28 676 NAVO

Nr. 421 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2022

Zoals heden verzocht door uw Kamer (Handelingen II 2022/23, nr. 22, Regeling van Werkzaamheden) en zoals ook toegezegd in het verslag van de laatste bijeenkomst van NAVO ministers van Defensie (Kamerstuk 28 676, nr. 420), bied ik u het overzicht van de NAVO Defence Planning Capability Review (DPCR) over Nederland aan. De DPCR maakt onderdeel uit van het NAVO Defensieplanningsproces (NDPP) waarin de bondgenoten de capaciteitendoelstellingen onderling verdelen. In deze DPCR, die het einde markeert van de NAVO-defensieplanningscyclus van 2019 tot en met 2022, maakt de NAVO een analyse van de staat van de Nederlandse krijgsmacht. De analyse omvat de Nederlandse defensie-uitgaven, de Nederlandse bijdragen aan missies en operaties en de Nederlandse capaciteitsontwikkelingen. De NAVO-ministers van Defensie hebben op hun bijeenkomst van 12 en 13 oktober jl. het gerubriceerde DPCR rapport vastgesteld. Ook heeft Nederland een ongerubriceerd overzicht van het Nederlandse hoofdstuk van de DPCR ontvangen. Dit overzicht treft uw Kamer, zoals te doen gebruikelijk, als bijlage aan.

De NAVO constateert dat Nederland in de Defensienota 2022 (Kamerstuk 36 124, nr. 1) substantiële financiële intensiveringen aankondigt. Het kabinet investeert tot en met 2025 in totaal € 14,8 miljard in de krijgsmacht. Daarmee voldoet Nederland in 2024 en 2025 aan de NAVO-verplichting om toe te groeien naar 2% van het bruto binnenlands product (bbp) voor Defensie. Bijna alle NAVO-bondgenoten hebben in de afgelopen periode hun defensie-uitgaven aanzienlijk verhoogd om aan de NAVO verplichting te kunnen voldoen. Het gemiddelde van de Europese bondgenoten komt uit op 1,94% in 2024. Gelet op de ontwikkelingen in Oekraïne verwacht het kabinet dat dit gemiddelde Europese percentage de komende periode blijft stijgen.

Nederland levert een aanzienlijke militaire bijdrage aan bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging, en aan missies en operaties. De NAVO concludeert dat de Nederlandse bijdragen in verhouding staan tot de grootte van de krijgsmacht en de bijdragen van andere bondgenoten. Ook stelt de NAVO vast dat Nederland regelmatig bijdraagt aan de NATO Response Force (NRF).

Evenals in de vorige DPCR in 2020 (Kamerstuk 28 676, nr. 347) stelt de NAVO vast dat Nederland geavanceerde, inzetbare en interoperabele eenheden inbrengt in het bondgenootschap, waarvan een groot deel van hoge kwaliteit. De NAVO is echter kritisch over aanhoudende kwalitatieve en kwantitatieve tekortkomingen, vooral op het vlak van slagkracht en operationele (gevechts-)ondersteuning (combat support (CS) en combat service support (CSS)) in het landdomein.

Tijdens het debat met de Vaste Kamercommissie voor Defensie over de Defensienota op 14 september jl. (Kamerstuk 36 124, nr. 5) heb ik, vooruitlopend op de definitieve DPCR, een toelichting gegeven op basis van een op 5 juli 2022 met Nederland gedeeld concept. De formulering en toewijzing van de capability targets heeft (in tijd) plaats gevonden voor de publicatie van de Defensienota. Omdat de Defensienota een belangrijke extra investering in de krijgsmacht betekent, heeft NAVO deze investering en de gevolgen ervan voor de invulling van de capability targets meegenomen in dit rapport. De capaciteitsdoelstellingen voor Nederland zijn tijdens dit proces niet gewijzigd.

Met de extra financiële injectie en de investeringen die zijn aangekondigd in de Defensienota 2022 is Nederland goed op weg om een deel van deze tekortkomingen aan te pakken. De NAVO noemt in het bijzonder de investeringen in CS, CSS, extra F-35 jachtvliegtuigen, investeringen in personeel en informatie-gestuurd optreden. Deze elementen verbeteren de capaciteiten van de Nederlandse krijgsmacht substantieel. Er is ook waardering van de NAVO voor de aangekondigde investeringen in Deep Precision Strike capaciteiten en Ballistic Missile Defence.

Tegelijkertijd stelt de NAVO vast dat er blijvende tekortkomingen zijn waarvoor op de korte termijn niet in een oplossing is voorzien. Op het gebied van slagkracht is de NAVO vooral kritisch over het niet voldoen aan de prioriteitsdoelstelling voor het leveren van een zware en een medium infanteriebrigade. Nederland heeft ervoor gekozen om deze doelstellingen samen met Duitsland in te vullen. In de volgende NDPP cyclus wordt geïnventariseerd of dit zo kan worden ingevuld. Nederland is hierover met de NAVO in gesprek, zoals ook met uw Kamer besproken in het debat over de Defensienota op 14 september jl.

In 2023 start een nieuwe NDPP cyclus, die capaciteitsdoelstellingen op basis van het nieuwe NAVO Strategisch Concept zal formuleren. De vraag hoe NAVO de capaciteiten die landen hebben of opbouwen zo effectief en efficiënt mogelijk kan inzetten, zal uitvoerig met bondgenoten worden besproken. Uiteraard wordt uw Kamer via de gebruikelijke wijze geïnformeerd over de voortgang in de nieuwe NDPP cyclus. Dit gebeurt door middel van DMM geannoteerde agenda’s en verslagen. Ook bied ik graag weer een technische briefing aan om uw Kamer meer informatie te geven over de technische aspecten van de NAVO-planning cyclus.

De Minister van Defensie, K.H. Ollongren

Naar boven