27 925 Bestrijding internationaal terrorisme

Nr. 627 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2018

De vaste commissie voor Defensie heeft op 28 december 2017 per brief om een reactie verzocht op een artikel in het Algemeen Dagblad van 27 december 2017: «Militairen morren over missie in Afghanistan». Via deze brief voldoe ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, aan dit verzoek.

De problemen en belemmeringen zoals naar voren gebracht door Nederlandse militairen in Afghanistan herkent het kabinet en zijn in algemene zin inherent aan deelname aan een internationale missie. Aan de NAVO-missie Resolute Support nemen naast Nederland 38 partners deel, waardoor er altijd in internationaal verband wordt geopereerd.

De veiligheid van onze militairen in internationale crisisbeheersingsoperaties heeft te allen tijde prioriteit. Voor elke operatie van Nederlandse militairen moet zijn voldaan aan de voorwaarden die Nederland daaraan heeft gesteld. Hierover heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd tijdens de parlementaire behandeling van de artikel 100-brief van 11 september 2017 over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support (Handelingen II 2017/18, nr. 37, item 10 en Kamerstuk 27 925, nr. 626).

Hieronder wil ik ingaan op enkele factoren die meespelen bij de uitvoering van de werkzaamheden van de Nederlandse militairen in Resolute Support, specifiek de Nederlandse militairen die zijn geplaatst in Train Advise Assist Command North (TAAC-North) waar Duitsland leiding geeft aan in totaal 21 verschillende troepen leverende landen.

Het feit dat sommige militairen van de beveiligingspelotons de Engelse taal niet volledig machtig zijn, vraagt een gedegen planning en voorbereiding van beveiligingsoperaties. Om de kwaliteit van de beveiligingstaken in TAAC-North te waarborgen, wordt meer gezamenlijk getraind in het gebied, bijvoorbeeld tijdens de rotatie van eenheden. Dit gaat soms ten koste van de gelijktijdige beschikbaarheid van beveiligers voor de ondersteuning van adviestaken en daarmee van de effectiviteit van de missie.

Adviseurs in Afghanistan kunnen niet elke dag buiten de poort hun Afghaanse collega’s trainen of adviseren. Dit hangt af van de beschikbaarheid van de Afghaanse collega’s, van de veiligheidssituatie, van de benodigde voorbereidingstijd van de adviseur, van de beschikbare beveiligingspelotons en van de transportmogelijkheden. De NAVO-commandant van TAAC-North heeft voor de beveiliging van de adviseurs twee compagnieën tot zijn beschikking die bestaan uit zes pelotons: twee Duitse, een Nederlands, een Hongaars, een Kroatisch en een gecombineerd Kroatisch/Montenegrijns peloton. Hij bepaalt welke pelotons voor een bepaalde beveiligingstaak worden ingezet en wanneer adviesactiviteiten worden gestopt of opgeschort als door een verandering in de veiligheidssituatie een verhoogd veiligheidsrisico is ontstaan.

De ongeveer honderd adviseurs van TAAC-North zijn afkomstig uit veertien verschillende landen. De Nederlandse adviseurs worden vooral ingezet ten behoeve van de Afghaanse politie. Deze taak wordt uitgevoerd op de politiebasis bij Mazar-e-Sharif en op enkele politielocaties in de stad. Deze locaties worden via een verplaatsing over de weg bereikt en vragen daardoor meer capaciteit van de beveiligingspelotons. Wanneer de veiligheidssituatie verslechtert of er onvoldoende beveiligingscapaciteit beschikbaar is, kunnen deze bezoeken niet doorgaan. Het aantal adviseurs dat mee kan met een verplaatsing over de weg is soms beperkt doordat niet alle voertuigen inzetbaar zijn. Nederlands personeel maakt vooral gebruik van Duitse gepantserde voertuigen die goed inzetbaar zijn. Vooral de beschikbaarheid van Amerikaanse pantservoertuigen die in gebruik zijn bij het Kroatisch, het Kroatisch/Montenegrijns en het Hongaars peloton laat echter soms te wensen over.

Daarnaast is er een Nederlandse beperking ten aanzien van luchttransport in Afghanistan. Nederlandse militairen maken alleen gebruik van vliegtuigen en helikopters die voldoen aan de Nederlandse veiligheidsnormen en die zijn voorzien van zelfbeschermingsmiddelen. Door weersomstandigheden of door een technisch mankement kan het voorkomen dat er geen luchttransport beschikbaar is dat aan deze eisen voldoet. Kan in zo’n geval tevens niet gebruik worden gemaakt van verplaatsing over de weg, dan gaat een adviesbezoek van een Nederlandse adviseur niet door.

Door één of een combinatie van bovengenoemde factoren kunnen niet alle adviseurs tegelijkertijd de poort uit. In voorkomende gevallen is het mogelijk dat de Afghaanse collega’s naar de trainingsfaciliteiten op het kamp komen waar de Nederlandse militairen zijn gestationeerd.

Dat sommige Nederlandse militairen deze problemen zouden willen oplossen door een uitbreiding van de Nederlandse bijdrage aan de Force Protection van TAAC-North is begrijpelijk maar niet de keus die het kabinet heeft gemaakt. De gevolgen van de beperkte beschikbaarheid van beveiligingspelotons op de adviestaak in Afghanistan is een probleem dat door de NAVO en de troepen leverende landen gezamenlijk wordt bekeken.

Ten slotte wil ik in deze brief ingaan op de medische evacuatieketen voor onze militairen in Noord-Afghanistan. Zoals ik in het algemeen overleg van 4 december 2017 heb gemeld, heeft Duitsland in TAAC-North de leiding (Kamerstuk 27 925, nr. 619). Duitsland past in de medische evacuatieketen strenge normen toe. De Nederlandse normen en medische evacuatietijden passen hier volledig binnen. De NAVO heeft in 2009 de 10-1-2 regel geïntroduceerd op basis van operationele ervaringen in het veld (Irak, Afghanistan). Uw Kamer is hier uitgebreid over geïnformeerd. De NAVO maakt inmiddels geen gebruik meer van de term «golden hour». De 10-1-2 regel geeft een duidelijker operationele richtlijn: binnen tien minuten eerste hulpverlening door medisch getraind personeel, binnen een uur door een militair arts en het streven om zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen twee uur levens- en ledematen reddende chirurgie toe te kunnen passen. Indien in Afghanistan niet kan worden gevlogen met helikopters, wordt teruggevallen op gepantserde voertuigen voor medische evacuatie en zullen de afstanden tot de trainingslocaties worden aangepast zodat de medische evacuatietijden kunnen worden gehaald. Er gaan dan bovendien gepantserde ambulances mee met de beveiligingspelotons. Op locatie is een Duits Role 2 ziekenhuis gevestigd, dat is voorzien van een CT-scan (een zogenoemd Role 2+ hospitaal). Begin januari zal voor de periode van een jaar, met de mogelijkheid tot verlenging, nog een Nederlands chirurgisch team binnen het Duitse Role 2 Medical Treatment Facility te Mazar-e-Sharif worden ontplooid.

Ik hecht er aan nogmaals te vermelden dat de veiligheid van de Nederlandse militairen in Resolute Support, maar ook die van de militairen van andere deelnemende landen, voorop staat. Als onverhoopt de medische evacuatieketen niet kan worden gegarandeerd over de weg of met de helikopter of als er onvoldoende beveiligingspelotons beschikbaar zijn, gaan de adviseurs niet buiten de poort hun Afghaanse collega’s trainen of adviseren.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven