28 089 Gezondheid en milieu

Nr. 246 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 januari 2023

Op 1 december 2021 heeft mijn voorganger u het plan van aanpak «Naar een gezondere leefomgeving in de IJmond: aanpak voor het beperken van de luchtverontreinigende uitstoot van Tata Steel Nederland» aangeboden1. In mijn brief van 15 juni 2022 heb ik u tussentijds geïnformeerd over de stand van zaken van de verschillende actielijnen uit het Plan van Aanpak2. In het plan van aanpak staat dat eind 2022 wordt bezien of de ingezette acties hebben geleid tot voldoende verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving om daarmee gezondheidsrisico te verminderen. In deze brief treft u de uitkomsten van deze analyse. Met deze brief geef ik ook invulling aan een aantal toezeggingen aan uw Kamer.

Algemeen beeld

In algemene zin kan worden geconstateerd dat er in 2022 door de betrokken partijen hard is gewerkt, dat de samenwerking en afstemming tussen de verschillende overheidspartijen is verbeterd en dat veel acties volgens gemaakte afspraken zijn uitgevoerd. Hieronder vallen ook concrete maatregelen aan de installaties van Tata Steel. Deze resultaten leiden (nog) niet tot meetbare lagere concentraties en daarmee tot een verbetering van de gezondheidssituatie. Zo is er ondanks de beoogde verlaging in de uitstoot nog geen goed meetbare verlaging van de concentraties van PAK in de leefomgeving3. Dat is teleurstellend, niet alleen voor de inwoners, maar ook voor de gezamenlijke overheden en het bedrijf. Daarnaast is het vertrouwen van inwoners broos als het gaat om de zorg voor de leefomgeving4. Het helpt daarbij niet dat het aantal (ongewone) voorvallen rond het bedrijf hoog blijft en bereikte resultaten nog niet onafhankelijk kunnen worden geverifieerd. De situatie rond het bedrijf verdient daarom onverminderd onze aandacht.

Dit jaar werk ik, samen met alle betrokken partijen, verder langs de eerder uitgezette lijnen. Ik verwacht dat dit de snelste route is naar het verbeteren van de situatie. Voor de korte termijn richt ik mij op maatregelen die het bestaande staalproductieproces minder milieubelastend maken. De bevoegde gezagen en de betrokken omgevingsdiensten blijven vergunningen aanscherpen en zetten in op het verder intensiveren van het toezicht. De verwachting is dat met realisatie van nog uit te voeren maatregelen de komende anderhalf tot twee jaar aanzienlijke stappen worden gezet in de emissiereductie van Tata Steel. Voor de lange termijn richt ik mij, samen met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de provincie Noord-Holland op het faciliteren van een zo snel mogelijke transformatie van het bedrijf, waarbij in plaats van kolen aardgas of waterstof en groene elektriciteit wordt gebruikt voor de staalproductie. Dit leidt tot sluiting van de meest vervuilende onderdelen en moet de milieu- en gezondheidssituatie fors verbeteren.

Resultaten en vooruitblik

In deze brief bouw ik voort op de hierboven genoemde brief van 15 juni 2022, waarin ik u heb geïnformeerd over de stand van zaken van de verschillende actielijnen5. Ik ga hieronder in op de ontwikkelingen die na juni 2022 hebben plaatsgevonden en ik blik vooruit op de te zetten stappen in 2023. Deze brief volgt dezelfde indeling van de actielijnen uit het plan van aanpak Tata Steel. Eerst ga ik in op vergunningen en toezicht, dan op de Roadmap+, daarna op monitoring. Vervolgens sta ik stil bij nationale- en Europese wetgeving, het onafhankelijk onderzoek naar de effecten van het waterstofplan op milieu- en gezondheid en communicatie. Tenslotte ga ik kort in op de overige maatwerkafspraken.

Vergunningen en toezicht

Het continu up to date houden van de vergunningen is een belangrijk instrument om emissies terug te brengen. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) scherpt in opdracht van het bevoegd gezag (provincie Noord-Holland) waar mogelijk de huidige vergunningen aan. De omgevingsdienst Noord-Holland Noord doet dit specifiek voor de natuurvergunning, omdat de provincie Noord-Holland de uitvoering van de VTH-taken voor de natuurwetgeving bij deze dienst heeft neergelegd. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) adviseert op de aanscherpingen. Hieronder worden de belangrijkste aanscherpingen uit de afgelopen periode samengevat. Informatie over de toekomstige vergunningen voor het verduurzamingsplan van Tata Steel, treft u verderop in deze brief.

  • De natuurvergunning van Tata Steel is aangescherpt, waarmee de ruimte van Tata Steel voor de uitstoot van stikstof met ongeveer 8% wordt ingeperkt6;

  • De vergunning van de Kooksgasfabriek 1 is aangescherpt, waardoor de uitstoot van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) en stof omlaag gaat7;

  • Er is een ontwerpbeschikking voor de oxystaalfabriek gepubliceerd, die uiterlijk op 1-1-2024 moet leiden tot een vermindering van de uitstoot van stof door dakemissies met minimaal 50 procent. Met deze maatregel worden ook ZZS gereduceerd8;

  • Er is een ontwerpbeschikking van de pelletfabriek gepubliceerd. Hiermee vermindert uiterlijk per 1-1-2024 de uitstoot van stof en ZZS, waaronder lood (-80 procent) aanzienlijk. Het ontwerpbesluit ziet toe op emissies van de toekomstige ontstoffingsinstallatie, waarvan de bouw inmiddels begonnen is9;

  • De installatie van zogeheten smidse kappen is opgenomen in de vergunning van de hoogovens. Deze moeten zorgen voor minimaal 75% minder zichtbare rookemissies uit het dak10.

Naar verwachting zal de OD NZKG dit jaar:

  • de ontwerpbeschikkingen van de Oxystaalfabriek en de Pelletfabriek omzetten in een definitief besluit;

  • de vergunning van de op- en overslag activiteiten van Tata Steel aanscherpen. Hiermee vermindert de uitstoot van stof en ZZS;

  • de vergunning van de pelletfabriek aanscherpen in verband met de plaatsing van een DeNOx-installatie;

  • de vergunning voor de Sinterfabriek aanscherpen voor wat betreft de emissie van ZZS (met name PAK-stoffen).

Daarnaast worden de overleggen in het kader van de adviserende rol tussen ILT en de OD NZKG voortgezet.

Naast het aanscherpen van de vergunningen, heeft OD NZKG ook het toezicht op de fabriek geïntensiveerd. In het kader hiervan zijn en worden o.a. de volgende stappen gezet.

  • De OD NZKG heeft aan Tata Steel een derde last onder dwangsom (LOD) opgelegd voor het ontstaan van rauwe kooks in de Kooksfabrieken. Omdat aan de eerdere dwangsommen onvoldoende gevolg is gegeven, is het bedrag per overtreding verhoogd naar € 100.000,– met een maximum van € 1.500.000,–11. Tata Steel heeft naar aanleiding hiervan gevraagd de omgevingsvergunning aan te passen ten aanzien van rauwe kooks. ILT heeft negatief op deze aanvraag geadviseerd12. De OD NZKG zal binnenkort op de aanvraag beslissen;

  • De OD NZKG kan wettelijk gezien verdergaande maatregelen treffen als Tata Steel ook bovenstaande last onder dwangsom niet of onvoldoende naleeft. Daarbij kijkt de ODNZKG ook naar de mogelijkheden voor het intrekken van de vergunning voor de Kooksgasfabrieken;

  • Een opvallende stijging van het aantal overlastmeldingen en ongewone voorvallen bij Kooksfabriek 2 is aanleiding geweest voor een officiële waarschuwing van de OD NZKG13;

  • In het eerste kwartaal van dit jaar start de OD NZKG een pilot met camera’s. Hiermee wordt het toezicht op de Kooksgasfabriek 2 van Tata Steel verbreed. Incidenten met rauwe kooks worden zo vroegtijdig gedetecteerd14;

  • De volledige inventarisatie en het vermijdings- en reductieprogramma van ZZS is door de OD NZKG opgeëist middels een handhavingsbesluit15;

  • Tata Steel is door de OD NZKG verplicht om zo snel mogelijk uitgebreid onderzoek naar de oorzaak en omvang van de verontreiniging van Chroom6 in het grondwater uit te voeren. De Omgevingsdienst heeft het onderzoeksrapport van Tata Steel hierover eind vorig jaar ontvangen en is gestart met de beoordeling16.

Roadmap+

In mei 2021 heeft Tata Steel de Roadmap+ («versneld op weg naar een betere leefomgeving») gepubliceerd. Daarin geeft Tata Steel aan dat zij extra maatregelen treft om de leefomgeving te verbeteren. Daarnaast heeft uw Kamer in juli 2022 de gewijzigde motie van de leden Hagen en Bouchallikh (Kamerstuk 28 089, nr. 239) aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 100, item 17), waarin de regering wordt verzocht om met Tata Steel en de provincie Noord-Holland te onderzoeken of vooruitlopend op het groenstaalplan extra milieu- en gezondheidswinst te realiseren is, bijvoorbeeld door het al eerder sluiten van bedrijfsactiviteiten, zoals de Kooksfabriek 2, en/of het uitvoeren van extra maatregelen bovenop de Roadmap+. Tata Steel heeft in de herziene Expression of Principles (d.d. 15 juli 2022), waarover u per Kamerbrief door de Minister van Economische Zaken en Klimaat bent geïnformeerd17, toegezegd deze mogelijkheden te onderzoeken

De voortgang en realisatie van de Roadmap+ staat prominent op de agenda van de gesprekken tussen Tata Steel en de betrokken overheden. Binnenkort ga ik weer met de directie van Tata Steel en de provincie Noord-Holland en de Minister van Economische Zaken en Klimaat in gesprek over de verdere voortgang van de realisatie van de Roadmap+ en het onderzoek naar extra milieu- en gezondheidswinst voor 2030. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden.

Over de tussentijdse voortgang van de realisatie van de Roadmap+ kan ik u het volgende mededelen:

  • Een groot deel van de maatregelen uit de Roadmap+ is inmiddels verankerd in een vergunning of een vergunningaanvraag. Daarmee zijn of worden de maatregelen ook juridisch afdwingbaar;

  • Onderdeel van de Roadmap+ is het met 50% reduceren van de emissie van PAK-stoffen. In mijn Kamerbrief van 15 juni jl. heb ik aangegeven dat uit de eerste metingen, uitgevoerd door een extern ingenieursbureau in opdracht van Tata Steel, volgens het bedrijf blijkt dat de genomen maatregelen rondom de reductie van PAK-stoffen daadwerkelijk in de beoogde reductie resulteren. Ook heb ik aangegeven dat de OD NZKG de meetresultaten op basis van haar wettelijke bevoegdheid zou beoordelen. De OD NZKG heeft inmiddels aangegeven dat de effecten van de maatregelen (nog) niet geverifieerd kunnen worden. Daarmee is de feitelijke reductie van PAK-stoffen nog niet aangetoond;

  • Mijn ministerie is in gesprek met de OD NZKG, de provincie Noord-Holland, het RIVM en de ILT om te zien of en zo ja op welke wijze de feitelijke emissiereductie inzichtelijk kan worden gemaakt. De huidige inschatting is dat de reductieclaim in het elektronisch milieujaarverslag (e-MJV) uit 2022 deels zichtbaar wordt en op basis van de e-MJV’s uit de jaren daarna definitief geverifieerd kan worden. Het e-MJV over 2022 is naar verwachting halverwege dit jaar beschikbaar;

  • Daarnaast ga ik Tata Steel vragen om helderder te communiceren over de Roadmap+, met bijvoorbeeld een duidelijker onderscheid tussen realisatie van een maatregel en (lokale) effecten van een maatregel;

  • Tata Steel is in september 2022 gestart met de bouw van de ontstoffingsinstallatie bij de Pelletfabriek. Daarnaast is de eerste extra afzuigkap bij de Hoogovens geplaatst. Beide maatregelen worden volgens het bedrijf in de loop van 2023 volledig gerealiseerd. Met name de maatregel bij de Pelletfabriek zal leiden tot een aanzienlijke reductie van emissies van stof, ZZS en lood;

  • De verwachte startdatum voor de bouw van een groot windscherm (18 meter hoog en ongeveer 1 km lang) bij de grondstofopslagen heeft vertraging opgelopen, omdat meer onderzoek nodig is naar de mogelijke effecten hiervan op de omgeving. Tata Steel streeft er naar om het windscherm in 2023 gebruik te nemen. Deze maatregel moet leiden tot minder stofverspreiding.

Monitoren en meten

Rond Tata Steel vinden meerdere soorten metingen en onderzoeken plaats. Dat betreft zowel monitoring van de emissie (uitstoot) van Tata Steel, als monitoring van stoffen in de leefomgeving rond Tata Steel (structurele monitoring van immissie en incidenteel van depositie). De metingen zijn voor mij belangrijk om de voortgang en verbetering zichtbaar te kunnen maken. De afgelopen periode zijn de volgende stappen gezet:

  • Het RIVM heeft het «Depositie onderzoek IJmond voorjaar 2022» gepubliceerd. Dit onderzoek betreft een eerste herhaling van het eerdere onderzoek in het najaar van 2020 naar de depositie (neergedaald stof) van Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK) en metalen in de IJmond-regio. Ik heb uw Kamer, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, per brief al uitgebreider geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek en mijn reactie daarop18. Daarnaast heb ik een aantal schriftelijke vragen beantwoord19;

  • Onderzoeksbureau Ipsos heeft in opdracht van de provincie Noord-Holland20 de ervaringen van de inwoners van de IJmond over hun leefomgeving gemeten. Hieruit blijkt dat inwoners van de regio IJmond ondanks de zorgen over de veiligheid en de gezondheid erg tevreden over het woongenot zijn. In de regio maken inwoners zich wél vaker zorgen of de leefomgeving veilig is voor de gezondheid en dan met name in Velsen en Beverwijk;

  • Er zijn in opdracht van de OD NZKG21 emissiemetingen uitgevoerd aan schoorstenen van de Kooksfabriek2 door een geaccrediteerd meetbureau. In het najaar zijn de gekanaliseerde bronnen onderzocht. Op een later moment vinden er metingen plaats aan de diffuse bronnen. Op de meeste punten voldoet Tata Steel aan de milieunormen. Zo tonen uitkomsten van metingen aan de blustoren aan dat aan de norm voor stof en metalen wordt voldaan. Een overschrijding van de milieunorm werd wél geconstateerd ten aanzien van de PAK-concentratie voor de stoffen naftaleen en fenantreen. Daarop heeft de OD NZKG maatregelen geëist waarbij de uitstoot van diverse PAK’s binnen vier weken aan de norm moet voldoen. Ook heeft de OD NZKG emissiegegevens gevorderd van Tata Steel.

Er wordt een aantal vervolgacties uitgevoerd op het gebied van monitoring en onderzoek:

  • Begin dit jaar zullen de resultaten van de volgende serie depositiemetingen, die in het najaar van 2022 in opdracht van de provincie Noord-Holland en mijn ministerie zijn uitgevoerd, worden gepubliceerd door het RIVM;

  • Dit jaar wordt door het RIVM in opdracht van de provincie Noord-Holland gestart met de evaluatie van het luchtmeetnet in de IJmond waarin bekeken wordt of aanpassingen van het huidige luchtmeetnet nodig zijn en of nog andere onderzoekmethodes beschikbaar zijn. Daarmee wordt tevens de motie van het lid Grinwis c.s.22 afgedaan;

  • Tenslotte heb ik het RIVM gevraagd een aantal deelonderzoeken uit te voeren. Deze zullen in de eerste helft van dit jaar in een combinatierapport worden gepubliceerd. Het betreft een beschrijving van de keten tussen industriële bronnen en gezondheidseffecten, een samenvatting van vijftien jaar onderzoek naar industriële emissies en gezondheid in de IJmond en een uitwerking («Proof of Concept») van het kwantitatief verband tussen de uitstoot door Tata Steel en de effecten en risico’s daarvan voor de gezondheid van omwonenden. Dit laatste deelonderzoek vormt tevens het vervolg op de verkenning naar kwantitatieve waarden, dat ik uw Kamer in juni 2022 heb toegestuurd23. De resultaten van deze onderzoeken moeten helpen bij de prioritering en afweging welke emissiereducties in de IJmond behaald zouden moeten worden om de gezondheid afdoende te beschermen.

Europese en nationale regelgeving

De vergunningen van Tata Steel zijn gebaseerd op Europese en nationale normen voor emissies van stoffen en maximale concentraties in de lucht. Binnen deze kaders kan het bevoegd gezag, in dit geval de provincie Noord-Holland, zo scherp mogelijk vergunnen. Naast het aanscherpen van de vergunningen en de Europese regelgeving wordt ook bekeken of nationale regelgeving een rol kan spelen in het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Dit sluit aan op de wensen van de provincie Noord-Holland en motie van het lid Boucke c.s.24. Hieronder informeer ik u over de stand van zaken:

  • De Europese Commissie heeft op 5 april 2022 een ambitieus voorstel uitgebracht tot herziening van de Richtlijn industriële emissies als onderdeel van de Green Deal.25 Zoals via het BNC-fiche26 met uw Kamer gedeeld, staat het kabinet over het algemeen positief tegenover het voorstel. Tijdens de Milieuraad op 24 oktober 2022 heeft het eerste beleidsdebat hierover plaatsgevonden, waar uw Kamer via de geannoteerde agenda27 en een verslag van de Raad28 over is geïnformeerd.

  • Voor de richtlijn Luchtkwaliteit29 stelt de Commissie een herziening voor om onder andere de huidige normen voor maximale concentraties van luchtverontreinigende stoffen meer in lijn te brengen met de nieuwe advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie van 2021. De Commissie heeft daarbij een afweging gemaakt tussen de kosten, baten en de haalbaarheid van nieuwe normen. Uw Kamer is op 12 december 2022 geïnformeerd over het standpunt van het kabinet op deze richtlijn30. Uw Kamer wordt periodiek op de hoogte gehouden van de voortgang, onder andere via de geannoteerde agenda van de Milieuraad;

  • De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld. Eind vorig jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd over de gevolgen hiervan31. Dit betekent dat een aantal belangrijke aanscherpingen van de milieuregelgeving nog niet toegepast kunnen worden;

  • Het RIVM is gevraagd in vervolg op de verkenning «Cumulatie en vergunningverlening» in opdracht van mijn ministerie een aantal deelprojecten nader uit te werken met het doel te komen tot een risicobeoordeling hoe cumulatie van stoffen op een zinvolle wijze kan worden meegenomen in de normering en vervolgens bij vergunningverlening. De resultaten van deze deelprojecten zullen in oktober 2023 door het RIVM worden opgeleverd en met de Kamer worden gedeeld;

  • Dit jaar wordt door het RIVM een opdracht uitgevoerd om de ervaringen met het opstellen en beoordelen van de Vermijdings- en Reductieprogramma’s (VRP’s) op te halen en de behoefte van bevoegde gezagen aan een beoordelingskader te inventariseren, als ook worden bruikbare ervaringen met andere kaders opgehaald. In 2024 zal door het ministerie op basis van deze RIVM-rapportage worden besloten of een (landelijk) kader zal worden ontwikkeld voor het opstellen en de toetsing van VRP’s of dat er zal worden ingezet op het communiceren van bestaande kaders en ervaringen met VRP’s middels bijvoorbeeld de al bestaande ZZS kennisnetwerkdagen;

  • Vorig jaar is mijn ministerie aan de slag gegaan met een aantal knelpunten die uit de uitvoeringspraktijk van de OD NZKG naar boven zijn gekomen32. Een aantal punten is reeds opgepakt en afgehandeld. Een aantal andere punten zijn of worden in overleg met de provincie Noord-Holland en de OD NZKG nader bestudeerd;

  • Eind vorig jaar heb ik het Impulsprogramma Chemische Stoffen (2023 t/m 2026) aan uw Kamer gezonden33. In dit programma is een aantal van bovengenoemde punten geadresseerd. In de totstandkoming van dit programma zijn meerdere bijeenkomsten gehouden met belanghebbende partijen, waaraan ook de OD NZKG heeft deelgenomen;

  • Het aanpassen van wet- en regelgeving, waar de OD NZKG om vraagt, is een proces waarbij meerdere belangen spelen. Dit vraagt om een zorgvuldig proces en een gedegen inhoudelijke afweging. In dit kader is afgesproken om een periodiek overleg tussen de omgevingsdiensten en het Ministerie van IenW te organiseren. Dit overleg biedt de mogelijkheid om kennis tussen beleid en uitvoering uit te wisselen, vroegtijdig signalen uit de uitvoeringspraktijk mee te nemen bij het opstellen van beleid en afspraken te maken om ongewenste lokale en regionale verschillen te voorkomen.

Verduurzaming Tata Steel i.r.t. milieu- en gezondheid

De inzet van deze actielijn uit het Plan van Aanpak is erop gericht om de effecten van de waterstofplannen van Tata Steel op de gezondheid en het milieu onafhankelijk en transparant in beeld te brengen. Medio vorig jaar heeft Tata Steel aangegeven de daarvoor relevante gegevens in het eerste kwartaal van dit jaar aan te kunnen leveren34. Daarom is het onderzoek vorig jaar nog niet gestart.

Verder heeft de provincie Noord-Holland eind vorig jaar aangegeven dat zij wil inzetten op gecoördineerde en snelle besluitvorming over de verduurzaming van de staalproductie door Tata Steel. Dit is belangrijk om de vergunningen zorgvuldig, met aandacht voor de effecten op gezondheid zo snel mogelijk te kunnen verlenen35.

Dit jaar staat voor deze actielijn het volgende op de rol:

  • Het Ministerie van IenW werkt samen met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de provincie Noord-Holland aan de totstandkoming van een maatwerkafspraak met Tata Steel in lijn met de afgesloten Expression of Principles36. Mede op verzoek van uw Kamer37 krijgen de gezondheidseffecten een prominente rol in de maatwerkafspraak en wordt bezien hoe de meest vervuilende onderdelen zo snel mogelijk kunnen worden uitgefaseerd. De komende periode zullen de plannen van Tata Steel beoordeeld en geanalyseerd worden;

  • In het eerste kwartaal in 2023 verwacht ik van Tata Steel informatie te ontvangen over de milieuprestaties van de toekomstige installaties; Mijn ministerie is in overleg met de Commissie voor de Milieueffectrapportage (MER) en het RIVM om te bezien of op basis van deze door Tata Steel aangeleverde gegevens de effecten op milieu- en gezondheid op hoofdlijnen inzichtelijk kunnen worden gemaakt;

  • Tata Steel verwacht eind dit jaar een aanvraag in te dienen voor de belangrijkste vergunningen voor de nieuwe installaties van het verduurzamingsproject. De provincie Noord-Holland is het bevoegd gezag voor het afgeven van de belangrijkste vergunningen, de ODNZKG voert dit in mandaat uit. Hiermee wordt de eerste stap naar groen staalproductie door Tata Steel gezet en naar het vóór 2030 sluiten van de Kooks- en Gasfabriek 2 en Hoogoven 7;

  • Ook Rijkswaterstaat en ILT hebben een rol in de vergunningverlening voor de verduurzamingsplannen van Tata Steel. Rijkswaterstaat is, namens de Minister van IenW, bevoegd gezag voor de benodigde waterlozingsvergunningen. ILT heeft een rol als wettelijk adviseur op de milieuvergunningen;

  • De commissie voor de MER zal het milieueffectrapport, dat door Tata Steel in het kader van de vergunningsaanvraag wordt opgesteld, analyseren. In die analyse worden alle details, inclusief bijvoorbeeld de effecten op de luchtkwaliteit en gezondheid in de lokale omgeving, meegenomen. Naar verwachting is deze beoordeling in de loop van dit jaar beschikbaar. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan het onafhankelijk onderzoek naar de effecten van de waterstofroute op milieu en gezondheid;

  • Tenslotte werkt het RIVM, zoals ik heb aangegeven onder de actielijn «monitoring», aan een aantal onderzoeken die moeten helpen bij de afweging welke emissiereducties met de maatwerkafspraken behaald zouden moeten worden om de gezondheid afdoende te beschermen.

Communicatie en omgeving

Eind 2022 heb ik een goed en constructief gesprek gehad met de omwonenden van Tata Steel over de manier waarop hun gezondheid wordt meegewogen in de verduurzaming van Tata Steel. Er leven oprechte zorgen bij de omwonenden. Uit het gesprek blijkt dat er veel kennis in huis is, ook bij hen, over de situatie en over mogelijke verbeteringen en oplossingsrichtingen.

De komende periode bezien we, in overleg met omwonenden, hoe zij een betere plek aan tafel krijgen in het hele traject rondom de verduurzaming van Tata Steel. Daarbij is het belangrijk dat hun expertise op een goede manier wordt meegenomen, o.a. door betrokkenheid bij de lopende onderzoeken van het RIVM op dit vlak.

Overige maatwerkafspraken

De Minister van Economische Zaken heeft uw Kamer vorig jaar mede namens mij geïnformeerd over de voortgang van de maatwerkafspraken voor de verduurzaming van grote industriële uitstoters van broeikasgassen38. Zoals in deze brief is aangegeven, werkt mijn departement constructief samen met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan de totstandkoming van deze maatwerkafspraken. Dit is nadrukkelijk een gezamenlijke opgave, waarbij in goede samenspraak wordt gewerkt aan de transformatie van de industrie naar groene, schone bedrijven die zowel fors minder CO2 uitstoten als hun impact op de leefomgeving terugdringen. De hierboven beschreven verduurzamingsopgave van Tata Steel is één van de bedrijven waarvoor dit geldt. Daarnaast zijn recent afspraken gemaakt met Dow Benelux39 en Nobian40.

Mijn departement zal zich actief blijven inzetten op de totstandkoming van de maatwerkafspraken. De aanpak rond Tata Steel en de andere maatwerkbedrijven wordt organisatorisch onder één programma gebracht, zodat ervaringen over en weer optimaal kunnen worden benut. Daarnaast voer ik een onderzoek uit naar de impact van de verschillende maatwerkbedrijven op de leefomgeving. Dit onderzoek helpt om te kijken waar de meeste winst te behalen is voor de leefomgeving bij de transitie richting een groene, schone en klimaatneutrale industrie.

Tot slot

In deze brief heb ik een toelichting gegeven op de voortgang. Zoals al eerder genoemd hebben de gezette stappen in 2022 nog niet tot voldoende meetbare verbetering geleid. Dat moet beter. Ik zal mij daarom actief blijven inzetten voor een schonere, veiligere en gezondere leefomgeving in de IJmond. Ik ga er vanuit dat de richting die is gekozen in de komende jaren zijn vruchten gaat afwerpen.

De verwachting is dat met realisatie van nog uit te voeren maatregelen de komende anderhalf tot twee jaar aanzienlijke stappen worden gezet in de emissiereductie van Tata Steel.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstuk 28 089, nr. 210.

X Noot
2

Kamerstuk 28 089, nr. 227.

X Noot
3

Kamerstukken 32 813 en 28 089, nr. 1119.

X Noot
5

Kamerstuk 28 089, nr. 227.

X Noot
18

Kamerstukken 32 813 en 28 089, nr. 1119.

X Noot
19

Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1039.

X Noot
22

Kamerstuk 32 813, nr. 834.

X Noot
23

Bijlage bij Kamerstuk 28 089, nr. 227.

X Noot
24

Kamerstuk 32 813, nr. 830.

X Noot
25

COM(2022) 156 final/3.

X Noot
26

Kamerstuk 22 112 nr. 3416.

X Noot
27

Kamerstuk 21 501-08, nr. 880.

X Noot
28

Kamerstuk 21 501-08, nr. 884.

X Noot
29

COM (2022) 542.

X Noot
30

Kamerstuk 36 246, nr. 5.

X Noot
31

Kamerstuk 33 118, nr. 241.

X Noot
33

Kamerstuk 22 343, nr. 350.

X Noot
34

Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 3803.

X Noot
36

Bijlage bij Kamerstukken 32 813, 28 089 en 33 009, nr. 1082.

X Noot
37

Naar aanleiding van de motie van het lid Hagen (Kamerstuk 30 175, nr. 421) waarin de regering wordt verzocht om in de maatwerkafspraken met Tata ook concrete juridisch afdwingbare eisen op te nemen ten aanzien van gezondheidswinst en de motie van het lid Hagen (Kamerstuk 30 175, nr. 422) waarin de regering wordt verzocht om in de maatwerkafspraken met Tata concrete en juridisch afdwingbare afspraken te maken over het zo snel mogelijk uitfaseren van de meest vervuilende onderdelen.

X Noot
38

Kamerstuk 29 826, nr. 148.

Naar boven