28 345 Aanpak huiselijk geweld

31 015 Kindermishandeling

Nr. 228 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 februari 2020

In Nederland kan je je eigen leven inrichten zoals je wilt, mag je houden van wie je wilt, kan je trouwen met wie je wilt en ben je de baas over je eigen lichaam. Haaks daarop staan praktijken als eergerelateerd geweld, gedwongen huwelijken en vrouwelijke genitale verminking (VGV). Het zijn praktijken die niet passen bij de normen en waarden die wij als samenleving met elkaar delen. Ondanks de bestaande inzet om slachtoffers tegen dit soort fenomenen te beschermen, waaronder ook aangepaste wetgeving zoals de strafbaarbaarstelling van huwelijksdwang en VGV en de Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling, zijn aanvullende acties noodzakelijk om de problematiek eerder en beter in beeld te krijgen en te stoppen en duurzaam op te lossen.

Daarom presenteren wij – mede namens de ministers van SZW, OCW en BZ – een aantal concrete aanvullende maatregelen die zijn samengebracht in de «actieagenda schadelijke praktijken»1. De voorbereiding van deze aanpak is aangekondigd in de tweede voortgangsrapportage «Geweld hoort nergens thuis»2. Voor het ontwikkelen van deze aanpak is aan Andersson Elffers Felix (AEF) verzocht een verkenning op te stellen. Deze verkenning dient als basis voor de actieagenda en is bijgevoegd bij deze brief3.

Wij hebben de ambitie om schadelijke praktijken eerder en beter in beeld te krijgen en/of te stoppen en duurzaam op te lossen. Hiervoor moeten professionals beter leren de problemen vroegtijdig te herkennen, moeten zij signalen en vermoedens melden en vervolgens kunnen handelen met de juiste vaardigheden en instrumenten. Op dit moment is dit nog niet mogelijk. De voorlichting aan (potentiele) slachtoffers is te beperkt, de kennis en expertise om schadelijke praktijken aan te pakken te versnipperd en het juridisch instrumentarium sluit niet aan bij de wensen van de praktijk.

Om de uitvoeringspraktijk te verbeteren nemen wij onder andere de volgende maatregelen:

  • Er komt één landelijk expertisecentrum. De expertise en hulp is op dit moment te versnipperd. Dit is verwarrend voor slachtoffers en professionals. Hoe we dat centrum kunnen inrichten, met behoud van de specifieke kennis van de reeds bestaande centra, gaan we samen met de betrokken organisaties en betreffende gemeenschappen uitwerken.

  • In 2020 wordt een gerichte voorlichtingscampagne, gericht op de risicogroepen opgezet. Het doel is om bewustwording te creëren bij zowel slachtoffers als professionals en overheidsinstanties. Dat doen we door informatie te verspreiden en handelingsperspectieven te ontwikkelen en deskundigheid van professionals te bevorderen.

  • Het Ministerie van Buitenlandse Zaken verleent per 2020 aan alle (Nederlandse) slachtoffers van schadelijke praktijken in het buitenland consulaire bijstand conform de reguliere kaders waarbij maatwerk geboden is.

  • In de wet wordt verankerd dat kindhuwelijken niet erkend kunnen worden. Op dit moment worden kindhuwelijken die rechtsgeldig in het buitenland zijn gesloten, namelijk erkend op het moment dat beide partners meerderjarig zijn. Er wordt nader onderzocht hoe dit zal worden geregeld.

  • Er zit een groot gat tussen het aantal meldingen over (vermoedens van) VGV bij Veilig Thuis en de geschatte omvang van VGV in Nederland. We zetten daarom in op het aanpakken van de oorzaken hiervan. Zo kunnen we slachtoffers de hulp bieden waar zij recht op hebben en plegers aanpakken. Hiervoor onderzoeken we hoe het kan dat het aantal meldingen achterblijft en hoe dit kan worden veranderd.

  • Maagdenvlieshersteloperaties worden niet meer uitgevoerd. Met de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) is afgesproken dat zij hun standpunt hierop aanpassen. Zij zullen hierbij de Nederlandse Vereniging voor Cosmetische Chirurgie (NVCG) en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) betrekken. De IGJ zal een aangescherpte norm betrekken in haar toezicht. Indien daarna nog steeds maagdenvlieshersteloperaties worden uitgevoerd zal het kabinet overwegen dit te gaan verbieden.

Wij gaan advies vragen aan de wetenschappelijke commissie van het programma «Geweld hoort nergens thuis» over de wijze waarop de effecten van onze inzet kunnen worden gemeten. Over de opzet van de monitoring wordt uw Kamer in de voortgangsrapportage «Geweld hoort nergens thuis» van juni 2020 geïnformeerd.

Onderzoek Pharos

Het kennisinstituut Pharos is in 2018 in opdracht van VWS gestart met een onderzoek naar omvang en risico naar vrouwelijke genitale verminking in Nederland. Het onderzoek bestaat uit een drietal deelstudies, namelijk:

  • 1. Een hoofdstudie naar de omvang- en risico van VGV in Nederland,

  • 2. een studie naar de omvang van VGV in verloskundigenpraktijken en,

  • 3. een review naar de praktijk van VGV in Indonesië en de kenmerken van de Indonesische populatie in Nederland.

De uitkomsten van de eerste deelstudie zijn sinds juni 2019 beschikbaar en zijn met uw Kamer gedeeld. Bij deze sturen wij u tevens de resultaten van de twee andere deelstudies. De uitkomsten zijn verwerkt in een kennissynthese met daarin een weergave van de opzet en de resultaten van de drie deelstudies. Tevens benoemt het de aanbevelingen die voortvloeien uit deze drie deelstudies en aanbevelingen van veldpartijen die zij formuleerden naar aanleiding van de presentatie van de uitkomsten van de hoofdstudie tijdens het symposium «Elk meisje telt – Symposium vrouwelijke genitale verminking in Nederland – Omvang en risico» op 24 juni 20194. Een deel van deze aanbevelingen zijn opgenomen in de actieagenda.

