28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 388 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 juni 2013

Met deze brief reageren wij op de motie van het lid Bosma (PVV) waarmee de regering wordt opgeroepen er zorg voor te dragen dat bij bedreiging dan wel agressie en/of geweld tegen ambtenaren altijd aangifte wordt gedaan door de werkgever1.

Vanaf 2007 wordt de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak geregisseerd vanuit het programma Veilige Publieke Taak (VPT) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Sindsdien worden vanuit het programma – als één van de acht werkgeversmaatregelen voor een effectief veiligheidsbeleid – werkgevers en werknemers gestimuleerd om aangifte te doen bij de politie, indien zich een ernstig incident voordoet.

Vanuit het programma is – in samenspraak met het ministerie van Veiligheid en Justitie – onder andere een speciale brochure («Aangifte? Gewoon doen!») en een werkinstructie voor werkgevers en werknemers opgesteld, waarin het belang van het doen van aangifte wordt onderstreept en het aangifteproces stap voor stap uiteen wordt gezet. Deze brochure en werkinstructie zijn terug te vinden op de site van het expertisecentrum VPT (www.evpt.nl).

Het expertisecentrum VPT ondersteunt werkgevers en werknemers met praktische tools rond het doen van aangifte en wijst op het belang ervan in nieuwsbrieven en dergelijke.

Daarnaast is in de Eenduidige Landelijke Afspraken2 (ELA) voor Politie en Openbaar Ministerie (OM) over agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak expliciet opgenomen dat de politie altijd de aangifte van de werkgever opneemt.

Verder moet volgens de handleiding van het OM over anonimiteit bij aangiften, de politie in VPT-zaken de domiciliekeuze (aangifte op een ander adres dan die van het slachtoffer, bijvoorbeeld van de werkgever) aanbieden. In de ELA is overigens ook opgenomen dat door de aangever of getuige in beginsel domicilie gekozen wordt op het werkadres en dat de politie hen over de mogelijkheden hieromtrent informeert.

Ook wordt in zogenaamde VPT-regio’s gestimuleerd dat werkgevers, OM en politie op lokaal en regionaal niveau afspraken maken, zoals over het doen van aangifte.

Tevens is vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie de motie onder de aandacht gebracht van OM en politie.

Tot slot kunnen gemeentemedewerkers via het Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem van het A+O fonds Gemeenten, meldingen van agressie en geweld registeren. Een gemeente kan het aantal geregistreerde meldingen vergelijken met dat van andere gemeenten in Vensters voor Bedrijfsvoering. Vensters voor Bedrijfsvoering is een benchmark waarmee gemeenten hun prestaties onderling kunnen vergelijken. Ons streven is dat volgend jaar ook de onderregistratie hierin wordt opgenomen. Op die manier worden gemeenten gestimuleerd om werk te maken van melding en aangifte van agressie en geweld.

Belangrijk is dàt er aangifte wordt gedaan van ernstige incidenten en dat daarop een goed vervolg komt. In de praktijk zien we vaak dat de werknemer aangifte doet. In een toenemend aantal gevallen doet de werkgever aangifte, soms naast de aangifte door de werknemer. Dat is een goede ontwikkeling, omdat de werkgever daarmee de werknemer steunt en een signaal afgeeft naar de samenleving dat de organisatie agressie en geweld richting medewerkers niet tolereert. Het wordt, mede om dubbele en daarmee onnodige werkbelasting te voorkomen, onwenselijk geacht om er naar te streven dat de werkgever in alle gevallen aangifte doet. Naast het opnemen van de verklaring van de werkgever betekent dit in de praktijk dat ook altijd de werknemer (nader) gehoord moet worden, ook als die al een schriftelijke verklaring heeft afgelegd dan wel zelf aangifte heeft gedaan. Bij voorkeur wordt aan de hand van de zaak in goed overleg tussen werkgever en werknemer besloten wie aangifte doet. Maatwerk is hierbij aangewezen.

Er wordt – kortom – vanuit het kabinet veel aan gedaan om aangifte van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak te stimuleren. Het blijft echter de eigen verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers om aangifte te doen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Kamerstuk 28 684, nr. 369

X Noot
2

Kamerstuk, 28 684, nr. 267

Naar boven