26 834 Socialeverzekeringspositie van grensarbeiders

29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 37 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2014

U heeft mij met de brief van 5 februari 2014 verzocht voorafgaand aan het Algemeen Overleg Suwi-onderwerpen van 20 maart aanstaande, een reactie te geven op de brief van 30 januari 2014 die commissie van de Commissaris van de Koning Limburg heeft ontvangen. De brief verzoekt om rijksfinanciering voor persoonlijke dienstverlening voor grensarbeiders en is geschreven namens de zeven grensprovincies. Met deze brief voldoe ik aan het verzoek.

Met mijn brief van 16 december 2013 (Kamerstuk 29 544, nr. 499) heb ik u geïnformeerd over de voortgang bij de uitwerking van het voornemen om de persoonlijke dienstverlening aan grensarbeiders te beëindigen. In het licht van uw verzoek en de brief van de Commissaris van de Koning van de provincie Limburg wil ik op een aantal punten een nadere toelichting verstrekken.

De brief uit Limburg geeft mij aanleiding om een aantal zaken met betrekking tot de taakstelling bij de Bureaus te verduidelijken. Zo levert het voornemen om de persoonlijke dienstverlening aan grensarbeiders te beëindigen niet alleen bij SVB maar ook bij UWV en CVZ besparingen op. Immers, de SVB draagt 50% van de kosten van de Bureaus, de overige organisaties de andere 50%. De beoogde taakstelling bij de Bureaus, uitgaande van een budget van circa € 2,0 miljoen als startpunt, bedraagt in totaal circa € 1,4 miljoen. Hiervan slaat € 0,7 miljoen neer bij de SVB en € 0,7 miljoen bij UWV en CVZ. De resterende € 0,6 miljoen is het doorlopende budget voor de elektronische dienstverlening vanuit de betrokken partijen. Op basis van de begroting 2014 van de Bureaus is tot op heden circa € 0,6 miljoen van de beoogde € 1,4 miljoen aan besparingen gerealiseerd.

Zoals ik in mijn brief van 16 december 2013 heb aangekondigd, is ambtelijk overleg gestart over de door de Provincie Limburg geopperde back office taak voor de Bureaus Belgische en Duitse zaken. Daaruit blijkt dat deze beoogde back-office taak de behandeling omvat van de meest complexe gevallen, die na het raadplegen van de elektronische informatie en de consultatie bij de regionale front-office loketten nog overblijven. De regie en het contact met betrokkenen zou dan bij deze loketten liggen. Om een goed beeld te krijgen van wat de uitvoering van een back-office vergt, is nog nadere informatie over de aard en omvang van deze complexe vragen nodig.

Belangrijk onderdeel in het proces van besluitvorming vormt het onderzoek naar alternatieve financiële bijdragen voor de persoonlijke dienstverleningscomponent. Op 20 en 27 maart aanstaande worden de resultaten van dit onderzoek voor respectievelijk de Duitse en Belgische grensregio gepresenteerd. Naast mogelijke financieringsmodellen zal hierin ook aandacht zijn voor de regionale behoefte, mede in het licht van de regionaal opgerichte grensinformatiepunten voor persoonlijke dienstverlening.

Uiteraard onderschrijf ik het belang van een goede informatievoorziening voor grensarbeiders en een goed functionerende grensoverschrijdende arbeidsmarkt. Dat is ook de reden geweest om, mede gezien de wens van uw Kamer, de tijd te nemen om een zorgvuldige afweging over de toekomstige informatievoorziening aan grensarbeiders te kunnen maken. De informatie die voor die afweging benodigd is, komt op korte termijn beschikbaar. Daar wil ik nu niet op vooruit lopen. Het verzoek vanuit Limburg zal ik in mijn afweging betrekken.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven