemen kennen, verschillen de problemen in zowel aard als omvang. Er is dus geen sprake van dé jaarwisselingsproblematiek: deze ziet er overal in Nederland anders uit. Daarom zullen de Staatssecretaris van IenW en ik de gesprekken met verschillende maatschappelijke organisaties organiseren en de uitkomsten daarvan en van de onafhankelijke evaluatie voor het meireces met uw Kamer delen. In combinatie met de reeds breed door uw Kamer ondersteunde mogelijkheid voor gemeenten om voor hun gemeente een lokaal vuurwerkverbod in te stellen, alsmede de bestaande mogelijkheden en initiatieven kunnen gemeenten en andere betrokken partijen dan tijdig aan de slag om een goede jaarwisseling mogelijk te maken.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 28 684, nr. 526

X Noot
3

Kamerstuk 28 684, nr. 546

X Noot
4

Kamerstuk 28 684, nr. 532

Naar boven