26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee

Nr. 202 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2017

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Financiën, het verslag aan van de Voorjaarsvergadering van de Wereldbankgroep («de Bank»), die plaatsvond van 21 tot en met 23 april 2017 in Washington, D.C. Op 5 april 2017 is uw Kamer per brief geïnformeerd over de beoogde Nederlandse inzet (Kamerstuk 26 234, nr. 196). Op 19 april 2017 zijn vragen van uw Kamer in een schriftelijk overleg beantwoord (Kamerstuk 26 234, nr. 199).

Duurzame inclusieve groei vormde de basis voor de besprekingen tijdens de Voorjaarsvergadering. In het bijzijn van Bankpresident Jim Kim, Directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) Christine Lagarde en Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (VN) António Guterres bespraken Ministers welke maatregelen landen en instellingen kunnen nemen om ongelijkheid tegen te gaan en duurzame inclusieve groei te bewerkstelligen. Hoewel internationale economische integratie vooruitgang heeft gebracht, zijn de winsten daarvan niet altijd eerlijk verdeeld. Het belang van gendergelijkheid voor economische groei en stabiliteit wordt hierbij onderschat.

Voor de plenaire vergadering van het Development Committee stonden drie onderwerpen centraal: de implementatie van de toekomststrategie van de Bank voor de 2030 Agenda, de zogeheten Forward Look; de financiële capaciteit van de Bank; en de vijfjaarlijkse evaluatie van de stemverhoudingen van landen binnen de Bank.

En marge van de beraadslagingen werden verschillende gesprekken gevoerd met het topmanagement van de Bank: met CEO Kristalina Georgieva; met Vice-President voor Afrika Makhtar Diop; en met Vice-President voor Human Development Keith Hansen. Daarnaast werd deelgenomen aan een ministeriële bijeenkomst over de aanpak van de hongersnood in delen van Afrika en in Jemen, voorgezeten door Kim en Guterres; aan een paneldiscussie over de Concessionele Financieringsfaciliteit van de Bank voor landen die vluchtelingen opvangen; en aan de vergadering van de Gender-adviesraad van de Bank.

De mondelinge en schriftelijke interventies die Nederland namens de kiesgroep inbracht in het Development Committee zijn bijgevoegd1, evenals het Communiqué van de vergadering2.

1. Strategie 2030: Forward Look

Tijdens de Jaarvergadering in oktober 2016 is de Forward Look-toekomststrategie van de Bank vastgesteld. Met deze strategie beoogt de Bank een essentiële uitvoerder te blijven voor het bereiken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Tijdens de Voorjaarsvergadering is gesproken over de voortgang van de uitvoering van de strategie. Nederland verwelkomt de verschillende stappen die de Bank inmiddels heeft gezet richting een betere Bank. Zoals de modernisering van de projectstandaarden (safeguards), nieuw beleid op fragiele staten en de herziening van de uitgaven van de Wereldbank die geresulteerd hebben in een bezuiniging van 400 miljoen USD. Nederland zal de Bank blijven aansporen om de gestelde ambities in de strategie te vertalen naar betekenisvolle resultaten in de praktijk. Verdere decentralisatie naar de klantlanden is hierbij noodzakelijk: ten minste de helft van het Bankpersoneel moet actief zijn daar waar ontwikkeling daadwerkelijk plaatsvindt. Dit is met name van belang in fragiele staten, waar ontwikkelingsuitdagingen samenkomen en de risico’s om programma’s uit te voeren groter zijn. Daarbij moet de samenwerking van de Bank met de VN en het maatschappelijk middenveld in de klantlanden verder verbeteren. Ook moet de Bank sterker inzetten op het mobiliseren van private fondsen die nodig zijn voor het realiseren van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Nauwe samenwerking tussen de verschillende onderdelen van de Bankgroep is daarbij cruciaal. Tenslotte moet de Bank blijven werken aan het terugdringen van bureaucratie binnen de eigen organisatie om efficiënter te kunnen opereren. Mede op aandringen van Nederland zal de Bank op basis van resultaatafspraken regelmatig over deze zaken blijven rapporteren.

2. Financiële capaciteit

De strategie voor een betere Bank vormt, gecombineerd met de vraag naar financiering, de basis voor de besprekingen over de financiële capaciteit van de Bank. Tijdens de Voorjaarsvergadering heeft de Bank voorstellen gepresenteerd voor een kapitaalverhoging voor de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD), het Bankonderdeel voor middeninkomenslanden, en voor de International Finance Corporation (IFC), de private sectortak van de Bank. Nederland vraagt een solide inhoudelijke en financiële onderbouwing voor zowel IBRD als IFC om te bezien of een kapitaalverhoging wenselijk is en beschouwt de voortgang van de uitvoering van de toekomststrategie om te komen tot een betere Bank als een belangrijke factor in de besprekingen.

In het Development Committee heeft Nederland aangegeven bereid te zijn om een kapitaalverhoging in overweging te nemen, als andere opties om de financiële capaciteit van de Bank te verbeteren zijn uitgeput. Nederland ziet nog ruimte voor de Bank om kosten van operaties terug te dringen, efficiënter te opereren en inkomsten verder te vergroten. De bezuinigingsoperatie binnen de Bank die dit jaar wordt afgerond kan wat Nederland betreft niet eenmalig zijn. Ook de Verenigde Staten dringt er als grootste aandeelhouder bij de Bank op aan om nog effectiever en efficiënter gebruik te maken van het kapitaal dat al is ingelegd door aandeelhoudende landen en maatregelen te treffen om de balans van de Bank te optimaliseren. Onder de aandeelhouders bleek steun voor de besluitvorming over een kapitaalverhoging tijdens de aankomende Jaarvergadering in oktober dan ook ontoereikend. In plaats daarvan zal de Bank bij de Jaarvergadering verschillende opties met maatregelen presenteren voor het vergroten van de financiële capaciteit van de Bank.

3. Voice

De vijfjaarlijkse evaluatie van het aandeelhouderschap, de zogeheten Shareholding Review, heeft als doel om de verdeling van aandelen en stemgewichten binnen de Bank beter aan te laten sluiten op de veranderende verhoudingen in de wereldeconomie. Nederland heeft tijdens de Voorjaarsvergadering aangegeven dat een herziening van de verdeling van aandelen geleidelijk en evenwichtig moet plaatsvinden, in beheersbare stappen. Hierbij moet oog zijn voor de positie van kleine en middelgrote landen en is het belangrijk dat eventuele verliezen in stemgewicht zo eerlijk mogelijk worden verdeeld. Dit kan door bijvoorbeeld de uitgifte van nieuwe aandelen te beperken en door limieten te stellen aan hoeveel het stemgewicht van individuele landen maximaal mag verwateren. Nederland heeft benadrukt dat een eventuele selectieve kapitaalverhoging waarmee een herverdeling van aandelen uiteindelijk kan plaatsvinden, in samenhang moet worden bezien met voorstellen voor maatregelen om de financiële capaciteit van de Bank te vergroten. Het voorstel voor een uitgifte van nieuwe aandelen en de verdeling daarvan wordt verwacht tijdens de Jaarvergadering in oktober.

4. Voedselcrisis in Afrika en Jemen

In een ministeriële bijeenkomst over de hongersnood in delen van Afrika en in Jemen, georganiseerd door de Bank en de VN, riep Nederland op tot politiek leiderschap en gezamenlijke actie om erger te voorkomen. De aanwezige leiders van donorlanden, betrokken multilaterale instellingen en NGOs riepen leiders van de getroffen landen op om hun verantwoordelijkheid te nemen tegenover hun bevolking en toegang aan humanitaire organisaties te verschaffen tot getroffen groepen, met in achtneming van het internationaal humanitair recht. Ook werd afgesproken om beter samen te werken in de aanpak van de huidige crises en bij het voorkomen van nieuwe crises. Ter ondersteuning hiervan zal de Bank een pakket concessionele financiering beschikbaar stellen van inmiddels 1,8 miljard USD voor de meest getroffen landen (Ethiopië, Jemen, Kenia, Nigeria, Somalië en Zuid-Soedan). Ongeveer de helft daarvan is bestemd voor nieuwe projecten op het gebied van sociale bescherming en voedselzekerheid.

Mede op aandringen van Nederland werkt de Bank steeds intensiever samen met VN-organisaties om humanitaire en ontwikkelingstaken te verbinden. Naast de hulp die op korte termijn wordt verschaft door humanitaire organisaties, steunt Nederland de actieve inzet van de Bank om op de middellange termijn te investeren in de ontwikkeling en weerbaarheid van lokale gemeenschappen. Hiermee worden de grondoorzaken van fragiliteit en conflict aangepakt. Nederland heeft zowel de Bank als de VN opgeroepen om humanitaire hulp, ontwikkeling en vrede (de zogenaamde Humanitarian-Development-Peace Nexus) beter aan elkaar te verbinden, conform de Grand Bargain (een overeenkomst tussen de 15 grootste donoren en de 15 grootste uitvoerende organisaties om noodhulp te verbeteren). Tijdens de Voorjaarsvergadering ondertekenden Kim en Guterres een overeenkomst die verdere samenwerking op dit terrein moet bespoedigen.

5. Irreguliere migratie en ontwikkeling

Tijdens de Voorjaarsvergadering maakte Nederland deel uit van een panel over de Concessionele Financieringsfaciliteit van de Bank (Concessional Financing Facility). Mede op aandringen van Nederland is deze faciliteit tijdens de vorige Voorjaarsvergadering in april 2016 opgericht om zachte leningen te verstrekken aan Jordanië en Libanon voor de opvang van vluchtelingen uit Syrië. De goedkeuring van drie nieuwe projecten en marge van de Voorjaarsvergadering brengt het totaal aan concessionele financiering voor Jordanië en Libanon inmiddels op één miljard USD.

Tijdens de Algemene Vergadering van de VN in september 2016 is de faciliteit uitgebreid naar een wereldwijde faciliteit. Zo kunnen, behalve Jordanië en Libanon, ook andere middeninkomenslanden uit andere delen van de wereld (zoals Sub-Sahara Afrika), in aanmerking komen voor ondersteuning. De faciliteit kan met een donatie van één ingelegde dollar, drie of vier dollar genereren aan zachte leningen ter ondersteuning van vluchtelingen en gastgemeenschappen.

Nederland steunt de inzet van innovatieve financieringsinstrumenten om meer middelen te genereren voor langdurige crisissituaties. In het panel heeft Nederland erop aangedrongen om de faciliteit optimaal te benutten voor een betere samenwerking van de Bank met de VN, andere ontwikkelingsbanken, NGOs en de private sector.

6. Gender

Centraal in de genderstrategie van de Bank staat het realiseren van gelijke toegang voor vrouwen tot banen en productiemiddelen. De Bank zet daarbij in op onderwijs, (reproductieve) gezondheidszorg, bestrijding van geweld tegen vrouwen, in samenwerking met mannen en jongens. De uitvoering van het genderbeleid wordt ondersteund door onderzoek naar effectieve projecten, verzameling van genderspecifieke data en dialoog met klantlanden en beleidsmakers. Nederland draagt inhoudelijk en financieel bij aan dit ondersteunende werk. Zo is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking lid van de Gender-adviesraad van de Bank.

Tijdens de bijeenkomst van de Adviesraad stond de uitvoering van de nieuwe gender-strategie centraal. Nederland spoorde de Bank aan om meer werk te maken van de uitvoering van de strategie op operationeel niveau. De landenteams van de Bank zouden via training beter toegerust moeten worden om gender consequent in de bredere dialoog met de klantlanden aan de orde te stellen. Financiële inclusiviteit (gelijke toegang voor vrouwen tot financiering door banken) blijft hierbij een punt van zorg. De plannen van de Bank om een Economic Empowerment-programma voor vrouwen vorm te geven zijn dan ook zeer welkom.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven