27 625 Waterbeleid

Nr. 412 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2017

Op 8 november 2017 heeft het lid Laҫin (SP) tijdens het ordedebat verzocht (Handelingen II 2017/18, nr. 19, item 6) of ik voor het Wetgevingsoverleg Water op 27 november 2017 een brief wil sturen over de recente besmetting van het drinkwater in Vlaardingen met de Escherichia coli-bacterie (verder E.coli).

Het lid Laҫin vraagt of ik vanuit mijn systeemverantwoordelijkheid – mede gezien het E.coli incident in Vlaardingen en andere gevaren – kan aangeven of burgers en bedrijven in Nederland onder alle omstandigheden kunnen blijven vertrouwen op schoon en voldoende drinkwater. Mijn antwoord hierop is ja. In deze brief ga ik achtereenvolgens in op het incident in Vlaardingen, de microbiologische kwaliteit van het drinkwater in Nederland en hoe de levering van drinkwater is geborgd.

Op 8 november 2017 werd in het distributienet van Vlaardingen tijdens een reguliere meting een normoverschrijding van E. coli geconstateerd. Het betrof hier relatief lage aantallen E.coli, die wijdverspreid in het distributienet van Evides zijn gemeten. Het drinkwaterbedrijf heeft – nadat de normoverschrijding werd ontdekt – zorgvuldig gehandeld door een kookadvies af te geven, nooddrinkwater aan kwetsbare groepen te verstrekken en het drinkwater tijdelijk te chloren.

Op 13 november jl. is het kookadvies ingetrokken, omdat er geen E. coli meer in het distributienet werd gemeten. Voor bewoners van Vlaardingen heeft dit vervelende voorval 5 dagen ongemak gegeven, maar ik heb van de ILT begrepen dat de maatschappelijke onrust relatief beperkt is gebleven en communicatie tussen Evides en de bewoners goed is verlopen.

Op dit moment is de exacte oorzaak nog niet bekend, vermoed wordt dat de normoverschrijding samenhangt met werkzaamheden aan een transportleiding. Het drinkwaterbedrijf laat onderzoeken wat de oorzaak van deze normoverschrijding is geweest en of er verbetermaatregelen kunnen worden genomen. De ILT is bij dit onderzoek aangesloten, ik wil in afwachting van de uitkomsten hierop niet vooruitlopen.

Uit de ILT-rapportage «De kwaliteit van het drinkwater in Nederland in 2016» (bijlage bij Kamerstuk 27 625, nr. 411) blijkt dat vorig jaar 52 normoverschrijdingen (0,08% van de reguliere metingen) van microbiologische parameters plaatsvonden (E. coli, enterococcen en legionella). Ook vanuit microbiologisch perspectief is het drinkwater in Nederland goed, er is microbiologisch de afgelopen 5 jaar (2012–2016) sprake van een gelijkblijvend kwaliteitsniveau.

Jaarlijks vinden circa 30.000 werkzaamheden plaats in het distributienet van drinkwaterbedrijven. Het gemiddeld aantal normoverschrijdingen van microbiologische parameters en kookadviezen na werkzaamheden, klachten en incidenten bedroeg tussen 2012 en 2016 jaarlijks ongeveer 80. Kookadviezen worden meestal op kleine schaal afgegeven, voor enkele woningen of straten. Normoverschrijdingen op een grote schaal zoals in Vlaardingen doen zich gelukkig zelden voor.

Door de ILT is in 2015 bij elk drinkwaterbedrijf een reality check verricht op hygiënisch werken bij werkzaamheden aan het leidingennet. Op basis van de bevindingenrapporten van de ILT zijn per bedrijf verbetermaatregelen getroffen. Microbiologische normoverschrijdingen vragen blijvende aandacht van zowel drinkwaterbedrijven als van de ILT in haar toezichthoudende rol.

In 2016 is de «Hygiënecode Drinkwater – Opslag, Transport en Distributie» door de drinkwatersector geactualiseerd. Ik zal – in overleg met de ILT en sector – nagaan of er aanleiding is om de drinkwaterregelgeving op het gebied van aanleg en herstel van het transport- en distributienet aan te passen. Daarbij betrek ik ook de uitkomsten van het onderzoek in Vlaardingen.

In het ordedebat van 8 november jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 19, item 6) heeft het lid Laҫin (SP) mede naar aanleiding van het incident in Vlaardingen gevraagd welke gevaren er zijn op het vlak van schoon drinkwater. Drinkwaterbedrijven stellen om de vier jaar een verstoringsrisicoanalyse (VRA) en leveringsplan op, waarin de risico´s van alle gevaren en dreigingen worden beoordeeld. Op basis van de VRA worden maatregelen in het leveringsplan opgenomen om de leveringszekerheid en continuïteit van de openbare drinkwatervoorziening te borgen.

De leveringsplannen (met daarin de VRA) worden door de ILT goedgekeurd. Het drinkwatersysteem in Nederland is redundant. Dat wil zeggen dat kritieke onderdelen dubbel aanwezig zijn en dat productielocaties beschikken over eigen voorzieningen voor het geval externe leveranties uitvallen. Drinkwaterbedrijven moeten binnen de wettelijke kaders van de Drinkwaterwet zorg dragen voor de levering van deugdelijk drinkwater, d.w.z. drinkwater dat voldoet aan de strengste normen. De leveringsplannen zijn om veiligheidsredenen vertrouwelijk, daarom kan ik niet in detail ingaan op de inhoud van deze leveringsplannen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven