27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 639 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 21 december 2018

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van 14 september 2018 inzake de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2019 (artikel 100-brief) (Kamerstuk 27 925, nr. 637).

De Ministers van Buitenlandse Zaken, van Defensie, voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Justitie en Veiligheid hebben deze vragen beantwoord bij brief van 5 november 2018. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra

De griffier van de commissie, Van Toor

Vraag 1

Is de extern volkerenrechtelijk adviseur (EVA) om advies gevraagd? Zo ja, wat is er geadviseerd door de EVA? Kan het advies ingezien worden?

Antwoord

Er is intern en extern volkenrechtelijk geadviseerd over de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS coalitie. De volkenrechtelijke advisering is gereflecteerd in de Kamerbrieven over de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS coalitie (zie onder andere Kamerstuk 27 925, nr. 506 van 24 september 2014 en Kamerstuk 27 925, nr. 539 van 19 juni 2015). De advisering van de EVA is destijds gedeeld met uw Kamer.

Vraag 2

Is het afwegingskader van de commissie-Davids in 2010 gevolgd?

Antwoord

De Nederlandse inzet in het kader van de anti-ISIS coalitie is gestoeld op een volkenrechtelijke grondslag. Zie voorts het antwoord op vraag 1.

Vraag 3

Van wie kwam het initiatief om de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS in Irak te verlengen tot en met 31 december 2019?

Antwoord

Het kabinet heeft besloten om de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS in Irak op aangepaste wijze te verlengen tot en met 31 december 2019 in antwoord op het verzoek tot militaire steun van Irak (Kamerstuk 27 925, nr. 637).

Vraag 4

Houdt de steun van de regering verband met de benoeming van Jeanine Hennis-Plasschaert als gezant van de Verenigde Naties (VN) in Irak? Zou deze benoeming ook hebben plaatsgevonden als Nederland zijn steun zou staken?

Antwoord

De benoeming van Jeanine Hennis-Plasschaert tot VN-gezant in Irak houdt geen verband met de Nederlandse bijdragen aan de strijd tegen ISIS.

Vraag 5

Houdt de steun van de regering in het NLA-programma verband met de benoeming van Jeanine Hennis-Plasschaert als VN-gezant in Irak? Zou deze benoeming ook hebben plaatsgevonden als Nederland geen steun had geleverd?

Antwoord

De benoeming van Jeanine Hennis-Plasschaert tot VN-gezant in Irak houdt geen verband met het NLA-programma dat in het voorjaar van 2018 beëindigd werd.

Vraag 6

Hebben de Koerdische Peshmerga’s in Noord-Irak zich schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de rekrutering van kindsoldaten?

Vraag 7

Is het kabinet bekend met berichten van Amnesty over vermeende mensenrechtenschendingen door de Peshmerga’s van de Koerdische Regionale regering?

Vraag 8

Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat de Peshmerga’s, die actief steun ontvingen van Nederland, betrokken waren bij mensenrechtenschendingen tijdens hun strijd?

Vraag 9

Beschikt Nederland over eigenstandige informatie om de Peshmerga’s te beoordelen?

Vraag 24

In hoeverre zijn Iraakse special forces betrokken bij mensenrechtenschendingen dan wel oorlogsmisdaden in Irak de afgelopen jaren?

Vraag 25

Hoe wordt gemonitord of Iraakse special forces betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen dan wel oorlogsmisdaden in Irak?

Vraag 26

Hoe wordt er door Nederland en de coalitie gehandeld als berichten wijzen op mogelijke mensenrechtenschendingen dan wel oorlogsmisdaden door Iraakse special forces?

Vraag 27

Wordt training aan Iraakse special forces stopgezet als betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen dan wel oorlogsmisdaden blijkt?

Antwoord op vragen 6, 7, 8, 9, 24, 25, 26 en 27

Het kabinet is bekend met de zorgwekkende berichten over vermeende mensenrechtenschendingen door verschillende strijdgroepen in Irak, waaronder de Peshmerga en Iraakse special forces. Het kabinet blijft er, zowel bilateraal als via de VN, de EU en de anti-ISIS coalitie, consequent bij de Iraakse en Koerdische autoriteiten op aandringen om mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht te voorkomen, (berichten over) vermeende schendingen te onderzoeken en indien nodig maatregelen te treffen. Daarnaast wordt in de trainingen aan de Peshmerga en de Iraakse special forces aandacht besteed aan humanitair oorlogsrecht, mensenrechten, gender en de omgang met gedetineerden. Nederland beschikt niet over eigenstandige informatie om te kunnen beoordelen of er in specifieke gevallen sprake is van mensenrechtenschendingen. In 2017 is naar aanleiding van berichten over vermeende mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht door Iraakse troepen en sjiitische milities een overkoepelend comité opgericht dat meldingen van mensenrechtenschendingen onderzoekt en hierover direct rapporteert aan het kantoor van de premier. In 2016 heeft toenmalig president van de Koerdistan Autonome Regio (KAR), Masoud Barzani, onder meer naar aanleiding van de aantijgingen van vermeende mensenrechtenschendingen door de Peshmerga, een comité opgericht om deze aantijgingen te onderzoeken. Over het aantal onderzochte zaken en veroordelingen op grond van mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht doen de Iraakse en Koerdische autoriteiten geen mededelingen.

Vraag 10

Wat is het standpunt van het kabinet inzake de onafhankelijkheid van de Koerdische Autonome Regio (KAR)? Klopt het dat Irak de onafhankelijkheid van de KAR niet erkent? Klopt het dat het kabinet een groep rebellen steunt in hun strijd tegen een soevereine staat?

Antwoord

Nederland hecht aan de eenheid van Irak, inclusief de KAR. De Iraakse Grondwet noemt de KAR als federale regio binnen de Iraakse staat en geeft deze federale regio onder andere de bevoegdheid tot het opzetten van regionale veiligheidstroepen. De Peshmerga vormen deze door de Grondwet gemandateerde veiligheidstroepen en werken samen met de Iraakse strijdkrachten om gezamenlijk voor de veiligheid van Irak te zorgen. In het kader van het Iraakse verzoek om steun in de strijd tegen ISIS en met instemming van de Iraakse overheid steunt het kabinet de training van de Peshmerga als onderdeel van de inzet in de anti-ISIS coalitie.

De KAR heeft eind september 2017 een referendum uitgeschreven over de vraag of de KAR onafhankelijk zou moeten worden. Ondanks een duidelijk positieve uitkomst van het referendum (92% stemde voor onafhankelijkheid), heeft de KAR zich niet onafhankelijk verklaard, mede met oog op de politieke spanning tussen de Koerdische regionale regering en de federale overheid.

Vraag 11

Zal de Nederlandse bijdrage aan deze missie stoppen nadat de resterende deelgebieden in Syrië en Irak definitief zijn terugveroverd op ISIS?

Antwoord

In december 2017 verklaarde premier Abadi dat het Iraaks grondgebied was bevrijd. ISIS heeft momenteel nog controle over een resterend deelgebied in Syrië, gelegen in de Eufraatvallei in het grensgebied met Irak. De operatie om dit laatste deelgebied te heroveren is in september gestart en zal naar verwachting enkele maanden in beslag nemen. In Irak heeft ISIS zich inmiddels getransformeerd naar een ondergrondse groepering die vooral door het plegen van aanslagen een blijvende bedreiging vormt voor de stabiliteit en veiligheid in het land. Gelet op de ontwikkelingen en de veranderende behoefte op de grond heeft het kabinet besloten de Nederlandse inzet in Irak in 2019 aangepast voort te zetten. De focus van de inzet verschuift van ondersteuning bij gevechtstraining naar capaciteitsopbouw van de veiligheidssector van Irak, inclusief de KAR, zodat Irak in de toekomst zijn eigen veiligheid kan waarborgen. Nu de dreiging die van ISIS uitgaat een ander karakter heeft gekregen en om de behaalde successen in de strijd tegen ISIS te bestendigen richt de geïntegreerde Nederlandse inzet zich op het versterken van de veiligheid en stabiliteit van Irak. Een Nederlandse bijdrage aan de nieuwe NAVO-missie en ondersteuning bij de hervormingen van de veiligheidssector in de KAR passen hierbij.

Vraag 12

In hoeverre kan het kabinet garanderen dat nadat ISIS is verslagen, de KAR haar pijlen niet zal richten op Irak en daarmee de Nederlandse hulp gebruikt in een opstand tegen de Iraakse regering? In hoeverre kan het kabinet uitsluiten dat niet hetzelfde gebeurt als in Syrië met de NLA-hulp?

Antwoord

Er is op dit moment geen reden om te speculeren over een strijd tussen de Peshmerga en de Iraakse strijdkrachten (ISF). De ISF en de Peshmerga werken samen bij veiligheidsoperaties. De Peshmerga zijn door de Iraakse Grondwet gemandateerde veiligheidstroepen en vormen een onderdeel van het Iraakse veiligheidsapparaat. Zie ook het antwoord op vraag 10.

Vraag 13

Kunt u een overzicht geven van alle missies waar Nederland aan meedoet?

Antwoord

Voor een overzicht van alle missies waar Nederland aan meedoet, verwijst het kabinet naar de kaart in bijlage1.

Vraag 14

Hoe zijn de regionale verkiezingen op 30 september in de KAR verlopen? Hebben er partijen deelgenomen die gelieerd zijn aan de PKK? Wat was de uitslag?

Antwoord

De regionale verkiezingen op 30 september jl. in de KAR zijn rustig verlopen. VN-gezant Kubis sprak van «ordelijke en georganiseerde» verkiezingen, hoewel de verkiezingsopkomst relatief laag was (57,4%). De regionale verkiezingscommissie heeft op 21 oktober de definitieve verkiezingsuitslag bekend gemaakt: de KDP2 krijgt 45 zetels, de PUK3 21 zetels, Gorran krijgt 12 zetels en New Generation krijgt 8 zetels. De islamitische partijen KIG4 en KIU5 zijn samen goed voor 12 zetels. De uitslag wordt gezien als een versterking van de positie van de KDP. De kiescommissie heeft onderzoek gedaan naar ruim 1.000 klachten die zijn binnengekomen over de legitimiteit van de gang van zaken rond de verkiezingen. De resultaten van het onderzoek zijn nog niet goedgekeurd door de verkiezingscommissie. Voor zover bekend hebben geen partijen en/of kandidaten deelgenomen die formeel gelieerd zijn aan de PKK.

Vraag 15

Hoeveel gaat het inzetten van 76 personeelsleden van Defensie in deze missie kosten?

Antwoord

Nederland stelt in 2019 in totaal ongeveer 70 militairen beschikbaar voor training van de Iraakse strijdkrachten, inclusief de Koerdische Peshmerga, in het kader van de anti-ISIS coalitie. De additionele uitgaven van de verlenging van de trainingsmissie voor de duur van een jaar zijn geraamd op ongeveer 14 miljoen euro.

Vraag 16

Hoeveel dragen andere bondgenoten bij aan de strijd? Loopt de Nederlandse steun voor of achter op de gemiddelde steun van alle bondgenoten?

Antwoord

Voor een overzicht van de 79 leden van de anti-ISIS coalitie en hun activiteiten in de strijd tegen ISIS verwijst het kabinet naar de website6 van de anti-ISIS coalitie. De Nederlandse bijdrage in 2019, hoewel bescheiden in omvang, is hoogwaardig en proportioneel.

Vraag 17

Kunt u een overzicht geven van de totale kosten van de Nederlandse inzet van deze missie?

Antwoord

In het jaarverslag 2017 van Defensie staat de realisatie van alle Nederlandse inzet in missies. Voor de bijdrage aan strijd tegen ISIS in de periode van 2014 tot en met 2017 betreft dat een bedrag van in totaal ongeveer 269 miljoen euro. Voor 2018 is voor de strijd tegen ISIS 97 miljoen euro geraamd. De realisatie 2018 wordt opgenomen in het jaarverslag 2018. Voor de inzet in Irak in 2019 is een bedrag van 24,6 miljoen euro geraamd.

Vraag 18

Welke rol spelen sji'itische milities thans op het gebied van veiligheid en openbare orde in Irak?

Antwoord

De Popular Mobilisation Forces (PMF), waaronder sjiitische milities hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de strijd tegen ISIS. Op dit moment spelen deze milities in sommige gebieden nog een rol in het vasthouden van gebied heroverd op ISIS. Het vormgeven van de toekomstige rol van de PMF binnen het Iraakse veiligheidsbestel is een van de grote uitdagingen waar de nieuwe regering voor staat.

Vraag 19

Over hoeveel strijders beschikt ISIS in Syrië en Irak (ongeveer)?

Antwoord

ISIS beschikt over enkele duizenden strijders in Syrië en Irak.

Vraag 20

Op welke onderdelen en hoe precies wijkt de huidige steun bij de versterking en hervorming van de veiligheidssector in Irak af van de steun en hervorming die na de illegale inval in 2003 in Irak op gang kwam? Is er geleerd van het verleden? Zo ja, hoe?

Antwoord

Na de val van het regime van Saddam Hussein in 2003 was er sprake van een zwakke veiligheidssector in Irak, onder andere door de-ba’athificatie van de veiligheidsdiensten, die niet in staat was de eigen Iraakse burgerbevolking zelfstandig te beschermen. Daarnaast waren gedegen veiligheids- en opleidingsinfrastructuren onvoldoende aanwezig. De Nederlandse bijdrage aan de NAVO Trainingsmissie in Irak (NTM-I) van 2005–2011 had als doel Iraakse strijdkrachten te voorzien van basisopleidingen zodat deze zelfstandig hun taken konden uitvoeren. Daarnaast ondersteunde NTM-I de Iraakse autoriteiten bij de oprichting van verschillende opleidingsinstituten en de geleidelijke overdracht van de verantwoordelijkheid voor de trainingsactiviteiten. De doelgroep van de ondersteuning bestond uit individuele cursisten, voornamelijk politiefunctionarissen, die op kaderniveau werden getraind.

Op grond van lessen uit het verleden blijkt dat te vroeg terugtrekken van steun kan leiden tot hernieuwde instabiliteit. Daarom blijft Nederland ook na de herovering van het Iraakse grondgebied op ISIS een bijdrage leveren aan het versterken van de veiligheidssector van Irak. De huidige veiligheidssector van Irak is geïnstitutionaliseerd, beschikt over opleidingsinstituten en is in staat, met behulp van de internationale gemeenschap, te zorgen voor relatieve stabiliteit. De steun aan de Iraakse strijdkrachten en Peshmerga die Nederland sinds 2014 levert in het kader van de internationale strijd tegen ISIS bestond tot voor kort uit gevechtstraining voor eenheden die deelnamen aan de strijd tegen ISIS. Hierbij worden geen politie-eenheden getraind. Om aan te sluiten op de veranderende situatie op de grond en de behoefte vanuit de Iraakse veiligheidssector, wordt de bijdrage waar nodig aangepast. De nieuwe NAVO-missie in Irak (NMI) heeft als doel de Iraakse veiligheidssector te versterken en bestaande veiligheidsstructuren te hervormen zodat de Iraakse regering beter in staat is zelfstandig om te gaan met de nieuwe veiligheidsrisico’s na het verslaan van ISIS.

Vraag 21

Hoeveel binnenlandse ontheemden zijn er momenteel in Irak?

Antwoord

Volgens recente cijfers van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zijn er momenteel 1.953.984 ontheemden in Irak.7 De meeste ontheemden bevinden zich in het noordoosten van Irak, met name in de provincies Ninewa (590.000 ontheemden), Dohuk (350.000 ontheemden) en Erbil (216.000 ontheemden).

Vraag 22

Wanneer is de verwachting dat Irak zijn eigen veiligheid kan waarborgen?

Antwoord

Irak laat in de huidige operaties tegen ISIS steeds meer zelfstandige capaciteit zien, maar is nog niet in staat om complexe operaties geheel eigenstandig uit te voeren. Daarnaast staat Irak nog voor grote veiligheidsuitdagingen, zoals de veiligheidssituatie in de betwiste gebieden, de gebieden waarvan de status nog niet is vastgelegd in de Iraakse Grondwet, en de herstructurering van het brede veiligheidsapparaat waaronder de toekomst van de verschillende gewapende milities. Irak heeft ondersteuning nodig om deze uitdagingen het hoofd te bieden en op dit moment staat het Iraakse verzoek om steun van internationale partners bij het waarborgen van de veiligheid nog steeds. Nederland levert daarom een bijdrage aan capaciteitsopbouw van de veiligheidssector in Irak, inclusief de KAR.

Vraag 23

Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot het conflict tussen de regering in Bagdad en die in Erbil?

Antwoord

Mede vanwege de nationale verkiezingen in Irak in mei van dit jaar en de regionale verkiezingen in de KAR in september jl., zijn er weinig nieuwe ontwikkelingen geweest in de dialoog tussen de autoriteiten in Bagdad en Erbil. Zoals aangegeven in de artikel 100 brief (Kamerstuk 27 925, nr. 637), heeft in juli een gesprek plaatsgevonden tussen premier Abadi en premier Barzani. Na die tijd is er geen gesprek meer geweest, in afwachting van de vorming van een nieuwe regering in Bagdad en Erbil. Nederland blijft in bilateraal en multilateraal verband oproepen tot een constructieve dialoog en verbetering van de relatie.

Vraag 28

Hoe vaak hebben Nederlandse F-16’s afgelopen jaar opgetreden boven Irak en Syrië? Hoe vaak zijn daarbij wapens ingezet en welke?

Antwoord

Sinds begin januari 2018 hebben de Nederlandse F-16’s ruim 300 missies gevlogen, waarbij ongeveer 40 keer precisiewapens zijn ingezet.

Vraag 29

Zijn er voorbeelden van optreden door Nederlandse F-16’s boven Irak of Syrië in het afgelopen jaar bekend waarbij (mogelijk) burgerslachtoffers zijn gevallen?

Vraag 30

Worden er momenteel incidenten onderzocht waarbij (mogelijk) burgerslachtoffers zijn gevallen door inzet van Nederlandse F-16’s? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet?

Vraag 53

Waarom wordt er geen melding gemaakt van (mogelijke) burgerslachtoffers door optreden van Nederlandse F-16’s?

Vraag 54

Zijn er nieuwe (voor)onderzoeken gestart vanwege mogelijke burgerslachtoffers door het Openbaar Ministerie (OM) in 2018?

Antwoord op vragen 29, 30, 53 en 54

Het voorkomen en minimaliseren van nevenschade en burgerslachtoffers heeft de hoogste prioriteit. Dit geldt niet alleen voor Nederland, maar voor de hele coalitie.

Als Nederland mogelijk betrokken is bij optreden waarbij (mogelijk) sprake is van burgerslachtoffers, doet Defensie onderzoek naar de feitelijke toedracht (zie ook de «Voortgangsrapportage» van 13 april jl., Kamerstuk 27 925, nr. 629). Defensie onderzoekt momenteel geen incidenten waarbij (mogelijk) sprake is van burgerslachtoffers.

Het Openbaar Ministerie (OM) wordt op de hoogte gesteld van iedere wapeninzet door Nederlandse eenheden. Het is aan het OM om te beoordelen of een onderzoek wordt ingesteld naar aanleiding van de inzet van geweldsmiddelen. Uw Kamer is geïnformeerd over de uitkomsten van de vier onderzoeken van het OM naar mogelijke burgerslachtoffers als gevolg van Nederlandse wapeninzet in de strijd tegen ISIS (Kamerstuk 27 925, nr. 629). Het OM heeft laten weten dat er geen nieuwe onderzoeken zijn gestart.

Vraag 31

Wat is de concrete toegevoegde waarde van de Adviesmissie van de EU (EUAM) bovenop de inspanningen van de NAVO en de internationale coalitie tegen ISIS?

Antwoord

De EU-Advisory Mission (EUAM) Irak ondersteunt de Iraakse overheid bij de implementatie van het nationale hervormingsplan voor de veiligheidssector van Irak. Waar de bijdrage aan de NAVO-missie en de hervormingen in de KAR zich voornamelijk richten op militaire aspecten van de Iraakse veiligheidssector, focust de EU-missie zich voornamelijk op de civiele aspecten. De missie adviseert bij de implementatie van het nationale veiligheidsplan en de capaciteitsopbouw en professionalisering van het Ministry of Interior (MoI). De Nederlandse bijdrage aan EUAM past binnen de bredere geïntegreerde Nederlandse inzet in Irak, inclusief de KAR, die gericht is op stabilisatie en het aanpakken en bestrijden van de grondoorzaken van conflict en instabiliteit.

Vraag 32

Is de verwachting dat de F-16’s na 2018 opnieuw ingezet zullen worden boven Irak dan wel Syrië?

Antwoord

Nee, zoals gemeld in de artikel 100-brief wordt de bijdrage met Nederlandse F-16’s zoals gepland beëindigd op 31 december 2018. Naar verwachting neemt de noodzaak voor F-16-wapeninzet voor ondersteuning van grondoperaties af na het offensief voor de herovering van het laatste ISIS-deelgebied rondom Hajin in de Eufraatvallei in Syrië. Deze strijd duurt waarschijnlijk nog enkele maanden.

Vraag 33

Hoe ziet een inclusieve politieke oplossing voor Irak eruit? In hoeverre is daar momenteel aan voldaan?

Vraag 38

In welke mate is er momenteel een inclusief politiek-bestuurlijk bestel?

Antwoorden op vragen 33 en 38

Bij een inclusief politiek bestel voelen alle Irakezen – ongeacht geslacht en of ze (ook) tot een etnische of religieuze minderheid behoren − zich vertegenwoordigd in de centrale en lokale politiek. Van een dergelijk inclusief politieke bestel is op het moment in Irak slechts deels sprake. Enerzijds heeft Irak lessen getrokken uit het verleden door te zorgen dat er veel etno-sektarische en religieuze groepen zijn vertegenwoordigd in het parlement en vaak ook in de regering. Dit helpt deels voorkomen dat groepen zich opnieuw buitengesloten voelen. Anderzijds is er op het gebied van inclusiviteit nog veel te winnen in de Iraakse politiek, onder andere op het gebied van vrouwenparticipatie. Ondanks dat minimaal een kwart van de zetels in het Iraakse parlement bekleed wordt door een vrouw, komt het weinig voor dat een vrouw een ministerspost heeft. Een ander zorgpunt is dat een groot aantal Iraakse kiezers, zowel van minderheidsgroepen als binnen de sjiitische meerderheid, zich niet gehoord voelt door de politiek, wat onder meer verband houdt met de slechte kwaliteit van nutsvoorzieningen en medische zorg. Dit heeft mede geresulteerd in een historisch lage opkomst bij de laatste parlementsverkiezingen.

Vraag 34

Wat zijn volgens u de grondoorzaken van conflict en instabiliteit die u wilt gaan bestrijden?

Vraag 35

Op welke grondoorzaken van conflict en instabiliteit doelt het kabinet?

Vraag 36

Wat zijn de grondoorzaken van de conflicten in Irak? Hoe ziet een duurzame aanpak van deze grondoorzaken eruit en in hoeverre wordt daar momenteel werk van gemaakt?

Antwoorden op vragen 34, 35 en 36

Er zijn verschillende factoren die bijdragen aan (in)stabiliteit in Irak. Zo is er nog steeds sprake van grote uitdagingen in het garanderen van de veiligheid, kan er niet worden gesproken van een volledig inclusief bestuur, zijn er grote uitdagingen in verzoening tussen verschillende bevolkingsgroepen en het bieden van gerechtigheid voor slachtoffers van geweld en zijn er verschillende gewapende milities actief in Irak. Daarnaast is er nog altijd sprake van een moeilijke relatie tussen Bagdad en Erbil en zijn er verschillende kwetsbare groepen in de Iraakse samenleving die extra aandacht nodig hebben (minderheden, vrouwen, mensenrechtenverdedigers, familieleden van (vermeende) ISIS strijders en LHBTI). Ook is de huidige economie niet in staat om voldoende banen te bieden aan de groeiende arbeidsbevolking. Irak staat daarnaast voor de uitdaging van het verbeteren van de democratische instituties en het aanpakken van corruptie.

Om Irak te ondersteunen bij het aanpakken van bovengenoemde uitdagingen, werkt Nederland samen met Irak op de thema’s veiligheid, migratie, werk en inkomen en mensenrechten. Nederland richt zich hierbij o.a. op de strijd tegen terrorisme; bescherming en economische zelfredzaamheid van vluchtelingen en ontheemden; versterken van migratiesamenwerking met Irak; versterken van de lokale private sector met specifieke aandacht voor de agrosector, werkgelegenheid en ondernemerschap voor jongeren; het ondersteunen van economische hervormingen; en mensenrechten en de rechtsstaat. Nederland zoekt hierbij aansluiting bij programma’s van de EU, VN en Wereldbank.

Vraag 37

Welke bestuurlijke en sociaaleconomische hervormingen zijn noodzakelijk in Irak?

Vraag 63

Welke politieke en economische hervormingen zijn noodzakelijk voor een inclusief en stabiel Irak? In hoeverre wordt daar nu aan gewerkt?

Antwoorden op vragen 37 en 63

Dit betreft onder meer het terugdringen van de bureaucratie en corruptie, de verbetering van de positie van vrouwen en minderheden, de verbetering van het ondernemersklimaat, de diversificatie van de Iraakse economie en het verbeteren van de kwaliteit van nutsvoorzieningen. In multilateraal en bilateraal verband steunt Nederland Iraakse hervormingsinitiatieven op genoemde terreinen. Dergelijke hervormingen kosten tijd in de Iraakse context, waarbij Irak ook voor grote veiligheidsuitdagingen staat, zoals de strijd tegen ISIS.

Vraag 39

In welke mate is de regering van Irak legitiem in de ogen van de bevolking? Hoe beoordeelt u in dit verband de lage opkomst bij de verkiezingen en de grote demonstraties in het zuiden van het land sinds de zomer?

Antwoord

De Iraakse regering is democratisch gekozen met inachtneming van de daarvoor geldende procedures. De relatief lage opkomst van de verkiezingen, zowel landelijk als bij de regionale verkiezingen in de KAR, is wel een teken dat er groeiende onvrede heerst onder de Iraakse bevolking ten aanzien van het uitblijven van economische en politieke hervormingen. De protesten in het zuiden van Irak onderstrepen deze onvrede, inclusief de roep om beter basisvoorziening en werkgelegenheid. De nieuw te vormen nationale en regionale regering zullen deze gevoelens van onvrede moeten aanpakken. Dit is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de Iraakse autoriteiten. Nederland en de internationale gemeenschap ondersteunen Irak hierbij.

Vraag 40

Hoe zien de inspanningen gericht op duurzame economische ontwikkeling in de landbouw- en watersector in Irak eruit?

Antwoord

Nederland voert een geïntegreerd beleid op Irak en draagt met militaire, diplomatieke, humanitaire, stabilisatie en ontwikkelingssamenwerkingsinzet bij aan veiligheid en stabiliteit in Irak. Het bevorderen van duurzame economische ontwikkeling in landbouw- en watersector is hier onderdeel van.

Grootschalige hulp bij de wederopbouw ligt niet in de rede, aangezien Irak een midden-inkomensland is en met de huidige inkomsten uit de olieproductie een groot gedeelte van de kosten zelf kan dragen. Echter, Irak, inclusief de KAR, heeft wel ondersteuning nodig om de stabiliteit van het land te blijven garanderen. Daarom zet Nederland in op ondersteuning bij diversificatie van de Iraakse economie en op het vergroten van de weerbaarheid van de bevolking. Het doel is om perspectief en werkgelegenheidskansen voor de Iraakse bevolking (inclusief ontheemden en vluchtelingen) te vergroten. Nederland richt zich hierbij op het versterken van de Iraakse private sector in de landbouw en voedselverwerkingssectoren enerzijds, en anderzijds op het stimuleren van werkgelegenheid voor en ondernemerschap door jongeren. Op het gebied van water kampt Irak met veel uitdagingen die een bedreiging kunnen vormen voor toekomstige waterconsumptie en stabiliteit van het land: grote waterschaarste, verzilting. Nederland zal bijdragen aan verbeterd en toekomstbestendiger watermanagement in Irak.

Vraag 41

Wat denkt het kabinet in Irak te kunnen bereiken met betrekking tot de positie van LHBTI'ers?

Antwoord

Het kabinet heeft grote zorgen over de positie van LHBTI’ers in Irak. Het kabinet streeft ernaar, zowel door het vragen van aandacht voor de positie van deze groep bij de Iraakse autoriteiten in bilateraal en multilateraal verband als het ondersteunen van groepen en instituties die voor LHBTI’ers opkomen, een bijdrage te leveren aan het verbeteren van hun positie in Irak.

Vraag 42

Wat wordt bedoeld met «kennisoverdracht door de Iraakse diaspora in Nederland»?

Antwoord

Migranten behouden vaak een sterke betrokkenheid bij hun land van herkomst. Hun expertise, ervaring en culturele affiniteit maakt dat zij een nuttige bijdrage aan de ontwikkeling van hun herkomstland kunnen leveren. Nederland financiert daarom een programma van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) gericht op de tijdelijke uitzending van leden van diaspora in Nederland, waaronder Irakezen, naar het land van herkomst. IOM selecteert daarvoor gekwalificeerde Irakezen die met hun professionele kennis en ervaring kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke (overheids-) sectoren in Irak. De focus ligt daarbij op training van trainers. Zo kunnen bijvoorbeeld afgestudeerden tijdelijk werken of lesgeven bij onderwijsinstellingen in Irak. Met de uitzendingen wordt bijgedragen aan de capaciteitsopbouw van overheidsinstellingen en private sectorontwikkeling in Irak. Ook levert het een positieve bijdrage aan brain gain en zorgt het voor een netwerk van contacten tussen de uitvoerder en organisaties waar uitgezonden diasporaleden tijdelijk werkten, zodat er ook na de fysieke uitzending kennis en informatie uitgewisseld kan blijven worden (bijvoorbeeld virtueel of met opvolgingsbezoeken).

Vraag 43

Hoe wordt in Irak ingezet op het verminderen van maatschappelijke spanningen en welke resultaten heeft dit tot nu toe?

Antwoord

In aanloop naar de verkiezingen, hebben verschillende Iraakse politici het belang van een cross-sektarische inclusieve politiek onderstreept. Hiermee probeerden ze bij te dragen aan een inclusief politiek klimaat en minder maatschappelijke spanningen. De recent gevormde Iraakse regering zal moeten laten zien hoe dit in de praktijk er uit zal zien. Ook de VN zet in op nationale en lokale verzoening, waarbij deze onderwerpen een centraal onderdeel vormen van het in juni verlengde mandaat van de United Nations Assistance Mission for Iraq (UNAMI).

Helaas hebben de protesten in het zuiden van Irak van de afgelopen maanden aangetoond dat ook met deze inspanningen, er nog veel werk verricht moet worden om de maatschappelijke spanningen verder te verminderen. Hierbij spelen uiteraard ook het bieden van goed functionerende nutsvoorzieningen een rol. Nederland vraagt in bilateraal en multilateraal verband aandacht voor deze onderwerpen bij de Iraakse autoriteiten. Ook zet Nederland in op het ondersteunen van projecten die terugkeer bevorderen en daarbij ook aandacht hebben voor het verbeteren of voorkomen van spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen.

Vraag 44

Hoe omschrijft u de positie van de soennitische minderheid in Irak? In hoeverre is sprake van marginalisering, uitsluiting en repressie tegen deze bevolkingsgroep?

Antwoord

De positie van de soennitische minderheid in Irak blijft zorgelijk. De soennieten staan voor grote uitdagingen in de wederopbouw na de strijd tegen ISIS. Ook kampt de soennitische minderheid nog altijd met hoge werkloosheid (vooral onder jongeren), slecht bestuur, tribale verdeeldheid en radicaal gedachtengoed. Daarnaast blijft het voor de soennitische minderheid lastig om zich politiek te verenigen, waardoor ze moeilijk samen op kunnen trekken in de landelijke politiek.

Vraag 45

Hoe vaak heeft Turkije het afgelopen jaar doelen in Irak aangevallen en hoe is daarop gereageerd door de autoriteiten in Bagdad en Erbil?

Antwoord

Turkije heeft het afgelopen jaar meermaals doelen in Noord-Irak aangevallen. Het exacte aantal is het kabinet niet bekend. De autoriteiten in Bagdad hebben wisselend gereageerd. Sommige Iraakse hoogwaardigheidsbekleders hebben de aanvallen afgekeurd en deze een schending van de Iraakse soevereiniteit genoemd. De Koerdische regionale regering in Erbil reageert veelal niet op de aanvallen.

Vraag 46

Waarom gebruikt u alleen hier «Het Koninkrijk der Nederlanden» terwijl elders in de brief over Nederland wordt gesproken?

Antwoord

Uitspraken van het kabinet in de VN-Veiligheidsraad worden gedaan namens het Koninkrijk der Nederlanden. Ook in andere brieven die ingaan op zaken die spelen in de VN-Veiligheidsraad, zoals de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken, wordt gesproken over het Koninkrijk der Nederlanden.

Vraag 47

Wordt de F-16 inzet tegen ISIS die tot 31 december 2018 door Nederland wordt gedaan daarna door een ander land overgenomen? Zo ja, welk land?

Antwoord

Nee, dit is niet het geval. De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk blijven vooralsnog gevechtsoperaties uitvoeren in de anti-ISIS coalitie.

Tevens is de Iraakse luchtmacht zelf actief.

Vraag 48

Wordt voor elke afzonderlijke inzet van F-16’s boven Syrië nagegaan of hiervoor een volkenrechtelijke basis bestaat? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe?

Antwoord

Voordat een doel wordt aangevallen, wordt de inzet getoetst aan het nationale mandaat door de National Approval Authority (NAA), de senior militair in het Combined Air Operations Centre (CAOC) in Qatar. De NAA, die wordt bijgestaan door een juridisch adviseur, toetst aan de hand van de Rules of Engagement en het politieke mandaat of de inzet binnen de kaders valt, waaronder de juridische kaders. Bij doelenselectie vormt het humanitair oorlogsrecht het juridische kader voor besluitvorming. Hierbij is het belangrijk dat het risico op nevenschade en burgerslachtoffers minimaal is. Ook tijdens wapeninzet doet Nederland er alles aan om burgerslachtoffers en nevenschade te voorkomen. Diverse checks and balances zijn in de procedures opgenomen, voordat tot wapeninzet wordt overgegaan.

Daarnaast wordt de situatie op de grond, op basis van informatie van de MIVD en advies van de directies juridische zaken van de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken, voortdurend nauwlettend in de gaten gehouden, omdat ontwikkelingen gevolgen kunnen hebben voor de volkenrechtelijke grondslag voor inzet in Syrië, te weten collectieve zelfverdediging van Irak tegen gewapende aanvallen door ISIS vanuit Syrië.

Vraag 49

Wanneer is de verwachting dat IS verslagen zal zijn?

Antwoord

Er is veel succes geboekt in het terugdringen van controle van ISIS over grondgebied in Irak en Syrië. Echter het «verslaan» van ISIS kan niet alleen afgemeten worden in de mate waarin zij grondgebied controleren. ISIS heeft momenteel nog controle over een resterend deelgebied in Syrië, gelegen in de Eufraatvallei in het grensgebied met Irak. De operatie om dit laatste deelgebied te heroveren is in september gestart en zal naar verwachting binnen enkele maanden worden voltooid. In Irak heeft ISIS zich inmiddels getransformeerd naar een ondergrondse groepering die vooral door het plegen van aanslagen een blijvende bedreiging vormt voor de stabiliteit en veiligheid in het land. Sommige ISIS-strijders zullen proberen Syrië en Irak te verlaten. Daarnaast zien we dat de ideologie en de wereldwijde manifestaties van ISIS, ook online, nog altijd worden gebruikt om individuen te inspireren tot het plegen van aanslagen. Ook na het heroveren van door ISIS gecontroleerd gebied zal derhalve de inzet van de internationale gemeenschap noodzakelijk blijven om de dreiging door ISIS aan te blijven pakken.

Vraag 50

Wat is de inzet van de internationale coalitie wat betreft het opleiden van de Iraakse veiligheidsdiensten? Hoeveel militairen moeten opgeleid worden? Wanneer is deze opleidingstaak volbracht?

Antwoord

De focus van de inzet van de internationale coalitie verschuift van ondersteuning bij gevechtstraining naar capaciteitsopbouw, zoals het opleiden van de Iraakse veiligheidsdiensten en het versterken van de Iraakse veiligheidssector, inclusief de KAR. De internationale coalitie heeft tot nu toe ruim 170.000 leden van de Iraakse strijdkrachten getraind en opgeleid. Dit blijft nodig, ook wanneer ISIS in het land militair verslagen is. De nieuwe NAVO-missie in Irak bouwt daarom verder op de inspanningen van de coalitie.

Vraag 51

Wat zijn de totale geschatte kosten voor de internationale coalitie voor het opleiden van personeel van de Iraakse veiligheidsdiensten? Zit hier een maximum op?

Antwoord

Het kabinet kan geen uitspraken doen over de ramingen van andere landen. De additionele uitgaven voor de Nederlandse bijdrage aan de training van de Iraakse strijdkrachten in 2019 in het kader van de anti-ISIS coalitie worden geraamd op ongeveer 14 miljoen euro.

Vraag 52

Hoeveel special forces heeft Nederland opgeleid? Hoe wordt gemonitord of deze strijders worden ingezet binnen de grenzen van het internationaal recht?

Antwoord

Nederlandse trainers hebben vanaf mei 2015 ongeveer 1.400 Iraakse Special Forces opgeleid, vaak in nauwe samenwerking met internationale partners. Aandacht voor mensenrechten en humanitair oorlogsrecht is deel van het curriculum. Nederland monitort de opgeleide troepen niet. Zie tevens het antwoord op de vragen 6, 7, 8, 9, 24, 25, 26 en 27.

Vraag 55

Heeft de internationale coalitie onderzoek gedaan naar de grote discrepantie tussen eigen cijfers over burgerslachtoffers door inzet van luchtaanvallen en cijfers die via onafhankelijk onderzoek tot stand zijn gekomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wordt dit verschil verklaard?

Antwoord

Zoals aan uw Kamer toegezegd heeft Nederland in bijeenkomsten van de anti-ISIS coalitie aandacht gevraagd voor de discrepantie tussen meldingen van aantallen mogelijke burgerslachtoffers door de coalitie enerzijds en door bronnen als The New York Times en Airwars anderzijds. Het voorkomen van burgerslachtoffers en nevenschade heeft te allen tijde de hoogste prioriteit van de coalitie. ISIS blijft mensenrechtenschendingen begaan en gebruikt burgers als menselijk schild. Vooral in verstedelijkt gebied bemoeilijkt dit het coalitieoptreden. Het Amerikaanse hoofdkwartier CENTCOM onderzoekt alle meldingen van mogelijke burgerslachtoffers. Voor veel van de meldingen aan het adres van de coalitie ontbreekt echter voldoende bewijs om ze te kunnen verifiëren.

Vraag 56

Klopt het dat Nederland na terugtrekking van de F-16’s betrokken zal blijven bij het uitvoeren van luchtaanvallen middels inlichtingenwerk? Zo ja, wat behelst dit precies?

Vraag 57

Welke precieze ondersteuning van het targetingproces van de coalitie gaan de Nederlandse militairen leveren?

Antwoord op vragen 56 en 57

De Nederlandse militairen van de Processing, Exploitation and Dissemination (PED-)capaciteit en de Target Support Cell (TSC) leveren sinds begin 2017 een bijdrage aan alle fases van het targetingproces (Kamerstuk 27 925, nrs. 606 en 608). In dit zorgvuldige proces van de coalitie wordt het juiste doel ontwikkeld. Dit doelontwikkelingsproces bestaat uit 4 fases, waarin een potentieel doel wordt geïdentificeerd, geobserveerd, informatie wordt geanalyseerd en verder verfijnd. Ook wordt de legitimiteit van een doel getoetst. De uitkomst van het doelontwikkelingsproces is een totaalpakket aan informatie op basis waarvan een aanval kan worden uitgevoerd.

Vraag 58

Op welke manier moeten Nederlandse militairen rekening houden met de gevoelens van wraak en vergelding bij het trainen van de Iraakse eenheden? Welke invloed heeft dit op de trainingen?

Antwoord

Nederlandse militairen worden bewust gemaakt van de mogelijke gevoelens van wraak en vergelding om niet ongewild betrokken te raken bij eventuele conflicten die hieruit kunnen voortvloeien.

Vraag 59

Kunt u toelichten waarom de verschillende milities wantrouwend staan tegenover een grootschalige westerse militaire presentie in Irak? Doet u iets tegen dit wantrouwen bij de verschillende milities? Neemt de Iraakse regering voldoende verantwoordelijkheid voor deze westerse militaire aanwezigheid? Wat zijn de gevolgen als de huidige gedoogsituatie zou veranderen?

Antwoord

Zoals ieder soeverein land zou Irak het liefst zelf verantwoordelijk zijn voor de eigen veiligheid. Een grootschalige westerse militaire presentie doet af aan de eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid van Irak. Daarnaast zijn er groepen binnen Irak die zich verzetten tegen de inval in Irak in 2003 en de huidige westerse militaire presentie zien als een voortzetting van deze inval.

De huidige westerse militaire presentie is gebaseerd op een verzoek van de Iraakse autoriteiten om hulp bij de strijd tegen ISIS. Nederland en andere partners hebben herhaaldelijk geïnformeerd of dit verzoek om hulp nog steeds geldt. Irak heeft altijd aangegeven dat het verzoek nog altijd geldig is en de presentie van westerse militairen nog altijd gewenst is. Mocht de Iraakse regering desondanks besluiten om het verzoek in te trekken, dan vervalt de basis voor de militaire presentie in de strijd tegen ISIS.

Naast het verzoek tot militaire steun in de strijd tegen ISIS heeft de Iraakse regering de NAVO separaat verzocht om steun.

Vraag 60

Op welke wijze is de medevac en casevac gegarandeerd tijdens de NAVO-capaciteitsopbouwmissie?

Antwoord

Nederlands personeel in de NAVO-missie maakt gebruik van de role 1 op de locaties Taji, Besmaya en Union-III. Voor role 2 en 3 capaciteit wordt teruggevallen op de Amerikaanse role 3 in Bagdad. Voor eerste opvang tijdens verplaatsingen wordt teruggevallen op Canadese Combat Life Savers die deel uitmaken van de Force Protection-eenheid. Voor geneeskundige afvoer wordt gebruik gemaakt van een Amerikaanse medevac helikopter. Hiermee wordt voldaan aan de zogenoemde 10-1-2-norm.

Casevac (casualty evacuation) is een niet-medische evacuatie van een patiënt, zonder medische begeleiding. Hier wordt in de huidige missies nooit op gepland, er staat altijd medevac (medical evacuation) klaar. Casevac is de internationale term die in militaire operaties wordt gebruikt voor de noodoplossing als het planmatige medevac door onvoorziene omstandigheden faalt of de patiënt niet kan bereiken, bijvoorbeeld in een situatie waarin de medevac-helikopter door een plotselinge zandstorm niet in de buurt van de patiënt kan landen. Als casevac noodzakelijk is gaat dat met «means of opportunity», er is immers geen «dedicated» medisch transport beschikbaar. Elk beschikbaar vervoersmiddel is dan een optie. Onze eenheden beschikken zowel over de kennis en kunde als de middelen om patiënten snel en met voldoende zelfbescherming door het terrein te vervoeren.

Vraag 61

Kunt u nader toelichten of het gaat om op- dan wel afschalen van de Nederlandse bijdrage afhankelijk van de behoefte en omstandigheden tot ongeveer 20 militaire en civiele adviseurs? Betreft het hier een minimum aantal of een maximum aantal?

Antwoord

Het betreft een bijdrage die, afhankelijk van de behoefte en omstandigheden, kan wisselen in omvang en samenstelling tot een maximum aantal van in totaal ongeveer 20 militaire en civiele adviseurs.

Vraag 62

Hoe ziet het door de Europese Unie (EU) gefinancierde politieprogramma er precies uit? Welke doelstellingen zijn aan dit programma verbonden?

Antwoord

Het doel van dit door de EU gefinancierde politieprogrammma is om het functioneren van de politiemacht in zowel Bagdad als Erbil te versterken. Het programma wordt aangestuurd door de Italiaans geleide Police Task Force in Bagdad. Het curriculum van het programma is samengesteld in overleg met het Iraakse Ministerie van Binnenlandse Zaken. In de trainingen wordt onder meer aandacht besteed aan contraterrorisme, gender en rechtshandhaving.

Vraag 64

Waarom is een betrouwbare, legitieme en stabiel functionerende veiligheidssector waarbij de veiligheid van de bevolking voorop staat een voorwaarde voor politieke en economische hervormingen?

Antwoord

De eigen veiligheid staat voor ieder mens voorop. Zonder veiligheid kunnen burgers zich niet economisch of politiek ontplooien. Om economische ontwikkeling en politieke hervormingen mogelijk te maken, zal er voldoende veiligheid geboden moeten worden. Een betrouwbare, legitieme en stabiel functionerende veiligheidssector schept hiermee de randvoorwaarden om politieke en economische hervormingen duurzaam te kunnen vormgeven.

Vraag 65

Is het tussentijds terughalen van een deel van de trainers bij een te grote druk op de gereedstelling denkbaar?

Antwoord

Overeenkomstig de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer over de «Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali» (Kamerstuk 29 521, nr. 360) zijn de gevolgen van de inzet voor de gereedheid nadrukkelijk in de besluitvorming meegewogen. Het spreekt voor zich dat de krijgsmacht alleen wordt ingezet als dit ook verantwoord is. Wanneer dat niet het geval is, worden maatregelen getroffen.

Vraag 66

Welke «randvoorwaarden voor een veilige terugkeer» worden er bedoeld?

Antwoord

Om terug te keren moeten ontheemden een goed geïnformeerde keuze kunnen maken, waarbij veiligheid voorop staat en algehele omstandigheden van stabiliteit en de aanwezigheid van basisvoorzieningen een belangrijke rol spelen. Dit zijn de basisvoorwaarden voor terugkeer van ontheemden, zoals gehanteerd door de VN.

Vraag 67

Wanneer is het F-16 detachement dat wordt ingezet in de strijd tegen ISIS na beëindiging van deze missie weer volledig gereed voor inzet? Hoe lang duurt het herstel van de gereedheid en geoefendheid?

Antwoord

Vanaf januari 2019, na beëindiging van de F-16-inzet, wordt het mogelijk om de gereedheid te verhogen naar het gewenste niveau. Wel blijven er beperkingen met het voortzettingsvermogen in de eerste helft van 2019. Uitvoering van de (bi)nationale taken, waaronder de Quick Reaction Alert (QRA) en stand-byverplichtingen in de NATO Response Force komen evenwel niet in gevaar. Als gevolg van extra toegewezen vlieguren uit Budget Internationale Veiligheid (BIV)-gelden is de getraindheid stabiel gebleven en kan in de eerste helft van 2019 het herstel van de gereedheid en geoefendheid worden bereikt (Kamerstuk 27 925, nr. 637). De F-16 is daarmee planmatig per 1 juli 2019 weer volledig gereed voor inzet.

Vraag 68

Hoe verklaart u dat de autoriteiten in Irak enorme inkomsten uit de handel met olie hebben en het land tegelijk geteisterd wordt door een ernstige humanitaire crisis? In hoeverre is dit te wijten aan corruptie?

Antwoord

De afgelopen jaren stond Irak voor een aantal grote uitdagingen, waaronder de strijd tegen ISIS en de opvang van 6 miljoen (deels interne) ontheemden. Tegelijkertijd liepen de inkomsten uit olie sterk terug door een lage wereldwijde olieprijs en een verlaagde olieproductie door de strijd tegen ISIS. In deze situatie had Irak internationale steun nodig om de uitdagingen het hoofd te bieden. De huidige situatie is anders, met het territoriaal verslaan van ISIS, de terugkeer van 4 miljoen ontheemden en een hogere olieprijs en productie. Irak zal nu ook interne stabilisatieprojecten van de VN meefinancieren ter waarde van 100 miljoen dollar. Ook heeft volgens de VN Irak 80% van de humanitaire hulp zelf bekostigd. Toch heeft Irak nog steun nodig om de grote verwoesting van de strijd tegen ISIS weer op te bouwen. Irak heeft ook te kampen met corruptie. Om tot structurele oplossingen te komen voor de uitdagingen van Irak, is de aanpak van corruptie onontbeerlijk.

Vraag 69

Hoeveel bedraagt de totale Nederlandse bijdrage in 2018 voor humanitaire hulp in Irak?

Antwoord

Nederland heeft tot dusverre in 2018 10,8 miljoen euro bijgedragen aan humanitaire hulp in Irak, waarvan 3,8 miljoen euro via het Nederlandse NGO-consortium Dutch Relief Alliance (DRA) en 7 miljoen euro via het Iraq Humanitarian Fund dat gecoördineerd wordt door OCHA.

Vraag 70

Hoeveel bedraagt de totale Nederlandse bijdrage in 2018 voor humanitaire hulp in Syrië?

Antwoord

Nederland heeft tot dusverre in 2018 22,1 miljoen euro bijgedragen aan humanitaire hulp in Syrië. Deze bijdrage loopt via drie kanalen; 8,1 miljoen euro via het Nederlandse NGO-consortium Dutch Relief Alliance (DRA), 12 miljoen euro via door de VN beheerde Country-based Pooled Funds (CBPFs) en 2 miljoen euro via de blokallocatie van het Nederlandse Rode Kruis.

Vraag 71

Kunt u bevestigen dat driekwart of meer van de gebouwen in Mosul beschadigd zijn vanwege de herovering van die stad op ISIS? Zo nee, wat zijn dan de feiten?

Antwoord

Het kabinet kan niet bevestigen dat driekwart of meer van de gebouwen in Mosul is beschadigd. Wel blijkt uit onderzoek van de Iraakse overheid gesteund door de Wereldbank dat 65% van de woonhuizen in Mosul is beschadigd. Ook blijkt uit analyse van satellietbeelden door het VN-satellietprogramma van beelden van 4 augustus 2017 dat 19,888 gebouwen in Mosul zijn beschadigd. 4,773 van deze gebouwen zijn volledig verwoest, 8,233 gebouwen zijn zwaar beschadigd en 6,882 gebouwen zijn licht beschadigd.

Vraag 72

In hoeverre is Mosul reeds wederopgebouwd?

Antwoord

Er wordt hard gewerkt aan de wederopbouw van Mosul door de Iraakse autoriteiten en de internationale gemeenschap. Zo heeft het Funding Facility for Stabilisation van de VN volgens een rapport uit augustus 2018 731 projecten in Mosul geïdentificeerd, waarvan 318 projecten zijn afgerond, 127 projecten in uitvoering zijn en 286 projecten in ontwikkeling zijn. Zie tevens het antwoord op vraag 77.

Vraag 73

Hoeveel mensen leven in Irak in kampen voor ontheemden?

Antwoord

Recente cijfers van UNHCR geven aan dat ongeveer 0,5 miljoen van de in totaal 1,95 miljoen ontheemden in Irak in de 133 bestaande kampen voor ontheemden verblijven.

Vraag 74

In hoeverre is de internationale gemeenschap in de afgelopen jaren tegemoet gekomen aan hulpverzoeken van de VN voor Irak? Klopt het dat die geregeld maar voor ongeveer de helft gevuld werden?

Vraag 75

In hoeverre is de internationale gemeenschap in de afgelopen jaren tegemoet gekomen aan hulpverzoeken van de VN voor Irak? Klopt het dat die geregeld maar voor ongeveer de helft gevuld werden?

Antwoord op vragen 74 en 75

De VN heeft de afgelopen jaren hulpverzoeken ingediend om bij te dragen aan oplossingen voor de humanitaire noden in Irak. In hoeverre het jaarlijkse Humanitarian Response Plan (HRP) van de VN gedekt is verschilt per jaar, van 71% in 2014 tot 96% in 2017. Het HRP voor 2018 is op dit moment voor 60,8% gedekt.

Het Irak-gedeelte van het regionale responsplan voor de Syrië-crisis, het 3RP, was medio 2018 voor 28% gedekt. Dit percentage ligt momenteel naar verwachting hoger, maar de actuele financieringscijfers van het derde kwartaal zijn momenteel nog niet bekend.

Vraag 76

Hoe ziet de door u beoogde samenwerking met de EU en het bedrijfsleven eruit?

Antwoord

De EU heeft een belangrijke rol in de internationale samenwerking met Irak. Zo heeft de EU eerder dit jaar een EU-Irak strategie gepresenteerd en 400 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de uitvoer hiervan. Ook speelt de EU een belangrijke rol in de migratiesamenwerking met Irak, mede via de EU-Irak migratiedialoog en de dialoog met Irak op het gebied van mensenrechten. Nederland houdt nauw contact met de EU over de uitvoering van de strategie en de verschillende politieke dialogen en speelt waar nodig een aanjagende rol.

Aangezien Irak een midden-inkomens land is, ziet Nederland een belangrijke rol voor het bedrijfsleven in het verder vormgeven van de economische ontwikkeling van het land. Op dit moment heeft Irak een additionele steun in de rug nodig om de stabiliteit en veiligheid van het land duurzaam te verankeren. Het focuslandbeleid voor Irak is hierop gestoeld. Uiteindelijk is en blijft Irak zelf verantwoordelijk voor de stabiliteit en economische ontwikkeling van het land.

Vraag 77

Uit welke specifieke stabilisatieprojecten (in Irak) bestaat de Funding Facility for Stabilisation van de VN?

Antwoord

De Funding Facility for Stabilisation (FFS) van de VN is in 2015 opgericht om de terugkeer van ontheemden te faciliteren, een begin te maken voor latere reconstructie en te beschermen tegen het terugkomen van geweld en extremisme.

Hiervoor heeft het FFS sinds 2015 al bijna 2.400 verschillende projecten gestart in bevrijde gebieden, waarvan er 1.000 succesvol zijn afgerond. In totaal is het FFS actief op 31 locaties in Nineva, Anbar, Salah al-Din, Diyala en Kirkuk. In Mosul worden 731 verschillende projecten uitgevoerd.

De projecten variëren van gemeenschappen weer verbinden aan het elektriciteitsnetwerk, water- en rioolsystemen weer bruikbaar maken, wegen en bruggen opknappen en het verwijderen van brokstukken en rommel. Hierbij worden lokale bewoners ingezet om het werk te doen, zodat mensen bij terugkomst ook weer even een inkomen hebben en hun leven daar kunnen starten. Sinds kort is het FFS ook gestart met het implementeren van projecten op het gebied van verzoening en sociale cohesie om ervoor te zorgen dat terugkeer van ontheemden op een vreedzame manier verloopt en geen nieuwe spanningen veroorzaakt.

Vraag 78

Welke specifieke activiteiten onderneemt de International Organization for Migration in Irak op het gebied van het versterken van sociale cohesie?

Antwoord

Sinds de officiële overwinning op ISIS eind vorig jaar richt Irak zich op een vreedzame toekomst en nieuwe economische perspectieven. Het conflict heeft echter diepe sporen achtergelaten. Het is daarom van belang om de sociale cohesie te bevorderen, toegang tot diensten en werk te vergroten en terugkeer naar stabiele gemeenschappen mogelijk te maken. Nederland ondersteunt in dat kader een programma van IOM gericht op het bieden van psychologische ondersteuning en het bevorderen van sociale cohesie in door het conflict geraakte gemeenschappen. Daartoe worden experts ingezet, die geleidelijk gemeenschappen bij hun (psycho-)sociale activiteiten betrekken en vervolgens hun kennis en rol geheel aan hen overdragen. De activiteiten hangen af van de specifieke doelgroep, maar kunnen bijvoorbeeld de vorm van kunst-, sport- of theaterprojecten, trainingen en discussies hebben. Daarnaast wordt ingezet op het vergroten van toegang tot inkomensgenererende activiteiten, bijvoorbeeld via vaardigheidstrainingen en begeleiding bij het opzetten van een bedrijfje. Het programma beoogt zodoende spanningen en wantrouwen weg te nemen en de basis te leggen voor stabiliteit.

Vraag 79

Wordt in Irak, bijvoorbeeld door de Commission for International Justice and Accountability, enkel onderzoek gedaan naar misdaden van IS? Zo ja, waarom?

Antwoord

De Commission for International Justice and Accountability (CIJA) doet eigenstandig onderzoek in Syrië en Irak naar misdrijven gepleegd door ISIS. Hoewel CIJA erkent dat ook andere partijen schuldig zijn aan het schenden van internationale en Iraakse wetgeving, bestaat in Irak te weinig politieke wil om deze schendingen te berechten, aldus CIJA. Deze wil bestaat wel ten aanzien van misdrijven gepleegd door ISIS. In Irak werkt CIJA met Nederlandse middelen aan het opbouwen van onderzoeks- en analysecapaciteit van Iraakse instellingen, om hen voor te bereiden op samenwerking met de VN, specifiek UNITAD (United Nations Investigative Team for Accountability for crimes committed by Da’esh). Gezien het mandaat van UNITAD wordt hierbij gefocust op misdrijven die door ISIS zijn gepleegd. Dit neemt niet weg dat de algemene inzet van het kabinet is dat alle internationale misdrijven die zijn gepleegd in Irak worden onderzocht. Deze inzet wordt in de dialoog met Irak benadrukt.

Vraag 80

In hoeverre worden misdaden door andere strijdgroepen in Irak momenteel onderzocht voor eventuele berechting? Wordt er ook gekeken naar het optreden van de internationale coalitie?

Antwoord

Op dit moment vervolgt de Iraakse overheid ISIS-strijders op basis van terrorismewetgeving. Het kabinet is van mening dat in Irak mogelijke internationale misdrijven van alle partijen moeten worden onderzocht en berecht. Nederland blijft ervoor pleiten dat Irak de rechtsmacht van het ICC accepteert, zodat het hof een onderzoek kan starten naar de situatie in Irak. Dit onderzoek zou gericht zijn op vermeende internationale misdrijven gepleegd door alle partijen. Het kabinet hecht grote waarde aan het tegengaan van straffeloosheid. Het is in eerste instantie aan individuele partners van de coalitie om onderzoek te doen naar vermeende schendingen van internationaal recht door hun personeel. Het is van belang dat onderzoek op een onpartijdige en onafhankelijke wijze wordt uitgevoerd. Nederland pleit daar dan ook voor.

Vraag 81

Waarom steunt Nederland een perceptiestudie in Irak naar visies op vrede en gerechtigheid onder de bevolking? Om welk bedrag gaat het?

Antwoord

De uitkomsten van de studie, die de behoeften van de Iraakse bevolking weergeven op het gebied van vrede en gerechtigheid, kunnen toegepast worden om sturing te geven aan eventuele toekomstige activiteiten in Irak die gericht zijn op transitional justice (o.a. verzoening en gerechtigheid). Het gaat om een bijdrage van 525.416 euro in de periode 1 oktober 2017 t/m 30 juni 2019.

Vraag 82

Is uw analyse dat deelname van Nederland aan de internationale coalitie in Irak onder leiding van de Verenigde Staten, leidt tot meer of minder dreiging vanuit jihadistische hoek richting Nederland of Nederlandse belangen in het buitenland? Waar baseert u uw antwoord op?

Antwoord

Voor alle landen die deelnemen aan de anti-ISIS coalitie geldt dat zij door jihadisten worden beschouwd als een legitiem doelwit. Het daadwerkelijke effect van de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS coalitie op de terroristische dreiging tegen Nederland, dan wel Nederlandse belangen elders is moeilijk in te schatten. In meer algemene zin is het Westen – en daarmee ook Nederland – voor internationale jihadistisch terroristische organisaties zoals ISIS een legitiem doelwit.

Vraag 83

In welke andere landen is ISIS nog meer actief?

Antwoord

Er is geen uitputtende lijst te geven van gebieden of landen waar ISIS dan wel haar strijders actief zijn. Fracties van jihadisten in andere delen van de wereld hebben trouw gezworen aan ISIS leider Abu Bakr al-Baghdadi, waardoor er in meerdere delen van Afrika en Azië groepen actief zijn die zeggen namens ISIS te handelen.

Vraag 84

Kunt u bevestigen dat ISIS-strijders vanuit Syrië en Irak naar andere landen zijn vertrokken om daar strijd te voeren? Kent u berichten hierover? Welk beeld heeft u van de omvang hiervan?

Antwoord

De berichten over het doorreizen van ISIS strijders vanuit Syrië en Irak naar andere gebieden zijn bekend, maar kunnen niet bevestigd worden. Momenteel wordt niet waargenomen dat uitgereisde Nederlandse strijders doorreizen naar andere jihadistische strijdtonelen. Wel blijft het aannemelijk dat een deel van de (buitenlandse) strijders doorreist naar andere strijdgebieden en daar lokale ISIS affiliaties kunnen versterken.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kurdistan Democratic Party

X Noot
3

Patriotic Union of Kurdistan

X Noot
4

Kurdistan Islamic Group

X Noot
5

Kurdistan Islamic Union

Naar boven