28 165 Deelnemingenbeleid Rijksoverheid

Nr. 158 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2013

De vaste Kamercommissie voor Economische Zaken heeft naar aanleiding van mediaberichten over potentiële claims op TenneT verzocht om inzicht in de financiële risico’s van de investeringen van Tennet in Duitsland voor de Nederlandse stroomconsument en belastingbetaler.

In mijn reactie op de motie Leegte ben ik reeds ingegaan op de mogelijke risico’s voor de Nederlandse belastingbetaler als gevolg van de Duitse investeringen in TenneT1. Deze brief is tijdens het Algemeen Overleg Staatsdeelnemingen van 6 maart j.l. met uw Kamer besproken. De investeringen van TenneT TSO GmbH vinden plaats binnen een gereguleerd kader. Dat wil zeggen dat TenneT deze investeringen, inclusief een adequaat rendement, kan terugverdienen. De financiële risico’s die de belastingbetaler indirect loopt als gevolg van deze investeringen worden vergoed door het dividend dat de Staat als aandeelhouder ontvangt. Bij de overname van TenneT Duitsland is nadrukkelijk ook naar de met de overname gemoeide risico’s gekeken. Mijn ambtsvoorganger heeft hierover richting uw Kamer geschreven dat het risico dat gemoeid is met de inkomsten vergelijkbaar is met de risico’s die TenneT loopt ten aanzien van de Nederlandse beheersactiviteiten en acceptabel worden geacht.2 In antwoord op vragen van Kamerlid Spies heeft de toenmalige minister van Economische Zaken geschreven dat er bij de overname ook gekeken is naar het risico dat de Duitse regulering wordt aangescherpt. Dit risico is als beperkt ingeschat.3 Aangezien de Nederlandse activiteiten van TenneT los staan van de Duitse en apart worden gereguleerd, raken deze risico's de Nederlandse stroomconsument niet.

Zoals ik in de genoemde brief heb geschreven is het grootste aandachtspunt dat ik momenteel voor TenneT TSO GmbH zie de kapitaalbehoefte die volgt uit de omvangrijke investeringsagenda in Duitsland. De Duitse regering heeft met de «Energiewende» een grote ambitie neergelegd die heeft geleid tot de noodzaak om investeringen versneld te laten plaatsvinden, onder andere in het aansluiten van offshore windparken. TenneT heeft inmiddels aangegeven over voldoende eigen vermogen te beschikken om de aanleg van de op dit moment gecommitteerde windparkaansluitingen alsmede de voorziene investeringen op land in Duitsland te kunnen financieren. Dit komt mede door de succesvol afgesloten transacties met Mitsubishi Corporation die tot € 576 miljoen aan eigen vermogen oplevert. Het is echter niet uit te sluiten dat deze investeringsagenda nog verder zal toenemen. Ik ben met TenneT in continue dialoog over de kapitaalbehoefte en heb TenneT verzocht om verschillende opties om hierin te voorzien.

Tijdens het Algemeen Overleg Staatsdeelnemingen op 6 maart jl. heeft uw Kamer ook vragen gesteld over de vermeende claim op TenneT Duitsland, waarover in de media werd bericht. Tijdens dit overleg heb ik de Kamer medegedeeld dat slechts één partij een claim tegen TenneT heeft ingediend. Tennet heeft aangegeven dat deze claim momenteel € 200.000 bedraagt. Dit is een aanzienlijk verschil met het bedrag dat in de media werd genoemd.

Gegeven mijn verplichtingen volgend uit de Comptabiliteitswet zal ik de Kamer informeren indien er sprake is van een voornemen van mij als aandeelhouder dat de rijksbegroting raakt. Tijdens het Verslag Algemeen Overleg van 19 maart 2013 heb ik tevens toegezegd dat ik in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen vanaf volgend jaar per staatsdeelneming zal ingaan op de vraag of er buitenlandse activiteiten zijn, wat die inhouden en welke risico's daaraan vastzitten.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Kamerstuk 28 165, nr. 135

X Noot
2

Kamerstuk 28 165, nr.104.

X Noot
3

Tweede Kamer, 2009–2010, Aanhangsel nummer 704.

Naar boven