27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 85 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 mei 2010

In vervolg op mijn eerdere brieven d.d. 11 maart 2010 en 9 april 2010 (kamerstuk 27 858, nr. 83 en nr. 84) over de Oost-Aziatische boktor informeer ik u in deze brief over de huidige ontwikkelingen en de stand van zaken rond de uitvoering van de aanvullende maatregelen in Boskoop.

Internationale ontwikkelingen

Gelet op de recente vondsten van de boktor in maart jl. in importzendingen afkomstig van geregistreerde bedrijven in China heb ik mij ingespannen om bij de Europese Commissie en andere lidstaten draagvlak te verkrijgen voor een tijdelijk importverbod van waardplanten uit China. Dit om te voorkomen dat de boktor zich ondanks de in Nederland getroffen ingrijpende maatregelen via de import van besmet plantmateriaal alsnog in Nederland zal vestigen.

In het Permanent Fytosanitair Comité (PFC) van 29 en 30 maart heeft geen besluitvorming plaatsgevonden over een importverbod of verdergaande maatregelen richting China anderszins.

België heeft vervolgens op 2 april jl. nationale wetgeving gepubliceerd waarin import vanuit China met eindbestemming België van alle in Beschikking 2008/ 840/EG genoemde 17 waardplanten wordt verboden.

Aangezien ik het van groot belang acht om in EU-verband te komen tot aanscherping van de noodmaatregelen richting China, heb ik wederom bij de Europese Commissie aangedrongen op extra maatregelen. Ik ben dan ook blij dat de Commissie inmiddels heeft laten weten dat er in vervolg op de discussie in het PFC van maart jl. een voorstel tot wijziging van Beschikking 840/2008/EG ontwikkeld wordt, ter nadere aanscherping van de maatregelen richting China.

Het voorstel zal tijdens het eerstvolgende PFC, dat plaatsvindt op 10 mei, met de lidstaten besproken worden. Naar verwachting zal dit voorstel worden aangenomen.

Destructieve inspecties in andere lidstaten op plantmateriaal uit Boskoop

Om aan de lidstaten extra garanties te kunnen geven dat boomkwekerijproducten uit Boskoop boktorvrij zijn en daarmee het vertrouwen te herstellen, heeft Nederland in februari jl. in overleg met de Europese Commissie besloten om extra bedrijfsinspecties uit te voeren bij bedrijven in de bufferzone in Boskoop, inclusief destructieve bemonstering van alle loofbomen en struiken.

Van twee lidstaten, het Verenigd Koninkrijk en België, is bekend dat zij ondanks deze maatregelen onvoldoende vertrouwen stelden in producten uit Boskoop en sinds april aanvullende inspecties en destructieve bemonsteringen uitvoeren op planten afkomstig uit de bufferzone van Boskoop.

Met het oog op de nadelige gevolgen voor de sector heeft er intensief contact plaatsgevonden met de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk. Dit heeft er in geresulteerd dat het Verenigd Koninkrijk inmiddels is gestopt met het willekeurig destructief bemonsteren van partijen planten uit Boskoop.

Er zijn bij de destructieve inspecties in het Verenigd Koninkrijk geen tekenen van aanwezigheid van de boktor gevonden. Er vindt nauwe samenwerking plaats tussen de Nederlandse en Engelse autoriteiten op het gebied van gegevensuitwisseling en methodiek voor inspecties. Hiermee zijn de aanvankelijke problemen voor een groot deel opgelost.

In de nasleep van het door België ingestelde importverbod voor de 17 waardplanten uit China, heeft België aangekondigd dat van de leveringen vanuit Boskoop aan Belgische kwekerijen 1% van de planten per zending destructief kan worden onderzocht. Men heeft inmiddels aangegeven dat er bij kleinere partijen of grotere kostbare bomen vertrouwd zal worden op een intensieve visuele inspectie. De destructieve bemonstering door België zal worden stopgezet zodra Nederland de tweede inspectieronde in Boskoop heeft afgerond. Leveranties van bedrijven waar de tweede inspectie al heeft plaatsgevonden worden nu al niet meer destructief bemonsterd. Ook heeft een Belgische delegatie van inspecteurs Nederland bezocht om te kunnen leren van de Nederlandse expertise en aanpak.

Aanpassing importinspecties

Zoals vermeld in mijn brief d.d. 9 april jl. is, gezien de risico’s die verbonden zijn aan het plantmateriaal uit China en in afwachting van besluitvorming in EU-verband over verdergaande maatregelen, per 22 maart jl. de importinspectie aangescherpt voor planten afkomstig uit landen waar de boktor voorkomt. Dat betekent dat voor alle loofbomen en struiken, alsmede Cryptomeria, afkomstig uit China een destructieve inspectie wordt uitgevoerd en dat partijen pas worden vrijgegeven nadat een tweede inspectie binnen een periode van 3 tot 6 weken is afgerond.

Om mogelijke besmetting van andere op het bedrijf aanwezige planten te voorkomen moet de zending op het bedrijf tussen de eerste en de tweede inspectie apart gehouden worden van andere zendingen.

Deze maatregel bleek tot logistieke problemen te leiden omdat niet alle importeurs van sierteeltmateriaal over de hiervoor vereiste quarantainefaciliteiten bleken te (kunnen) beschikken. In voorkomende gevallen is aan importeurs de gelegenheid geboden om in aanmerking te komen voor een verkorte periode tussen de twee inspectiemomenten, of de planten onder toezicht van de PD te verplaatsen naar een andere locatie.

Op grond van een nadere analyse van de importinspectieresultaten en van de risico’s van de verschillende (potentiële) waardplanten heb ik het inspectieregime bij import opnieuw in overweging genomen. Sinds de aangescherpte importinspecties per 22 maart jl. zijn er geen nieuwe vondsten gedaan.

Uit de nadere risicoanalyse kwam naar voren dat import van Acer verreweg het grootste risico vormt voor introductie van de boktor in de EU. Hoewel de boktor een zeer brede waardplantenreeks heeft en het risico voor andere loofbomen en struiken niet kan worden uitgesloten, zijn er voor wat betreft andere waardplanten de afgelopen tien jaar alleen vondsten van de boktor gerapporteerd in zendingen Lagerstroemia sp. en Cercis sp. geïmporteerd vanuit Oost-Azië. Verder blijkt het aangescherpte importinspectieregime voor ongeveer 80% Ficus planten te treffen, terwijl het risico op introductie van de boktor via import van Ficus ginseng als uiterst gering wordt ingeschat.

Op basis van de nadere analyse van de importinspectieresultaten en de risico’s verbonden aan (potentiële) waardplanten, heb ik besloten de maatregelen bij import als volgt aan te passen:

  • 1. Huidige intensieve importinspecties voor de 17 in de EU beschikking genoemde waardplanten (en Cercis spp) afkomstig uit China en Acers afkomstig uit overige landen waar de boktor voorkomt (twee inspecties bij import met daartussen een quarantaine periode van drie tot zes weken) worden voortgezet.

  • 2. Voor de overige (potentiële) waardplanten (de andere loofbomen en struiken alsmede Cryptomeria) uit China wordt eenmaal een intensieve visuele inspectie uitgevoerd, gekoppeld aan destructieve bemonstering op het niveau van 1 % van de planten per zending representatief genomen over de verschillende partijen.

Stand van zaken uitvoering aanvullende maatregelen.

Zoals ik u bij brief van 11 maart 2010 meedeelde heb ik voor de bufferzone enkele aanvullende maatregelen getroffen. Het gaat daarbij om het door bedrijven aanleveren van gegevens over leveranties aan andere lidstaten over de afgelopen twee seizoenen, twee aanvullende inspectieronden op bedrijven en een intensieve survey in april/mei in het publieke en private groen.

De uitvoering van deze maatregelen is in volle gang. De stand van zaken daarbij (d.d. 3 mei) is als volgt.

Van de bedrijven in de bufferzone moeten nog 3 bedrijven worden geïnspecteerd. Daarbij zijn destructieve inspecties uitgevoerd bij naar schatting 67.000 bomen en struiken. Van de particuliere tuinen is tot dusver ca. 35% geïnspecteerd en van het openbaar groen ongeveer 95%. Bij deze inspecties zijn geen tekenen van aanwezigheid van de boktor gevonden.

Tot dusver zijn van de bedrijven in de bufferzone gegevens over de afgelopen 2 seizoenen 85% van de leveringsgegevens ontvangen. Inmiddels is 70% van de informatie verwerkt in overzichten.

Op 3 april en op 21 april jl. zijn de overzichten van deze leveranties conform afspraak vertrouwelijk aan de Commissie verstrekt, die de lidstaten hierover informeert. De informatie over de overige leveranties zal de in de komende weken worden verwerkt en aan de Commissie worden verschaft.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven