Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2016
In mijn brief van 2 februari 2016 (Kamerstuk 28 165, nr. 233) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van de borging
van de publieke belangen van non-proliferatie en veiligheid inzake URENCO Ltd. Daarin
heb ik aangegeven dat de Nederlandse overheid met de verdragspartners bij het Verdrag
van Almelo (Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) en de medeaandeelhouders in URENCO
Ltd. (het Verenigd Koninkrijk en de Duitse energiebedrijven RWE en E.ON) nog in overleg
was over het wetsvoorstel ter borging van de publieke belangen in URENCO Ltd. Met
deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Financiën en de Minister
van Buitenlandse Zaken, over de uitkomsten van dit overleg.
In voornoemde brief heb ik aangegeven dat nieuwe en toekomstbestendige wetgeving noodzakelijk
is om de publieke belangen van non-proliferatie en veiligheid te borgen in het geval
het Verenigd Koninkrijk de voorgenomen verkoop van zijn aandelen realiseert en Nederland
dientengevolge publiek minderheidsaandeelhouder in URENCO Ltd. wordt. Daarnaast heb
ik in deze brief aangegeven dat ik het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer zou aanbieden
zodra alle betrokken partijen daarmee definitief akkoord zouden zijn. De Nederlandse
overheid heeft haar inspanningen gedurende het onderhandelingsproces altijd volledig
gericht op het bereiken van een gezamenlijk akkoord met de genoemde verdragspartners
bij het Verdrag van Almelo en de private medeaandeelhouders in URENCO Ltd., E.ON en
RWE.
Afgelopen zomer hebben de verdragspartners bij het Verdrag van Almelo na moeizame
en complexe onderhandelingen een akkoord over het wetgevingspakket bereikt. Dit akkoord
is door zowel het Verenigd Koninkrijk als Duitsland per brief op politiek niveau bevestigd.
De Duitse overheid stelde daarbij de voorwaarde dat er een vennootschapsrechtelijke
structuur voor URENCO Ltd. wordt geïmplementeerd die een beursnotering uitsluit. Implementatie
van een nieuwe vennootschapsrechtelijke structuur is alleen met steun van alle aandeelhouders
van URENCO Ltd. mogelijk. Daarom is behalve het akkoord van de verdragspartners ook
het akkoord van medeaandeelhouders E.ON en RWE noodzakelijk. De Nederlandse overheid
heeft zich in de afgelopen weken maximaal ingezet om dit akkoord van E.ON en RWE te
verkrijgen. Ondanks deze inzet lieten E.ON en RWE mij op 13 oktober jl. schriftelijk
weten dat zij niet akkoord kunnen gaan met het wetsvoorstel, met name vanwege het
ontbreken van de mogelijkheid van een beursnotering.
Door het uitblijven van een definitief akkoord van de medeaandeelhouders kan ik het
wetsvoorstel niet aan de Tweede Kamer aanbieden. Dat betreur ik. Ik blijf van mening
dat het noodzakelijk is om de structuur en governance van de onderneming te verbeteren
en te moderniseren, zoals ook de Minister van Financiën mede namens de Minister van
Buitenlandse Zaken en mij in zijn brief aan de kamer van 23 mei 2013 reeds heeft toegelicht
(Kamerstuk 28 165, nr. 161).
Voor het kabinet heeft het zo effectief mogelijk borgen van de publieke belangen van
non-proliferatie en veiligheid prioriteit. De uitgangspunten in bovengenoemde brief
blijven daarbij onverkort van toepassing. Zoals de Minister van Financiën tijdens
het AO Deelnemingenbeleid van 3 februari jl. al heeft aangegeven, is verkoop van de
Nederlandse aandelen in URENCO Ltd. op dit moment niet aan de orde (Kamerstuk 28 165, nr. 248). Bij zowel het Verenigd Koninkrijk als E.ON en RWE blijft echter wel de wens tot
verkoop van de aandelen aanwezig. Daarom is het noodzakelijk om in overleg met de
verdragspartners alternatieve mogelijkheden te verkennen waarmee een optimale borging
van de publieke belangen gegarandeerd wordt. Dat vraagt om een nauwkeurige analyse
van het Nederlandse handelingsperspectief in de gegeven situatie. Daarover zal ik
mij in de komende periode dan ook samen met de Minister van Financiën en de Minister
van Buitenlandse Zaken buigen. Ik zal de Tweede Kamer over de voortgang daarvan informeren.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp