Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2013
Met deze brief reageren wij op de motie van het lid Bosma (PVV) waarmee de regering
wordt opgeroepen er zorg voor te dragen dat bij bedreiging dan wel agressie en/of
geweld tegen ambtenaren altijd aangifte wordt gedaan door de werkgever1.
Vanaf 2007 wordt de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke
taak geregisseerd vanuit het programma Veilige Publieke Taak (VPT) van het ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Sindsdien worden vanuit het programma
– als één van de acht werkgeversmaatregelen voor een effectief veiligheidsbeleid –
werkgevers en werknemers gestimuleerd om aangifte te doen bij de politie, indien zich
een ernstig incident voordoet.
Vanuit het programma is – in samenspraak met het ministerie van Veiligheid en Justitie
– onder andere een speciale brochure («Aangifte? Gewoon doen!») en een werkinstructie
voor werkgevers en werknemers opgesteld, waarin het belang van het doen van aangifte
wordt onderstreept en het aangifteproces stap voor stap uiteen wordt gezet. Deze brochure
en werkinstructie zijn terug te vinden op de site van het expertisecentrum VPT (www.evpt.nl).
Het expertisecentrum VPT ondersteunt werkgevers en werknemers met praktische tools
rond het doen van aangifte en wijst op het belang ervan in nieuwsbrieven en dergelijke.
Daarnaast is in de Eenduidige Landelijke Afspraken2 (ELA) voor Politie en Openbaar Ministerie (OM) over agressie en geweld tegen werknemers
met een publieke taak expliciet opgenomen dat de politie altijd de aangifte van de
werkgever opneemt.
Verder moet volgens de handleiding van het OM over anonimiteit bij aangiften, de politie
in VPT-zaken de domiciliekeuze (aangifte op een ander adres dan die van het slachtoffer,
bijvoorbeeld van de werkgever) aanbieden. In de ELA is overigens ook opgenomen dat
door de aangever of getuige in beginsel domicilie gekozen wordt op het werkadres en
dat de politie hen over de mogelijkheden hieromtrent informeert.
Ook wordt in zogenaamde VPT-regio’s gestimuleerd dat werkgevers, OM en politie op
lokaal en regionaal niveau afspraken maken, zoals over het doen van aangifte.
Tevens is vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie de motie onder de aandacht
gebracht van OM en politie.
Tot slot kunnen gemeentemedewerkers via het Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem
van het A+O fonds Gemeenten, meldingen van agressie en geweld registeren. Een gemeente
kan het aantal geregistreerde meldingen vergelijken met dat van andere gemeenten in
Vensters voor Bedrijfsvoering. Vensters voor Bedrijfsvoering is een benchmark waarmee
gemeenten hun prestaties onderling kunnen vergelijken. Ons streven is dat volgend
jaar ook de onderregistratie hierin wordt opgenomen. Op die manier worden gemeenten
gestimuleerd om werk te maken van melding en aangifte van agressie en geweld.
Belangrijk is dàt er aangifte wordt gedaan van ernstige incidenten en dat daarop een
goed vervolg komt. In de praktijk zien we vaak dat de werknemer aangifte doet. In
een toenemend aantal gevallen doet de werkgever aangifte, soms naast de aangifte door
de werknemer. Dat is een goede ontwikkeling, omdat de werkgever daarmee de werknemer
steunt en een signaal afgeeft naar de samenleving dat de organisatie agressie en geweld
richting medewerkers niet tolereert. Het wordt, mede om dubbele en daarmee onnodige
werkbelasting te voorkomen, onwenselijk geacht om er naar te streven dat de werkgever
in alle gevallen aangifte doet. Naast het opnemen van de verklaring van de werkgever
betekent dit in de praktijk dat ook altijd de werknemer (nader) gehoord moet worden,
ook als die al een schriftelijke verklaring heeft afgelegd dan wel zelf aangifte heeft
gedaan. Bij voorkeur wordt aan de hand van de zaak in goed overleg tussen werkgever
en werknemer besloten wie aangifte doet. Maatwerk is hierbij aangewezen.
Er wordt – kortom – vanuit het kabinet veel aan gedaan om aangifte van agressie en
geweld tegen werknemers met een publieke taak te stimuleren. Het blijft echter de
eigen verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers om aangifte te doen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten