27 625 Waterbeleid

Nr. 163 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2010

Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over de openstelling van de rijksbaggerdepots voor baggerspecie van derden, de Landelijke Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB) en de Regeling Specifieke eenmalige Uitkering Baggerwerkzaamheden Bebouwd gebied (SUBBIED). Deze brief is in navolging op de brief van de staatssecretaris gedateerd 25 januari 2010 (Kamerstuk 27 625, nr. 157).

1. Openstelling rijksbaggerdepots voor derden

In de brief van 25 januari 2010 aan u met het onderwerp «uitstel openstelling rijksbaggerdepots voor baggerspecie van derden» bent u geïnformeerd over het besluit van de staatssecretaris om de aangekondigde openstelling van de rijksbaggerdepots Hollands Diep en IJsseloog voor niet nuttig toepasbare baggerspecie van derden per 1 januari 2010 op te schorten. Reden voor dit besluit was de ontwikkeling in benodigde baggerdepotruimte. Door het afgenomen aanbod vanuit de regio is de noodzaak tot het openstellen van rijksbaggerdepots voor niet nuttig toepasbare baggerspecie van derden in een ander licht komen te staan. Het verwachte aanbod is aanzienlijk afgenomen door:

  • Wijzigingen in het bodembeleid waardoor het nuttig toepassen van baggerspecie makkelijker is geworden;

  • Resultaat van het emissiebeleid waardoor de bagger de afgelopen jaren schoner is geworden;

  • Vernieuwing van het beleid voor waterbodemsanering met de invoering van de Waterwet, die sinds 22 december 2009 van kracht is en waarbij de waterbodem alleen wordt gesaneerd als deze een belemmering vormt voor het halen van de doelen voor het watersysteem.

In de brief heeft de staatssecretaris aangegeven dat een besluit over de openstelling zal worden genomen na een consultatie van de belanghebbenden. Deze consultatie is inmiddels uitgevoerd. Door het ministerie is navraag gedaan bij de aanbieders van baggerspecie (waterschappen, gemeenten) en enkele ontvangers (depothouders) naar het aanbod en de verwachte trends daarin. De navraag heeft bevestigd dat, op enkele lokale knelpunten na, het aanbod van door regionale partijen te storten bagger veel kleiner is, dan de regionaal beschikbare depotcapaciteit.

Uit de consultatie is verder gebleken dat het voorgestelde tarief voor de rijksdepots lager is dan de kostprijs van enkele private depots. Over dit tarief bent u geïnformeerd in de brief van de staatssecretaris van 20 oktober 2009 met als onderwerp Vermarkten restcapaciteit rijksbaggerdepots (Kamerstuk 2009-2010, 27 625, nr. 144).

Op grond van deze bevindingen heb ik het besluit genomen om niet tot algemene openstelling van de rijksbaggerdepots voor baggerspecie van derden over te gaan. Zoals in de brief van 25 januari 2010 aangegeven blijven de bestaande afspraken voor derden om te storten in rijksdepots gehandhaafd. Dit betreft baggerspecie uit herkomstgebieden van het depot en baggerspecie op basis van een Regionaal Bestuursakkoord. Het herkomstgebied van een rijksbaggerspeciedepot is in het algemeen de provincie waarin het depot ligt.

Mijn beleid is er op gericht om vraag en aanbod in overeenstemming te brengen. Om dit te realiseren zal ik een lange termijn strategie ontwikkelen voor de rijksbaggerdepots. In deze strategie zullen per depot verschillende opties tegen elkaar worden afgewogen. Te onderzoeken opties zijn bijvoorbeeld de lokatie ontwikkelen met andere bestemming of het (voorlopig) sluiten van een depot. Bij de afweging van de opties zal de behoefte aan een eigen strategische voorraad in de rijksdepots worden betrokken. Er kunnen bijvoorbeeld wijzigingen in de behoefte aan bergingscapaciteit voor rijksbagger optreden bij de uitvoering van projecten door het Rijk, zoals Ruimte voor de Rivier.

Mijn besluit om de rijksbaggerdepots niet algemeen open te stellen voor baggerspecie van derden vraagt een specifieke uitwerking voor het baggerdepot De Slufter, dat in gezamenlijk beheer is bij het Havenbedrijf Rotterdam en het Rijk. Het Havenbedrijf Rotterdam en mijn ministerie hebben afgesproken om samen de consequenties uit te werken. Ook bij het ontwikkelen van een lange termijn strategie om vraag en aanbod in evenwicht te brengen zal worden samengewerkt.

2. Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie

Via deze brief wil ik u tevens informeren over de evaluatie van de Landelijke Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB).1 De proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB) is opgezet naar aanleiding van de motie Herrebrugh van 23 november 1999, ten einde inzicht te krijgen in de condities die noodzakelijk zijn om te komen tot een structurele grootschalige verwerking van vervuilde baggerspecie.

De evaluatie toont aan dat grootschalige verwerking door de markt van verontreinigde baggerspecie, die normaal naar een depot gaat, beduidend duurder is dan het bergen van baggerspecie in Rijksdepots. Deze hogere kosten wegen niet op tegen de beperkte voordelen op het gebied van duurzaamheid.

In de evaluatie wordt geconcludeerd dat, in tegenstelling tot de omringende landen, verwerken in Nederland slechts bij hoge uitzondering een realistische optie is vanwege de thans ruime beschikbaarheid van het goedkopere alternatief van bergen in baggerspeciedepots. Het scheiden van zandrijke baggerspecie vormt hierop een uitzondering. Het rapport Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie bied ik u hierbij aan.

3. Regeling Specifieke eenmalige Uitkering Baggerwerkzaamheden Bebouwd gebied

Tot slot wil ik u informeren over de Regeling Specifieke eenmalige Uitkering Baggerwerkzaamheden Bebouwd gebied (SUBBIED)1. Behoudens financiële afhandeling van een deel van de projecten is de regeling afgerond. De regeling beoogde een impuls te geven aan het inlopen van de achterstand van onderhoudsbaggerwerkzaamheden in bebouwd gebied. Ook het rapport Eindevaluatie Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied bied ik u hierbij aan. Uit de eindevaluatie blijkt dat SUBBIED heeft bijgedragen aan een situatie waarbij baggerwerkzaamheden in bebouwd gebied in toenemende mate structureel worden opgepakt en zijn verankerd. Tevens heeft SUBBIED de samenwerking tussen waterschappen en gemeenten bevorderd.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven