Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2015
Met deze brief informeer ik u over de bevindingen inzake het dossier Stichting Opleidingsfonds
Groothandel (SOG). De zogenoemde tweedelijnscontrole door de Auditautoriteit (AA)
is recent afgerond. Zoals eerder gemeld, kunnen na afronding van de tweedelijnscontrole
definitieve uitspraken worden gedaan over de omvang van het te declareren bedrag bij
de Europese Commissie. Dit laat onverlet dat er nog controles kunnen plaatsvinden
door de Europese Commissie (EC) en de Europese Rekenkamer. De bevindingen van de Auditautoriteit
(AA) voeg ik bij.
Ik bericht u dat na afronding van de tweedelijnscontrole de conclusie is dat van de
29,2 miljoen euro aan verstrekte voorschotten, er 13,0 miljoen euro kan worden gedeclareerd
bij de Europese Commissie. Daarnaast is er reeds 3,2 miljoen euro vergoed door de
overgebleven opleidingsfondsen. Daarmee komt de restschuld uit op 13,0 miljoen euro.
Dat is een verhoging van de restschuld met 1,8 miljoen euro ten opzichte van de bedragen
die in een eerdere briefwisseling met uw Kamer zijn genoemd1.
Een klein deel van deze verhoging wordt veroorzaakt door technische correcties, die
inherent zijn aan de complexiteit van het dossier. Het overgrote deel van de verhoging
wordt veroorzaakt doordat de subsidie van één opleidingsorganisatie verkeerd is geadministreerd
door het Agentschap SZW. Toen medio 2014 de inschatting was dat wellicht een deel
van dit bedrag declarabel kon zijn, is dit bedrag ten onrechte als volledig declarabel
in de administratie opgenomen. Nadat eind november 2014 is vastgesteld in welke mate
dit bedrag declarabel is, is dit abusievelijk niet aangepast in de cijferopstelling
en is het bedrag derhalve als 100% declarabel blijven staan in de administratie.
De AA heeft het Agentschap er en marge van de tweedelijnscontrole op gewezen dat deze
correctie niet goed is geadministreerd. Ik heb geconstateerd dat deze bijstelling
inderdaad in de definitieve cijferopstelling verwerkt moet worden.
De verhoging van de restschuld is nagenoeg volledig toe te rekenen aan het in liquidatie
verkerende fonds SOG en vormt daarmee onderdeel van de vordering van de Staat op SOG.
De curator wordt op de hoogte gesteld van de definitieve vordering van de Staat op
SOG.
Ik hecht eraan u nu van deze uitkomst op de hoogte te stellen en zal u bij de voortgangsrapportage
ESF – die u kort na het zomerreces ontvangt – nader informeren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma