26 407 Biodiversiteit

Nr. 98 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2015

In mijn verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 20 april 2015, dat ik u bij brief van 24 april 2015 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 838) heb toegezonden, heb ik toegezegd u te informeren over de uitkomsten van het 11e VN-Bossenforum. Dit vond plaats van 4-15 mei 2015 in New York.

In mijn brief van 10 april 2015 met de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 20 april 2015 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 835) heb ik u de Nederlandse inzet geschetst naar aanleiding van de in te nemen positie van de Europese Unie (EU) en haar lidstaten tijdens het 11e VN-Bossenforum. Nederland heeft een actieve inbreng geleverd in het forum, ook tijdens het zogenaamde High Level Segment van dit forum. Naar aanleiding van de uitkomsten van het 11e VN-Bossenforum kunnen Nederland en de EU tevreden zijn. Het verslag treft u hieronder aan.

Ministeriële verklaring

Tijdens het High Level Segment dat plaats vond op 13 en 14 mei jl. was er gelegenheid voor ministers om verklaringen af te leggen en deel te nemen aan twee ronde tafeldiscussies. In de gezamenlijke ministeriële verklaring is de nadruk gelegd op het belang van duurzaam bosbeheer voor duurzame ontwikkeling. Nederland heeft het belang benadrukt dat de bossector ook nadrukkelijk buiten het bos moet kijken om duurzame instandhouding van bossen te realiseren. Immers, de belangrijkste oorzaken van ontbossing liggen buiten de bossector. De behoefte aan landbouwgrond is een belangrijke oorzaak van ontbossing. Verhoging van de landbouwproductiviteit kan daarom bijdragen aan het tegen gaan van de ontbossing. Maar ook andersom: bossen dragen bij aan klimaatbeheersing, het vruchtbaar houden van de bodem, het beschermen van stroomgebieden en het terugbrengen van de risico’s van natuurrampen. Daarmee dragen bossen ook bij aan voedselzekerheid. Daarom heeft Nederland gepleit voor het ontwikkelen van coalities en partnerschappen om samen met het bedrijfsleven ontbossing aan te pakken. Binnen mijn eigen departement is om die reden een werkprogramma «1 Aarde» gestart dat zich richt op de verdere verduurzaming van de agro- en houtketen alsmede op een brede strategie, die gebaseerd is op de brede landschapsbenadering, om ontbossing en verdere aantasting van biodiversiteit af te remmen. Nederland kan hier met zijn ervaring op het gebied van landbouw en voedselzekerheid, handel in agroproducten en -grondstoffen, en het omgaan met de vele wensen op het gebied van landgebruik en -inrichting ook internationaal een wezenlijke bijdrage leveren.

In de gezamenlijke ministeriële verklaring is dan ook nadrukkelijk opgenomen meer buiten de bossector te kijken door ook de oorzaken van ontbossing aan de orde stellen.

Omnibusresolutie

De besluiten die het forum heeft genomen zijn opgenomen in één grote resolutie, de zogenaamde omnibusresolutie. Centraal stond daarin de herziening, en het vervolg daarop, van het Internationaal Bossenarrangement, internationaal aangeduid als het International Arrangement on Forests1 (IAF), waar het VN-Bossenforum een centrale rol in speelt.

Besloten is onder andere om het mandaat van het forum te verlengen tot 2030; een strategisch plan op te stellen voor deze periode dat richting moet geven aan de werkzaamheden, maar wel ruimte geeft om op de actualiteit te kunnen inspelen; de activiteiten van het forum aan te laten sluiten op de post 2015 agenda van de VN en de daarin voorgenomen duurzame ontwikkelingsdoelen, met een grotere nadruk op implementatie van de al bestaande afspraken, inclusief de mondiale bossendoelstellingen. Kortom een bredere inbedding in de duurzame ontwikkelingsagenda gericht op meer implementatie in samenwerking met andere sectoren.

Om de implementatie van de afspraken beter te kunnen volgen, zal gewerkt worden aan nationale rapportages en versterking van monitoring en beoordeling. Het besluit of implementatie van de afspraken langs een wettelijke bindende of niet-bindende weg moet plaatsvinden, is uitgesteld tot de tussentijdse evaluatie in 2024. Dan zal ook een breed scala van financieringsopties bezien worden inclusief de oprichting van een wereldbossenfonds.

Met betrekking tot financiering is nu wel gekozen voor voortzetting en versterking van het zogenaamde facilitair proces. In dat proces worden landen die behoefte hebben aan financiering van het bosbeleid gesteund met kennis en expertise in het toegang krijgen tot fondsen die bedoeld zijn voor het bevorderen van duurzaam bosbeheer. Dit proces wordt versterkt en de prioriteiten daarvoor worden opgenomen in het eerder genoemde strategische plan. Met deze aanpak wil men ook andere financiële bronnen – met name uit de particuliere hoek – interesseren.

Verder werd de mogelijkheid om inbreng door belanghebbenden (stakeholders) in het besluitvormingsproces van het forum te leveren versterkt. Zij krijgen een zelfde positie als stakeholders bij het High Level Political Forum (HLPF) on sustainable development (voorheen de Commission on Sustainable Development). Voorheen was deze inbreng zeer beperkt, maar zij kunnen nu interveniëren, aanbevelingen doen en krijgen toegang tot alle officiële informatie en documenten en kunnen alle officiële bijeenkomsten bijwonen.

Ten slotte heeft het forum ook duidelijk aangegeven dat de relatie met de verschillende samenwerkende mondiale instellingen op bossengebied of die bossen gerelateerd zijn, verenigd in het zogenaamde Collaborative Partnership on Forests (CPF), moet worden versterkt en dezen een meer planmatige inbreng moeten leveren aan het werk van het forum, in het bijzonder aan het nog op te stellen strategisch plan. Tot op heden steunde het CPF de werkzaamheden van het forum en bracht wetenschappelijk en technisch advies uit. Het forum wil dat deze functie versterkt moet worden door formalisering van de werkwijzen van het CPF inclusief door het overwegen van een multilateraal memorandum van overeenstemming.

Al met al kan Nederland tevreden zijn over wat er nu op papier staat. De volgende belangrijke stap is dat er werk wordt gemaakt van hetgeen is afgesproken. Het ziet er naar uit dat tijdens het Nederlandse voorzitterschap de EU daarin de eerste stappen kan zetten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

1 Met het IAF wordt bedoeld het geheel van betrokken actoren bij het VN Bossenforum, t.w. de lidstaten, het UNFF-secretariaat, de veertien samenwerkende internationale instellingen op bossengebied, (FAO, Wereldbank, Internationale Tropisch houtorganisatie-ITTO, etc.) en regionale organisaties en maatschappelijke groeperingen.

Naar boven