28 676 NAVO

Nr. 384 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 13 januari 2022

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over:

  • de brief van 5 januari 2022 inzake de geannoteerde agenda voor de NAVO ministeriële bijeenkomst van 7 januari 2022 (Kamerstuk 28 676, nr. 383) en

  • de brief van 13 december 2021 inzake het verslag van de NAVO ministeriële bijeenkomst van 30 november en 1 december 2021 (Kamerstuk 28 676, nr. 382).

De vragen en opmerkingen zijn op 6 januari 2022 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 7 januari 2022 zijn de vragen beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie, Wilders

De griffier van de commissie, Westerhoff

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de NAVO ministeriële van 7 januari 2022. Zij hebben hierover nog de volgende vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie maken zich ernstige zorgen over de veiligheidssituatie in het oosten van Europa door de oplopende agressie en de troepenopbouw aan de Russische grens met Oekraïne. Gezien het grote belang is het daarom goed dat het onderwerp «Oekraïne» op de agenda van de aanstaande NAVO-Rusland Raad (NRR) staat. Deze leden vinden de-escalatie wenselijk, zonder daarbij afbreuk te doen aan de collectieve veiligheid en het principe van soevereiniteit. Welke stappen richting de-escalatie verwacht de Minister dat er realistisch gezien mogelijk zijn? Deelt de Minister de mening dat het van belang is dat deze discussie niet alleen tussen Rusland en de VS plaatsvindt, maar ook met relevante betrokkenen zoals de overige NAVO-landen, de EU en Oekraïne zelf?

1. Antwoord van het kabinet

Het kabinet zet in op de-escalatie van de situatie enerzijds sterk in te zetten op afschrikking door duidelijk te maken dat Rusland een hoge prijs zal betalen voor verdere agressie en anderzijds door sterke inzet op diplomatie. Dit doet Nederland in nauwe samenwerking met bondgenoten en partners in de NAVO, de EU en de OVSE en in gesprek met Oekraïne en met gelijkgestemden. De Verenigde Staten en Rusland spreken op 9 en 10 januari a.s. in Geneve op onderministerniveau met elkaar. Daarnaast zal de dialoog met Rusland in verschillende bestaande fora plaatsvinden zoals tijdens de NAVO-Rusland Raad op 12 januari a.s. en de OVSE Permanente Raad op 13 januari a.s. De veiligheidssituatie in Oost-Europa staat tevens geagendeerd voor de informele RBZ (Gymnich) van 13 en 14 januari a.s.

Het kabinet deelt de mening dat overleg met alle relevante betrokkenen van belang is en kan bevestigen dat dit ook plaatsvindt, zo is er bijvoorbeeld op maandag 10 januari een bijeenkomst van de NAVO-Oekraïne Commissie (NUC) voor consultaties met Oekraïne. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU reisde deze week af naar Oekraïne, waar hij onder andere de contactlijn bezocht. Op donderdag 6 januari is het Normandie4 format (Oekraïne, Rusland, Duitsland en Frankrijk) bij elkaar gekomen in Moskou. Oekraïne blijkt daar niet bij aanwezig geweest te zijn.

Op het vlak van afschrikking gaven de Noord-Atlantische Raad en de Europese Raad op 16 december jl. een stevig gezamenlijk signaal af door in respectievelijk een NAR-verklaring en in de Raadsconclusies steun uit te spreken voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne en te benadrukken dat verdere militaire agressie serieuze gevolgen zal hebben en er een hoge prijs door Rusland betaald zal worden, waaronder met behulp van restrictieve maatregelen in nauwe coördinatie met partners.

Zoals aangegeven in een verklaring van de Noord-Atlantische Raad op 16 december jl. is de NAVO voorbereid op alle scenario’s en worden alle noodzakelijke stappen ondernomen om de collectieve veiligheid van bondgenoten blijvend te garanderen. Binnen de NAVO worden in dat kader momenteel verschillende handelingsopties uitgewerkt

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de conceptteksten voor nieuwe afspraken tussen Rusland en de NAVO, die Rusland december jongstleden heeft gepubliceerd. Deze leden vinden deze voorgestelde afspraken niet acceptabel, aangezien staten soeverein zijn in hun voorkeuren voor aansluiting bij bondgenootschappen. Het onderschrijven van deze voorstellen zou de soevereiniteit van onder andere Oekraïne en de collectieve veiligheid van NAVO-lidstaten aantasten en is dus niet gewenst. Tegelijkertijd wordt er gevreesd dat Rusland deze concept-afspraken wil gebruiken als «excuus» of aanleiding voor verdere agressie, indien deze niet door de NAVO worden geaccepteerd. Hoe beoordeelt de Minister deze kans? Wat is de inzet van Nederland om dit risico te mitigeren? Vindt de Minister dat de NAVO alternatieve afspraken moet voorstellen? En indien Rusland mislukte onderhandelingen aangrijpt voor een offensieve reactie, is de NAVO hier voldoende voorbereid op mogelijke scenario’s?

2. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is van mening dat het belangrijk is om met Rusland in gesprek te gaan over de situatie bij de grens tussen Rusland en Oekraïne en bredere Europese veiligheidskwesties. Dialoog past immers binnen het streven van het kabinet naar de-escalatie van de situatie. Het valt te verwachten dat de NAVO ook inhoudelijk zal willen reageren op de Russische voorstellen, het kabinet kan echter niet vooruitlopen op de precieze inhoud van deze reactie, hierover wordt momenteel nog gesproken in Brussel.

Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat we ook bedacht moeten zijn op het scenario dat de gesprekken tot weinig resultaat leiden. Om dit te mitigeren blijft het kabinet, als onderdeel van het onder vraag 1 genoemde tweesporenbeleid, ook inzetten op afschrikking om Rusland af te houden van verdere agressie.

Zoals aangegeven in een gezamenlijke verklaring van de Noord-Atlantische Raad op 16 december jl. is de NAVO voorbereid op alle scenario’s en worden alle noodzakelijke stappen ondernomen om de collectieve veiligheid van bondgenoten blijvend te garanderen.

De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van het kabinet om in een veiligheidsdialoog met Rusland afspraken te maken over wapenbeheersing, transparantie en vertrouwenwekkende maatregelen. Kan de Minister aangeven welke vertrouwenwekkende maatregelen het kabinet voor ogen heeft? En wat is het standpunt van het kabinet ten aanzien van militaire ondersteuning van Oekraïne, juist nu er dreiging is van een Russische invasie? Is de Minister van mening dat NAVO-lidstaten wapens en militair materieel aan Oekraïne moeten kunnen blijven leveren en dat gezamenlijke trainingen mogelijk moeten blijven? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot eventuele afspraken met Rusland rondom wapenbeheersing?

3. Antwoord van het kabinet

Nederland zet zich in vele formele en informele fora en overlegstructuren in voor wapenbeheersing, ontwapening en non-proliferatie. Transparantie en (nucleaire) risicobeperking zijn daarbij belangrijke maatregelen om wederzijds vertrouwen te wekken. Ook kan specifiek gedacht worden aan het Weens Document. In het najaar van 2019 is een pakket voorstellen voor actualisering van dit document («modernisering») ingediend, dat inmiddels door 34 landen wordt ondersteund. Rusland heeft tot nu toe bespreking van deze voorstellen geweigerd. Nederland blijft zich binnen de OVSE inzetten voor het belang van de modernisering van het Weens Document.

Gelet op het toenemende assertieve gedrag van Rusland, onder andere aan de grens met Oekraïne, acht het kabinet het essentieel om de steun voor de territoriale integriteit en soevereiniteit van Oekraïne te blijven benadrukken. Nederland levert momenteel geen letale steun aan Oekraïne. NAVO-bondgenoten kunnen op individuele basis besluiten of ze Oekraïne steunen middels trainingen en/of militair materieel. Als Enhanced Opportunity Partner van de NAVO is momenteel al zeer nauwe samenwerking tussen NAVO en Oekraïne mogelijk. Zo is er deelname van Oekraïne aan oefeningen, en is er sprake van het delen van informatie en best practices.

Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat de vooruitgeschoven aanwezigheid van de NAVO in onder andere de Baltische Staten gehandhaafd dient te blijven zolang het dreigingsbeeld daar aanleiding toe geeft? En deelt de Minister de mening dat een verslechtering van het dreigingsbeeld ertoe kan leiden dat de militaire inzet wordt uitgebreid?

4. Antwoord van het kabinet

De vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in de Baltische staten en Polen dient als geruststellende maatregel voor deze bondgenoten en ter geloofwaardige afschrikking van Rusland. Gezien het toenemende assertieve gedrag van Rusland en het onverminderd sombere dreigingsbeeld voor de Baltische staten en Polen blijft de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid van groot belang. Het kabinet wil niet speculeren over een situatie waarin het dreigingsbeeld verslechtert en over eventuele aanpassingen van de vooruitgeschoven NAVO-aanwezigheid in dat kader.

De leden van de VVD-fractie ondersteunen het kabinet in de heldere boodschap aan Rusland dat agressief optreden tot scherpe verzwaring van sancties zal leiden. Op welke sancties zet het kabinet (in EU-verband) in? In hoeverre vindt het kabinet dat dit sanctiepakket concreet richting Rusland dient te worden gecommuniceerd? Deze leden zien hierin een dilemma. Enerzijds dient de boodschap over het sanctiepakket voldoende afschrikkende werking te hebben, anderzijds zorgt concrete communicatie voor minder verrassingseffect en stelt het Rusland in staat zich hierop voor te bereiden en een concrete afweging te maken. Los van dit dilemma hechten de leden van de VVD-fractie het grootste belang aan de voorbereiding van sanctiepakketten, zodat er geen tijd verspeeld wordt indien een slecht scenario zich voordoet. Zal Nederland erop aandringen dat specifieke sancties worden voorbereid?

5. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is van mening dat een eventuele inval van Rusland in Oekraïne zware consequenties moet hebben, zie ook het antwoord op vraag 1 en 8.

Verder hebben de leden van de VVD-fractie onlangs kennisgenomen van de valse Russische aantijgingen dat Amerikaanse defensiebedrijven «tanks met niet-geïdentificeerde chemische componenten» in de Donetsk-regio gesmokkeld zouden hebben. Hoe vindt de Minister dat de NAVO op dergelijke vormen van desinformatie moet reageren? Vindt de Minister dat dergelijke aantijgingen systematisch moeten worden ontkracht door zowel individuele landen als de NAVO?

6. Antwoord van het kabinet

De NAVO weerlegt momenteel op basis van feiten desinformatieberichten die over de NAVO gaan. Dit gebeurt via strategische communicatie middels de eigen kanalen van de NAVO. Het kabinet ondersteunt deze werkwijze. Ook staat het kabinet achter het voornemen voor verdere uitbreiding van de gereedschapskist om militaire en hybride dreigingen tegen te gaan, hieronder valt ook het gerichter inzetten van strategische communicatie. Het is vervolgens aan individuele NAVO lidstaten zelf om af te wegen of zij ook deze desinformatie willen weerspreken.

Tot slot, in hoeverre acht de Minister de actuele ontwikkelingen in Kazachstan van invloed op de Russische dreiging ten aanzien van Oekraïne en de Russische inzet in de veiligheidsdialoog met de NAVO?

7. Antwoord van het kabinet

Veel over de ontwikkelingen in Kazachstan is op dit moment nog onduidelijk, het kabinet volgt de ontwikkelingen daar op de voet. Het is nog te vroeg om in te gaan op eventuele mogelijke invloed van de situatie in Kazachstan op de spanningen aan de Oekraïense grens met Rusland en de Russische inzet in de veiligheidsdialoog met de NAVO.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geagendeerde stukken voor de ingelaste NAVO ministeriële d.d. 7 januari 2022. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de Minister. Zij lezen dat Nederland voorstander is van een heldere boodschap aan Rusland en dat agressief optreden tot scherpe verzwaring van sancties zal leiden. Kan de Minister verder uitweiden over de precieze aard van deze mogelijke sancties? Is de Minister het met deze leden eens dat de afschrikkende werking van deze sancties alleen effectief zal zijn, als ze van tevoren duidelijk gecommuniceerd worden richting het Kremlin? Zo ja, zijn de gevolgen van agressief optreden en daaropvolgende precieze sancties duidelijk gecommuniceerd richting het Kremlin? Zo nee, kan de Minister toezeggen om dit op te brengen bij de aankomende ingelaste NAVO ministeriële, zodat dit mogelijk wel wordt gecommuniceerd?

8. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is van mening dat een eventuele inval van Rusland in Oekraïne zware consequenties moet hebben. De op elkaar afgestemde conclusies van de Noord-Atlantische Raad en de Europese Raad van 16 december jl. onderstrepen deze boodschap en zijn daarom zeer welkom. Conform de motie van het lid Brekelmans c.s.1, zet Nederland zich actief in binnen EU-kader om een geloofwaardig en zwaar pakket afschrikwekkende maatregelen voor te bereiden.

Daarbij is het van belang om alle opties op tafel te houden. Op de precieze aard van mogelijke sancties die worden overwogen kan op dit moment echter nog niet verder worden ingegaan.

Als algemeen principe is het belangrijk te benadrukken dat verdere militaire agressie serieuze gevolgen zal hebben en er een hoge prijs door Rusland betaald zal worden, waaronder met behulp van restrictieve maatregelen in nauwe coördinatie met partners. Tijdens de ingelaste NAVO-ministeriële zal Nederland onderstrepen dat gezamenlijke actie van NAVO en EU essentieel blijft in het ontmoedigen van verdere escalerende stappen van Rusland.

De leden van de D66-fractie kijken met belangstelling naar de exacte definitie van mogelijke «»verdere agressie»» van Rusland waarop sancties zouden volgen. Wanneer is er volgens het kabinet sprake van «»verdere Russische agressie»»? Waar ligt volgens het kabinet de grens? Hoe definieert het kabinet deze twee elementen precies? Hoe denken de NAVO-bondgenoten hierover? Hoe denken de verschillende EU-lidstaten hierover? Is de Minister het met deze leden eens dat het bereiken van consensus, zowel binnen NAVO als in EU-verband, over zowel de definitie van «»verdere Russische agressie»» als over de hierop volgende precieze maatregelen, op korte termijn zeer urgent is? Indien deze consensus er nog niet is, kan de Minister toezeggen dat hij deze onderwerpen zal opbrengen bij de aankomende ingelaste NAVO ministeriële om vóór het overleg tussen de VS en Rusland van 9 en 10 januari tot een consensus te kunnen komen?

9. Antwoord van het kabinet

De EU en de NAVO volgen de ontwikkelingen aan de grens tussen Oekraïne en Rusland nauwgezet, en hebben hier ook nauw contact over. Beide organisaties werken, binnen hun mandaat en mogelijkheden, aan verschillende maatregelen om eventuele verdere Russische agressie richting Oekraïne af te schrikken, zoals ook beschreven onder antwoord 1 en 8.

Wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft zullen verdere stappen genomen worden. Daarbij zijn geldende normen van soevereiniteit, territoriale integriteit en politieke onafhankelijk leidend waarbij extra aandacht is voor eventuele inzet van hybride oorlogsvoering.

De leden van de D66-fractie zijn ontevreden met het feit dat de EU vooralsnog niet is uitgenodigd voor het overleg tussen Rusland en de VS van 9 en 10 januari. Hoe beoordeelt de Minister deze situatie? Is de Minister het met deze leden eens dat de EU aan tafel hoort te zitten bij dit overleg, aangezien het onder andere over een conflict gaat op ons eigen continent? Wat zijn de achterliggende redenen dat de EU vooralsnog niet is uitgenodigd voor dit overleg? Welke dialoog heeft er tussen de EU en de VS hierover plaatsgevonden? Op welke manier is de EU op dit moment wel betrokken bij dialogen tussen de VS en Rusland over Europese veiligheid? Wat is de inzet van de kabinet om de belangen van de EU en dus van Nederland aangaande dit onderwerp zo goed mogelijk te waarborgen, ook tijdens de aankomende ingelaste NAVO ministeriële? Kan de Minister toezeggen dat hij deze onderwerpen zal opbrengen bij deze aankomende ministeriële?

10. Antwoord van het kabinet

Het aankomende bilaterale overleg tussen Rusland en de VS is een direct vervolg op het tweede telefoongesprek van President Biden met President Poetin op 30 december jl. en bouwt voort op de voorziene gesprekken in de Strategic Security Dialogue (SSD) die de VS en Rusland hebben afgesproken na de verlenging van New Start over toekomstige arrangementen voor strategische stabiliteit en wapenbeheersing. Zowel de VS, individuele EU lidstaten alsook vertegenwoordigers van de EU instellingen onderhouden intensief contact en hechten sterk aan een onderling gecoördineerde aanpak, gericht op de-escalatie en afschrikking alsook dialoog.

Het kabinet deelt de mening van de D66-fractie dat de EU, naast de NAVO en de OVSE, een belangrijke rol speelt bij stabiliteit, vrede en veiligheid op het Europese continent. Er is daarom nauw contact tussen de EU en de NAVO, zowel tussen de instellingen als tussen de lidstaten en bondgenoten. Zo consulteert de VS regelmatig en uitvoerig met partners om te zorgen dat er niet zonder Europa over Europa gesproken wordt. Nederland is voornemens om tijdens de aankomende Ministeriele andermaal het belang van nauwe samenwerking en een gecoördineerde aanpak tussen de EU en NAVO op dit dossier te onderstrepen. De inzet van de Europese Unie t.b.v. de ontwikkeling van een sterk sanctiepakket is daarbij essentieel.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de Nederlandse inzet bij de aankomende ingelaste NAVO ministeriële en de daaropvolgende NAVO-Rusland Raad (NRR). Wat is de Nederlandse inzet hierbij? Hoe oordeelt de Minister over de voorstellen die Rusland publiekelijk heeft gedaan in december jongstleden over de veiligheidssituatie in Europa? Deze leden constateren dat er bij deze voorstellen over de hoofden van de Oekraïne en de EU wordt onderhandeld zonder enige inspraak van beide partijen. Is de Minister het met deze leden eens dat deze voorstellen onacceptabel zijn en deze dus niet enigszins gehonoreerd kunnen worden? Is de Minister het ook eens met de constatering van deze leden dat er niet op enige manier onderhandeld kan worden over deze Russische voorstellen? Is de Minister het verder eens met deze leden dat elk land in Europa zelf mag bepalen of het lid wil worden van de NAVO? Hoe beoordeelt de Minister verder de analyse en het bijhorende risico dat Rusland een afwijzing van dergelijke voorstellen zou kunnen gebruiken als rechtvaardiging voor militaire actie in Oekraïne? Hoe groot acht de Minister dit risico? Welke precieze maatregelen kan de NAVO verder eisen van Rusland om het vertrouwen te wekken dat Rusland af zal zien van enige vorm van verdere agressie? Hoe denken de andere bondgenoten binnen de NAVO over de bovengenoemde vragen? Hoe denken de verschillende EU-lidstaten hierover?

11. Antwoord van het kabinet

De NAVO-Rusland Raad (NRR) van 12 januari zal voornamelijk in het teken staan van de Russische troepenopbouw aan de grens met Oekraïne, waarbij Rusland ook wil spreken over de voorstellen die het publiekelijk heeft gedaan t.a.v. de relatie met de NAVO. De ingelaste NAVO ministeriële op 7 januari a.s. zal hoofdzakelijk worden gebruikt om deze bijeenkomst voor te bereiden.

Nederland staat positief tegenover het bijeenkomen van de NRR om te spreken over de veiligheidssituatie in Oekraïne. Tegelijkertijd is helder dat de NAVO niet naïef is over de intenties van Rusland en moet blijven werken aan afschrikking. Nederland zal daarom blijven inzetten op een tweesporenbeleid van afschrikking en dialoog, het bevorderen van bondgenootschappelijke eenheid en het belang van gecoördineerd optreden tussen de NAVO en de EU onderstrepen. Nederland acht de Russische voorstellen over de veiligheidsarchitectuur in Europa niet realistisch, maar is tegelijk van mening dat het van belang is in gesprek te komen over veiligheidskwesties in Europa, die de NAVO en in OVSE-kader spelen, zoals de modernisering van het Weens Document en post-INF.

Het kabinet is enerzijds voorstander van een veiligheidsdialoog met Rusland via onder andere deze NRR en fora als de OVSE om waar mogelijk afspraken te maken over wapenbeheersing, militaire transparantie en vertrouwenwekkende maatregelen mogelijk. Dit kan bijdragen aan de-escalatie van de situatie en het stabiliseren van de verhoudingen tussen Rusland en Oekraïne. Voor Nederland staan daarbij de afspraken uit de Slotakte van Helsinki voorop, waarin is afgesproken dat het aan soevereine staten zelf is of zij een bondgenootschap aangaan en hoe zij dat doen. De voorstellen voor een nieuwe «veiligheidsarchitectuur» die Rusland publiekelijk heeft gedeeld in twee ontwerpverdragen met de NAVO en de VS, staan haaks op het principe van soevereiniteit en druisen in tegen de uitgangspunten waarop de Europese veiligheidsordening sinds de Helsinki Slotakte is gebaseerd.

Naast dialoog zal het kabinet ook het belang van verdere afschrikking d.m.v. een duidelijke boodschap aan Rusland onderstrepen, zoals aangegeven onder de beantwoording van vraag 1. In EU- en NAVO-verband blijft het kabinet inzetten op een eensgezinde en heldere boodschap aan Moskou dat een nieuwe Russische schending van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Oekraïne ernstige consequenties zullen hebben. Zie voor risico op afwijzing van dergelijke voorstellen antwoord vraag 2.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie stellen dat de toenemende spanningen tussen het Westen en Rusland duidelijk niet in het belang zijn van Nederland. Deze leden zijn van mening dat Nederland gebaat zou zijn bij een goede verstandhouding met Rusland. Een dergelijke goede verstandhouding is alleen mogelijk als Rusland en de NAVO af zien van gebiedsuitbreiding in Europa. De leden van de PVV-fractie onderschrijven dat soevereine staten, zoals Oekraïne, zelf vrijelijk moeten kunnen beslissen of zij tot een bondgenootschap als de NAVO willen toetreden. Als er op Oekraïne van buitenaf dwang wordt uitgeoefend om te besluiten niet tot de NAVO toe te treden, dan is het uitsluitend aan Oekraïne om te beslissen hoe dat land daarop wil reageren. Er is geen belang voor Nederland om zich daar mee te bemoeien, aldus de leden van de PVV-fractie. Echter, dit laat onverlet dat het aan de landen van de NAVO is om te beslissen of zij wensen dat Oekraïne tot de NAVO zal toetreden. Wat deze leden betreft is dat in de huidige omstandigheden onwenselijk en zij dringen er dan ook op aan dat Nederland dat standpunt stellig zal uitdragen.

12. Antwoord van het kabinet

Zie beantwoording vraag 28.

Ook de militaire samenwerking tussen NAVO en NAVO-lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds is volgens de leden van de PVV-fractie onwenselijk. Nederland zou daar niet aan moeten deelnemen. Een toetreding van Oekraïne tot de NAVO c.q. militaire samenwerking met Oekraïne zal naar verwachting leiden tot escalatie van de spanningen met Rusland. Dat is niet in het belang van Nederland, vinden zij.

Een eventuele Russische interventie in Oekraïne zou een slechte ontwikkeling zijn. Het is goed om in een dergelijke situatie te bezien hoe daarop gereageerd zou moeten worden. De leden van de PVV-fractie vinden het daarnaast van belang dat Rusland afziet van bemoeienis met de gang van zaken binnen Oekraïne en andere Europese buurlanden van Rusland. In het verlengde daarvan zal van Rusland gevraagd kunnen worden om te erkennen dat de soevereiniteit van die landen binnen hun grondgebied hersteld moet worden en zal van Rusland gevraagd kunnen worden om daar ook aan mee te werken. Tot slot zij opgemerkt, dat de leden van de PVV-fractie geen prijs stellen op bemoeienis van de EU met buitenlands beleid. Nederland moet niet door ambitieuze grotere landen worden meegesleept in risicovolle avonturen die niet in het Nederlands belang zijn.

13. Antwoord van het kabinet

Het kabinet hecht aan samenwerking tussen de NAVO en Oekraïne, Nederland is van mening dat de huidige Enhanced Opportunities Partner-status van Oekraïne daarvoor voldoende mogelijkheden biedt.

Voor kabinetsstandpunt inzake toetredingsperspectief NAVO Oekraïne, zie beantwoording vraag 28.

Het kabinet is voorstander van een heldere boodschap aan Rusland dat agressief optreden tot scherpe verzwaring van sancties zal leiden, zoals ook aangegeven onder beantwoording van vraag 1. In dat licht hecht Nederland aan een gecoördineerd optreden tussen de NAVO en de EU. Het is van groot belang dat de EU en de NAVO zich eensgezind opstellen om elkaar te versterken en daarmee duidelijk stelling te nemen richting Rusland. Daarbij moet ook oog gehouden worden voor de verschillende rollen van de beide organisaties.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de NAVO ministeriele bijeenkomst van 7 januari aanstaande. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie vinden de Russische militaire opbouw bij Oekraïne en de dreigementen vanuit Moskou jegens Oekraïne en het NAVO-bondgenootschap uiterst zorgwekkend en onacceptabel. Wat deze leden betreft, dient Rusland de soevereiniteit van Oekraïne volledig te respecteren en af te zien van militaire invasie en destabiliserende acties. Rusland bepaalt niet welke landen al dan niet lid worden van de NAVO. De internationale rechtsorde dient te worden gerespecteerd. Soevereine staten hebben het recht om hun eigen keuzes te maken.

De leden van de CDA-fractie onderschrijven de inzet van het kabinet om een heldere boodschap af te geven aan Rusland dat agressief optreden zal leiden tot scherpe verzwaring van sancties. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar de sancties die Nederland voor zal stellen tijdens de NAVO-vergadering. De afgelopen weken is uitgelekt dat Washington overweegt om Russische banken en financiële instellingen uit te sluiten van het internationale betalingsverkeer. Hoe kijkt de Minister aan tegen dit voorstel, vragen deze leden, en hoe wordt hier in EU-verband over gedacht?

14. Antwoord van het kabinet

Zie beantwoording vraag 25.

Daarnaast heeft de Amerikaanse president Joe Biden zijn Oekraïense ambtgenoot verzekerd dat de Verenigde Staten en hun bondgenoten «resoluut» zullen reageren als Rusland Oekraïne binnenvalt. De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd naar de concrete invulling van het begrip «resoluut». Kan de Minister bevestigen dat militair optreden vanuit de NAVO is uitgesloten, vragen deze leden.

15. Antwoord van het kabinet

Zowel de NAVO als de EU zullen reageren bij verdere Russische agressie, zie voor meer duiding beantwoording vraag 1. Het draagt echter niet bij aan de situatie om publiekelijk verdere invulling te geven aan de precieze reactie in geval van Russische agressie.

Omdat Oekraïne geen NAVO-lid is bestaat er ook geen bijstandsverplichting onder artikel 5 van het NAVO-verdrag zoals dat onder bondgenoten wel bestaat.

Tevens zijn de leden van de CDA-fractie benieuwd hoe het kabinet ervoor wil zorgen dat de belangen van de Europese Unie voldoende worden gediend. In de geannoteerde agenda staat dat Nederland hecht aan gecoördineerd optreden tussen de NAVO en de EU. Hebben de lidstaten van de Europese Unie die tevens lid zijn van de NAVO, al een gezamenlijk standpunt ingenomen voorafgaand aan het NAVO-overleg, vragen deze leden. En zal de EU Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid deelnemen aan de NAVO ministeriele, vragen deze leden.

16. Antwoord van het kabinet

Het is van groot belang dat de EU en de NAVO zich eensgezind opstellen om elkaar te versterken en daarmee duidelijk stelling te nemen richting Rusland. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU reisde deze week naar Oekraïne, waar hij onder andere de contactlijn bezocht. Voorafgaand aan zijn bezoek sprak hij met de NAVO Secretaris-Generaal Jens Stoltenberg. De gelijkluidende verklaring van de Noord-Atlantische Raad en de Raadsconclusies van 16 december jl. waren een duidelijk voorbeeld van eensgezind optreden. Nederland is voornemens om tijdens de aankomende Ministeriele andermaal het belang van nauwe samenwerking en een gecoördineerde aanpak tussen de EU en NAVO op dit dossier te onderstrepen. Verder staat de veiligheidssituatie in Oost-Europa tevens op de agenda van de informele RBZ (Gymnich) van 13 en 14 januari.

De leden van de CDA-fractie zijn bezorgd over de beperkte Russische gasleveranties aan de Europese Unie. Gedurende het afgelopen jaar kwam de gasstroom vanuit Rusland via de Yamal-leiding op een steeds lager pitje te staan en ongeveer een week voor Kerst viel die helemaal stil. Hoe kunnen we Rusland ertoe bewegen voldoende gas te blijven leveren aan de EU, ongeacht het conflict in Oekraïne, vragen deze leden. Worden de contracten aan Russische zijde in voldoende mate nageleefd? En hoe gaan we Russische gasleveranciers aan hun contracten houden, indien dat niet het geval is?

17. Antwoord van het kabinet

De stand van zaken is zoals eerder gedeeld met uw Kamer (o.a. in de Kamerstuk 29 023, nr. 276 en Handelingen II 2021/22, nr. 23, item 3): Gazprom voldoet aan zijn contractuele verplichtingen voor gasleveringen aan de EU (en er zijn geen indicaties dat dit zal veranderen), maar zou wel meer gas kúnnen leveren op basis van leveringsvolumes in eerdere jaren. Extra gasleveringen zouden wenselijk zijn, maar gasaanbieders, ongeacht uit welk land, kunnen hiertoe niet worden gedwongen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie delen de zorg over dreigende escalatie aan de oostflank van Europa. Een zorgvuldige reactie op Rusland is nodig. Inzetten op de-escalatie is van groot belang. Deze leden keuren Russische inmenging in Oekraïne ten zeerste af, maar vragen ook hoe het kabinet kijkt naar de zorg van Poetin over de aanwezigheid van NAVO-eenheden dan wel materieel in Oekraïne. Kan het kabinet aangeven hoeveel NAVO-troepen zich bevinden in Oekraïne? Wat voor NAVO-materieel bevindt zich in Oekraïne? Voor welk bedrag zijn de afgelopen jaren door NAVO-lidstaten wapens geëxporteerd naar Oekraïne? Om welke wapens ging het?

18. Antwoord van het kabinet

Er bevinden zich geen NAVO- troepen en materieel in Oekraïne. Een aantal NAVO-bondgenoten steunt Oekraïne op individuele basis middels trainingsprogramma’s en materiaal. Daarnaast dragen sommige NAVO-landen bij aan de EU Advisory Mission Ukraine (EUAM), de OVSE Special Monitoring Mission to Ukraine (SMM) en de NATO Liaison Office (NLO) in Oekraïne. Ook draagt de NAVO bij capaciteitsopbouw van defensie- en veiligheidssector in Oekraïne via het Enhanced Opportunity Partnership, zie ook beantwoording vraag 3.

De VS is de belangrijkste militaire partner van Oekraïne. In 2021 leverde de VS voor meer dan 400 miljoen dollar aan militaire steun aan Oekraïne, waaronder training en wapens. Vorig jaar kondigde de VS ook een extra veiligheidsbijdrage van 60 miljoen dollar aan voor Oekraïne, waaronder de levering van additionele anti-tanksystemen en andere defensieve lethale en non-lethale capaciteiten. Nederland levert momenteel geen letale steun aan Oekraïne.

Uit oogpunt van de gewenste de-escalatie is het niet verstandig om NAVO-lidmaatschap van Oekraïne te bevorderen. De leden van de SP-fractie vragen of het kabinet deze mening deelt.

Het kabinet verwijst naar de Slotakte van Helsinki, waarin is afgesproken dat het aan soevereine staten zelf is of zij een bondgenootschap aangaan en hoe zij dat doen, daarmee implicerend dat Oekraïne zelf mag bepalen of het al dan niet NAVO-lid wil worden. De leden van de SP-fractie vragen wat in de jaren negentig precies is afgesproken over NAVO-lidmaatschap van Oekraïne. Is het juist dat de NAVO heeft beloofd om niet richting het oosten uit te breiden? Zo nee, wat is dan wel afgesproken?

19. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is niet bekend met afspraken in de jaren ’90 over een eventueel lidmaatschap van Oekraïne, noch met Oekraïne zelf, noch met derde landen. Voor de kabinetsappreciatie inzake NAVO-lidmaatschapsperspectief voor Oekraïne zie beantwoording vraag 28.

De Minister wijst op een «prominente rol» van de OVSE. De leden van de SP-fractie onderschrijven dit en zouden graag van de Minister vernemen hoe de OVSE kan bijdragen aan de-escalatie van de spanning met Rusland.

20. Antwoord van het kabinet

De wekelijkse bijeenkomsten van de Permanente Raad van de OVSE bieden een platform voor overleg met de Russische Federatie, momenteel het enige reguliere forum waar Rusland en Westerse landen met elkaar aan tafel zitten. Ook speelt de OVSE een bemiddelende rol bij diverse conflicten, zoals het conflict in Oekraïne als lid van de Trilateral Contact Group die is ingesteld in de Minsk-akkoorden, bij het overleg over Transnistrië en in de Geneefse besprekingen over Abchazië en Zuid-Ossetië.

De leden van de SP-fractie vragen tot slot of het kabinet de mening deelt dat kernwapens de wereld uit moeten. Op welke manier gaat het kabinet dit doel bevorderen, aangezien het ook in het regeerakkoord staat? Deelt het kabinet de mening dat kernontwapening noodzakelijk onderdeel is van de-escalatie tussen Rusland en de NAVO?

21. Antwoord van het kabinet

Nederland blijft zich binnen bondgenootschappelijke kaders onverminderd inzetten voor een kernwapenvrije wereld. Nederland neemt deel aan tal van formele en informele fora en overlegstructuren. Voor voorbeelden verwijs ik u graag naar de antwoorden op vragen gesteld in het schriftelijk overleg inzake de «Inzet Nederland tijdens de Tiende Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatieverdrag».2 Overleggen en onderhandelingen over wapenbeheersing, non-proliferatie en ontwapening kunnen een belangrijke rol spelen bij de-escalatie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie delen de zorgen van het kabinet aangaande de aanblijvende grootschalige aanwezigheid van Russische troepen aan de grens met Oekraïne. Het is van belang dat in de interacties met Rusland wordt duidelijk gemaakt dat Oekraïne een soeverein land is, dat zelf haar oriëntatie en lidmaatschap van internationale organisaties bepaalt. Dit essentiële principe druist rechtstreeks in tegen de eisen die president Poetin aan de NAVO heeft gesteld en die zodoende onacceptabel zijn. Op welke manier tracht de Minister tijdens de NAVO-Rusland Raad (NRR) deze boodschap luid en duidelijk over te brengen? Daarnaast vinden de leden van de PvdA-fractie het zorgwekkend dat de EU – ondanks dat deze acute dreiging op het Europese continent plaatsvindt en dat de posities van landen als Zweden en Finland in het eisenpakket van Poetin zijn genoemd – nog altijd onvoldoende betrokken is bij de gesprekken. Op welke manier is er en wordt er getracht om de EU aan tafel te krijgen? Hoe wordt voorkomen dat er over het hoofd van de Oekraïense bevolking afspraken worden gemaakt over hun veiligheid? En hoe is tot op heden de samenwerking verlopen met de Verenigde Staten in het adresseren van deze urgente kwestie?

22. Antwoord van het kabinet

Er is nauw contact tussen de EU en de NAVO, zowel tussen de instellingen als tussen de lidstaten en bondgenoten. Zo consulteert de VS regelmatig en uitvoerig met partners om te zorgen dat er niet zonder Europa over Europa gesproken wordt.

Op 16 december jl. gaven de Noord-Atlantische Raad en de Europese Raad een stevig gezamenlijk signaal af door in conclusies steun uit te spreken voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne en te benadrukken dat verdere militaire agressie serieuze gevolgen zal hebben en er een hoge prijs door Rusland betaald zal worden, waaronder met behulp van restrictieve maatregelen in nauwe coördinatie met partners. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU reisde deze week naar Oekraïne, waar hij onder andere de contactlijn bezocht. De veiligheidssituatie in Oost-Europa staat tevens geagendeerd voor de informele RBZ (Gymnich) van 13 en 14 januari.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van Volt

De leden van de fractie van Volt stellen dat het feit dat de EU niet uitgenodigd is voor het gesprek tussen Poetin en Biden laat zien hoe schrijnend het gesteld is met de strategische autonomie van de EU. Zelfs in de eigen regio kan de EU zonder de VS geen vuist maken tegen Poetin, aldus deze leden. We kunnen er niet meer omheen: we hebben een Europees leger nodig om daadkrachtig en eensgezind op te kunnen treden. Voor de huidige situatie bij de grens tussen Oekraïne en Rusland zijn we te laat voor een eensgezind Europees militair optreden. We moeten deze situatie echter wel met beide handen aanpakken om de gewenste Europese reactie in een vergelijkbare situatie in de toekomst gedetailleerd uit te werken. Zo krijgen we een goed overzicht van de tekortkomingen die deze gewenste reactie onmogelijk maken, waardoor we tot concrete voorstellen kunnen komen voor het aanpakken van deze tekortkomingen. De leden van de fractie van Volt vragen dan ook of er al wordt gesproken over eventueel militair optreden. Is de Minister bereid om een voortrekkersrol te spelen bij het uitwerken van de gewenste Europese militaire reactie in deze situatie en het in kaart brengen van de huidige tekortkomingen die een eensgezinde Europese militaire reactie momenteel in de weg staan? De leden van de fractie van Volt vragen voorts op welke termijn de uitkomst van een dergelijk onderzoek kan worden verwacht.

23. Antwoord van het kabinet

Het kabinet wil niet speculeren over eventueel militair optreden indien de situatie bij de grens tussen Oekraïne en Rusland verslechtert. Inzake Europees militair optreden geldt dat de NAVO de primaire verantwoordelijkheid heeft voor de verdediging van het NAVO-verdragsgebied conform Artikel 5. Het kabinet bepleit coherentie en complementariteit tussen de NAVO en de EU.

In EU-verband wordt momenteel onderhandeld over het Strategisch Kompas dat richting geeft aan het EU Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), door te bepalen waartoe de EU op het gebied van veiligheid en defensie de komende vijf tot tien jaar in staat moet zijn, en hoe dat gerealiseerd moet worden. Uw kamer ontving recent een uitgebreide kabinetsappreciatie van het eerste concept Strategisch Kompas.3 Op dit moment acht het kabinet de EU onvoldoende geëquipeerd om deze huidige en toekomstige dreigingen het hoofd te bieden. Een belangrijk aandachtspunt voor effectievere EU-crisisbeheersing is de beschikbaarheid van strategische capaciteiten, zoals lucht- en zeetransport, logistieke faciliteiten, medische capaciteiten en inlichtingen, waarover de EU lidstaten op dit moment maar in beperkte mate beschikken. Nederland speelt een actieve rol bij de vormgeving van het Strategisch Kompas dat onder meer als doel heeft om de tekortkomingen waar de EU tegenaan loopt als het gaat om eensgezind en slagvaardig optreden, weg te nemen.

De tekortkomingen zullen aanwijzingen zijn voor de investeringen die nodig zijn, aldus de leden van de fractie van Volt. Vervolgens kunnen de lidstaten afspraken maken over welk land zich waarin verder zal specialiseren. In het onlangs gepresenteerde coalitieakkoord staat dat Nederland de militaire samenwerking met omringende landen zal verdiepen en «onze specialismen» daarbij zal versterken. Is het al helder wat de Nederlandse militaire specialismen in Europees verband zijn, vragen deze leden. Welke specialismen zijn dit? Hoe gaat de Minister ervoor zorgdragen dat de Nederlandse specialismen een aanvulling zijn op de specialismen van de andere lidstaten?

24. Antwoord van het kabinet

In de Defensievisie 2035 is aangegeven dat Defensie gaat inzetten op verdere specialisatie binnen de NAVO en EU. Dit onderwerp wordt nu al geregeld opgebracht in internationaal verband, en Nederland heeft specialisatie expliciet ingebracht tijdens de strategische dialoogfase over het Strategisch Kompas (Kamerstuk 21 501-28, nr. 229). In het coalitieakkoord is aangegeven dat Nederland de samenwerking met omringende Europese landen wil verdiepen en specialismen wil versterken om de kwaliteit, kwantiteit en doelmatigheid van onze krijgsmacht te vergroten. Het kabinet zal de komende periode in gesprek blijven met andere EU-lidstaten om meer en beter gebruik te maken van ieders respectieve meerwaarde. Iedere lidstaat heeft van nature een focus op bepaalde typen capaciteiten en operationele inzet. Deze vorm van samenwerking tussen lidstaten is geheel vrijwillig, op basis van kansen die lidstaten gezamenlijk identificeren. Het coalitieakkoord wordt door het kabinet verder uitgewerkt in de Defensienota. Ook de Nederlandse inzet op dit thema wordt verder uitgewerkt in de Defensienota. Uw Kamer ontvangt bovendien nog een brief waarin nader wordt ingegaan op de rationale van specialisatie, welke vormen mogelijk zijn en waar kansen en risico’s liggen. Komen tot specialisatie betreft een langdurig proces. Het is niet van de ene op de andere dag geregeld, en vraagt bovendien om goede afstemming met onze internationale partners en bondgenoten.

De VS dreigen om uitsluiting van SWIFT in te zetten als sanctie tegen Rusland. Dit idee wordt breed gesteund in het Europees Parlement. Dit is echter een zeer onverstandige actie die voor veel backlash kan zorgen, aldus de leden van de fractie van Volt. Het als wapen inzetten van SWIFT drijft niet alleen Rusland verder in de armen van China, maar spoort ook bondgenoten zoals India aan om zich aan te sluiten bij dit alternatieve betalingssysteem. De sanctie zou het internationale betalingsverkeer tijdelijk moeilijk kunnen maken voor Rusland, maar op de langere termijn leg je een bom onder dit internationale betalingssysteem, zo menen deze leden. De bekende filosoof Mahbubani legt uit dat het inzetten van de dollar als wapen het vertrouwen in de dollar als wereldreservemunt schaadt en dat dit landen aanzet minder afhankelijk te worden van de dollar. Door eerdere sancties op het gebruik van Amerikaanse creditcards zijn de Russen al grotendeels op Chinese creditcards overgestapt en de eerdere dreigementen om Rusland uit te sluiten van SWIFT, hebben er al toe geleid dat Rusland een alternatief betalingssysteem heeft opgezet. Net als China. Nu is het alleen nog zaak om die betalingssystemen op elkaar aan te laten sluiten. China en Rusland zijn al vergevorderd en de huidige Amerikaanse dreigementen zullen dit proces versnellen. Bovendien kan deze sanctie het zeer moeilijk en misschien wel onmogelijk voor Europese landen maken om Rusland te betalen voor gas. De leden van de fractie van Volt vragen of de Minister ook ziet dat het als wapen inzetten van SWIFT (een van origine politiek neutraal instituut) gevolgen heeft voor het vertrouwen in dit internationale betalingssysteem? Heeft de Minister (en hebben zijn collega’s) deze lange termijn nadelen voldoende op de radar om de overweging te kunnen maken of het strategische voordeel op de korte termijn opweegt tegen de nadelen op de lange termijn? Zo ja, hoe worden die nadelen ondervangen en hoe wordt dit in het overleg van aankomende vrijdag meegenomen? Is de Minister bereid om zijn collega’s te wijzen op de negatieve gevolgen van het inzetten van SWIFT als sanctiemiddel en naar alternatieven te zoeken?

25. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is van mening dat een eventuele inval van Rusland in Oekraïne zware consequenties moet hebben. De op elkaar afgestemde conclusies van de Noord-Atlantische Raad en de Europese Raad van 16 december jl. onderstrepen deze boodschap en zijn daarom zeer welkom. Conform de motie van het lid Brekelmans c.s.4, zet Nederland zich actief in binnen EU-kader om een geloofwaardig en zwaar pakket afschrikwekkende maatregelen voor te bereiden. Daarbij is het van belang om alle opties tegen het licht te houden. Het is duidelijk dat het uitsluiten van Rusland van SWIFT verstrekkende gevolgen heeft, zowel voor het mondiale financiële systeem als voor de Russische economische positie en die van al haar burgers en bedrijven. Op de precieze aard van mogelijke sancties die worden overwogen kan op dit moment echter niet verder worden ingegaan.

Tijdens de ingelaste NAVO-ministeriële zal Nederland onderstrepen dat gezamenlijke actie van NAVO en EU essentieel blijft in het ontmoedigen van verdere escalerende stappen van Rusland. Het is niet de verwachting dat bij deze bespreking wordt ingegaan op de precieze inhoud van eventuele economische maatregelen.

De leden van de fractie van Volt menen dat, door zoals Bondskanselier Scholz te bepleiten dat Nordstream 2 gesteund wordt zolang Rusland gas niet inzet als «geopolitiek wapen», de verantwoordelijkheid bij Rusland gelegd wordt. Hoe staat de Minister nu tegenover het stopzetten van Nordstream 2 als sanctie tegen Rusland?

26. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is van mening dat een eventuele inval van Rusland in Oekraïne zware consequenties moet hebben. De op elkaar afgestemde conclusies van de Noord-Atlantische Raad en de Europese Raad van 16 december jl. onderstrepen deze boodschap en zijn daarom zeer welkom. Conform de motie Brekelmans c.s., zet Nederland zich actief in binnen EU-kader om een geloofwaardig en zwaar pakket afschrikwekkende maatregelen voor te bereiden. Daarbij is het van belang om alle opties tegen het licht te houden. Op de precieze aard van mogelijke sancties die worden overwogen kan op dit moment echter niet verder worden ingegaan.

Overigens geldt dat, aangezien Nord Stream 2 over Duits grondgebied loopt, de certificeringsprocedure van deze pijpleiding (de goedkeuringsprocedure conform de EU-gasrichtlijn) wordt behandeld door de bevoegde instantie in Duitsland (het Bundesnetzagentur). Nederland is niet betrokken bij deze certificeringsprocedure.

President Biden zal zich wellicht gedwongen voelen om Poetin te beloven dat Oekraïne (voorlopig) geen NAVO-lid zal worden om de spanningen af te doen nemen en Poetin de mogelijkheid te geven om zich zonder gezichtsverlies terug te trekken. Er heerst echter wel een pro-Europees sentiment in veel voormalige Sovjetlanden zoals Belarus, Oekraïne en Kazachstan. Ook zijn er veel Europagezinde Russen. Door niets te doen om Oekraïne te ondersteunen, wint (de angst voor) Poetin, zo stellen de leden van de fractie van Volt. Wordt het EU kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne in plaats van het NAVO-lidmaatschap op dit moment serieus overwogen als strategische zet om een inval af te wenden en de strategische autonomie van de EU te versterken? Ziet de Minister heil in deze strategie?

27. Antwoord van het kabinet

Op dit moment is er geen sprake van EU kandidaat-lidmaatschap van Oekraïne. Oekraïne heeft een pro-Europese koers ingeslagen. Het Associatie Akkoord tussen de EU en Oekraïne biedt op dit moment voldoende ruimte voor verdieping van de relatie tussen de EU en haar lidstaten enerzijds en Oekraïne anderzijds.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Groep Van Haga

De leden van de Groep Van Haga achten de eigen soevereiniteit van landen hoog en zijn in beginsel tegen inmenging in dit soort conflicten. De leden van de Groep Van Haga spreken echter wel hun grote bezorgdheid uit over de veiligheidssituatie aan de oostflank van de NAVO en de Russische troepenopbouw aan de grens met Oekraïne. Zij steunen de lijn van het kabinet om in te zetten op de-escalatie en onderschrijven met de grootst mogelijke nadruk het belang om de verhoudingen tussen Rusland en Oekraïne te herstellen langs diplomatieke weg. Een militair conflict moet voorkomen worden in het belang van de veiligheid van de inwoners van Europa en omringende landen. Tegelijkertijd biedt toelating van Oekraïne tot de NAVO geen oplossing voor dit conflict; dit kan zelfs tot verdere escalatie leiden. Is de Minister het hiermee eens en kan hij toezeggen dit standpunt uit te dragen? De leden van de Groep Van Haga maken zich zorgen over de opmerkingen van de president van de Verenigde Staten, die niet uitsluit dat Oekraïne lid wordt van de NAVO en dit als een soort «dreigement» in besprekingen gebruikt. Is de Minister het met deze leden eens dat dit ongepast is en kan hij dat standpunt uitdragen?

28. Antwoord van het kabinet

De vraag of Oekraïne zou kunnen toetreden is enkel aan Oekraïne zelf en de 30 bondgenoten van de NAVO. Nederland staat achter de toezegging van Boekarest 2008, maar is van mening dat Oekraïne op dit moment niet aan voorwaarden voor toetreding voldoet (o.a. op gebied van rechtsstatelijkheid en corruptiebestrijding).


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2433.

X Noot
2

Kamerstuk 33 783, nr. 49

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-28, nr. 229.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2433.

Naar boven