21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 838 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2015

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad op 20 april jl.

Ik informeer u in deze brief ook over de toezegging zoals ik die heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad op 15 april jl. over het mogelijk kiezen van minder biodiverse bloemenmengsels voor de aanleg van akkerranden en stroken als gevolg van de strakke deadline voor het indienen daarvan. Tevens ga ik in deze brief in op de invulling van de kalverregeling zoals ik u heb toegezegd in de brief over de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid d.d. 5 juni 2014 (Kamerstuk 28 625, nr. 194).

Meerjarenplan visserij Oostzee

(algemene oriëntatie)

De Raad heeft ingestemd met een algemene oriëntatie over het meerjarenplan visserij Oostzee. Hierdoor kunnen de trilogen met het Europees parlement over dit plan worden gestart.

Het meerjarenplan betreft een meerjarig beheersplan voor drie vissoorten in de Oostzee, te weten: kabeljauw, haring en sprot. Het voorstel beoogt deze bestanden tegelijkertijd aan de doelstelling van de Maximaal Duurzame Opbrengst (Maximum Sustainable Yield (MSY)) te laten voldoen. In het plan zijn bandbreedtes voor de MSY-doestellingen vastgelegd, overeenkomstig het advies van de International Council of the Exploration of the Sea (ICES). Nederland heeft geen visserijbelangen in de Oostzee.

Het voorzitterschap benadrukte dat het meerjarenplan visserij Oostzee een regionaal plan is dat rekening houdt met de specifieke omstandigheden in de Oostzee. Mede op instigatie van Nederland heeft het voorzitterschap een verklaring opgesteld waarin is opgenomen dat het plan geen precedentwerking heeft voor toekomstige meerjarige visserijplannen, zoals het meerjarenplan voor de gemengde visserij in de Noordzee.

Een grote meerderheid van lidstaten, waaronder Nederland, kon de algemene oriëntatie steunen. Enkele andere lidstaten gaven aan moeite te hebben met de rechtsbasis van het voorstel. Dit betreft de vraag of het vaststellen van de bandbreedtes van de MSY-streefwaarden een bevoegdheid is van de Raad en het Europees parlement of alleen van de Raad. Ik heb aangegeven dat ik het van belang vind dat de MSY-streefwaarden en het tijdpad onderdeel uitmaken van een meerjarenplan en dat ook het Europees parlement hierover medezeggenschap heeft. Het blijft vervolgens een exclusieve bevoegdheid van de Raad om op basis van de MSY-streefwaarden de vangsthoeveelheden zelf vast te stellen.

Enkele lidstaten vonden echter dat de uitspraak van het Europees Hof in een lopende zaak, naar aanleiding van het Kabeljauwherstelplan over dezelfde kwestie, afgewacht moet worden alvorens tot vaststelling van de algemene oriëntatie moet worden overgegaan.

Eurocommissaris Vella gaf aan dat een compromis over het voorstel met het Europees parlement over de vaststelling van de bandbreedtes van de MSY-streefwaarden moeilijk zal zijn als de Raad de bandbreedtes gaat vaststellen zonder het Europees parlement. Dit zou een institutionele impasse veroorzaken. Uiteindelijk heeft een grote meerderheid van de lidstaten met de algemene oriëntatie ingestemd waardoor de onderhandelingen met het Europees parlement van start kunnen gaan.

11e zitting Verenigde Naties-Bossenforum

(vaststelling raadsconclusies)

Tijdens de Raad werden de Raadsconclusies vastgesteld voor de positie van de Europese Unie en haar lidstaten voor de 11e zitting van het United Nations Forum on Forests (UNFF, VN-Bossenforum) dat van 4 tot 15 mei a.s. in New York plaatsvindt.

Het doel van het forum is het bevorderen van het beheer, de instandhouding en duurzame ontwikkeling van alle typen bossen en het versterken van politieke betrokkenheid op de lange termijn.

Dit jaar lopen het werkprogramma en mandaat van het VN-bossenforum af en bezien moet worden hoe verder te gaan. Dat zal het centrale thema zijn van deze bijeenkomst. Ter voorbereiding op deze besluitvorming is een onafhankelijke evaluatie uitgevoerd van de effectiviteit van het Internationaal Bossenarrangement (International Arrangement on Forests-IAF1).

De raadsconclusies geven aan dat doorgaan op de oude voet niet gewenst is en dat het nieuwe IAF een integraal onderdeel moet zijn van het op mondiaal niveau realiseren van duurzame ontwikkeling. Het moet ten dienste komen te staan van de implementatie van de VN post 2015 agenda, in het bijzonder als het gaat om bossendoelstellingen of doelstellingen waaraan bossen bijdragen.

Ik heb tezamen met andere lidstaten de raadsconclusies onderschreven. Ik vind het belangrijk dat er een helder en duidelijk vervolg wordt gegeven aan het IAF. Ik deel in grote lijnen de uitkomsten van de onafhankelijke evaluatie van dit IAF. Ik ben van mening dat er meer aandacht moet worden besteed aan de uitvoering van de bestaande afspraken. Dat kan door de uitvoering te koppelen aan de post 2015 agenda van de VN. Ik heb aangegeven dat de problematiek van de bossen in een veel bredere context moet worden geplaatst. De belangrijkste bedreigingen komen immers van buiten het bos. De verhoging van de landbouwproductiviteit kan bijvoorbeeld bijdragen aan het stoppen van de ontbossing doordat de uitbreiding van het landbouwareaal niet meer nodig is. Maar ook andersom: bossen dragen bij aan klimaatbeheersing, het vruchtbaar houden van de bodem, het beschermen van stroomgebieden en het terugbrengen van de risico’s van natuurrampen. Daarmee dragen bossen ook bij aan voedselzekerheid.

Ik zal u over de uitkomsten van het 11e VN-Bossenforum informeren.

Diversen

Samenwerking Europese Commissie- Europese Investeringsbank inzake landbouw en plattelandsontwikkeling

(presentatie Europese Commissie)

Eurocommissaris Hogan en de Vicepresident van de Europese Investeringsbank (EIB), de heer Molterer, presenteerden de plannen die zij hebben opgesteld voor het stimuleren van de financiering van de primaire agrosector. Zij spoorden de lidstaten aan om binnen de nationale plattelandsontwikkelingsprogramma’s financiële garantiestellingsregelingen voor kredietverlening aan de primaire agrosector te ontwerpen, waarmee de landbouw in Europa een stimulans krijgt om te investeren. De EIB bood advisering aan voor het opstellen van een garantieregeling en het verstrekken van specifieke leningen.

Veel lidstaten, met name die lidstaten die het zwaarst zijn getroffen door de bankencrisis, verwelkomden de plannen die de Europese Commissie en de EIB hebben opgesteld.

Nederland heeft in het goedgekeurde nationale plattelandlandsontwikkelingsprogramma (POP3) de Garantiestelling Marktintroductie Innovaties opgenomen. Hiermee wordt beoogd specifieke investeringen te stimuleren gericht op de introductie van systeem-innovaties die kansen bieden voor producten met meer toegevoegde waarde in de markt. Deze regeling komt naast de al bestaande Garantiestelling Landbouw (plus). De openstelling is voorzien voor medio 2015.

Verslagen van verplichte herkomstetikettering

(informatie van de Europese Commissie)

Op grond van de Verordening Voedselinformatie voor consumenten (EU 1169/2011) die op 13 december 2014 van kracht is geworden, is de Europese Commissie verplicht om onderzoek te doen naar verplichte herkomstetikettering voor de volgende productcategorieën:

  • a) melk en melk als ingrediënt in zuivelproducten;

  • b) ander vlees dan pluimvee, geit, schaap, rund en varken;

  • c) onverwerkte producten;

  • d) producten gemaakt van één ingrediënt;

  • e) producten die voor meer dan 50% uit één ingrediënt bestaan.

De Europese Commissie gaf aan dat momenteel de laatste hand gelegd wordt aan de verslagen en dat deze op korte termijn beschikbaar komen. Het voorzitterschap gaf aan dat deze rapporten op korte termijn ter bespreking geagendeerd zullen worden op de Landbouw- en Visserijraad.

Enkele lidstaten gaven aan dat zij herkomstetikettering ten behoeve van de transparantie voor de consument toejuichen. Wel gaven enkele lidstaten daarbij aan dat er oog moet blijven voor de kosten, de implementatie en administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de toezichthouder. Zodra de rapporten beschikbaar zijn, zal ik u hierover nader informeren en mijn standpunt hierop geven.

Expo Milaan 2015

De Italiaanse delegatie heeft het programma van de Wereldtentoonstelling in Milaan toegelicht. Het thema van deze tentoonstelling is «Feeding the Planet, Energy for life.» Aan deze wereldtentoonstelling nemen 150 landen deel en men verwacht 20 miljoen bezoekers. Tijdens deze wereldtentoonstelling zal door middel van diverse evenementen aandacht besteed worden aan voedselproductie en voedselzekerheid wereldwijd.

Italië zal op 4 en 5 juni tezamen met de FAO een internationaal Landbouwforum in Milaan organiseren waarvoor zij de landbouwministers van de EU uitnodigt. Tijdens dit forum vindt een drietal thematische sessies plaats: 1) Landbouw, Voedsel en Ontwikkeling, 2) Landbouw, Voedsel en Cultuur en 3) Landbouw en Voedselzekerheid. Ook zal er een «Verdrag van Milaan» opgesteld worden waarbij aandacht en actie gevraagd zal worden voor het thema voedsel. Andere landen en organisaties kunnen dit verdrag ondertekenen. Dit verdrag zal op 16 oktober (Wereldvoedseldag) aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Ban Ki-moon, aangeboden worden.

Toezeggingen

Duurzaamheidscertificaten

U heeft mij tijdens het Algemeen Overleg Landbouw- en Visserijraad 15 april jongstleden gevraagd naar het mogelijk effect van de strakke deadline voor het aanvragen van de duurzaamheidscertificaten op de keuzes voor de samenstellingen van bloemenmengsels voor de aanleg van akkerranden en stroken.

Zoals gemeld in de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 20 april jl. heeft de Europese Commissie de door Nederland ingediende duurzaamheidscertificaten onlangs goedgekeurd (Kamerstuk 21 501-32, nr. 835). Door de lange duur van de goedkeuringsprocedure heb ik de certificaten pas op 13 april jl. in de Staatscourant kunnen publiceren.

In de duurzaamheidscertificaten wordt voor het aanleggen van akkerranden en stroken een uiterlijke inzaaidatum gehanteerd van 15 april. Dit is een datum die ook bij agrarisch natuurbeheer gebruikelijk is voor de inzaai van akkerranden. Dit datumvoorschrift voor de duurzaamheidscertificaten is – vooruitlopend op de publicatie in de Staatscourant – vanaf 8 april jl. te vinden geweest op de website van RVO.nl. Ik realiseer me dat vanwege de late publicatie het voor een aantal landbouwers bijzonder lastig geweest kan zijn om tijdig de randen/stroken in te zaaien. Wanneer landbouwers in een overmachtssituatie terecht zijn gekomen en om bovengenoemde redenen enkele dagen te laat hebben ingezaaid, dan zal ik daar in dit eerste jaar coulant mee omgaan.

Voor wat betreft de mengsels reken ik erop dat men zich houdt aan de voorwaarden uit het certificaat en daarmee de basisvoorwaarden inzake ecologische waarde en biodiversiteit respecteert. Voorgeschreven is dat het moet gaan om mengsels die hoofdzakelijk bestaan uit kruidachtigen, eventueel aangevuld met granen of gras. In de certificaten is ervoor gekozen geen nadere voorschriften over de mengsels op te nemen, omdat het meest optimale mengsel voor de biodiversiteit per streek anders is. De gedachte daarbij is dat de boeren zelf het beste weten welk mengsel in hun situatie het beste past.

Kalverregeling

Ik informeer u hierbij over de stand van zaken over de invulling van de kalverregeling. Ik voer hierover constructieve gesprekken met de SBK (Stichting Brancheorganisatie Kalversector), zoals toegezegd in mijn brief over de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (Kamerstuk 28 625, nr. 194). Tegelijkertijd verken ik ook de mogelijkheden met de Europese Commissie, omdat de regeling binnen de Europese kaders van het plattelandsontwikkelingsprogramma 2014–2020 (POP3) een plek moet krijgen. POP3 is afgelopen februari goedgekeurd door de Europese Commissie. Dit maakt de weg vrij om een wijzigingsvoorstel van POP3 bij de Europese Commissie in te dienen om de kalverregeling mogelijk te maken. In deze wijziging van POP3 zal ook de besteding van de toegezegde extra middelen voor de aardappelzetmeeltelers en de vleesveesector, en de 20 miljoen euro eerste pijlermiddelen voor internationale doelen formeel geregeld worden, alsmede het overgaan van het agrarisch natuurbeheer naar een collectieve aanpak vanaf 2016.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Met het IAF wordt bedoeld het geheel van betrokken actoren bij het VN Bossenforum, t.w. de lidstaten, het UNFF-secretariaat, de samenwerkende internationale instellingen op bossengebied, (FAO, Wereldbank, Internationale Tropisch houtorganisatie-ITTO, etc.) en regionale organisaties en maatschappelijke groeperingen.

Naar boven