26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 380 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2021

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de beleidsevaluatie van het mvo-beleid voor de exportkredietverzekering aan1. Tevens zal ik in deze brief ingaan op de aanbevelingen die uit deze beleidsevaluatie zijn voortgekomen en de stappen die hiermee reeds gezet zijn.

Mvo-beleid voor de exportkredietverzekering

De Staat neemt geen transacties in verzekering wanneer er sprake is van onaanvaardbare negatieve effecten voor mens, dier en milieu. Dit uitgangspunt is de kern van het mvo-beleid voor de exportkredietverzekering. In 2018 is het beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) voor de exportkredietverzekering (ekv) vernieuwd.2 In de Monitor Exportkredietverzekering 2018 heb ik een externe evaluatie van dit beleid aangekondigd.3 Eind 2020 heeft adviesbureau Steward Redqueen deze evaluatie uitgevoerd, waarbij is gekeken naar het beleidskader, het beoordelingsproces en enkele praktijkcasus.4 Ook de mvo-aspecten van de zogeheten casus Angola/Van Oord zijn meegenomen in de evaluatie, zoals eerder aan uw Kamer toegezegd.5 In deze beleidsevaluatie was het consulteren van stakeholders, waaronder exporteurs, een belangrijk onderdeel. Dit mede om vast te stellen of het ekv-beleid efficiënt, effectief én werkbaar is.

Conclusie beleidsevaluatie

De conclusie die uit de beleidsevaluatie volgt is dat het huidige mvo-beleid voor de ekv-faciliteit effectief is in het voorkomen van het verzekeren van transacties met onaanvaardbare risico’s voor mens en milieu. Het huidige beleid voldoet aan de internationale standaarden en daarnaast wordt door aanvullende nationale beleidskaders een breder beleid gevoerd. Daarnaast wordt geconcludeerd dat het beleid wordt uitgevoerd door een deskundig en betrokken mvo-team. Hoewel exporteurs soms uitdagingen rond het level playing field ervaren, vinden zij het huidige beleid over het algemeen helder.

Aanbevelingen beleidsevaluatie

Het evaluatierapport concludeert dat er een stevige basis ligt om export te kunnen blijven bevorderen en op gebied van mvo een voorloper te zijn. Het verdient echter voortdurende aandacht om deze opdracht zo effectief mogelijk te kunnen blijven uitvoeren. Het rapport doet hiertoe enkele aanbevelingen. Hieraan is het afgelopen jaar reeds gewerkt. Hieronder zal ik de aanbevelingen die het rapport doet kort weergeven en toelichten, alsmede beschrijven hoe hieraan gevolg wordt gegeven.

Aanbevelingen beleidsevaluatie

1 – Ten aanzien van het mvo-beleid:

1a – Preciezer formuleren van begrippen

Toelichting

Opvolging

Het rapport constateert dat het mvo-beleid begrippen bevat die «vaag» worden gevonden of zich lenen voor verschillende uitleg. Het rapport beveelt aan te onderzoeken of enkele begrippen scherper afgebakend kunnen worden. Als voorbeeld wordt het begrip «projectomgeving» genoemd.

Met de volgende herziening van het mvo-beleidsdocument zal een verduidelijking van de tekst die uitleg geeft aan de term «projectomgeving» doorgevoerd worden. Bij de herziening wordt ook gekeken of aanscherping van andere begrippen mogelijk is.

1b – Uitbreiding van mvo-monitoring van projecten

Toelichting

Opvolging

Momenteel monitort ADSB enkel categorie A projecten waarbij sprake is van projectfinanciering. Het rapport benoemt dat het van belang is dat ADSB voeling heeft bij de uitvoering van de projecten en hierin niet achterblijft bij andere ECA’s. Geadviseerd wordt om een uitbreiding van monitoring naar andere (project)categorieën te overwegen.

Het afgelopen jaar heeft de Staat samen met ADSB onderzocht met welke projectcategorieën de monitoring uitgebreid kan worden en welke gevolgen dit heeft voor de uitvoering. Dit heeft geleid tot uitbreiding van monitoring naar alle projecten met het hoogste risico (categorie A).

Ten aanzien van de overige projectcategorieën in een lagere risico-categorie zal op case-by-case basis gekeken worden of monitoring nodig is. De uitbreiding van het monitoringsbeleid is geconsulteerd met de ekv stakeholders: exporteurs, ngo’s, belangenorganisaties en financiële instellingen. De suggesties van deze partijen zijn meegewogen en waar mogelijk meegenomen. Het aangepaste monitoringsbeleid zal betrekking hebben op aanvragen die vanaf 1 januari 2022 worden ingediend. Deze aanpassing van het monitoringsbeleid zal tevens in de herziene versie van het mvo-beleidsdocument worden meegenomen.