Ouderenmishandeling

Tot slot bieden wij uw Kamer ook het rapport aan over de risicoprofielen van ouderen die te maken kunnen krijgen met ouderenmishandeling5. Dit rapport is aangekondigd in de eerste voortgangsrapportage van het programma Geweld Hoort Nergens Thuis6. Meer dan 1 op 20 ouderen wordt slachtoffer van ouderenmishandeling. Regioplan heeft zes risicoprofielen gemaakt, gebaseerd op data-analyse van de gezondheidsmonitor, het prevalentieonderzoek ouderenmishandeling en praktijkervaringen van diverse professionals. Ieder profiel geeft een schets van typerende persoons- en achtergrondkenmerken van slachtoffers van ouderenmishandeling. De Minister van VWS gaat naar aanleiding van dit rapport een handzame tool maken van de risicoprofielen en deze verspreiden onder professionals, zodat ze de profielen kunnen gebruiken in hun dagelijkse werk.

Moties en toezeggingen

Met de totstandkoming van deze actieagenda wordt invulling gegeven aan de volgende moties en toezeggingen:

  • Het verzoek van het lid Agema (PVV) om een actieplan VGV op te stellen.

  • De toezegging van de Minister voor Rechtsbescherming om uw Kamer te informeren over de uitkomsten van de gesprekken tussen het Ministerie van VWS, de VNG en de gemeente Den Haag met het Landelijk Knooppunt Huwelijksdwang en Achterlating (LKHA).7

  • De motie van de leden Peters (CDA) en Agema (PVV) over voorlichting aan slachtoffers, gerichtere signalering van slachtoffers en het bijhouden van het aantal vervolgingen.8

  • De toezegging van de Minister van VWS om met vervolgacties te komen op het terrein van VGV.9

  • De motie van het lid Van Wijngaarden (VVD) over het organiseren van effectieve voorlichting over religieuze huwelijken.10

  • De toezegging van de Minister voor Rechtsbescherming om de strafbaarheid van huwelijkse gevangenschap bij politie, justitie en Veilig Thuis onder de aandacht te brengen.11De motie van het Lid Buitenweg (GL) over ontwikkelen van een actieplan voor consulaire en juridische steun van mensen met een binding die in het buitenland hun scheiding moeten bewerkstelligen.12

  • De motie van het Lid Buitenweg (GL) om in overleg te treden met relevante landen om afspraken te maken over het vergemakkelijken van de erkenning van Nederlandse echtscheidingen.13

  • De motie van het Lid Bergkamp (D66) om samen met landen van waaruit huwelijksdwang voorkomt, te streven naar eenzelfde «erkenningsbeleid» als het Marokkaanse erkenningsbeleid van Nederlandse echtscheidingen14.

  • Het amendement van het lid Koopmans (VVD) c.s. op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over het verhogen van het budget van het LKHA met € 100.000.15

  • De toezegging van de Minister van Buitenlande Zaken om de problematiek van vrouwelijke genitale verminking een plek te geven in de bredere overheidscampagne ten aanzien van huwelijksdwang en achterlating.16

  • De motie van het lid Becker (VVD) over het opstellen van een Actieplan Zelfbeschikking 2.0.17

  • De toezegging van de Minister van VWS over te nemen maatregelen op het terrein van maagdenvlieshersteloperaties.18

  • De motie van de leden Jasper van Dijk (SP) en Becker (VVD) over onderzoek naar het verhogen van het aantal meldingen van VGV.19

  • De motie van het lid Van Kooten-Arissen over goede opvang en begeleiding van geloofsverlaters.20

  • Het amendement van het lid Becker (VVD) op de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over middelen voor organisaties tegen culturele onderdrukking en voor zelfbeschikking.21

  • Met de maatregelen in deze actieagenda wordt tevens gevolg gegeven aan een aantal voorstellen die het lid Becker (VVD) doet in haar initiatiefnota «in Nederland beslis je over je eigen leven».22 De schriftelijke reactie op deze initiatiefnota ontvangt uw Kamer in het eerste kwartaal van 202023.

Tot slot

Over de uitvoering van de maatregelen die zijn opgenomen in de actieagenda wordt uw Kamer geïnformeerd in de voortgangsrapportages van het programma «Geweld hoort nergens thuis».

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstukken 28 345 en 31 015, nr. 223

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
7

Handelingen II 2019/20, nr. 79, item 9.

X Noot
8

Kamerstuk 35 300 XVI, nr. 120.

X Noot
9

Kamerstukken 28 345 en 31 015, nr. 223

X Noot
10

Kamerstuk 35 000 VI, nr. 110

X Noot
11

Handelingen II 2019/20, nr. 79, item 9.

X Noot
12

Kamerstuk 35 000 VI, nr. 103

X Noot
13

Kamerstuk 35 000 VI, nr. 104

X Noot
14

Kamerstuk 35 000 VI, nr. 106

X Noot
15

Kamerstuk 35 300 V, nr. 11

X Noot
16

Kamerstuk 35 300 V, nr. 61

X Noot
17

Kamerstuk 35 000 XV, nr. 15

X Noot
18

Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2406

X Noot
19

Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 127

X Noot
20

Kamerstuk 34 349, nr. 24

X Noot
21

Kamerstuk 35 300 XV, nr. 28.

X Noot
22

Kamerstuk 35 341, nr. 2

X Noot
23

Kamerstuk 35 341, nr. 3

Naar boven