26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 166 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2013

In deze brief wordt uitvoering gegeven aan de moties Peters c.s. (Kamerstuk 33 000 V, nr. 98) en Verhoeven c.s. (Kamerstuk 26 485 V, nr. 139). De moties vragen respectievelijk om:

  • Uitvoeren human rights due diligence, conform de VN Ruggie- en OESO-richtlijnen, van bedrijven die gebruik maken van economische diplomatieke dienstverlening of andere middelen, zoals handelsmissies of matchmaking;

  • Voldoen aan de OESO Richtlijnen en uitvoeren van due diligence proces door bedrijven die gebruik maken van het financieel buitenlandinstrumentarium of meegaan met handelsmissies.

Verder zal in deze brief toegelicht worden hoe Internationaal Verantwoord Ondernemen (IMVO) tot structureel onderdeel is gemaakt van de uitvoering van economische missies en match making. Tevens ontvangt u een rapportage over MVO aspecten in een drietal economische missies.

Het belang van IMVO

Het Kabinet ondersteunt de internationalisering van het Nederlandse bedrijfsleven door middel van economische diplomatie. Missies zijn een effectief instrument om handel te bevorderen en investeringsstromen op gang te brengen. Bedrijven kunnen met economische missies een markt verkennen, contacten opdoen en contracten sluiten. Het stimuleren van Internationaal Verantwoord Ondernemen (IMVO) vindt het Kabinet daarbij essentieel. Het Kabinet verwacht en stimuleert MVO inspanningen van het bedrijfsleven om hun verantwoordelijkheid te nemen voor de impact die het heeft op mens en milieu.

Uitvoering moties van Peters en Verhoeven

Het uitvoeren van een (human rights) due diligence proces door bedrijven heeft het Kabinet vorm gegeven in de uitvoering van economische missies. De OESO Richtlijnen bieden daarvoor het uitgangspunt, met als doel dat bedrijven due diligence doen. Van bedrijven verwacht het Kabinet dat zij inzicht verwerven in de (potentiele) effecten die hun onderneming heeft op mensenrechten in het land waar de missie naartoe gaat en dat zij een beleid hebben om de negatieve impact te vermijden. De OESO Richtlijnen geven aan dat dit op een praktische manier en proportioneel moet gebeuren.

Het Kabinet geeft invulling aan de moties langs twee lijnen: 1) voorwaarden stellend, en 2) informerend.

  • 1) Bedrijven die mee willen op een economische missie, en in sommige gevallen gebruik willen maken van matchmaking, wordt gevraagd om bij aanmelding akkoord te gaan met de voorwaarden voor deelname. Door ondertekening van de voorwaarden verklaren bedrijven kennis te hebben van de OESO richtlijnen en bereidt zijn daarnaar te handelen, met speciale aandacht voor risico analyse ten aanzien van mensenrechten. Het ondertekenen van de voorwaarden is niet zonder consequenties. Indien een bedrijf, dat zich akkoord heeft verklaard met de deelnemersvoorwaarden, negatief met MVO kwesties in verband wordt gebracht, zal de overheid met het bedrijf daarover in gesprek gaan en verbeterplannen vragen. Bedrijven die niet meewerken of onvoldoende verbetering boeken worden uitgesloten van deelname aan toekomstige missies.

  • 2) Daarnaast worden bedrijven geïnformeerd over het belang van due diligence, op basis van een factsheet due diligence. Voor bedrijven die investeren of samenwerken met een lokale partij is er de factsheet «ketenverantwoordelijkheid». De Risico Checker van MVO Nederland kan bedrijven helpen bij het in kaart brengen van risico’s. Momenteel werkt de commissie IMVO bij de Sociaal Economische Raad (SER) aan een document met voorbeelden en ervaringen van bedrijven aan de hand van de stappen van due diligence. Dat zal eind dit jaar gereed zijn en het Kabinet zal dit verwerken in de informatievoorziening aan missiedeelnemers.

Deze elementen zijn opgenomen in het IMVO kader voor economische missies, dat gepubliceerd is op de website van Agentschap.nl.

In het licht van bovenstaande verwijst het Kabinet nog graag naar een aankomend project. Het Kabinet ziet dat het belangrijk is dat bedrijfsleven geholpen wordt bij de noodzakelijke afwegingen en prioriteringen ten aanzien van risico’s. De overheid zal daartoe haar inzet naar het bedrijfsleven coördineren met het Sector Risico Project (met verwijzing naar de IMVO visie «Maatschappelijk verantwoord ondernemen loont»). Vanuit een integrale analyse van de belangrijkste MVO-issues die in sectoren spelen, wordt bezien of de bedrijven in die sectoren voldoende aandacht besteden aan issues die in de betreffende sector een aanzienlijk risico vormen. Het project zal voor het bedrijfsleven zogenoemde wereldrisicokaarten opleveren.

Over de integratie van de OESO richtlijnen en meer specifiek de due diligence vereisten in de overige bedrijfsleveninstrumenten, waar de moties eveneens om vragen, werd u geïnformeerd in Kamerbrief van 6 maart jl. (Kamerstuk 31 250, nr. 102) en meer recent bij de beantwoording van de Kamervragen over de Beleidsnota «Wat de wereld verdient: Een nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen».

IMVO bij missies

Om te borgen dat Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) structureel wordt meegenomen in economische missies, is een IMVO-kader opgesteld. Dit IMVO kader voor economische missies is gepubliceerd op de website van Agentschap.nl1.

De voorbereiding en uitvoering van economische missies kent vier fases (voorbereiding, uitvoering in Nederland, uitvoering in het buitenland en rapportage). Voor elk van die fases is in het IMVO kader aangegeven hoe MVO daarin aan de orde komt: wat wordt gevraagd aan deelnemende bedrijven, hoe verloopt de voorbereiding van de missie en op welke wijze wordt er geëvalueerd.

Fase 1 voorbereiding: het ministerie dient een Terms of Reference in bij Agentschap.nl voor de uitvoering van een economische missie met daarin de doelstellingen en het verwachte resultaat van de missie. Aandacht voor MVO is een vast onderdeel van deze Terms of Reference.

Fase 2 voorbereiding in Nederland: bij aanmelding ondertekenen de deelnemende bedrijven de deelnemersvoorwaarden. Bedrijven verklaren daarmee te zullen handelen overeenkomstig de OESO-richtlijnen. Hierbij wordt expliciet aandacht gevraagd voor risicoanalyse ten aanzien van MVO aspecten zoals mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en corruptie. MVO is onderdeel van de vragenlijst die de deelnemers invullen bij de intake. Bedrijven moeten hier laten zien waar ze staan ten opzichte van hun oriëntatie op risico’s. Het geeft een beeld van de uitdagingen op het gebied van MVO, waar bedrijven in het betreffende land mogelijk mee geconfronteerd worden. Ook wordt bij aanmelding nagegaan of het bedrijf mogelijk nul punten heeft op de Transparantiebenchmark2. Een 0-score kan erop wijzen dat een bedrijf geen maatschappelijke rapportage heeft. Dit is aanleiding om in gesprek te gaan over het belang van een wenselijke maatschappelijke verslaglegging.

Na de intake wordt ter voorbereiding een deelnemersbijeenkomst georganiseerd. Bedrijven worden dan geïnformeerd over de OESO richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en worden gestimuleerd hiernaar te handelen. Tijdens die voorbereidende deelnemersbijeenkomst wordt een presentatie gegeven over maatschappelijke risico’s en duurzaamheidsuitdagingen. Bedrijven ontvangen dan ook een informatiepakket, met daarin onder andere een factsheet over de OESO Richtlijnen. Consultaties met experts en organisaties op het gebied van MVO, mensenrechten en andere onderwerpen uit de OESO Richtlijnen, zijn onderdeel van de informatiebijeenkomst voorafgaand aan de missie.

Fase 3 uitvoering tijdens missie: tijdens de missie wordt er op verschillende manieren aandacht besteed aan MVO. De posten spelen hierbij een belangrijke rol. Tijdens de briefing op de ambassade staan lokale MVO uitdagingen op de agenda. MVO wordt geïncorporeerd in het programma van de missie met bijvoorbeeld een seminar, bedrijfs- of veldbezoek en/of bij gesprekken met de overheid. De manier waarop is afhankelijk van het land waar de missie plaatsvindt. Gesprekken met of deelname van experts en NGO’s kunnen onderdeel zijn van een missie. De MVO uitdagingen die bedrijven bij de intake hebben aangegeven zijn hierbij relevante input. Daar waar relevant, zal het Kabinet ook zelf spreken met lokale NGO’s. Deze gesprekken geeft het Kabinet een breder inzicht in de lokale context en uitdagingen die samenhangen met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Tegelijkertijd geeft het maatschappelijke organisaties in lage- en middeninkomenslanden input om hun signaleringsrol of hun rol als «watchdog» te kunnen spelen ten behoeve van een ondernemersklimaat met aandacht voor MVO.

Fase 4 rapportage: In de rapportage over de economische missie wordt aangegeven op welke manier en in welke context MVO is betrokken bij de economische missie.

MVO in drie economische missies in 2012/2013 – rapportage

Tijdens de drie economische missies in de tweede helft van 2012 en het begin van 2013 zijn de deelnemende bedrijven vooraf en tijdens de missie geïnformeerd over de OESO Richtlijnen en specifieke MVO aspecten van zakendoen in de betreffende landen.

In het programma is MVO onder meer op de volgende wijzen over het voetlicht gebracht:

  • Turkije: Van 5–7 november 2012, heeft minister Ploumen, gezamenlijk met MP Rutte en VNO-NCW Voorzitter Wientjes, Turkije bezocht met een delegatie van tien CEO's van Nederlandse multinationals en ruim 80 vertegenwoordigers van Nederlandse MKB-bedrijven. Tijdens de missie vond het MVO seminar «Sustainability as a competitive advantage» plaats met een openingsspeech door MP Rutte. Het seminar met bedrijven, overheid en maatschappelijke organisaties richtte zich op het integreren van duurzaamheid en MVO in de bedrijfsstrategie en de uitwisseling van ervaringen hierover tussen Turkse en Nederlandse bedrijven. Daarnaast heeft het Kabinet een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) in Turkije om samen met de Turkse overheid en bedrijven te werken aan het tegengaan van kinderarbeid bij de hazelnootoogst als gevolg van seizoenmigratie.

  • Brazilië: Van 18–23 november 2012, heeft minister Ploumen gezamenlijk met staatssecretaris Dekker van OCW en een delegatie van circa 175 bedrijven en onderwijsinstellingen, onder leiding van MKB Nederland-voorzitter Biesheuvel, een bezoek gebracht aan Brazilië. In de missie was veel aandacht voor het tonen van duurzame innovaties vanuit Nederland. Tijdens een gesprek met de minister van Landbouw werd gesproken over de mondiale voedselzekerheid en het belang van duurzaamheid en MVO daarbij. Het programma voor de deelnemers, actief op landbouwgebied, stond in het teken van duurzame landbouw. Met de minister van Financiën heeft minister Ploumen gesproken over het belang van een voldoende toegerust Braziliaans Nationaal Contact Punt (NCP) als geschillenbeslechtingssysteem van de OESO Richtlijnen. Als follow-up heeft de voorzitter van het Nederlandse NCP in december 2012 workshops verzorgd over mediation voor het Braziliaanse NCP.

  • Singapore/Brunei: Van 21–25 januari 2013 heeft minister Ploumen naar aanleiding van de Staatsbezoeken aan beide landen, een bezoek gebracht aan Singapore en Brunei. Een belangrijke focus in Singapore lag op uitwisseling van ervaringen met samenwerking binnen de gouden driehoek van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid ten behoeve van innovatie. Innovatie is daarbij veelal gericht op verhoogde duurzaamheid en efficiency. In dat kader heeft minister Ploumen ook het thema MVO aangesneden bij haar Singaporese counterpart. Met enkele NGO’s werd gesproken over de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt om een beter beeld te krijgen van mogelijke uitdagingen voor bedrijven op het gebied van vrouwenrechten. In Brunei is tijdens een toelichting over het Heart of Borneo Initiatief, waarin Brunei-Shell Petroleum een belangrijke speler is, ingegaan op de rol van het bedrijfsleven bij duurzaamheid en groene groei en maatschappelijke – mede – verantwoordelijkheid voor duurzaam bosbeheer en behoud van biodiversiteit in het bijzonder.

In alle economische missies wordt voortaan op basis van het IMVO kader gewerkt en is aandacht voor IMVO een structureel onderdeel van de missies.

Hierover zal worden gerapporteerd in kwartaal-missieverslagen aan uw Kamer. In het eerste kwartaal rapport, dat uw Kamer voor de zomer ontvangt, zijn de missieverslagen van de bovengenoemde missies opgenomen, alsmede de verslagen van de meest recente missies.

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken,

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
2

De jaarlijkse Transparantiebenchmark brengt de transparantie in maatschappelijke verslaggeving in beeld. De benchmark wordt, in opdracht en onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Economische Zaken uitgevoerd door PwC.

Naar boven