28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2013

De aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak is een van de speerpunten van dit kabinet. Gezagsdragers en hulpverleners verdienen respect. Een stevig lik-op-stukbeleid is een van de belangrijkste uitgangspunten bij de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. Daartoe zijn in 2010 de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) voor politie en OM opgesteld.1 Het doel van de ELA is een eenduidige, effectieve en snelle afhandeling van deze zaken (zogeheten VPT-zaken). De ELA bevatten tal van afspraken voor politie en OM die gericht zijn op een hoge prioriteit van de opsporing en vervolging van VPT-zaken, aandacht voor kwaliteit van de onderzoeken en processen-verbaal, lik-op-stukbeleid (waaronder snelrecht, Aanhouden en Uitreiken), schadeverhaal, informeren van slachtoffers en een actief communicatiebeleid. Om na te gaan of de ELA goed zijn geïmplementeerd en worden nageleefd door politie en OM hebben wij een evaluatie laten uitvoeren, conform onze eerdere toezegging.2 Daartoe hebben gesprekken plaatsgevonden met politie en OM en ook met een viertal beroepsgroepen, te weten de ambulancezorg, het openbaar vervoer, de geestelijke gezondheidszorg en het openbaar bestuur. In de gesprekken met de beroepsgroepen staan hun ervaringen en belevingen met politie en OM centraal. Bijgaand bieden wij u deze evaluatie, getiteld Evaluatie Eenduidige Landelijke Afspraken, aan3.

Resultaten politie

Uit het onderzoek komt naar voren dat de meerderheid van de korpsen het overgrote deel van de 19 opsporingsafspraken goed naleeft. Vooral de afspraken die betrekking hebben op de kwaliteit van onderzoeken en processen-verbaal worden goed nageleefd. Ruimte voor verbetering is er bij de eenduidige registratie en de structurele informatieanalyse en bij het informeren van slachtoffers. Ten opzichte van de ELA-evaluatie die in 2010 werd uitgevoerd door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid,4 is de informatievoorziening richting werkgevers en de borging van het ELA-gedachtegoed verbeterd. De naleving van de ELA door de politie wordt goed samengevat in onderstaand overzicht uit het onderzoeksrapport:5

Naleving opsporingafspraken volgens zelfbeoordeling korpsen

Naleving opsporingafspraken volgens zelfbeoordeling korpsen

Resultaten OM

Uit onderzoek komt naar voren dat de meerderheid van de parketten het overgrote deel van de 17 vervolgingsafspraken goed naleeft. Vooral de afspraken die betrekking hebben op de hoge prioriteit voor de vervolging en het lik-op-stukbeleid worden goed nageleefd. Ruimte voor verbetering is er bij de actieve communicatie over veroordelingen, de eenduidige registratie en het eisen van zwaardere straffen. Een vergelijking ten opzichte van de ELA-evaluatie die in 2010 werd uitgevoerd door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid kan voor het OM niet worden gemaakt, omdat het OM toen niet is betrokken in het onderzoek. De naleving van de ELA door het OM wordt goed samengevat in onderstaand overzicht uit het onderzoeksrapport:6

Naleving vervolgingsafspraken volgens zelfevaluatie parketten

Naleving vervolgingsafspraken volgens zelfevaluatie parketten

Resultaten beroepsgroepen

Drie van de vier onderzochte beroepsgroepen hebben afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de aanpak van agressie en geweld. Zo is de meldings- en aangiftebereidheid goed gestimuleerd door het benadrukken van het belang hiervan. Het onderzoek laat ook zien dat daar waar ketenintensiveringsregio’s van de grond komen, er goede afspraken zijn gemaakt met de Politie en het OM en dat de ELA daar tot successen leidt. Communicatie (terugkoppeling over «stand van zaken» vanuit de Politie en het OM) ervaren deze werkgevers als een zorgpunt. Daarnaast treffen veel werkgevers ook preventieve maatregelen, onder meer via deskundigheidsbevordering en bewustwordingstrainingen.

Niet in alle organisaties gaat alles goed. Er mag meer eigen verantwoordelijkheid worden genomen door werkgevers als het gaat om het stellen van een duidelijke norm en het handhaven daarvan. Dit vraagt de nodige aandacht. Een ander zorgpunt is de interne registratie door werkgevers van het aantal meldingen en aangiften van incidenten.

Slachtoffers centraal

Uit het onderzoek blijkt dat de beslissingen van politie en OM van grote invloed zijn op de beleving van slachtoffers en het handelen bij een volgend incident. Tevens blijkt dat het uitgangspunt dat het slachtoffer centraal moet worden gesteld in de praktijk niet algemeen wordt nageleefd. Goede ondersteuning van en informatievoorziening aan slachtoffers is cruciaal voor een succesvolle aanpak van geweld en agressie tegen werknemers met een publieke taak. Werknemers met een publieke taak dienen zich gesteund te voelen door de politie en het OM. Bijzondere aandacht gaat dan ook uit naar de naleving van deze afspraken. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zal de uitkomsten betrekken in de reeds gestarte verbetertrajecten die zien op het informeren en correct bejegenen van slachtoffers.

Reactie op de aanbevelingen

Het rapport doet drie aanbevelingen, voor respectievelijk de politie, het OM en werkgevers met een publieke taak.

  • 1. Politie: verbreed de aanpak

    De goede ervaringen bij het tegengaan van geweld tegen de politie zullen ook worden toegepast bij werknemers met andere publieke taken. In het kader hiervan nemen we de volgende maatregelen:

    • Vanuit het programma Veilige Publieke Taak (VPT) en door het expertisecentrum VPT worden extra aandacht en ondersteuning geboden aan gegeven aan de sectoren waar het aantal voorvallen van agressie en geweld onvoldoende daalt.

    • Vanuit het programma Weerbaarheid van de politie zijn weerbaarheidstrainingen voor de politie opgezet. Hier zijn goede ervaringen mee opgedaan. Deze trainingen worden door het programma VPT en het expertisecentrum onder de aandacht gebracht bij andere sectoren, zoals brandweer en ambulancediensten.

    • Met het Aanvalsprogramma Informatievoorziening (IV) 2011–2014 pakt de politie de hardnekkige knelpunten van de informatievoorziening en ICT op, waarmee de politie al jaren kampt.

    • Registratie van VPT-zaken is niet enkel een ICT-probleem, maar ook een zaak van bewustzijn van politiemensen. Vandaar dat er binnen de politie blijvende aandacht is voor de Veilige Publieke Taak.

  • 2. OM: stel de slachtoffers centraal

    Het OM zou afwegingen bij de complexe beslissingen in de vervolging nog meer kunnen communiceren in reacties naar slachtoffers. In het kader hiervan nemen we de volgende maatregelen:

    • De positie van slachtoffers is inmiddels wettelijk versterkt door de Wet versterking positie slachtoffers. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is trajecten gestart met de ketenpartners, waaronder het OM en de politie, om de uitvoering van deze wet in de praktijk te verbeteren. Informatievoorziening aan slachtoffers en bejegening spelen hierin een belangrijke rol. De uitkomsten van het onderzoek worden betrokken in de verbetertrajecten.

    • Er wordt aandacht gevraagd voor de beargumentering van sepots die in de aanwijzing slachtofferzorg geregeld is.

    • Het OM geeft verder invulling aan een actief voorlichtingsbeleid van de aanpak van geweld tegen werknemers met een publieke taak.

    • Aangifte onder nummer is inmiddels mogelijk voor slachtoffers die vrezen voor represailles. Hierover bent u separaat geïnformeerd.7

    • Over het eisen van zwaardere straffen in deze zaken bent u onlangs afzonderlijk geïnformeerd, naar aanleiding van een ander onderzoek dat is uitgevoerd.8

  • 3. Werkgevers: investeer in samenwerking met politie en OM

    Werkgevers met een publieke taak hebben ook zelf een verantwoordelijkheid en mogelijkheden om aan de slag te gaan. Zij kunnen zelf casemanagers aanstellen, deskundigheid bevorderen en een incidentenregistratie opzetten. Veel werkgevers doen dat ook al. Vanuit het programma VPT en het expertisecentrum VPT wordt bij werkgevers hiervoor nadrukkelijk aandacht gevraagd de komende tijd. Hierover zal in de voortgangsrapportages worden gerapporteerd.

    • De ketenintensiveringsregio’s binnen het programma Veilige Publieke Taak worden uitgebreid. In 2013 zal een landelijke dekking van ketenintensiveringsregio’s worden gerealiseerd.

    • De aanbevelingen uit het onderzoek worden gedeeld met de verschillende sectoren.

Tot slot

De resultaten uit deze evaluatie zijn aanleiding tot continuering van het beleid, maar laten ook zien dat er nog ruimte is voor verdere verbetering. De hierboven geschetste maatregelen moeten verder bijdragen aan de naleving van de ELA. Het onderzoek geeft geen directe aanleiding om de ELA zelf aan te passen. Niettemin hebben wij in eerdere brieven aangegeven enkele aanpassingen in de ELA wenselijk te achten.9, 10 In een nieuwe versie worden de volgende extra elementen opgenomen:

  • De politie reageert altijd bij verzoeken om assistentie in het geval van agressie en geweldszaken tegen medewerkers met een publieke taak en handelt overeenkomstig vastgestelde afspraken

  • Jeugdigen worden zo nodig doorverwezen naar bureau Halt

  • Bij recidive wordt bezien of gedragsinterveniërende maatregelen kunnen worden opgelegd (deze maatregelen komen in beginsel niet in plaats van straffen, maar als aanvullende maatregel bij straffen).

  • De aangepaste versie van de ELA zal worden verspreid binnen politie en Openbaar Ministerie.

De minister van Binnenlandse Zaken, R.H.A. Plasterk

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 28 684, nr. 267.

X Noot
2

Brief van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justie van 30 maart 2012 over de aanscherping van het programma Veilige Publieke Taak 2011 tot 2015.(Kamerstuk 28 684, nr. 345)

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
4

Brief van de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Veiligheid en Justitie van 11 mei 2011 over het Rapport «Politie en de Veilige Publieke Taak» van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid.(Kamerstuk 28 684, nr. 318)

X Noot
5

Niet alle korpsen hebben gekozen voor eenduidig ja of nee, maar voor een gekwalificeerd antwoord dat betekent in veel gevallen dat de afspraken weliswaar niet letterlijk worden nageleefd, maar wel naar hun strekking.

X Noot
6

Zie noot 4, dit geldt ook voor de parketten; een gekwalificeerd antwoord betekent dat de afspraken weliswaar niet letterlijk worden nageleefd, maar wel naar hun strekking.

X Noot
7

Brief van de Minister van Veiligheid en Justitie van 5 september 2012 over aangifte onder nummer.(Kamerstuk 29 282, nr. 168)

X Noot
8

Kamerstukken Tweede Kamer, 28 684, nr. 366.

X Noot
9

Brief van de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het Actieplan veilig werken in de zorg d.d. 22 maart 2012.

X Noot
10

Brief van de Minister van Veiligheid en Justitie en van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 30 maart 2012 over Aanscherping programma Veilige Publieke Taak 2011 tot 2015.

Naar boven