Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 28089 nr. 48 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | 28089 nr. 48 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 augustus 2017
Op 27 juli heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu verzocht om op korte termijn een brief te ontvangen over de situatie bij Chemours, naar aanleiding van recente berichten in de media1. Met deze brief geef ik, mede namens de Minister, hieraan invulling.
Ik ga achtereenvolgens in op GenX en PFOA in of op gras en bladeren, en op de specifieke vragen van de commissie. Parallel hieraan stuur ik u ook antwoorden op Kamervragen gesteld door het lid Van Eijs (D66) (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2414).
Over GenX in drinkwater heeft de Minister u vorige week bericht, waarbij zij heeft aangegeven dat de gehalten zodanig laag zijn dat het drinkwater ruim aan de veiligheidseisen voldoet. Ik stuur u namens de Minister voor de volledigheid en de gewenste transparantie de recent toegezegde2 duiding toe van het RIVM over toekomstige mogelijke concentraties in het innamewater van OASEN3. Het rapport van het RIVM bevestigt nogmaals dat er op dit moment geen gevaar is voor de kwaliteit van het drinkwater. Daarom is er nu geen aanleiding om de normen aan te passen. Het RIVM verwacht wel dat concentraties zullen toenemen en op langere termijn dichtbij de grenswaarde kunnen komen. Dat kan er volgens het RIVM toe leiden dat de lozingen verder teruggebracht zouden moeten worden. Met het oog hierop geeft het RIVM aan dat het wenselijk is om de kwaliteit van het drinkwater te blijven monitoren en alert te blijven op toekomstige ontwikkelingen. Deze monitoring zal dan ook plaatsvinden.
Onderzoek van de VU over GenX en PFOA op gras en bladeren
De VU heeft op vijf locaties in een straal van 50 meter tot drie kilometer rond Chemours monsters genomen van gras en bladeren en de gehalten PFOA en GenX-stoffen geanalyseerd. De VU benadrukt zelf dat het vanwege deze kleinschalige opzet gaat om een indicatief onderzoek. Doel was om vast te stellen of GenX-stoffen (en PFOA) in de omgeving van Chemours kunnen worden gevonden. Omdat de stoffen in gras en bladeren van struiken zitten, kunnen ze volgens de VU ook verwacht worden in groenten of fruit in lokale tuintjes, maar dit moet volgens de VU nog wel worden vastgesteld. Het VU-onderzoek is nog niet gepubliceerd.
Ik heb, in samenspraak met de provincie Zuid-Holland en de direct betrokken gemeenten, het RIVM gevraagd om een second opinion uit te voeren om de resultaten van het VU-onderzoek te duiden.4 Volgens het RIVM geeft de studie een aanwijzing dat GenX-stoffen en PFOA rond de fabriek op of in bladeren van bomen en op of in gras aanwezig kunnen zijn en dat de concentraties lijken af te nemen met de afstand tot de fabriek. Het is volgens het RIVM niet verrassend om lage concentraties van PFOA en GenX in de omgeving aan te treffen. In een eerder uitgevoerd onderzoek in opdracht van de provincie Zuid-Holland zijn ook lage concentraties PFOA en GenX in de bodem en het grondwater aangetroffen.5 GenX-stoffen worden momenteel binnen de grenzen van de vergunning gebruikt en geëmitteerd. PFOA is een stof die weliswaar niet meer gebruikt wordt maar, zoals bekend, nauwelijks afbreekt en in de grond aanwezig is. Het VU-onderzoek laat onbeantwoord of de gehalten in de bladeren te verklaren zijn door uitsluitend opname uit de grond.
Gelet op het verkennende karakter van de beperkte studie van de VU kan volgens het RIVM niet worden geconcludeerd in welke mate GenX-stoffen en PFOA in fruit en groente in de eigen tuin aanwezig zijn. De resultaten voor de bladeren en gras zijn namelijk niet direct te vertalen naar concentraties in of op eetbare gewassen en dus ook niet naar blootstelling van de gebruiker ervan. Het onderzoek geeft volgens het RIVM dus geen antwoord op de vraag of mensen risico’s lopen als ze fruit en groenten uit eigen tuin eten.
Ik vind het belangrijk dat de betrokkenen over dezelfde informatie beschikken en de resultaten kunnen duiden. Daarom heb ik samen met de provincie Zuid-Holland op korte termijn een overleg georganiseerd met de betrokken gemeenten, de GGD Zuid-Holland Zuid, het RIVM, de VU en het Ministerie van IenM. In dit overleg zal worden besproken op welke wijze een vervolgonderzoek, onder regie van het RIVM, zal worden vormgegeven om de resterende onduidelijkheid weg te nemen.
Antwoorden op vragen
Vraag 1
Kunt u ingaan op het onderzoek en de bevindingen van de toxicologen van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Utrecht?
Vraag 2
Kunt u naar aanleiding van het onderzoek van de VU-toxicologen aangeven welke stappen u zult zetten om de bevolking meer duidelijkheid te geven over eventuele gevolgen voor de volksgezondheid?
Antwoord 1 en 2
Hierboven ben ik op deze vragen ingegaan. De communicatie naar de bevolking loopt via het RIVM, de gemeente Dordrecht, de drinkwaterbedrijven en de GGD Zuid-Holland Zuid (onderdeel van de Dienst Gezondheid & Jeugd).
Vraag 3
Heeft Chemours inmiddels gereageerd op de harde woorden van de Minister van Infrastructuur en Milieu over de illegale en directe lozing van GenX in de Merwede? Welke conclusies kunnen hieruit worden getrokken? Welke maatregelen worden getroffen?
Antwoord 3
Chemours heeft conform afspraak op 28 juli haar reactie aan Rijkswaterstaat gestuurd. Deze reactie wordt nu beoordeeld. De Minister zal, zoals toegezegd in het AO Water van 21 juni 2017 (Kamerstuk 27 625, nr. 405), voor het eind van het zomerreces een brief zenden met het oordeel van Rijkswaterstaat en de genomen vervolgstappen.
Vraag 4
Hoe ver is Chemours inmiddels gevorderd met het nakomen van de toezegging dat het miljoenen zou investeren in een nieuwe proefinstallatie om GenX beter te zuiveren uit het afvalwater en deze installatie in de zomer in bedrijf te nemen? Lukt het om in de zomer operationeel te zijn? Wat kunt u hierover met de Kamer delen?
Antwoord 4
De proefinstallatie is inmiddels operationeel. Eind juni heeft de provincie Zuid-Holland de vergunning verleend voor het in gebruik nemen van deze installatie, die gebruik maakt van een zogenaamd actief koolbed. Chemours is begin juli begonnen met de eerste test. Volgens Chemours zijn de eerste testresultaten veelbelovend, maar zijn nog meerdere proeven nodig om definitieve conclusies te trekken. Deze proeven zullen de komende maanden worden uitgevoerd.
Vraag 5
Vindt u ook dat het drinkwater in een groter gebied onderzocht moet worden op aanwezigheid van GenX, nu is gebleken dat in zes verschillende gemeenten GenX is aangetroffen in het drinkwater? Zo ja, hoe gaat u dit onderzoek opzetten? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 5
De Minister heeft in antwoord op Kamervragen aangegeven dat de aangetroffen concentraties in het drinkwater ver onder de voorlopige richtwaarde van 0,15 microgram/liter liggen (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2402). De drinkwaterkwaliteit voldoet daarmee ruim aan de veiligheidseisen. Het is onderdeel van het reguliere werk van drinkwaterbedrijven om continu onderzoek te doen naar stoffen in (bronnen van) drinkwater. Om extra zekerheid te geven hebben de drinkwaterbedrijven besloten tot extra metingen van de GenX-stoffen bij alle innamepunten uit oppervlaktewater in Nederland.
Vraag 6
Vindt u ook dat er maatregelen genomen moeten worden tegen Chemours en dat de lozing van GenX, met de recente ontwikkelingen scherp op het netvlies, moet stoppen totdat er meer duidelijkheid is over de gevolgen van de lozing van PFOA en GenX op de volksgezondheid, natuur en milieu? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De provincie Zuid-Holland heeft, als verantwoordelijke voor de vergunningverlening en het toezicht op Chemours, diverse maatregelen genomen ten aanzien van de GenX-stoffen, die ik ondersteun. Omdat er nog onduidelijkheden waren over de eigenschappen van de GenX-componenten FRD-903 en E1 heeft de provincie op eigen initiatief een aanscherping doorgevoerd in de vergunning om de uitstoot en lozing van deze stoffen naar lucht en water verder te beperken. Bij die aanscherping gaat het om lagere emissieplafonds en de verplichting om onderzoek te doen naar verdere reductie. Rijkswaterstaat heeft berekend bij welke lozing naar het oppervlaktewater de voorlopige richtlijn voor drinkwater ook in de toekomst niet overschreden wordt. Die hoeveelheid is opgenomen in de aangescherpte vergunning. Op de aanscherping hebben drinkwaterbedrijf Oasen en Chemours beroep ingesteld. Dit ligt nu voor bij de rechter en daarom kan ik hierover nu geen nadere uitspraken doen.
Vraag 7
Wat gaat u in Europees verband doen om opkomende stoffen eerst grondig te testen voordat ze op de markt komen, nu van alle kanten (provincie, drinkwaterbedrijven, toxicologen) wordt onderstreept dat er meer kennis moet zijn over de gevolgen en risico's van GenX op lange termijn?
Antwoord 7
In mijn brief van 22 juni6 ben ik ingegaan op mijn inzet in Europa. Het principe van de Europese REACH-verordening is dat bedrijven die stoffen produceren of importeren vooraf de risico’s moeten beoordelen. Dit wordt ingevuld via de registratie bij het Europese Chemicaliënagentschap (ECHA). Op dit moment zijn er circa 14.000 geregistreerde stoffen. Dankzij REACH is er ook over GenX informatie beschikbaar.
Mijn inzet in de EU is steeds geweest dat bovengenoemd principe in de uitvoering van REACH en daaraan gerelateerde wetgeving centraal blijft staan. Dit kan door een goede implementatie van de bestaande verplichtingen, en daarnaast door verduidelijkingen ten aanzien van hormoonverstorende stoffen, nanomaterialen en combinatie-effecten.
Vraag 8
Welke maatregelen gaat u op nationaal niveau nemen om stoffen als GenX te weren, zodat soortgelijke situaties als nu bij Chemours zich niet meer zullen voordoen?
Antwoord 8
In Nederland gelden strenge emissie-eisen voor stoffen die voldoen aan de criteria voor zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Het streven is om deze stoffen uit de leefomgeving te weren en uit te komen op een nul emissie; de zogenaamde minimalisatieverplichting. Omdat dit niet altijd technisch of economisch haalbaar is, wordt gewerkt met emissienormen die leiden tot verwaarloosbare concentraties en risico’s.
In mijn brief van 22 juni geef ik aan hoe ik de uitvoering van dit beleid wil versterken, in samenwerking met de overheden die toezien op de bedrijven. De Minister heeft reeds aangekondigd dat in het kader van de Delta-aanpak waterkwaliteit nadere afspraken worden gemaakt met provincies, waterschappen en gemeenten over het omgaan met ZZS en opkomende stoffen bij vergunningverlening. Daarnaast wordt de ZZS-lijst continu geactualiseerd; zo zijn in juni 30 stoffen aan de ZZS-lijst toegevoegd. Verder is het RIVM op mijn verzoek bezig om een lijst van potentiële ZZS op te stellen. Deze lijst, waarvan dit najaar de eerste versie gereedkomt, kan bij de vergunningverlening als hulpmiddel worden gebruikt. Andere acties liggen in de sfeer van het delen van kennis en voorlichting aan bedrijven.
Vraag 9
Hoe denkt u over het verschil in de uitkomsten van de onderzoeken en rapporten van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en de genoemde toxicologen en zorgwekkende signalen van drinkwaterbedrijven en omwonenden?
Antwoord 9
Wat betreft drinkwater is er geen verschil van inzicht tussen het RIVM, de drinkwaterbedrijven en de VU-toxicologen: bij de gevonden zeer lage, soms nauwelijks meetbare, concentraties is het drinkwater veilig om te drinken. Bij de aanscherping van de vergunning van Chemours richt de discussie (en de bij vraag 6 genoemde beroepszaak) zich op de vraag tot welk niveau de lozing van GenX-stoffen beperkt moet worden om te zorgen dat de concentraties bij innamepunten en in het oevergrondwater op lange termijn veilig blijven.
Op de duiding van het onderzoek naar GenX en PFOA op gras en bladeren door de VU en het RIVM ben ik hierboven ingegaan.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma
Beantwoording Kamervragen van het lid Laçin gesteld op 17 juli (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2402).
Expertisecentrum PFAS (2017), Luchtdepositie onderzoek PFOA en HFPO-DA (GenX) Dordrecht en omgeving. Onderzoek naar de invloed van luchtemissies op de kwaliteit van grond en grondwater.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28089-48.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.