28 286 Dierenwelzijn

Nr. 796 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2015

Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Veiligheid & Justitie, over de ingediende moties tijdens het VAO Paardenhouderij van 26 februari 2015 (Handelingen II 2014/15, nr. 57, item 9).

Allereerst merk ik graag op dat op het terrein van de aanpak van dierenmishandeling de afgelopen jaren zeer veel is gebeurd. Er is onder andere een landelijk meldnummer (144) voor dierenleed gekomen, de politie heeft de aanpak van dierenmishandeling opgepakt, de wetgeving is verbeterd waardoor het aantonen van mishandeling eenvoudiger is geworden. Er is een meldcode dierenmishandeling ontwikkeld door de Koninklijke Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) en in het basismodel van de Meldcode huiselijk geweld wordt verwezen naar de link met dierenmishandeling. Ook is het sanctie-instrumentarium verder ontwikkeld (herstelsancties en bestuurlijke boetes). Tot slot heeft de faculteit Diergeneeskunde van de universiteit Utrecht een keuzevak forensische diergeneeskunde opgezet, volgen alle dierenartsen een dagdeel over de samenhang tussen huiselijk geweld en dierenmishandeling en zal tijdens de komende voorjaarsdagen van de KNMvD uitgebreid aandacht besteed worden aan forensische diergeneeskunde. Taakaccenthouders zijn hier nadrukkelijk voor uitgenodigd. Het houdverbod wordt de komende maanden geëvalueerd en er en er lopen door maatschappelijke organisaties georganiseerde pilots op het terrein van de opvang van huisdieren bij huiselijk geweld.

In dat licht vraag ik u ook de volgende reacties te plaatsen op de door uw Kamer tijdens het vorengenoemde VAO ingediende moties, die dinsdag 3 maart aanstaande in stemming worden gebracht (Handelingen II 2014/15, nr. 58, stemmingen moties Paardenhouderij):

Moties Kamerstuk 28 286, nrs. 784 en 789 inzake «het behoud» en «het in ere herstellen» van het Landelijk Expertisecentrum Dierenwelzijn»

De Minister van V&J ontraadt deze moties. Het Landelijk Expertisecentrum Dierenwelzijn is op projectbasis ingesteld om in de eerste plaats het meldnummer 144 te ondersteunen. Daarnaast heeft het Expertisecentrum ook de nieuwe taakaccenthouders dierenwelzijn ondersteund.

Zoals de Minister van V&J heeft aangegeven tijdens het AO van 16 oktober 2014 over huiselijk geweld en dierenwelzijn (Kamerstuk 28 345, nr. 131) en nogmaals heeft herhaald in het AO Politie van 11 februari jl. zijn de taken van het Expertisecentrum, goed geborgd in de staande organisatie. Beleidsmatige en operationele coördinatie vindt plaats vanuit het landelijke programma handhaving dierenwelzijn van de politie. In elke eenheid is een coördinator aangesteld die samen met de landelijk programmamanager zorgdraagt voor de aanpak van dierenmishandeling- en dierenverwaarlozing.

Motie Kamerstuk 28 286, nr. 786 inzake het opleggen van een educatieve maatregel bij lichte overtredingen

De rechter kan in het strafrecht bij een veroordeling al een zogenaamde gedragsinterventie opleggen, die bijvoorbeeld bestaat uit het volgen van een training hoe om te gaan met dieren. Of een bestuursrechtelijke educatieve mogelijk is zal ik onderzoeken. Ik zou graag de uitkomsten van dit onderzoek willen afwachten en wil u daarom verzoeken deze motie aan te houden. Ik zal u voor 1 mei aanstaande over de uitkomsten van het genoemde onderzoek informeren.

Kamerstuk 28 286, nr. 790 inzake het aantal taakaccenthouders dierenwelzijn bij de nationale politie

De Minister van V&J ontraadt deze motie. Uw Kamer heeft door het aanvaarden van de motie Berndsen-Kuiken gesteld dat er sprake moet zijn van een taakaccent. De politie heeft hier uitvoering aan gegeven. De taakaccenthouders handhaving dierenwelzijn leggen prioriteit bij het opvolgen van de meldingen. Zoals ook in het AO Politie van 11 februari jl. gemeld, zijn er op dit moment 160 taakaccenthouders. 18 toekomstige taakaccenthouders zijn in opleiding. Overeenkomstig het Inrichtingsplan zullen dat er uiteindelijk 180 zijn.

Kamerstuk 25 286, nr. 791 inzake een module «herkenning dierenmishandeling» bij de Faculteit voor diergeneeskunde voor de opleiding tot dierenarts en taakaccenthouder dierenwelzijn»

Ik ontraadt deze motie. Het verzoek een module te creëren over herkenning van dierenmishandeling voor dierenartsen breng ik graag over aan de faculteit. Afdwingen acht ik echter, gezien de stappen die al zijn gezet door de faculteit, niet passend. In de huidige opleiding tot taakaccenthouder wordt, naast de wetgeving, vanzelfsprekend ook de verbinding gelegd met praktijkvoorbeelden («hoe herken je dierenmishandeling en -verwaarlozing»). Ook is er een aparte module waarin taakaccenthouders leren hoe met (de meest voorkomende) dieren moet omgaan. Voorts verzorgt de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht een lesprogramma over pathologie, waarin in belangrijke mate wordt bijgedragen aan het verkrijgen van inzichten met betrekking tot herkenning van dierenmishandeling en -verwaarlozing. Overigens, de voorgestelde combinatie van opleiding van dierenartsen en taakaccenthouders veronderstelt een gelijk basisniveau qua kennis. Dit is niet aan de orde. Taakaccenthouders dierenwelzijn zijn geen dierenartsen of ethologen (en hoeven dat ook niet te worden).

Moties Kamerstuk 28 286, nrs. 792 en 793 inzake het betrekken van dierenagenten bij het vak forensische diergeneeskunde en een verplichte meldcode voor dierenartsen

Deze moties ontraden wij. Wij brengen uw verzoek graag over aan de faculteit en aan de KNMvD. Afdwingen gaat echter te ver in het licht van bovengeschetste ontwikkelingen.

Motie Kamerstuk 28 286, nr. 794 inzake een verkorte lesmodule dierenmishandeling in opleiding tot Algemeen Opsporingsambtenaar van de Nationale Politie

De Minister van V&J ontraadt deze motie. In de opleidingen bij de Politieacademie krijgen alle studenten inzicht in vormen van geweld en criminaliteit, waaronder huiselijk geweld. In het AO van 16 oktober jl. (Kamerstuk 28 345, nr. 131) is gemeld dat in de basisopleiding aandacht is voor de zgn. «cruelty link» tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld. Ook is er een goed (informatie)netwerk is, zoals de Politieacademie, Politiekennisnet en een netwerk met externe deskundigen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven