27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 769 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2021

Op 4 februari jl. is uw Kamer geïnformeerd over de gereedstelling van aanvullende militaire capaciteiten voor inzet in de NAVO missie Resolute Support (RS) in het geval de veiligheidssituatie verslechtert (Kamerstuk 28 676, nr. 353, d.d. 4 februari 2021). Wij informeren u hierbij dat het kabinet heeft besloten tot inzet van de ca. 80 militairen ter versterking van de beveiligingscapaciteit in Train, Advise & Assist Command North (TAAC-N) naar aanleiding van een verzoek hiertoe van Commandant TAAC-N, dat op 13 april is ontvangen, en in samenspraak met Duitsland. Wij informeren u hierover omdat deze inzet een ophoging van het huidige Nederlandse mandaat van ongeveer 160 naar circa 240 militairen noodzakelijk maakt.

De militairen gaan dezelfde taken uitvoeren als de force protection eenheden die reeds in het gebied aanwezig zijn. De voorliggende brief vormt daarom een aanvulling op de artikel 100-brief van 15 juni 2018 (Kamerstuk 27 925, nr. 630). De aandachtspunten deelnemingsgronden, mandaat, deelnemende landen en invloed, zoals die destijds zijn toegelicht gelden onverkort en worden in deze brief daarom niet nader behandeld. Daarnaast zijn de aandachtspunten ontwikkelingssamenwerking, gender en samenhang op de aanvullende inzet niet van toepassing.

Essentie

In het VS-Taliban akkoord van 29 februari 2020 is een voorwaardelijke terugtrekking van alle buitenlandse troepen uit Afghanistan binnen een periode van 14 maanden afgesproken, die op 1 mei 2021 verstrijkt. De Taliban heeft zich in het akkoord gecommitteerd aan het staken van aanvallen op coalitietroepen. Zoals aan uw Kamer gemeld in het verslag van de extra ingelaste bijeenkomst van de NAVO-Raad op 14 april 2021 jl. (Kamerstuk 28 676, nr. 361) heeft de Amerikaanse president Biden besloten alle Amerikaanse troepen uit Afghanistan terug te trekken. De terugtrekking begint rond 1 mei en het voornemen is deze uiterlijk per 11 september af te ronden. Indachtig het uitgangspunt van in together, adjust together, out together besloten de NAVO-bondgenoten om de Resolute Support-missie in lijn met de Amerikaanse aankondiging te beëindigen.

De recente ontwikkelingen nemen niet weg dat Resolute Support een periode van onzekerheid tegemoet gaat. Ondanks de aangekondigde nieuwe terugtrekkingsdeadline wordt er rekening gehouden met het risico dat de Taliban zich niet langer aan het akkoord van 2020 zal houden omdat de terugtrekking van buitenlandse troepen niet voor 1 mei 2021 is voltooid. Zo meldde de Talibanwoordvoerder in reactie op de aankondiging dat zij vasthouden aan de datum die is vastgesteld in het akkoord van Doha. In deze context moeten de coalitietroepen, waaronder Nederlandse eenheden, voorbereid zijn op een toename van een tegen hen gerichte dreiging van Taliban-aanvallen. In het licht van het gewijzigde dreigingsbeeld heeft de Commandant van TAAC-N het verzoek gedaan om extra militaire capaciteiten in te brengen waarmee hij meer mogelijkheden heeft om deze toegenomen dreiging het hoofd te bieden. De extra militaire capaciteiten zullen daarnaast bijdragen aan een ordelijke afbouw van de missie en veilige terugkeer van de Nederlandse militairen in Afghanistan. Over de planning van deze afbouw zullen, zoals reeds gemeld in voornoemde kamerbrief, in NAVO kader nog nadere afspraken worden gemaakt.

Bij de inzet van Nederlandse militairen heeft de veiligheid van onze troepen de hoogste prioriteit. Het kabinet acht het om die reden vanzelfsprekend dat voorzorgsmaatregelen worden getroffen omdat per 1 mei een wijziging in het dreigingsbeeld waarschijnlijk is. Met de inzet van extra force protection capaciteiten wordt de veiligheid van onze troepen vergroot. Deze additionele Nederlandse inzet komt ook de veiligheid van de overige bondgenoten die in TAAC-N actief zijn ten goede. Verder onderschrijft Nederland hiermee het strategische partnerschap met Duitsland binnen RS.

Militaire Aspecten

Haalbaarheid, geschiktheid & wijze van optreden

De taken, de tijdsduur, de commandostructuur en het inzetgebied zijn gelijk aan de artikel 100-brief uit 2018 (Kamerstuk 27 925, nr. 630, d.d. 15 juni 2018) en vallen daarom binnen het huidige politieke mandaat.

Het huidige Nederlandse mandaat bedraagt ongeveer 160 militairen. Deze bijdrage concentreert zich voornamelijk in de noordelijke regio in de omgeving van de stad Mazar-e-Sharif, waar Duitsland als framework nation van TAAC-N optreedt. De ongeveer 80 extra militairen worden ook in Mazar-e-Sharif gestationeerd. Daarmee komt het plafond van het aantal Nederlandse militairen voor de resterende duur van het mandaat uit op ongeveer 240.

Het optreden van de Nederlandse militairen wijzigt inhoudelijk niet; de extra militairen voeren dezelfde taken uit als de force protection-eenheden die al in het gebied aanwezig zijn. De inzet vindt plaats om de veiligheid van de al aanwezige troepen te versterken. Force protection kent een verdedigend karakter en is gericht op het beveiligen van het personeel van Kamp Marmal in Mazar-e-Sharif en de directe omgeving.

De aanvullende Nederlandse capaciteit wordt ingezet onder het bestaande Nederlandse commando in Mazar-e-Sharif. De multinationale force protection-eenheid wordt geleid door een Duitse commandant.

Deze aanvulling op de bestaande force protection-capaciteit stelt Commandant TAAC-N beter in staat om een verhoogde dreiging tegen kamp Marmal en de directe omgeving daarvan beter het hoofd te bieden

Risico’s

Op 1 mei 2021 zijn 14 maanden verstreken sinds ondertekening van het VS-Taliban akkoord. Er wordt ondanks de nieuw aangekondigde terugtrekkingsdeadline rekening gehouden met het risico dat de Taliban zich vanaf dat moment niet langer zal houden aan de afspraak om geen aanvallen op coalitietroepen uit te voeren waardoor de dreiging van Taliban-geweld tegen de militairen toeneemt. Om hier op voorbereid te zijn, wordt nu overgegaan tot inzet van de extra capaciteiten. Over de aard van de dreiging tegen de militairen in en rond Mazar-e-Sharif is uw Kamer eerder geïnformeerd (Kamerstuk 27 925, nr. 630, d.d. 15 juni 2018). Deze kan zich uiten in (raket)aanvallen, (zelfmoord)aanslagen of insider attacks.

De extra militairen gaan voorafgaand aan hun vertrek naar Afghanistan zeven dagen in quarantaine en zijn allen gevaccineerd tegen COVID-19.

Duur van inzet

Voor deze inzet wordt uitgegaan van een duur van circa vijf maanden. Mocht langere Nederlandse inzet nodig zijn, dan wordt uw Kamer hierover opnieuw geïnformeerd. De militairen zullen uiterlijk 30 april 2021 hun werkzaamheden aanvangen.

Conform het NAVO-besluit van 14 april jl. is het streven om de missie als geheel uiterlijk per 11 september 2021 te beëindigen. Gezien de logistieke complexiteit van de afbouw is het mogelijk dat ook na het einde van de missie nog werk verzet moet worden om al het materiaal uit Afghanistan terug te krijgen. De additionele inzet verandert niets aan de duur van het huidige mandaat van de Nederlandse art. 100-inzet dat op 31 december 2021 afloopt.

Het is mogelijk dat er op de korte of middellange termijn ontwikkelingen in de plannen van de NAVO worden doorgevoerd die invloed hebben op de Nederlandse inzet. Wanneer daartoe aanleiding is, zal uw Kamer daarover uiteraard worden geïnformeerd.

Gevolgen voor gereedheid en geoefendheid

Er wordt bij gewijzigde inzet gestreefd om de gevolgen voor de gereedheid en geoefendheid van de krijgsmacht zo klein mogelijk te houden door de inzet uit te voeren met organieke eenheden. Ook wordt er in het bijzonder gekeken of eventuele wijzigingen invloed hebben op bestaande en reeds toegezegde stand-by verplichtingen in 2021.

Er is geen extra opleidingsinspanning vereist. De voorziene duur en personele omvang van deze capaciteit is dusdanig dat de inzet een gering effect zal hebben op de gereedheid van de krijgsmacht. De inzet van de force protection-capaciteit vraagt geen aanvullende inzet van schaarse ondersteuningscapaciteiten, omdat deze reeds in de missie aanwezig zijn of door internationale partners worden geleverd. Daardoor legt deze inzet geen extra beperkingen op aan bestaande en reeds toegezegde stand-by verplichtingen voor 2021.

Financiën

De additionele uitgaven voor de Nederlandse inzet van de aanvullende force protection-capaciteit in Afghanistan zijn geraamd op ongeveer 6 miljoen euro. Deze kosten worden gefinancierd uit het Budget Internationale Veiligheid (BIV) voor crisisoperaties.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven