28 286 Dierenwelzijn

33 835 Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)

Nr. 1201 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2021

Het borgen van dierenwelzijn bij het slachten van dieren is onderwerp van maatschappelijk en politiek debat. In het bijzonder is dit aan de orde bij de slachtsnelheid in slachterijen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet erop toe dat die slachtsnelheid zodanig is dat voedselveiligheid, dierenwelzijn en het toezicht daarop gedurende het slachtproces kunnen worden geborgd.

In 2019 heb ik aangegeven dat ik van mening ben dat de druk op het slachtproces, ingegeven door economische overwegingen naar mijn overtuiging te groot is geworden om belangen van dierenwelzijn en voedselveiligheid, maar ook van toereikend toezicht op een adequate manier te borgen. Op 23 juni 2020 heeft de Tweede Kamer een motie van het lid Ouwehand aangenomen die de regering kortweg verzoekt per direct slachthuizen op te dragen de slachtsnelheid te verlagen (Kamerstuk 28 286, nr. 1118). Deze motie volgt op eerdere uitspraken van de Kamer zoals de gewijzigde motie van het lid De Groot van 18 februari 2020 (Kamerstuk 33 835, nr. 156). Deze uitspraken van de Kamer begrijp ik als een politiek en maatschappelijk gedragen wens om de druk op het slachtproces te verlagen.

Zoals u weet, heb ik hiertoe onderzoek geïnitieerd. In afwachting van de uitkomsten van het onderzoek en teneinde voor de tussentijd aan de NVWA een kader te geven voor de beoordeling van aanvragen tot verhoging van de slachtsnelheid, heb ik de IG NVWA de aanwijzing gegeven om geen verhogingen van de slachtsnelheid toe te staan. Zodra de uitkomsten van dit onderzoek bekend zijn zal ik uw Kamer hier nader over informeren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven