28 345 Aanpak huiselijk geweld

Nr. 122 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2012

Hierbij informeer ik u in het kader van mijn beleid GIA (geweld in afhankelijkheidsrelaties) over een aantal specifieke onderwerpen die aan de orde zijn gekomen tijdens het algemeen overleg aanpak kindermishandeling van 15 december 2011 en het algemeen overleg kinderporno van 2 februari jl.

Vanuit een samenhangende visie

De afgelopen periode heb ik diverse malen met uw Kamer gesproken over verschillende dossiers die betrekking hebben op geweld in afhankelijkheidsrelaties. Ik doel op dossiers als het actieplan Kinderen Veilig, de aanpak kinderporno, het rapport Beperkt Weerbaar en het eindrapport van de commissie Deetman. In al deze dossiers gaat het om een kwetsbare groep mensen die ernstig leed wordt berokkend. Op 24 oktober 20111 en 14 december 20112 is uw Kamer geïnformeerd over de kabinetsbrede aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties. In die aanpak zijn drie pijlers maatgevend, te weten het versterken van de positie van slachtoffers, het gericht opsporen en oppakken van de daders, en het doorbreken van de intergenerationele overdracht van geweld. Bij het versterken van de positie van het slachtoffer staat de ketenaanpak centraal. De drie pijlers en de versterking van de ketenaanpak staan mij steeds voor ogen bij alle acties in de verschillende dossiers die betrekking hebben op geweld in afhankelijkheidsrelaties. Ik heb u toegezegd dat ik halfjaarlijks over mijn acties zal rapporteren waarbij ik de samenhang duidelijk naar voren wil brengen. Integraal waar het kan, specifiek waar het moet.

Vooruitlopend daarop wil ik u in deze brief informeren over enkele punten die tijdens het algemeen overleg kindermishandeling van 15 december 2011 en het algemeen overleg aanpak kinderpornografie van 2 februari jl. aan de orde zijn gekomen.

Wachtlijsten Advies en Meldpunten Kindermishandeling

Mevrouw Kooiman (SP) en mevrouw Arib (PvdA) hebben gevaagd naar de capaciteit en wachtlijsten bij het AMK. Bij 11 van de 15 provincies/grootstedelijke regio’s zijn er nagenoeg geen wachtlijsten bij het AMK. Bij Utrecht, Rotterdam, Noord-Holland en Friesland zijn er echter wel wachtlijsten bij het AMK ontstaan. Ik heb deze provincies direct in december een brief gestuurd met de vraag hoe er gewerkt gaat worden aan het wegwerken van de wachtlijst. Uit de antwoorden is gebleken dat zij hun verantwoordelijkheid hebben genomen om hun wachtlijst aan te pakken. Door het inzetten van diverse maatregelen zoals extra personeel en extra middelen zijn de wachtlijsten bij twee provincies inmiddels volledig weggewerkt. Bij de andere twee provincies zijn de wachtlijsten afgenomen maar nog niet volledig weggewerkt. Deze provincies zetten zich in om de resterende wachtlijst alsnog zo snel mogelijk weg te werken. Ik houd bij deze provincies de vinger aan de pols. Ik zal hen volgen bij hun inzet voor het wegwerken van de wachtlijst. Voor 2012 geven de vier provincies aan, dat zij extra inzet blijven leveren om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen. Ze verwachten dat de inzet van de extra maatregelen leidt tot het gewenste niveau van nul wachtenden. Overigens schrijven de betreffende provincies, dat alle meldingen altijd eerst worden beoordeeld op veiligheid in relatie tot urgentie. Als blijkt dat de veiligheid van een kind in het geding is, blijft de melding niet liggen, maar wordt er meteen ingegrepen.

Shaken baby syndroom

Mevrouw Dille (PVV) heeft haar zorg uitgesproken dat er te veel onderzoek plaatsvindt naar het shaken baby syndroom waardoor invoering van een interventie op dit gebied te lang op zich laat wachten. Ik ben het met haar eens dat de door TNO ontwikkelde en veelbelovende aanpak zo snel mogelijk beschikbaar moet komen voor de praktijk zodat ouders voorgelicht worden over preventie van het shaken baby syndroom. De kraamverzorgende speelt een centrale rol in de voorlichting aan jonge ouders. Daarom heb ik inmiddels gesproken met brancheorganisaties voor de kraamzorg. In aanvulling daarop is de inzet van de jeugdgezondheidszorg van belang om ouders die de voorlichting niet ontvangen hebben te informeren.

Ik heb het Nederland Centrum Jeugdgezondheid en het Kenniscentrum voor kraamzorg van het College perinatale zorg gevraagd om het veld te ondersteunen bij de invoering van deze interventie. Onderdeel van de invoering is het trainen van de kraamverzorgenden en consultatiebureaumedewerkers. TNO werkt aan een implementatieplan en geeft aan dat de invoering tegelijkertijd kan plaatsvinden met het implementatieonderzoek dat TNO uitvoert.

Shaken baby syndroom en geweldloos opvoeden in het Basistakenpakket JGZ

Door mevrouw Bruins Slot (CDA) is in het algemeen overleg van 15 december 2011 de wens uitgesproken om de preventie van het shaken babysyndroom en geweldloos opvoeden in het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg op te nemen. Ik pak dit punt op en zal de commissie die het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg in zijn geheel zal evalueren vragen om mij op dit punt te adviseren.

Kwaliteit van het zorgaanbod

De heer Dijsselbloem (PvdA) en mevrouw Kooiman (SP) hebben tijdens het WGO Jeugd van 19 december jongstleden gevraagd wat ik ga doen met het zorgaanbod op het terrein van kindermishandeling. In het actieplan aanpak kindermishandeling 2012–2016 «Kinderen Veilig» staat dit uiteengezet. Ik vind het belangrijk dat de kwaliteit van de hulpverlening op orde is. Om de kwaliteit van de hulpverlening te verbeteren investeer ik in onderzoek naar effectiviteit in interventies en beroepsvorming. Via ZonMw maken we meer en beter onderzoek naar (multidisciplinaire) behandelingsmogelijkheden na kindermishandeling mogelijk. Hiermee volg ik het advies van de Gezondheidsraad. Hiernaast verbeteren we de hulpverlening aan kinderen door kennis over beschikbare interventies onder de aandacht te brengen van gemeenten en zorgaanbieders en het gebruik hiervan te stimuleren.

VOG’s bij vrijwilligersorganisaties

In het algemeen overleg over kinderpornografie op 2 februari 2012 heb ik u, naar aanleiding van een vraag van de heer Dibi (GL), toegezegd in deze brief nader in te gaan op de inzet van de Verklaring omtrent het gedrag (VOG) in vrijwilligersorganisaties. In vele sectoren en beroepsgroepen is een VOG al verplicht gesteld. Om zoveel mogelijk te voorkomen dat kinderen en jongeren binnen vrijwilligersorganisaties het slachtoffer worden van seksueel misbruik of grensoverschrijdend ongewenst gedrag is een samenhangend pakket aan maatregelen ontwikkeld in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), Movisie, Scouting Nederland en NOC*NSF. In dit project «In veilige handen» zijn hulpmiddelen gerealiseerd als een gedragscode, omgangsregels, risicoanalyse, aanstellingsbeleid en een meldprotocol. Ook het vragen van een VOG bij nieuwe vrijwilligers maakt daar deel van uit. De toolkit is digitaal beschikbaar op de website www.inveiligehanden.nl. In het project wordt momenteel gewerkt aan het opzetten van uniform tuchtrecht en daaraan gekoppeld een registratiesysteem of referentielijst. Het uitrollen van de maatregelen over zo veel mogelijk vrijwilligersorganisaties zal de komende jaren geschieden. Recent heeft de minister van Veiligheid en Justitie besloten dat het aanvragen van een VOG voor vrijwilligers in de sport, scouting en kinderkampen gratis zal worden.  Op deze wijze proberen we te voorkomen dat potentiële daders uitwijken naar andere sectoren.

Tot slot informeer ik u over:

  • de toezegging aan mevrouw Van der Burg (VVD) dat ik me zal inzetten om de partijen die verantwoordelijk zijn voor de artsenopleidingen te stimuleren tot voldoende aandacht voor kindermishandeling in de opleidingen. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een inventarisatie die in opdracht van VWS wordt opgesteld. Ik ben hierover in nauwe samenwerking met de KNMG in gesprek met experts;

  • de toezegging aan mevrouw Bruins Slot (CDA) over publiek private samenwerking. Ik heb contact met een aantal private partijen over de vraag of en hoe we met elkaar kunnen samenwerken. Ik houd u op de hoogte van eventuele afspraken.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 28 345, nr. 115.

X Noot
2

Kamerstukken II, vergaderjaar 2011–2012, 28 345, nr. 117.

Naar boven