26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 402 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2022

Mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) bied ik u hierbij de monitor exportkredietverzekering (ekv) 2021 aan. De ekv-monitor biedt inzicht in de financiële- en beleidsmatige ontwikkelingen op het gebied van de Nederlandse exportkredietverzekeringen.

In deze brief worden de belangrijkste ontwikkelingen uit 2021 op hoofdlijnen samengevat en wordt tevens een doorkijk gegeven naar 2022 en de toekomst. Allereerst wordt stilgestaan bij het financieel resultaat over 2021. Vervolgens wordt ingegaan op de vergroening van de ekv en de ondertekening van de COP26-verklaring. Daarnaast wordt het mvo-beleid en het anti-omkopingsbeleid behandeld. Verder wordt in deze brief een korte update gegeven over het LNG-project in Mozambique. Ook wordt ingegaan op de ekv met betrekking tot de oorlog in Oekraïne naar aanleiding van een toezegging van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) aan Kamerlid Koerhuis (VVD). Deze brief sluit af met een update over de beleidsdoorlichting, die in 2023 aan uw Kamer zal worden gezonden.

Financieel resultaat 2021

Nadat in 2020 de nieuw aangegane verplichtingen met 7,8 miljard euro een recordhoogte bereikt hadden, werd dit in 2021 met 7,2 miljard euro bijna geëvenaard. Schommelingen in de omvang van nieuwe verplichtingen over de jaren heen worden vooral bepaald door een beperkt aantal grote polissen met vaak een lange looptijd. Dit is inherent aan het vraag gestuurde karakter van de ekv. De premie-inkomsten lagen met 81 miljoen euro nagenoeg gelijk aan die van 2020 (82 miljoen euro). In het kader van transparantie worden alle polissen op de website1 van uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) gepubliceerd.

In 2021 is een bedrag van 209 miljoen euro aan (voorlopige) schade uitgekeerd. Daarvan is 167 miljoen euro schade uitgekeerd in het kader van het steunpakket voor Scheepsbouwer IHC uit april 2020.2 Daarvan betreft 100 miljoen euro een definitieve schade en 67 miljoen euro niet-definitieve schade waarbij nog recuperatiemogelijkheden bestaan. Dankzij de steunoperatie is destijds een grote dreigende schade voor de ekv afgewend. Sinds deze steun is de organisatie van IHC ingrijpend veranderd, onder andere door een wisseling van management, een kleiner personeelsbestand en een industrieconsortium wat zich inzet voor de toekomst van het bedrijf.

In de afgelopen tijd zijn verschillende schuldherstructureringsovereenkomsten bereikt zijn tussen de Club van Parijs3 en landen met een onhoudbare schuld. Zo zijn in 2021 akkoorden bereikt voor de kwijtschelding van de schuld van Soedan4, hoewel dit vanwege politieke onrust in het land nog niet omgezet is in een bilateraal akkoord (113 miljoen euro voor Nederland), en voor de herstructurering van de schuld van Cuba (33 miljoen euro voor Nederland). In juni 2022 is een akkoord bereikt met Suriname, waarmee de schuldaflossingen die oorspronkelijk onder het IMF-programma vielen (2022 t/m 2024) tussen 2030 en 2036 terugbetaald zullen worden (12,7 miljoen euro voor Nederland). In oktober 2022 is een akkoord met Argentinië bereikt waarin is afgesproken dat Argentinië de resterende schuld (160 miljoen euro voor Nederland) verspreid over de komende 6 jaar terugbetaalt. Tot slot hebben Zambia en Sri Lanka een verzoek tot herstructurering ingediend bij de Club van Parijs. Nederland heeft op deze landen vorderingen uitstaan van respectievelijk 84 en 320 miljoen euro. Vast onderdeel van overeenkomsten met de Club van Parijs is dat de landen vergelijkbare voorwaarden dienen te bedingen bij andere crediteuren, zoals landen die geen lid van de Club van Parijs zijn (o.a. China en India) en private crediteuren.

Vergroening ekv

In 2021 is er met ADSB verder gewerkt aan de verdere vergroening van de ekv. Zo is de groendekking uitgewerkt, waarmee bedrijven geholpen worden om financiering aan te trekken voor investeringen en onderzoek die groene export stimuleren. Het gaat om kleine en grote investeringen ten aanzien van vergroening waar nog geen concrete exporttransactie aan ten grondslag ligt, maar waarbij het investeringsplan aantoont dat op den duur groene export wordt gestimuleerd. Vanaf 2022 is dit instrument ook daadwerkelijk ingezet om de vergroening van exporteurs te faciliteren. Tot op heden zijn er één polis en twee dekkingstoezeggingen uitgereikt onder de groendekking.

Om kleine groene transacties te stimuleren is in 2019 een pilot regeling gestart. De regeling kent versoepelde eisen die aan exporteur en debiteur worden gesteld. Daarnaast worden in de pilot langere looptijden van leningen dan gebruikelijk geaccepteerd, binnen de grens uit de Arrangement van tien jaar. Het plafond van de regeling is 50 miljoen euro en eind 2021 was hiervan 11 miljoen euro benut.

In totaal zijn in 2021 24 groene polissen afgegeven.5 Dat is een stijging ten opzichte van 2020 waarin 14 groene polissen waren verstrekt. Op basis van het Groene Label6 van ADSB zijn negen transacties aangemerkt als donkergroen, vijf als middelgroen en tien als lichtgroen.

COP26-verklaring

In november 2021 heeft Nederland in Glasgow de COP26-verklaring ondertekend voor de groene energietransitie, waarmee Nederland zich heeft gecommitteerd aan het beëindigen van nieuwe directe overheidssteun voor de internationale unabated fossiele energie sector voor het einde van 2022. Om tot een zorgvuldige implementatie van de COP26-verklaring te komen is in 2021 een traject gestart met stakeholders. Er is onder andere gesproken over de klimaatwetenschappelijke basis, een implementatie van de COP26-verklaring met behoud van kennis en banen en een internationaal gelijk speelveld. In de brief van 3 november 2022 zet het kabinet de inzet voor nieuw beleid voor de ekv per 1 januari 2023 uiteen.7 Hiermee verschaft het kabinet duidelijkheid over de voorgenomen afbakening, uitzonderingen, het tijdspad en flankerend beleid.

MVO-beleid

Het mvo-beleid is eind 2020 geëvalueerd door adviesbureau Steward Redqueen en voor eind 2021 naar de Kamer verzonden.8 De beleidsevaluatie concludeert dat het huidige mvo-beleid voor de ekv-faciliteit effectief is in het voorkomen van het verzekeren van transacties met onaanvaardbare risico’s voor mens en milieu. Volgens de beleidsevaluatie voldoet het mvo-beleid ook aan de internationale standaarden en daarnaast wordt door aanvullende nationale beleidskaders een breder beleid gevoerd.

Wel wordt aanbevolen om het monitoringsbeleid uit te breiden. Deze aanbeveling is geconsulteerd met stakeholders en het aangepaste monitoringsbeleid geldt voor alle aanvragen die vanaf 1 januari 2022 worden ingediend. De overige twee aanbevelingen zijn ook in 2021 doorgevoerd, namelijk het uitbreiden van de capaciteit van de mvo-desk en het versterken van de positie van de mvo-desk binnen de organisatie van ADSB met een eigen manager. De wijzigingen vanuit de beleidsevaluatie zullen de komende maanden worden verwerkt in een nieuw beleidsdocument.

Anti-omkopingsbeleid

In 2021 is externe consultant Partner in Compliance gevraagd om het anti-aangescherpte omkopingsbeleid uit 2018 te evalueren. De uitkomst daarvan is in juli 2022 met de Kamer gedeeld.9 De onderzoekers concluderen in het rapport dat het beleid is aangescherpt ten opzichte van voorgaande jaren en dat het belang van effectief anti-omkopingsbeleid breed wordt erkend, maar constateren ook dat het beleid nadere uitwerking vergt. Zo dient het risicokader te worden geconcretiseerd en behoeft er verdere standaardisering van de zogeheten enhanced due diligence procedures. Het kabinet acht het van groot belang dat het anti-omkopingsbeleid van de ekv goed op orde is. Om navolging te geven aan de aanbevelingen uit het evaluatierapport is er een Taskforce anti-omkoping opgericht, samen met de ADSB en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit najaar zal hierover een update met uw Kamer gedeeld worden.

Update Mozambique

In 2021 heeft er veel gespeeld rondom het LNG-project in Mozambique. De Kamer is hier reeds uitgebreid over geïnformeerd.10 Het project ligt sinds 2021 stil vanwege geweldsincidenten rondom de projectlocatie en de huidige situatie laat het nog altijd niet toe om het project weer op te starten. In het geval het project eventueel hervat zal worden, wordt gegarandeerd dat aan IMVO-standaarden voldaan wordt, en dat voldoende maatregelen worden getroffen op het gebied van veiligheid. Op dit moment vindt er een review plaats door een extern onderzoeksbureau van de veiligheidsanalyse die een belangrijke grondslag vormde voor het verstrekken van de polis. Uw Kamer is dit voorjaar geïnformeerd over de opzet van de opdrachtverstrekking.11 Later dit jaar zal uw Kamer geïnformeerd worden over de uitkomsten van deze review.

Exportkredietverzekeringen en de Russische inval in Oekraïne

Tijdens het commissiedebat Maritieme Sector op 5 juli 2022 heeft de Minister van I&W aan Kamerlid Koerhuis (VVD) toegezegd nadere informatie te verstrekken over het gebruik van de Nederlandse exportkredietverzekeringen door scheepsbouwers om risico’s af te dekken die ontstaan zijn door de Russische inval in Oekraïne. Het kabinet voldoet aan deze toezegging door hieronder inzicht te bieden in het gebruik van de ekv-faciliteit voor risico’s die gelopen worden op kopers in Oekraïne en Rusland.

Per eind juli 2022 geldt dat er vijf verzekeringspolissen actief zijn op Rusland voor een totaal verzekerd bedrag van 66,4 miljoen euro. Deze polissen liepen al vóór de inval van Rusland in Oekraïne. Van deze vijf polissen zijn twee polissen gerelateerd aan de levering van een Nederlandse scheepsbouwer aan een partij in Rusland. Per geval wordt bezien of de levering doorgang kan vinden op basis van de sancties, tot die tijd wordt er niet geleverd. Verder geldt dat er negen verzekeringspolissen actief zijn op Oekraïne voor een totaal verzekerd bedrag van 16,7 miljoen euro. Dit betreffen eveneens polissen die al actief waren voor de inval, en die zich in de financieringsfase bevinden (goederen of diensten zijn reeds geleverd). Hierbij zitten geen polissen die betrekking hebben op scheepsbouwers. Ook de twee polissen voor Oekraïne die lopen onder DTIF (Dutch Trade and Investment Fund) voor een bedrag van 1,95 miljoen euro betreffen geen scheepsbouwers. Deze polissen ondersteunen exporttransacties door het afdekken van betalingsrisico’s (bijvoorbeeld bij voortgezette non-betaling of faillissement) voor de Nederlandse exporteur of financierende bank. Indien er krediet- en/of fabricatieschade ontstaat als gevolg van de sancties is dit door de ekv gedekt en zal deze schade uitgekeerd worden aan de Nederlandse exporteur of financierende bank.

De ekv-faciliteit is sinds de inval van Rusland in Oekraïne afgesloten voor risico’s op Rusland. Dit geldt ook voor Belarus. Bestaande transacties tussen Nederlandse scheepsbouwers en debiteuren in Rusland zonder ekv-dekking, die naar verwachting onderhevig zijn aan sanctiewetgeving, kunnen niet ex-post ondergebracht worden bij de ekv. Het ekv-instrumentarium verzekert immers alleen als er sprake is van een onzeker voorval, waardoor er geen «brandende huizen» in de verzekeringsportefeuille opgenomen kunnen worden.

Het huidige landenbeleid op Oekraïne voor de exportkredietverzekering is «Beleid wordt herzien», vanwege de grote onzekerheid in het land vanwege de oorlog. Dit betekent in de praktijk dat verzekeringsaanvragen op Oekraïne op een case-by-case basis worden bekeken, waarbij ADSB met een open grondhouding kijkt naar de mogelijkheden binnen de ekv in afstemming met de Ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken.

Grondstoffenstrategie

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is, samen met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, bezig met het uitwerken van een grondstoffenstrategie om de toegang tot kritieke grondstoffen te verbeteren en zo de strategische onafhankelijkheid van Nederland te vergroten.Als onderdeel daarvan wordt onderzocht hoe het exportkredietverzekeringsinstrumentarium, bijvoorbeeld de investeringsverzekering, ingezet kan worden om bedrijven te faciliteren die willen investeren in toegang tot kritieke grondstoffen. Hierbij wordt ook gekeken naar wat andere landen doen op dit gebied.

Beleidsdoorlichting

Op 15 september 2021 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het plan van aanpak voor de beleidsdoorlichting van de ekv, waarin wordt onderzocht in hoeverre de ekv op een doelmatige en doeltreffende wijze mogelijkheden biedt voor het bevorderen van Nederlandse export.12 In het plan van aanpak is toegezegd dat de beleidsdoorlichting voor het eind van 2022 aan uw Kamer wordt verzonden, maar voor zorgvuldige beantwoording van de onderzoeksvragen is meer tijd nodig. De beleidsdoorlichting zal daarom vóór de zomer van 2023 worden verzonden. Het stuk zal onder meer een weging en prioritering meenemen van de indicatoren zoals verzocht door de Commissie van Financiën in oktober 2021.

Ik vertrouw erop dat ik uw Kamer met de bijgaande monitor een goed overzicht van de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen op ekv-gebied heb gegeven.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij


X Noot
2

Kamerstuk 35 300, nr. 102.

X Noot
3

De Club van Parijs is een internationaal gremium dat bemiddelt tussen crediteurlanden (waaronder Nederland) en landen met een onhoudbare schuld. De herstructureringen gebeuren op basis van analyses van schuldhoudbaarheid van het IMF, die aangeven wat voor de schuld van een land nodig is om houdbaar te worden.

X Noot
4

Kamerstuk 26 234, nr. 256.

X Noot
5

De berekening van afgegeven polissen verschilt met de berekening van het prestatiecomponent van ADSB onder «Financieel resultaat 2021» omdat daarin ook DTIF- en DGGF-transacties zijn meegenomen.

X Noot
7

Kamerstuk 31 793, nr. 230.

X Noot
8

Kamerstuk 26 485, nr. 380.

X Noot
9

Kamerstuk 35 925 IX, nr. 39.

X Noot
10

Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nrs. 1760, 2944, 2946, 4003 en 4004, Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nrs. 152 en 951.

X Noot
11

Kamerstuk 26 485, nr. 396.

X Noot
12

Kamerstuk 31 935, nr. 72.

Naar boven