26 407 Biodiversiteit

Nr. 147 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2023

In deze brief informeer ik u mede namens de Minister voor Natuur en Stikstof over de inzet ten aanzien van biodiversiteit op het terrein van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking (BHOS), zoals eerder aan uw Kamer toegezegd (Kamerstuk 31 793, nr. 232). Met de afronding van COP15 van het Biodiversiteitsverdrag en aanname van het Global Biodiversity Framework (GBF) is dit een logisch moment om nadere opvolging en uitwerking te geven aan mijn besluit de inzet op biodiversiteit binnen BHOS verder te versterken, zoals vervat in mijn beleidsnotitie «Doen waar Nederland goed in is» (Kamerstuk 36 180, nr. 1).

De komende jaren zal ik op vijf terreinen extra inzet plegen: een stijging van biodiversiteitsfinanciering, een focus op natuurlijke oplossingen, meer private mobilisatie, inbedding van biodiversiteit binnen IMVO en handelsbeleid en aandacht voor het voorkomen van schade. Hieronder ga ik in meer detail op deze vijf terreinen in.

1. Een flinke stap extra op financiering

Tegen de achtergrond van de gemaakte afspraken in het GBF en de kabinetsappreciatie daarvan (Kamerstuk 26 407, nr. 146), zal ik mij inspannen om, binnen de ODA-doelstellingen en mogelijkheden van het ODA-budget, de bijdragen aan internationale biodiversiteit verder te laten stijgen.

Ik doe dat langs de volgende wegen. In lijn met de uitkomst van COP151, heb ik voor de vergroting van de biodiversiteitsfinanciering onder meer verwachtingen van de multilaterale ontwikkelingsbanken. Ook de Europese Commissie zal ik blijven aanmoedigen om, binnen het Meerjarig Financieel Kader, biodiversiteit te versterken in haar externe uitgaven. Verder draagt de in mijn beleidsnota aangekondigde verdubbeling van de financiële inzet op het tegengaan van ontbossing bij aan biodiversiteit. Ook zullen de inzet op natuurlijke oplossingen en de mobilisatie van private middelen bijdragen (punten 2 en 3 hieronder). Tot slot zet ik de inzet voort om biodiversiteit beter te integreren in ontwikkelingssamenwerking. Ik doe dat vooral op het terrein van klimaat, voedsel en water, gezien de samenhang tussen deze terreinen en biodiversiteitsverlies.

Met bovenstaande acties verwacht ik de bijdrage aan biodiversiteit te laten stijgen naar een bedrag van ten minste EUR 250 miljoen in 2025. Met deze betekenisvolle bijdrage wordt invulling gegeven aan het GBF.

2. Een focus op natuurlijke oplossingen

Biodiversiteit wil ik binnen BHOS in het bijzonder vertalen naar inzet op natuurlijke oplossingen, ook wel «nature-based solutions» (NBS) genoemd. Dit zijn oplossingen waarbij natuur wordt ingezet om tegelijkertijd andere maatschappelijke vraagstukken zoals bijvoorbeeld armoedebestrijding, klimaatverandering en voedselzekerheid te adresseren. Daarbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld kustversterking door natuurherstel om overstromingen te voorkomen; het stimuleren van diversiteit in landbouwgewassen om landbouw weerbaarder te maken tegen klimaatverandering; of activiteiten gericht op bescherming en herstel van bossen zodat bossen CO2 kunnen (blijven) opslaan. Sinds maart 2022 bestaat er voor het eerst een multilateraal overeengekomen definitie van dit begrip.2

Inzet op NBS levert zowel focus op als één paraplu waaronder biodiversiteit binnen uiteenlopende BHOS-thema’s kan worden vormgegeven.3 Om deze inzet kracht bij te zetten, heb ik tijdens COP15 een bijdrage aangekondigd van EUR 50 miljoen aan het Nature, People & Climate-programma van de Climate Investment Funds (CIFs). Dit programma beoogt via de gezamenlijke multilaterale ontwikkelingsbanken de toepassing en financiering van NBS in ontwikkelingslanden op te schalen.

3. Meer private mobilisatie

Het financieringstekort voor biodiversiteit is simpelweg te groot om alleen met publieke middelen te worden gedicht. Tegelijkertijd zijn ook de risico’s van biodiversiteitsverlies voor het bedrijfsleven en de private sector groot. Ik wil mij om die reden inspannen voor een toename van de mobilisatie van private middelen voor biodiversiteit en NBS. Hiertoe ben ik onder meer voornemens om EUR 40 miljoen extra aan de projectontwikkelingsfaciliteit van het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) beschikbaar te stellen. Complementair aan de focus op klimaatadaptatie, is het streven 50% (met een minimum van 25%) van de nieuwe investeringen van deze projectontwikkelingsfaciliteit te laten bijdragen aan biodiversiteit. Investeringen met een NBS-benadering worden geprioriteerd.

Daarnaast wil ik bijzondere aandacht geven aan biodiversiteit in de vormgeving van het op te zetten klimaatfonds ter opvolging van het DFCD. Dit fonds zal een omvang hebben van EUR 150 à 200 miljoen en in 2025 worden gelanceerd. Private mobilisatie van financiering voor biodiversiteit staat verder in toenemende mate op de agenda van de multilaterale ontwikkelingsbanken. Tot slot waardeer ik ook dat FMO in haar strategie voor 2030 als ambitie heeft geformuleerd om het volume van investeringen die bijdragen aan biodiversiteit te laten groeien.

4. Inbedding binnen IMVO en handelsbeleid

Het IMVO-beleid bevordert dat bedrijven gepaste zorgvuldigheid betrachten in overeenstemming met de UN Guiding Principles en de OESO Richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Volgens de richtlijnen worden onder milieurisico’s ook risico’s voor biodiversiteit verstaan. Nederland zet zich in de lopende herziening van de OESO-richtlijnen in voor het versterken van de biodiversiteitsbepalingen daarin. In de EU wordt daarnaast onderhandeld over de totstandkoming van de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD). Het kabinet zal conform het BNC-fiche4 ook in de triloogfase aandacht vragen voor klimaat en neemt daarbij biodiversiteit mee. Het IMVO-kader (inclusief biodiversiteit) wordt tot slot toegepast bij alle bedrijven die gebruik willen maken van het handelsbevorderend instrumentarium. Met de ingezette vergroening van het BHOS-instrumentarium wil ik een positieve stimulans geven aan bedrijven die bijdragen aan de duurzame transitie, inclusief biodiversiteit.

Het kabinet zal daarnaast aandringen bij de Commissie om snel te evalueren of, en zo ja, op welke wijze, het GBF onderdeel kan worden van de EU-inzet op geschillenbeslechting voor duurzaamheidsafspraken in nieuwe handelsakkoorden.5 Het kabinet zal ook een eigen afweging maken van de wenselijkheid hiervan.

5. Schade voorkomen

Naast de genoemde maatregelen met een positief effect op biodiversiteit, is het nodig dat BHOS negatieve impact op biodiversiteit minimaliseert en zoveel mogelijk voorkomt. Dat is ook van belang voor de afspraak in Montreal om financiële stromen in lijn te brengen met het GBF. Ik ben daarom van plan om met (uitvoerings-) partners in gesprek te gaan over hoe instrumenten/standaarden daartoe worden toegepast en waar nodig zouden moeten worden versterkt. Dit betekent onder andere waar mogelijk en nodig het zekerstellen van de toepassing van de IFC Performance Standards. In OESO-verband wil Nederland bijdragen aan uniforme maatstaven rond biodiversiteit. Nederland wil dat de Europese Commissie voorafgaand aan nieuwe handelsakkoorden een Sustainability Impact Assessment laat uitvoeren, incl. biodiversiteitseffecten.6

Het voorkomen van negatieve impact op biodiversiteit was ook de Nederlandse inzet bij het mondiale oceanenverdrag waarover 4 maart jl. overeenstemming werd bereikt (de «High Seas Treaty»). Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van dit verdrag dat zal bijdragen aan de bescherming van kwetsbare ecosystemen en het behoud van mariene biodiversiteit op volle zee.

Tot slot

Ruim 20 jaar na COP6 in Den Haag kon op COP15 in Montreal een overeenkomst worden gesloten die moet resulteren in het stoppen van mondiaal biodiversiteitsverlies en de inzet van herstel in 2030. Bijeenkomsten als de afgelopen VN Waterconferentie, waar Nederland co-host van was, dienen als goede momenten om het belang van deze afspraken nog eens te onderstrepen. Maar allereerst komt het nu aan op financiering en implementatie. Vanuit BHOS zal ik daar de komende jaren een bijdrage aan leveren.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher


X Noot
2

UNEA-definitie NBS (UNEP/EA.5/Res.5): «actions to protect, conserve, restore, sustainably use and manage natural or modified terrestrial, freshwater, coastal and marine ecosystems, which address social, economic and environmental challenges effectively and adaptively, while simultaneously providing human well-being, ecosystem services and resilience and biodiversity benefits.»

X Noot
3

Zoals bijvoorbeeld genoemd in de Internationale Klimaatstrategie (Kamerstuk 31 793, nr. 231) en het Stappenplan Mondiale Voedselzekerheid (Kamerstuk 33 625, nr. 341).

X Noot
4

Kamerstuk 22 112, nr. 3393.

X Noot
5

Kamerstuk 22 112, nr. 3489.

Naar boven