21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 835 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2015

Met deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan van de komende Landbouw- en Visserijraad van 20 april aanstaande en over mijn inzet tijdens deze Raad. In deze brief informeer ik u tevens over de toezeggingen die zijn gedaan tijdens het AO Biotechnologie en kwekersrecht op 10 april 2014 en het VAO Landbouw- en Visserijraad op 3 februari 2015 over het klonen van dieren en over de goedkeuring door de Europese Commissie van drie door Nederland ingediende duurzaamheidscertificaten.

Agenda Landbouw- en Visserijraad 20 april

Het voorzitterschap streeft naar een algemene oriëntatie op de verordening voor het meerjarenplan voor kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee. Tevens streeft het voorzitterschap naar de vaststelling van de ontwerpRaadsconclusies over het standpunt van de EU en de lidstaten tijdens de elfde zitting van het VN-Bossenforum.

Onder diversen zal de Europese Commissie een toelichting geven op de

rapporten over verplichte vermelding van het land van oorsprong of de plaats van herkomst van melk- en zuivelproducten en van bepaalde soorten vlees, onverwerkte levensmiddelen en enkelvoudige ingrediënten. De Italiaanse delegatie zal een presentatie geven over de Expo Milano 2015.

Verordening voor het meerjarenplan voor kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee

(Algemene oriëntatie)

Het voorzitterschap streeft naar een besluit van de Raad over een algemene oriëntatie met betrekking tot een meerjarenplan voor kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee. Hiermee wordt het standpunt van de Raad vastgesteld en kunnen de trilogen aanvangen om tot een akkoord te komen met het Europees parlement. Nederland heeft geen visserijbelangen in de Oostzee. Het plan wordt door veel lidstaten gezien als blauwdruk voor plannen in de Noordzee en de westelijke wateren. Nederland kijkt daarom met extra belangstelling naar dit plan. Tijdens het AO Landbouw- en Visserijraad op 20 januari jongsleden en het AO Landbouw- en Visserijraad op 10 maart jongstleden heb ik met u gesproken over het plan en u geïnformeerd over de uitkomsten van de gedachtewisseling welke plaatsvond tijdens de Raad van 26 januari 2015 (zie ook Kamerstuk 21 501-32, nr. 828). Sindsdien heeft het voorzitterschap, met input van Nederland en andere lidstaten, de juridische elementen van de verordening zorgvuldiger geformuleerd. De formulering is bijvoorbeeld aangescherpt rond de bepalingen ten aanzien van de regionaliseringsprocedure en de wijze van toepassing van gedelegeerde handelingen, zoals voor het vaststellen van technische maatregelen.

De essentie van het plan is overeind gebleven. Ik vind dat belangrijk. Ik hecht er aan dat de doelstellingen voor de Maximale Duurzame Opbrengst (MSY) in het plan worden vastgelegd en uitgedrukt in ranges. Ook de instandhoudingsmaatregelen voor de bijgevangen gegevensarme vissoorten worden vastgelegd. Dit zijn wezenlijke elementen van het meerjarenplan en moeten behouden blijven. De voorgestelde regionaliseringsprocedures bieden de lidstaten de nodige flexibiliteit ten aanzien van het vaststellen van technische en controlemaatregelen, waardoor sneller kan worden ingespeeld op de omstandigheden. Ik kan me daarin vinden. Ik hecht er aan dat er snel een akkoord komt, ook met oog op het meerjarenplan voor de Noordzee dat later dit jaar door de Europese Commissie wordt gepresenteerd en waarover de Raad en het Europees parlement vervolgens zullen besluiten.

11e zitting VN-Bossenforum

(vaststelling Raadsconclusies)

Van 4-15 mei 2015 vindt in New York de 11e bijeenkomst van het VN-Bossenforum plaats. Dit jaar loopt het werkprogramma en mandaat van het VN- Bossenforum af en bezien moet worden hoe verder te gaan. Dat zal het centrale thema zijn van deze bijeenkomst. Ter voorbereiding op deze besluitvorming is een onafhankelijke evaluatie uitgevoerd van de effectiviteit van het Internationaal Bossenarrangement (International Arrangement on Forests, IAF1), waar het VN- Bossenforum een centrale rol in speelt. De EU en haar lidstaten moeten een positie innemen ten aanzien van de uitkomsten van deze evaluatie. Hiertoe zullen tijdens deze Raad raadsconclusies worden vastgesteld.

De hoofdlijn van mijn beleid is in multilateraal verband goede wereldwijde afspraken te maken om tot duurzaam bosbeheer te komen. Een geïntegreerde aanpak met gelijkwaardige aandacht voor ecologische, economische en sociale aspecten blijft uitgangspunt bij het realiseren van een duurzaam bosbeheer.

Nederland is een groot voorstander dat bossen en bosbouw meer een integraal onderdeel gaan vormen van de internationale duurzame ontwikkelingsagenda, ook omdat de belangrijkste bedreigingen van bossen van buiten het bos komen. De Nederlandse inzet spitst zich toe op de volgende punten:

  • Er moet een nieuw IAF komen; geen «business as usual»;

  • Het nieuwe IAF dient integraal bij te dragen aan de realisatie van de post-2015 agenda (het vervolg van de millenniumdoelen die in 2015 aflopen), in het bijzonder waar het gaat om bossendoelstellingen en aan bossen gerelateerde doelstellingen;

  • Het IAF moet om eerder genoemde reden voor een brede benadering kiezen van de bossenproblematiek; de focus moet zich meer verschuiven van binnen naar buiten het bos met duidelijke resultaatgerichte activiteiten;

  • Het huidige bosseninstrument2, waarover in 2007 overeenstemming werd bereikt, moet verder worden geïmplementeerd, omdat de huidige doelen nog onvoldoende zijn gerealiseerd. Dat kan langs een wettelijk of niet-wettelijk bindende weg;

  • Het tot stand brengen van een eenduidig besluit over een internationaal financieel instrument om daarmee daadwerkelijk duurzaam bosbeheer op nationaal niveau mogelijk te maken;

  • Een portfoliobenadering voor het mobiliseren van nieuwe en additionele bronnen voor financiering van duurzaam bosbeheer; daarbij kijkt Nederland vooral naar de private sector;

  • Het secretariaat van het nieuwe VN-Bossenforum moet in New York gevestigd blijven;

  • Er moet een duidelijke rol en taakverdeling komen tussen de betrokken instellingen bij de implementatie van het mondiale bosbeleid;

  • De regionale implementatie moet zoveel mogelijk langs dezelfde lijnen verlopen als de implementatie van de post-2015 agenda, waarbij stakeholderbetrokkenheid vereist is.

Diversen

Herkomstetikettering

(Toelichting door Europese Commissie)

De Europese Commissie zal naar verwachting rapporten presenteren naar aanleiding van de studies naar verplichte herkomstetikettering van de volgende productcategorieën: 1) melk en melk als ingrediënt in zuivel; 2) ander vlees dan pluimvee, geit, schaap, rund en varken; 3) producten die uit één ingrediënt bestaan; 4) producten die voor meer dan 50% uit één ingrediënt bestaan en 5) onverwerkte producten.

Op grond van de nieuwe Verordening voedselinformatie voor consumenten (EU 1169/2011), die 13 december 2014 van kracht is geworden, is de Europese Commissie verplicht om onderzoek te doen naar herkomstetikettering van bovengenoemde productcategorieën.

Op dit moment beschikken de lidstaten nog niet over die rapporten. Zodra de rapporten beschikbaar zijn, zal ik u informeren over mijn standpunt.

Expo Milaan 2015

(Verzoek van de Italiaanse delegatie)

Italië heeft aangekondigd een presentatie te zullen geven over de Expo Milaan. Deze wereldtentoonstelling heeft als thema «Feeding the Planet, Energy for Life» en vindt plaats in de periode 1 mei – 31 oktober van dit jaar.

Nederland neemt deel met een nationale inzending die is opgezet met de gemeente Rotterdam als belangrijkste initiatiefnemer.

Een aantal Rotterdamse ondernemers heeft het initiatief genomen om de Expo in 2025 naar Nederland proberen te halen.

Onderwerpen die niet op de Raad staan

Toezeggingen over klonen van dieren

Ik heb toegezegd om uw Kamer te informeren over het traject rondom het klonen van dieren en de haalbaarheid van de Nederlandse standpunten zoals genoemd in de BNC-fiches.

De Commissievoorstellen over klonen van dieren en voedingsmiddelen van klonen zijn nog in het stadium van de Raadswerkgroepen. Het Letse voorzitterschap heeft aangegeven te wachten op het standpunt van het Europees parlement.

De Landbouwcommissie van het Europees parlement heeft in haar planning aangegeven dat ze in juni 2015 wil stemmen over het conceptstandpunt van het Europees parlement, dat nu door de rapporteur van de landbouwcommissie van het Europees parlement wordt opgesteld, en de daarop door het Europees parlement geformuleerde amendementen. De datum voor de plenaire stemming in het Europees parlement is nog niet vastgesteld.

Sinds het Italiaanse voorzitterschap, eerste helft 2014, zijn er geen bijeenkomsten van raadswerkgroepen hierover geweest. Er is daardoor nog geen duidelijkheid over de positie van de lidstaten op dit moment.

Ik zal u te zijner tijd informeren over de verdere voortgang van de onderhandelingen over de Commissievoorstellen over het klonen van dieren en voedingsmiddelen van klonen.

Duurzaamheidscertificaten

Per brief van 11 maart 2015 heeft de Europese Commissie Nederland laten weten dat de praktijken in de drie door Nederland ingediende duurzaamheidscertificaten in overeenstemming zijn met de in Verordening (EU) nr. 1307/2013 toegestane lijst equivalente praktijken in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het gaat om de certificaten akkerbouwstrokenpakket, inclusief vogelakker, Veldleeuwerik en biodiversiteitsplus. Het certificaat akkerbouwstrokenpakket, inclusief vogelakker en het certificaat Veldleeuwerik, worden op korte termijn bekendgemaakt in de Staatscourant. In deze bekendmaking worden ook de voorwaarden gepubliceerd die van toepassing zijn wanneer landbouwers deze certificaten met ingang van 2015 willen inzetten voor de vergroening. Op aangeven van de Stichting Milieukeur (SMK) wordt het biodiversiteitsplus label in 2015 nog niet opengesteld voor het voldoen aan de vergroeningseisen. SMK is voornemens het certificaat dit jaar nog niet aan te melden voor opname in de Gecombineerde Opgave, omdat de implementatie en de rolverdeling in controle en toezicht tussen de certificerende instantie en het betaalorgaan nog de nodige vragen oproepen.

In haar schrijven van 11 maart jongstleden plaatste de Europese Commissie nog wel een aantal opmerkingen bij de Nederlandse certificaten. Voor wat betreft het akkerbouwstrokenpakket, inclusief vogelakker ontvangt de Commissie graag de bevestiging dat de granen die worden gebruikt in de zaaimengsels voor de akkerranden niet worden gebruikt voor productie. Ik zal aan de Europese Commissie laten weten dat daar op zal worden toegezien. Voor wat betreft het certificaat van de Stichting Veldleeuwerik, merkt de Europese Commissie op dat ook binnen het kader van dit certificaat de minimale teeltperiode van 10 weken voor vanggewassen zou moeten gelden. Nederland stelt deze eis bij de teelt van vanggewassen in het kader van de generieke vergroeningsmaatregelen. Ook is de Europese Commissie van mening dat sojabonen binnen dit certificaat niet mee mogen tellen voor de vergroening, omdat Nederland dit gewas niet heeft opgenomen op de Nederlandse lijst. Ik heb kennis genomen van dit standpunt van de Europese Commissie. Tegelijkertijd stel ik vast dat de Europese Commissie de lidstaten niet kan opleggen om de aanvullende nationale voorwaarden die worden gesteld aan de vergroening, één op één over te nemen in de diverse duurzaamheidscertificaten. De Stichting Veldleeuwerik zal de mogelijkheid tot het telen van sojabonen daarom handhaven. De minimale teeltperiode voor de vanggewassen binnen het certificaat Veldleeuwerik is gesteld op 8 weken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Met het IAF wordt bedoeld het geheel van betrokken actoren bij het VN-Bossenforum, t.w. de lidstaten, het UNFF-secretariaat, de samenwerkende internationale mondiale instellingen op bossengebied (FAO, Wereldbank, Internationale Tropisch houtorganisatie-ITTO, etc.), regionale organisaties en maatschappelijke groeperingen.

X Noot
2

Met het Bosseninstrument wordt bedoeld het zogenaamde Non Legally Binding Instrument on all Types of Forests,. Het doel van het instrument is o.a. het versterken van politieke afspraken en acties om duurzaam bosbeheer en de afgesproken mondiale doelen voor bossen te realiseren

Naar boven