1c – Verduurzaming

Toelichting

Opvolging

Het rapport constateert dat verduurzaming, in de zin van het volledig integreren van ecologische en sociale randvoorwaarden, een centrale uitdaging is bij hedendaagse maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Het verdient aanbeveling bij de beleidsontwikkeling wel voorop te lopen, maar niet te ver uit de pas te lopen met internationale ontwikkelingen, aldus het rapport. Geadviseerd wordt om stakeholders te betrekken waar materiële beleidsverandering wordt nagestreefd.

De rol van verduurzaming neemt is steeds groter geworden in de uitvoering van de ekv. Zo zijn de thema's klimaat en brede welvaart («impact») strategische focusgebieden voor de ekv in de periode 2021–2024. Het mvo-beleid van de ekv is en blijft hierin een belangrijke randvoorwaarde.

De belangrijkste beleidsveranderingen op het gebied van mvo worden doorgaans geconsulteerd bij stakeholders. Voorbeelden hiervan zijn de algemene mvo beleidsaanpassing in 2018, het dierenwelzijnsbeleid in 2020, en de recente aanpassing op het gebied van monitoring zoals hierboven beschreven. Daarnaast wordt door intensieve samenwerking binnen de EU en de OESO het level playing field gewaarborgd om te voorkomen dat Nederland internationaal te ver uit de pas loopt.

Zoals bekend, heeft Nederland tijdens de COP26 conferentie in Glasgow de verklaring ondertekend voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energie transitie.1 Ook binnen de Export Finance for Future (E3F) coalitie zet Nederland zich in voor het in lijn brengen van de ekv met de klimaatdoelen van Parijs. Van belang is daarbij dat een transitie vormgegeven kan worden die haalbaar is, met behoud van kennis en banen, en rekening houdend met de effecten op de minst ontwikkelde landen.

2 – Ten aanzien van de uitvoering van het beleid:

2a – Bezetting en inbedding mvo-desk in de organisatie

Toelichting

Opvolging

Het rapport constateert dat de ADSB mvo-desk wordt geroemd om haar kwaliteit en professionaliteit, maar dat er kanttekeningen worden geplaatst bij de omvang van de bezetting. Ook zijn vragen gesteld over de plaats of inbedding in de organisatie van de mvo-desk. Geadviseerd wordt hier verder naar te kijken.

De mvo-desk is een team van specialisten binnen ADSB dat zich richt op de uitvoering van de milieu en sociale due diligence van concrete transacties en op de advisering van het direct daaraan verwante beleid. Inmiddels is de capaciteit van de mvo-desk uitgebreid van 3 naar 5 personen (1,7 fte). Daarnaast is de positie van de mvo-desk binnen de organisatie van ADSB versterkt doordat het team een eigen manager heeft gekregen.

2b – Stakeholdersdialoog

Toelichting

Opvolging

Het rapport roept op om een actieve in plaats van reactieve stakeholder dialoog te voeren.

De Staat organiseert regelmatig stakeholderbijeenkomsten om nieuwe ontwikkelingen te kunnen toelichten en te bespreken. Daarnaast zoekt ADSB de actieve dialoog op met stakeholders door middel van het organiseren van cursussen, de exporteursbijeenkomst en andere evenementen. Ook in de komende periode zal ingezet worden op het proactief betrekken van stakeholders.

3 – Ten aanzien van communicatie met betrekking tot de mvo-aspecten van de ekv faciliteit:

3a – Communicatie met exporteurs

Toelichting

Opvolging

Uit de evaluatie kwam naar voren dat er beter aan verwachtingenmanagement gedaan kan worden richting exporteurs en banken over de tijdlijnen en benodigde documentatie in het kader van de due diligence.

De communicatie met aanvragers van de ekv heeft door capaciteitsproblemen enige tijd onder druk gestaan, door uitbreiding van de capaciteit van de mvo-desk is hier nu meer ruimte voor. Er wordt ook periodiek overleg gevoerd met frequente gebruikers van de ekv. Nieuwe en kleinere klanten krijgen meer begeleiding van ADSB.

3b – SDG communicatie

Toelichting

Opvolging

Het rapport adviseert om de positieve kanten van verzekerde projecten beter onder het voetlicht te brengen en stelt voor de SDG’s hiervoor te gebruiken.

De bijdrage aan brede welvaart («Impact») is een van de pilaren van de ekv strategie voor 2021–24. Op dit moment rapporteert de Staat over de SDG’s in de ekv-monitor en ADSB in haar jaaroverzicht. Voor In 2022 zal een bredere exercitie worden opgezet om de relatie SDG’s en ekv scherper op de kaart te zetten. In 2022 zal worden onderzocht of verbeteringen mogelijk zijn op het terrein van de rapportage over de bijdrage die de ekv levert aan de SDG’s.

X Noot
1

Kamerstuk 31 793, nr. 202.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 26 485, nr. 255.

X Noot
3

Kamerstuk 26 485, nr. 314.

X Noot
4

In deze beleidsevaluatie is niet vooruitgelopen op mogelijke IMVO-wetgeving op EU-niveau waar uw Kamer eerder vorig jaar over is geïnformeerd (Kamerstuk 26 485, nr. 377).

X Noot
5

Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1947.

Naar boven