26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 186 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2014

In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken van 20 mei 2014 is gesproken over het rapport van Oxfam «Standing on the Sidelines: Why food and beverage companies must do more to tackle climate change». Uw commissie heeft gevraagd om een kabinetsreactie op dit rapport. Met deze brief voldoe ik aan dat verzoek, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.

Rapport van Oxfam

Het bovengenoemd rapport over de uitstoot van broeikasgassen is onderdeel van de wereldwijde campagne «Behind the Brands». Daarin richt Oxfam zich op het sociale en milieubeleid van multinationals. In dit rapport geeft Oxfam aan dat de 10 grootste en wereldwijd opererende voedings- en drankenbedrijven1 en hun toeleveranciers jaarlijks verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van 263,7 miljoen ton aan broeikasgassen.

Het rapport stelt verder dat klimaatverandering deze industrie zelf ook bedreigt door de afhankelijkheid van voedselproductie van het klimaat en het weer. Tegelijkertijd signaleert Oxfam dat betreffende bedrijven onvoldoende doen om klimaatverandering aan te pakken, met name in de toeleverende keten.

Het rapport roept de betreffende bedrijven op nieuwe emissiereductiedoelstellingen voor broeikasgassen te stellen, voor henzelf en de toeleverende bedrijven in de landbouw, maar signaleert dat er tegelijkertijd druk is om de toenemende vraag naar voedsel als gevolg van bevolkingstoename te realiseren.

Oxfam vraagt van deze grootste voedingsmiddelenbedrijven hun invloed te gebruiken om overheden en andere industrieën aan te zetten tot (ambitieuze) klimaatactie.

Kabinetsreactie

In de Klimaatagenda 20302 beschrijft het kabinet dat spoedige internationale actie vereist is om de broeikasgasuitstoot, en daarmee klimaatverandering, te beperken. Nederland en Europa kunnen hierin een positieve rol vervullen, zowel in onze internationale samenwerking als door zelf het goede voorbeeld te geven.

Een brede coalitie van maatschappelijke partijen is nodig om internationaal tot adequate oplossingen te komen. Het kabinet geeft in de Klimaatagenda weer dat zij optimaal gebruik wil maken van de energie van partijen die de strijd tegen het klimaatprobleem aangaan, en zet daarom in op concrete oplossingen voor de klimaatproblematiek in samenwerking met het (internationale) bedrijfsleven, (internationale) koepels van steden, lokale overheden, NGO’s, wetenschap en burgers.

Het kabinet onderschrijft hiermee het belang van het aanpakken van klimaatverandering, ook in de agrofoodsector. Nationaal door het stellen van sectorale emissiereductiedoelen, internationaal door inzet op integrale verduurzaming van voedselketens en klimaat-slimme landbouw. Het kabinet is een warm pleitbezorger van publiek-private partnerschappen op dit thema. Het (multinationale) bedrijfsleven neemt steeds vaker haar verantwoordelijkheid, ook samen met lokale overheden in derde landen. De oproep van Oxfam, gericht aan de grootste voedingsmiddelenbedrijven ter wereld, zie ik dan ook als ondersteuning van het kabinetsbeleid.

In de Beleidsbrief Duurzame Voedselproductie3 heeft het kabinet haar beleid gepresenteerd voor de verduurzaming van voedselketens. De reductie van de uitstoot van broeikasgassen is een onderdeel van de verdere verduurzaming van de grote Nederlandse grondstof- en productketens die ook op de Agenda van de Alliantie Verduurzaming Voedsel staat. Het kabinet verwacht binnenkort een Mededeling van de Europese Commissie over de ambities voor verdere verduurzaming van voedselsystemen. In de Nederlandse reactie op de Europese consultatie over verduurzaming voedselsystemen (Kamerstuk 31 532, nr. 123) dringt Nederland aan op afspraken over transparantie in de voedselketen met aansluiting op initiatieven van de private sector. Ook vraagt Nederland aandacht voor verduurzaming van consumptiepatronen.

Het kabinet draagt zelf ook bij aan het verduurzamen van de voedselketen en voelt een sterke verantwoordelijkheid om Nederlandse kennis en kunde actief in te zetten voor klimaat-slimme landbouw die gelijktijdig duurzame verhoging van de landbouwproductie nastreeft, broeikasgasuitstoot in de landbouwsector terugdringt en de landbouw weerbaar maakt tegen effecten van klimaatverandering.

Om klimaat-slimme landbouw verder in de praktijk te brengen heeft het kabinet samen met de Wereldbank en de FAO het initiatief genomen om met een «coalition of the working» de Alliance for Climate Smart Agriculture, met meer dan 75 partners uit het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, internationale organisaties en overheden, op te zetten. Het kabinet zoekt oplossingen in multi-stakeholder partnerschappen, zowel keten- als gebiedsgericht, zowel nationaal als internationaal.

De Europese Unie ziet bij het mitigeren van klimaatemissies voor zichzelf een voortrekkersrol weggelegd. Zij heeft de Kyoto-doelstellingen voor de emissie van broeikasgassen geratificeerd en deze, voor niet-ETS sectoren zoals landbouw, doorvertaald naar doelen voor de lidstaten van de Unie. Het rapport van Oxfam heeft daardoor met name betekenis voor (onderdelen van) voedingsmiddelenbedrijven met productie buiten landen die het verdrag van Kyoto geratificeerd hebben.

Ook is Nederland actief betrokken bij verschillende Round Tables waarin bedrijven samen met maatschappelijke organisaties standaarden ontwikkelen voor duurzame productieketens. Via organisaties als Solidaridad en het Initiatief Duurzame Handel wordt die verduurzaming verder ondersteund.

In Nederland wordt, op basis van Europese afspraken, gewerkt aan energie- en klimaatdoelen in de land- en tuinbouw en de voedselverwerkende industrie, ook aan emissiereductie van broeikasgassen in de veehouderij en glastuinbouw. Op 15 mei 2014 zijn de tussenresultaten van het klimaat- en energiebeleid, zoals afgesproken in het Convenant Schone en Zuinige Agroketens, aangeboden aan uw Kamer.

Tot slot

Het rapport van Oxfam pleit er bij voedingsmiddelen- en drankenbedrijven voor om tot eigen klimaatdoelstellingen te komen, voor hun gehele keten. Het kabinet juicht initiatieven van deze en andere bedrijven toe om vrijwillig eigenstandige klimaatdoelstellingen op te nemen in hun bedrijfsbeleid als onderdeel van verdere verduurzaming en verantwoord ondernemerschap.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Oxfam benoemt in het rapport de volgende 10 bedrijven als «Big 10»: Associated British Foods (ABF), Coca-Cola, Danone, General Mills, Kellogg, Mars, Mondelez International, Nestlé, PepsiCo en Unilever

X Noot
2

Bijlage bij Kamerstuk 32 813, nr. 70

X Noot
3

Kamerstuk 31 532, nr. 118

Naar boven