26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties

Nr. 163 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 september 2017

Met deze brief wordt u geïnformeerd over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de 72ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) in New York, waarvan de zogeheten ministeriële week op 18 september a.s. begint.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt het een bijzonder jaar vanwege het lidmaatschap van de VN-Veiligheidsraad (VNVR) in 2018. Over de wijze waarop het Koninkrijk invulling zal geven aan dit lidmaatschap wordt uw Kamer dit najaar uitgebreider geïnformeerd.

Bij de VN is op 1 januari 2017 de Portugees António Guterres aangetreden als Secretaris-Generaal (SGVN). Hij volgde Ban Ki-moon op. De Nigeriaanse Amina Mohammed is als plaatsvervanger van Guterres eerstverantwoordelijke voor het VN-ontwikkelingssysteem. Gezamenlijk zet dit nieuwe leiderschap zich in voor hervorming van de VN-organisatie, waarvan het slagen doorslaggevend zal zijn voor de blijvende relevantie van de VN.

Deze brief zet uiteen hoezeer de VN van belang is voor het Koninkrijk en belicht tevens de meerwaarde die het Koninkrijk de VN te bieden heeft. Hervorming van de VN en het behalen van de doelstellingen van het Nederlands buitenlands beleid via de VN staan hierbij centraal. Het verslag in de bijlage blikt terug op de behaalde resultaten van de afgelopen (71ste) zitting van de AVVN (13 september 2016–11 september 2017).

I. Het belang van de VN voor het Koninkrijk

Multilateralisme is geen idealisme of luxe. Integendeel, voor een open land als het Koninkrijk zijn sterke multilaterale instellingen en een goed functionerende internationale rechtsorde een sine qua non voor de behartiging van onze belangen op het wereldtoneel. Maar ook grote, machtige staten kunnen grensoverschrijdende uitdagingen als klimaatverandering, terrorisme en internetveiligheid niet afzonderlijk het hoofd bieden. Een daadkrachtige aanpak hiervan vraagt om een effectieve vorm van multilateralisme. En de vraag hiernaar zal in de toekomst eerder toenemen dan afnemen, zo concludeert ook de Independent Commission on Multilateralism.1

De VN is een unieke mondiale organisatie. Door haar bijna universele lidmaatschap is zij hét wereldwijde platform voor besluitvorming over grensoverschrijdende kwesties van internationale vrede, veiligheid en ontwikkeling. Hierdoor heeft de VN zowel de legitimiteit om normstellend te zijn als de operationale capaciteit om vredesoperaties, ontwikkelingsprogramma’s en humanitaire operaties uit te voeren waar die nodig zijn.

Het VN-systeem zal zich moeten aanpassen om het hoofd te kunnen bieden aan hedendaagse uitdagingen op het gebied van vrede en veiligheid, humanitaire crises, duurzame ontwikkeling en mensenrechten. De hervormingen die daarvoor nodig zijn kunnen alleen slagen als zij gesteund en gedragen worden door de lidstaten. De Lidstaten zullen zich dus moeten committeren aan het internationale systeem en medeverantwoordelijkheid moeten nemen voor het functioneren van de VN.2 De ambitieuze hervormingsagenda van de nieuwe SGVN biedt hiervoor een bemoedigend kader. De verdere uitwerking en uitvoering ervan dient de komende tijd voorop te staan.

Momenteel worden cruciale rapporten met hervormingsvoorstellen opgeleverd. Het gaat onder meer over de hervorming van het VN-ontwikkelingssysteem en de vrede- en veiligheidsarchitectuur (waarvan het rapport later dit jaar verschijnt). Het hervormingsrapport van het VN-ontwikkelingssysteem van eind juni sluit aan op de inzet van het Koninkrijk en bevat voorstellen voor o.a. werken in brede partnerschappen en de verbetering van de samenhang tussen ontwikkelingssamenwerking, humanitair en vredesopbouw. De SGVN geeft bovendien aandacht aan managementhervormingen binnen de organisatie. Na eerst zijn eigen Secretariaat op orde te hebben gebracht, dienen nu stappen te worden gezet om fragmentatie en overlap binnen het VN-systeem te voorkomen, resultaatgerichter te werken, moderner personeelsbeleid in te voeren en transparantie en accountability binnen de VN te versterken.

De blijvende relevantie van de VN is afhankelijk van het slagen van deze hervormingsplannen. Het Koninkrijk steunt de visie en aanpak van SGVN Guterres en zal tijdens de 72e AVVN pleiten voor steun aan en uitvoering van de hervormingsplannen.

II. Uitvoering van Nederlandse beleidsdoelstellingen in de VN

De VN is instrumenteel voor het realiseren van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Daarom draagt het Koninkrijk actief bij aan de relevante VN-beleidsterreinen en het VN-hervormingstraject, zoals hierna thematisch nader wordt toegelicht.

Vrede en veiligheid

Ten aanzien van de gehele conflictcyclus valt nog veel te verbeteren: van preventie en bemiddeling tot vredeshandhaving en vredesopbouw. De SGVN werkt aan een geïntegreerde benadering van conflicten: van de aanpak van grondoorzaken van conflict, preventie en early warning tot stabilisatie en voorkoming van het wederoplaaien van conflicten. Deze moet worden ondersteund door een gezamenlijke aanpak door de VN-diensten als Department of Political Affairs (DPA) en Department of Peacekeeping (DPKO).

Het Koninkrijk is van mening dat de bescherming van de burgerbevolking in conflictgebieden als rode draad door het VN-beleid moet lopen en ondersteunt de ambitieuze agenda van de SGVN, die preventie in brede zin centraal stelt in de VN-inspanningen. De positie als grote donor van DPA en het Peacebuilding Fund zal daartoe het komend jaar worden gehandhaafd.

Moderne vredesmissies moeten effectiever en transparanter kunnen opereren. Dat betekent onder meer gebruik van verbeterde analyses gebaseerd op solide inlichtingen, taakgerichte trainingen, stevig leiderschap binnen de missie en een goede discipline van staf en blauwhelmen. Vredesmissies moeten daarvoor wel beschikken over de benodigde capaciteit en middelen en over een helder mandaat. Het Koninkrijk is – binnen bestaande budgettaire kaders – actief betrokken in vredesmissies (o.m. MINUSMA in Mali en UNMISS in Zuid-Soedan). Vanuit deze rol levert het Koninkrijk een belangrijke bijdrage aan de discussie over goed toegeruste vredesmissies, op het moment dat grote spelers zoals de VS bezuinigingen nastreven op dit terrein.

In het najaar van 2017 treedt het Koninkrijk op als co-organisator van de jaarlijkse UN Peacekeeping Defence Ministerial, in Vancouver. Hier zal het Koninkrijk onder meer pleiten voor het belang van rotatieschema’s om te zorgen voor tijdige inzet en aflossing van hoogwaardige troepen en capaciteiten (o.a. helikopters) en duidelijkheid bij landen over het tijdspad van hun bijdragen. In voorbereiding hierop organiseert het Koninkrijk samen met Rwanda een regionale bijeenkomst in Kigali. Ook moet de VN samen met de lidstaten zorgen voor meer betrokkenheid van vrouwen bij vredesbesprekingen en in vredesmissies. Vrouwelijk leiderschap en betere mainstreaming van genderaspecten bij de uitvoering van missiemandaten is hard nodig. Met een verdubbeling van het aantal vrouwen in de uitvoering van taken en analyses kan een belangrijke stap in de goede richting worden gezet. Tenslotte moeten regionale organisaties, zoals de Afrikaanse Unie, meer verantwoordelijkheid nemen bij vredesmissies door beter samen te werken aan politieke oplossingen en sneller inzetbare eenheden te leveren. Ook in EU-kader vraagt Nederland hiervoor aandacht, zoals in de discussie over de mogelijke inzet van «EU-strijdgroepen» als eventuele bridging force. Het Koninkrijk blijft ook bijdragen aan de ontwikkeling van het gebruik van inlichtingen in VN-operaties.

Ook bij de aanpak van seksuele exploitatie en misbruik (Sexual Exploitation and Abuse, SEA) door vredestroepen en VN-personeel heeft het Koninkrijk een voortrekkersrol. Naast het leveren van input aan de SGVN voor maatregelen tegen SEA, heeft het Koninkrijk een jurist van Defensie gedetacheerd bij het team van de Speciale Coördinator die door de SGVN is aangesteld voor de bestrijding van SEA. Op 18 september, voorafgaand aan de opening van het Algemene Debat in de AVVN, organiseert de VN een High-Level Meeting voor regeringsleiders waar de voorstellen uit het recente rapport over SEA van de SGVN zullen worden besproken3. Deze bijeenkomst moet leiden tot regelgeving en cultuurveranderingen binnen vredesmissies die misbruik voorkomen en bestraffen. Het Koninkrijk zal hieraan actief deelnemen.

Figuur 1: overzicht van VN-vredesmissies (versie begin 2017; UNOCI sloot op 30 juni 2017 en MINUSTAH sluit op 15 oktober 2017)

Figuur 1: overzicht van VN-vredesmissies (versie begin 2017; UNOCI sloot op 30 juni 2017 en MINUSTAH sluit op 15 oktober 2017)

Op dit moment levert Nederland een bijdrage aan de volgende VN-vredesmissies:

  • MINUSMA (Mali) met ongeveer 300 militairen, politiefunctionarissen en civiele experts;

  • UNMISS (Zuid-Soedan) met 6 stafofficieren;

  • UNDOF (Israël en Syrië) met 2 militairen;

  • UNTSO (Libanon, Syrië, Israël) met 12 militairen;

  • MONUSCO (DRC) met 4 civiele experts;

  • UNIFIL (Libanon) met 1 militair (gender adviseur).

Rechtsorde, mensenrechten en accountability

De bevordering van de internationale rechtsorde en de mensenrechten en het tegengaan van straffeloosheid zijn bij uitstek onderwerpen die gebaat zijn bij een sterke VN. Maar de steun voor deze basisprincipes van internationale samenwerking lijkt steeds minder vanzelfsprekend. Ook daarom is het van belang dat het Koninkrijk in diverse VN-fora een vooruitstrevend en constructief geluid laat horen. Tijdens het VNVR-lidmaatschap in 2018 zal het Koninkrijk aandacht vragen voor mensenrechten en accountability bij de bespreking van landensituaties op de agenda van de Raad.

Prioritaire mensenrechtenthema’s zoals verwoord in de nota «Respect en recht voor ieder mens» (Kamerstuk 32 735, nr. 78) blijven voor het Koninkrijk leidend tijdens de Derde (mensenrechten-)Commissie van de 72ste AVVN en in de VN-Mensenrechtenraad. Het Koninkrijk zal bijvoorbeeld de krimpende ruimte voor het maatschappelijk middenveld agenderen om te zoeken naar innovatieve manieren om deze te vergroten (samenwerking met private actoren, zichtbaarheidsvergroting), en zal de bilaterale inspanningen voor lokale mensenrechtenverdedigers versterken door het belang van hun rol ook binnen de VN aan te kaarten. Strijden voor het behoud van de bereikte vooruitgang op mensenrechtengebied zal wederom een rode draad vormen door de inspanningen van het Koninkrijk, onder meer door onverminderde inzet op gelijke rechten voor LHBTI. Dit geldt bijvoorbeeld voor ondersteuning van de Onafhankelijk Expert op het gebied van Sexual Orientation and Gender Identity die tijdens de 72ste AVVN zijn tweede rapport zal presenteren.

Het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens (OHCHR) is uitgegroeid tot spil van het VN-mensenrechtensysteem. Tijdens de komende AVVN-zitting zal ondersteuning van de OHCHR (inclusief Verdragscomités en Speciale Procedures van de Mensenrechtenraad) hoog op de agenda staan. Door middel van financiering, kennis en diplomatieke steun versterkt het Koninkrijk de rol van de OHCHR om landen te helpen bij (of hen juist aan te spreken op) de naleving van mensenrechten.

Het Koninkrijk blijft sterk pleitbezorger van vreedzame geschillenbeslechting en het ter verantwoording roepen van daders van internationale misdrijven als genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven. In verschillende conflictsituaties in Noord-Afrika en het Midden-Oosten is een klimaat van de facto straffeloosheid ontstaan. Het Koninkrijk blijft zich inzetten voor initiatieven als de bewijzenbank voor Syrië om gerechtigheid voor de slachtoffers op lange termijn mogelijk te kunnen maken.

Bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme

De VN blijft het enige forum voor mondiale normstelling en internationale samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding en het voorkomen van gewelddadig extremisme. De Global Counter-Terrorism Strategy vormt het overkoepelende raamwerk voor de inzet op terrorismebestrijding van de VN en van de lidstaten. De VNVR stelt daarnaast specifiek concrete maatregelen op voor de bestrijding van bijvoorbeeld Foreign Terrorist Fighters.

Als ambitieuze speler op het terrein van terrorismebestrijding en het voorkomen van gewelddadig extremisme, gebruikt het Koninkrijk de VN complementair aan de inzet in andere fora zoals de EU of het Global Counter-Terrorism Forum (GCTF). Van die laatste bekleedt Nederland momenteel samen met Marokko het voorzitterschap. Tijdens de ministeriële week van de AVVN, op 20 september 2017, zullen beide landen in New York een bijeenkomst van het GCTF organiseren. Betere interne en externe coördinatie van het contraterrorismebeleid (CT) van de VN is nodig. Het kantoor van de nieuwe Under-Secretary-General for CT moet hier een centrale rol in gaan vervullen. Versterkte samenwerking tussen de VN, de EU en het Global Counter-Terrorism Forum is daarbij ook nodig. Het Koninkrijk zal, als lid van de VNVR, daaraan in 2018 aandacht besteden.

Specifieke aandacht gaat verder uit naar Preventing Violent Extremism binnen wereldwijde terrorismebestrijding. De strijd tegen terrorisme moet een juiste balans zijn tussen preventie, verbod en repressie. Dit zal het Koninkrijk ook uitdragen in het kader van de herziening van de VN Global Counter-Terrorism Strategy, die in 2018 zal plaatsvinden.

Humanitaire hulp

Op dit moment zijn tientallen miljoenen mensen in Jemen, Nigeria, Somalië en Zuid-Sudan het slachtoffer van ongekende hongersnoden, die deels gepaard gaan met cholera-uitbraken. De VN spreekt van de grootste humanitaire ramp sinds haar oprichting. Dit is bij uitstek een terrein waarop de VN een cruciale speler is, vanwege haar spilfunctie bij de coördinatie en uitvoering van humanitaire hulp en als pleitbezorger voor eerbiediging van het internationaal humanitair recht. Ook speelt de VN een belangrijke normatieve rol in de verbetering van het functioneren van de humanitaire sector. Om effectief op grote humanitaire crises te kunnen reageren moet de VN voldoende capaciteit en middelen kunnen inzetten. Er bestaat echter een voortdurende spanning tussen de omvang van humanitaire noden en de beschikbare middelen om die te ledigen. Financiële middelen zijn daarbij noodzakelijk, maar om noden duurzaam aan te pakken zijn diverse, elkaar versterkende instrumenten nodig.

Het Koninkrijk is zelf een grote donor van de humanitaire inspanningen van de VN en levert een belangrijke bijdrage aan het versterken van het internationale humanitaire systeem door toe te zien op de uitvoering van gemaakte afspraken. Een van de belangrijkste kaders voor humanitaire hervorming is de Grand Bargain. Binnen de Grand Bargain vervult het Koninkrijk samen met de Wereldbank een voortrekkersrol bij het vergroten van transparantie. Ook is het Koninkrijk groot voorstander van het beter betrekken van de getroffen bevolking bij hulpoperaties.

Het Koninkrijk zet zich ook in voor beter gebruik van objectieve data bij besluitvorming door VN-organisaties in crisissituaties en steunt daartoe het Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) bij het opzetten van een humanitair datacentrum in Den Haag. Dit datacentrum gaat helpen bij het bijeenbrengen, analyseren en delen van data, wat uiteindelijk moet leiden tot betere crisisbesluitvorming. Naast de noodzaak van de snelle uitvoering van de humanitaire hervormingsagenda, is het Koninkrijk van mening dat meer gedaan moet worden aan de bescherming van humanitair personeel en humanitaire toegang in conflictsituaties en beter moet worden toegezien op de naleving van humanitair oorlogsrecht.

Duurzame ontwikkeling (SDG’s en klimaatverandering)

De VN speelt op twee manieren een grote rol bij het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s). Ten eerste bij de daadwerkelijke uitvoering van de SDG’s door het VN-systeem, inclusief de fondsen en programma’s. Ten tweede is de VN betrokken bij de monitoring van deze doelstellingen op mondiaal, regionaal en nationaal niveau, resulterend in het High-Level Political Forum on Sustainable Development (HLPF).

Figuur 2: de SDG’s op een rij

Figuur 2: de SDG’s op een rij

De hervormingsagenda van de VN richt zich ook op het VN-ontwikkelingssysteem. Naast hervorming van de institutionele structuur pleit het Koninkrijk voor een cultuuromslag, gericht op betere samenwerking tussen verschillende actoren. Fragmentatie en overlap tussen de programma’s zorgt voor wantrouwen, onnodige concurrentie en een verlies aan focus. Dit gaat ten koste van de efficiëntie en effectiviteit van het VN-ontwikkelingssysteem. Een centraal element van de SDG’s is het principe van Leaving No One Behind (LNOB). Het Koninkrijk wil LNOB centraal stellen in het bredere VN-ontwikkelingssysteem, door meer focus op de allerarmste en kwetsbaarste mensen en landen.

Vredesopbouw, conflictpreventie en herstel van een humanitaire crisis is voorwaarde voor ontwikkeling en vice versa. Er is winst te behalen door betere samenwerking tussen VN-organisaties op landenniveau (bijvoorbeeld actief op hetzelfde duurzame ontwikkelingsdoel) en door effectieve partnerschappen aan te gaan met private spelers en maatschappelijke organisaties. Datzelfde geldt voor humanitaire actoren en ontwikkelingsorganisaties. Gezamenlijke (conflict)analyses kunnen de basis vormen voor betere samenwerking. Bijvoorbeeld door grondoorzaken en ontwikkelingen samen in kaart te brengen. VN-organisaties en andere actoren kunnen zo hun kennis bundelen voor een beter begrip van de vaak complexe situatie in een land.

Klimaatverandering bedreigt de welvaart en stabiliteit van grote delen van de wereld, kan enorme migratiestromen tot gevolg hebben en dreigt de resultaten van de SDG’s deels teniet te doen. Centraal in de wereldwijde klimaatactie staat het klimaatakkoord van Parijs, tot stand gekomen onder de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC). De bal ligt nu bij de individuele lidstaten om de vastgestelde Parijs-doelen te gaan behalen. De VN blijft wel nodig als aanjager van de gezamenlijke ambities uit het akkoord.

Voor het Koninkrijk is het van belang dat de VNVR meer aandacht geeft aan de nexus tussen klimaat en veiligheid (ook wel planetary security genoemd). Hiermee heeft VNVR-lid Zweden dit jaar al een begin gemaakt en dit initiatief moet met kracht worden voortgezet. Effectieve financiering in ontwikkelingslanden is de komende jaren van groot belang voor het slagen van de wereldwijde actie tegen klimaatverandering. Mandaten van sleutelspelers als de VN, maar ook de Wereldbank, ontwikkelingsbanken en fondsen moeten eveneens helder afgebakend worden.

Migratie en vluchtelingen

Het aanpakken van de huidige grootschalige vluchtelingen- en migratiestromen is bij uitstek een beleidsterrein waarop de VN haar relevantie kan aantonen als coördinator, normsteller en hulpverlener. Met de Verklaring van New York, aangenomen op 19 september 2016 tijdens de VN-top over wereldwijde vluchtelingen- en migratiestromen, hebben de VN en de lidstaten een belangrijke eerste stap gezet. De verklaring spreekt van gedeelde verantwoordelijkheid voor grootschalige vluchtelingen- en migratiestromen. Nu moet worden voortgebouwd op deze verklaring door de doelstellingen concreter uit te werken in de Global Compact on Refugees en de Global Compact on Migration.

Deze twee sets afspraken dienen in 2018 te zijn uitonderhandeld. De voornaamste uitdaging hierbij is een evenwichtig resultaat, met aandacht voor de aanpak van grondoorzaken, verbeterde opvang in de regio, terugkeer van migranten zonder verblijfstitel en de aanpak van mensensmokkel. Voor de Global Compact on Refugees wordt voortgebouwd op het Comprehensive Refugee Response Framework (CRRF) dat tijdens de VN-migratietop van 19 september 2016 werd aangenomen en waarin duurzame steun voor zowel vluchtelingen als gastgemeenschappen centraal staat.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Bijlage: Verslag van de 71ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, geopend op 13 september 2016.

Dit verslag is een bijlage bij de Kamerbrief over de Koninkrijksinzet bij de 72ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN). Een verslag specifiek over de ministeriële week van de vorige AVVN ging u reeds toe op 7 november 2016 (Kamerstuk 26 150, nr. 158). Hieronder wordt op hoofdlijnen teruggeblikt op de inzet van het Koninkrijk in het gehele afgelopen jaar (71ste AVVN4) op prioritaire beleidsonderwerpen.

Vrede en veiligheid

Het afgelopen jaar heeft het onderwerp conflictpreventie een steeds centralere plaats verworven op de VN-agenda in lijn met de beleidsinzet van het Koninkrijk. Ook in de Veiligheidsraad wordt in toenemende mate gesproken over de noodzaak van preventie. Dit is mede het resultaat van de zogeheten Sustaining Peace-resoluties die door zowel de AVVN als VNVR zijn aangenomen in 2016, als van de Peacebuilding Architecture Review van 2015. Deze grotendeels gelijkluidende resoluties verzoeken de VN om inspanningen op het gebied van vredesopbouw (waaronder ontwikkelingssamenwerking) en vredeshandhaving meer als geheel te benaderen. Ze markeren een duidelijke verschuiving in het denken over vredesopbouw: dit behelst meer dan alleen stabilisatie en het voorkomen van nieuw geweld na conflict; het is een brede conflictpreventiestrategie, gericht op het aanpakken van grondoorzaken van conflict in een land.

Tijdens hun voorzitterschap van de Raad in januari 2017 heeft Zweden dit momentum aangegrepen en een Open Debat georganiseerd over conflict prevention and sustaining peace. Minister Koenders heeft hier namens het Koninkrijk steun uitgesproken voor deze heroriëntatie van de VN op haar kerntaken: het voorkomen van conflict en beschermen van burgers tegen geweld. Direct na zijn aantreden bestempelde de nieuwe Secretaris-Generaal Guterres preventie en sustaining peace tot zijn prioriteit. Hij voerde meteen hervormingen door in het VN-secretariaat, gericht op betere samenwerking en snellere strategische besluitvorming. Hij gaf een impuls aan verdere hervormingsvoorstellen voor de vrede- en veiligheidsarchitectuur en werkt aan de versterking van capaciteiten, met name t.a.v. conflictbemiddeling. De afloop van de crisis in Gambia, die speelde rondom het aantreden van de nieuwe SGVN, is een goed voorbeeld van het effectief voorkomen van geweldsescalatie, waarbij de VNVR op een juiste manier de inspanningen van de ECOWAS als regionale organisatie heeft ondersteund.

Naast concrete Nederlandse financiële ondersteuning van o.a. het Department of Political Affairs, het UN Peacebuilding Fund (PBF) en UNDP op het terrein van preventie en vredesopbouw bestaat de beleidsinzet uit vier speerpunten, die het kabinet in het afgelopen jaar consequent uitgedragen.

  • Het versterken van de coördinerende en operationele preventierol van de SGVN, ook wanneer de VNVR blokkeert;

  • Het versterken van de rol van het ontwikkelingssysteem van de VN;

  • Concrete uitvoering van het VN-plan ter preventie van gewelddadig extremisme;

  • En het verruimen van middelen voor preventie en vredesopbouw binnen het bestaande VN-budget.

Mede door de inzet van het Koninkrijk en gelijkgestemde landen heeft de AVVN in de vierjaarlijkse resolutie over VN-hervorming opgeroepen om de samenhang van vredesopbouw, ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp te versterken. Het medevoorzitterschap van de Peacebuilding Fund (PBF) Pledging Conference tijdens de ministeriële week in 2016, en de bijbehorende donatie van 10 miljoen euro aan het PBF, maakten deze Nederlandse inzet zeer zichtbaar.

VN-vredesoperaties zijn onmisbaar om stabiliteit en veiligheid te brengen in conflictsituaties. Het Koninkrijk heeft in 2016 de troepenbijdrage aan MINUSMA en UNMISS, de VN-missies in respectievelijk Mali en Zuid-Sudan, voortgezet. Ook heeft het Koninkrijk financiële steun geboden aan het UN Department for Peacekeeping Operations om troepenaflossing tussen lidstaten beter te coördineren. Dit heeft onder andere geresulteerd in een eerste Force Generation conferentie voor MINUSMA, in mei 2017.

Naast deelname aan militaire missies heeft het Koninkrijk in 2016 als co-host actief bijgedragen aan de voorbereiding van de Peacekeeping Summit in Londen, een conferentie bedoeld om nieuwe financiële en troepenbijdragen aan VN-missies te genereren. Op initiatief van het Koninkrijk hebben de VN en de meest betrokken landen tijdens de conferentie de doorlopende beschikbaarheid van helikopters voor MINUSMA kunnen garanderen.

In 2016 verzorgde het Koninkrijk tevens opnieuw een aantal trainingen van vredestroepen. Zo werd in 2016 de succesvolle Spaans-Nederlandse Gender in Operations-training opnieuw gegeven. Aan deze training namen 170 militairen, civiele experts en politiemensen deel, met als doel betere afstemming en coördinatie tussen de diverse onderdelen van vredesmissies, zodat missies effectiever opereren. Deze training wordt ook in 2017 voortgezet. Eveneens heeft het Koninkrijk, in samenwerking met Rwanda, de VS en vredesorganisatie PAX, met een op de praktijk afgestemde interactieve (pilot)training de basis gelegd voor een betere voorbereiding en inzet van vredestroepen op het gebied van Protection of Civilians (PoC), de bescherming van burgerbevolking tijdens gewapend conflict. Dit is een kerntaak van veel vredesmissies. Het Koninkrijk kan voortbouwen op deze niche door meer van dergelijke trainingen te verzorgen in de komende jaren.

Rechtsorde, mensenrechten en accountability

De VN is met zijn verschillende mensenrechtenorganen een belangrijk forum voor het uitvoeren van het Nederlandse mensenrechtenbeleid, zoals beschreven in de nota «Respect en recht voor ieder mens» (Kamerstuk 32 735, nr. 78).

Tijdens de zitting van de Derde Commissie van de AVVN in 2016 werd op Nederlands en Frans initiatief een resolutie over het tegengaan van geweld tegen vrouwen ingediend. Het was voor het eerst in dertien jaar dat het gevoelige thema «huiselijk geweld» aan de orde werd gesteld. Deze krachtige resolutie sprak over wat overheden moeten doen om huiselijk geweld aan te pakken en te voorkomen, en hoe slachtoffers kunnen worden beschermd. Samen met onder andere Canada, Zambia, Burkina Faso, Italië en Argentinië diende Nederland daarnaast een – met consensus aangenomen – resolutie in over het terugdringen van kindhuwelijken. Samen met Tsjechië, Botswana, Peru en Indonesië heeft het Koninkrijk de resolutie Equal Political Participation geïnitieerd, met speciale aandacht voor het belang van politieke participatie van vrouwen.

Het vasthouden van bereikte vooruitgang op mensenrechten is een belangrijke inzet geweest in de afgelopen AVVN. Het mandaat van de mede dankzij het Koninkrijk in juni 2016 door de VN-Mensenrechtenraad aangestelde Onafhankelijke Expert over geweld en discriminatie op grond van seksuele oriëntatie en genderidentiteit (Sexual Orientation and Gender Identity, SOGI) werd tijdens de 71ste AVVN alweer aangevochten. Dankzij intensieve lobby van Nederland en gelijkgezinde landen is een controversiële paragraaf over de Independent Expert op SOGI uit de oorspronkelijke versie van het rapport over de Mensenrechtenraad verwijderd, waarmee het mandaat (voorlopig) werd veiliggesteld.

Verder is op Nederlands initiatief in EU-verband ingezet op het instellen van internationaal onderzoek door de Mensenrechtenraad naar de mensenrechtensituatie in Jemen. Een resolutie over Jemen werd dit jaar ingediend door de Arabische Groep. Het Koninkrijk heeft nauw opgetrokken met de VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland in de onderhandelingen over deze resolutie. Dit resulteerde in een versterking van het mandaat voor het Bureau van de VN-Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR), die met extra experts onderzoek zal doen naar schendingen van mensenrechten en oorlogsrecht in Jemen.

Bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme

Voor het Koninkrijk is de UN Global Counter-Terrorism Strategy uit 2006 maatgevend voor de internationale samenwerking ten aanzien van terrorismebestrijding. De voortrekkersrol in de naleving van de aanbevelingen uit de resolutie, specifiek op het gebied van foreign terrorist fighters (FTF), is door het Koninkrijk voortvarend voortgezet.

In dit kader heeft het Koninkrijk samen met Marokko op 18 mei 2017 voor de laatste keer de FTF-werkgroep van het Global Counter-Terrorism Forum (GCTF) voorgezeten. Hierbij is door het Koninkrijk en Marokko een transitiedocument opgesteld met aanbevelingen voor de toekomstige inzet op het gebied van FTF.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft daarnaast samen met zijn Marokkaanse collega tijdens de AVVN in 2016 de zevende plenaire ministeriële GCTF-bijeenkomst voorgezeten. De bijeenkomst bood de mogelijkheid om vijf jaar na de oprichting van de GCTF terug te blikken op de behaalde resultaten en de nadruk te leggen op implementatie van bestaande good practices. Een voorbeeld hiervan is de oprichting van het International Counterterrorism and Countering Violent Extremism Capacity-Building Clearinghouse Mechanism (ICCM) dat in een drietal pilot-landen inventariseert welke projectmatige steun en expertise nodig is. Tijdens deze bijeenkomst is daarnaast de Life Cycle Toolkit aangenomen, die nationale, regionale en lokale overheden helpt radicaliseringsrisico’s te analyseren.

Waar de GCTF zich richt op de globale dreiging van terrorisme, richt de anti-ISIS-coalitie zich specifiek op terroristische groeperingen in het Midden-Oosten. Het Koninkrijk leidt de FTF-werkgroep samen met Turkije en, sinds begin 2017, ook met Koeweit. De werkgroep heeft onder andere geleid tot betere inzichten in stromen van FTF en terugkeerders, toegenomen bijdragen aan databases van INTERPOL en Europol, een gedeelde aanpak van rekruteerders en versterkte grensbewaking. Met alle inzet stond het vinden van een goede balans tussen preventieve en repressieve anti-terrorismemaatregelen, met respect voor mensenrechten, voorop. Het Koninkrijk streeft naar goede coördinatie tussen GCTF en de anti-ISIS-coalitie enerzijds en de VN en andere internationale fora anderzijds.

Humanitaire hulp

De humanitaire noden zijn in 2016 opnieuw gestegen, tot ruim 22 miljard dollar. Wereldwijd hadden in 2016 96,6 miljoen mensen humanitaire hulp nodig om te kunnen overleven of een menswaardig bestaan op te bouwen. Ondanks de toegenomen bijdragen aan de VN-appeals naar bijna 13 miljard, bleef ook in 2016 de financiering ontoereikend om alle humanitaire noden te verlichten.

De afspraken gemaakt tijdens de World Humanitarian Summit van mei 2016 beogen de effectiviteit en efficiëntie van de humanitaire sector te versterken. Nederland heeft zich specifiek ingezet in het kader van de Grand Bargain tussen donoren en uitvoerende organisaties, gericht op het vergroten van de financiële bijdragen aan humanitaire hulpverlening. Tijdens de Grand Bargain zijn ook afspraken gemaakt over: flexibele en meerjarige financiering; het beter betrekken van de getroffen bevolking bij de hulpoperaties; betere samenwerking en coördinatie tussen hulporganisaties op het vlak van gezamenlijke analyses en planning en het terugdringen van overheadkosten.

Op 8 december 2016 vond het Humanitarian Debate in de AVVN plaats. Met consensus werd een aantal complexe resoluties aangenomen over onder andere de coördinatie van humanitaire hulp (de zogenaamde Humanitarian Omnibus Resolution) en de veiligheid van humanitair personeel. Nederland greep de AVVN ook aan om te pleiten voor het nakomen van financiële beloftes op het gebied van humanitaire hulp aan vluchtelingen en mensen in nood.

Overige positieve resultaten betroffen een hernieuwde inzet van VN en lidstaten voor de bescherming van medisch humanitair personeel, onderzoeken naar schendingen van internationaal humanitair oorlogsrecht en aandacht voor belangrijke thema’s als psychosociale zorg, onderwijs in noodsituaties, gender en mensen met een handicap.

Duurzame ontwikkeling (SDG’s en klimaatverandering)

Het Koninkrijk stimuleert de uitvoering van de 2030 Agenda en de daaruit voortvloeiende Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s) via internationale fora, zoals de VN en de EU, via Nederlandse bijdragen aan de uitvoering elders in de wereld en via nationale implementatie. De SDG’s gelden voor alle VN-lidstaten, en dus ook voor het Koninkrijk.

In september 2016 zat NL samen met Denemarken een high-level side event voor over de rol van de jeugd bij het behalen van de SDG’s. Jonge ondernemers en prominenten zoals ministers, CEO’s en senior VN-vertegenwoordigers wisselden ideeën uit over de implementatie van de SDG’s. Tijdens het event werden inspirerende ideeën gedeeld en innovatieve business plans gepresenteerd ten behoeve van de SDG’s.

Nederland heeft de nationale uitvoering van de SDG’s voortvarend opgepakt. Als één van de eerste bureaus wereldwijd publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek in november 2016 een eerste meting van de uitvoering van SDG’s in Nederland.

De eerste Nederlandse SDG-rapportage is een gezamenlijk product van alle ministeries en werd met uw Kamer besproken tijdens het Verantwoordingsdebat in mei 2017. Dit document vormde tevens de basis voor de eerste officiële SDG-rapportage van het Koninkrijk aan de Verenigde Naties. Tijdens het High-Level Political Forum on Sustainable Development in juli 2017 presenteerde Minister Ploumen namens het Koninkrijk deze voortgangsrapportage aan de VN.

Op 4 november 2016 is het Klimaatakkoord van Parijs in werking getreden. Er is toenemende aandacht voor het verband tussen het behalen van de SDG’s en krachtige actie om klimaatverandering tegen te gaan, zo bleek ook tijdens de 71e AVVN. Bij de klimaatonderhandelingen in Marrakesh eind 2016 (de COP22) werd de Marrakech Action Proclamation aangenomen. Deze verklaring benadrukt het belang van de klimaatdoelstellingen voor het behalen van de SDG’s.

Tevens is onder het VN-Raamverdrag Klimaatverandering, het UNFCCC, de Global Climate Action Agenda verder uitgewerkt die ook de belangrijke rol van niet-statelijke actoren voor het behalen van de klimaatdoelstellingen benoemt.

Binnen de VN wordt sinds de Klimaatconferentie in Parijs van 2015 (de COP21) gehamerd op de noodzaak haast te maken met de uitvoering van het Klimaatakkoord. Hiertoe worden uitvoeringsrichtlijnen opgesteld: eind 2018 moet duidelijk zijn hoe landen gaan rapporteren over hun uitstootvermindering en op welke manier de voortgang zal worden gemonitord om zonodig de ambitie te verhogen.

Migratie en vluchtelingen

Tijdens de VN-top op 19 september 2016 werd de Verklaring van New York voor Vluchtelingen en Migranten aangenomen. Deze verklaring roept op tot de totstandkoming van een Global Compact on Refugees (GCR) en een Global Compact on Migration (GCM), twee sets mondiale beleidsafspraken op deze gebieden. Het kabinet staat positief tegenover de inzet van de VN en de afspraken die zijn vastgelegd in de New York Verklaring over het delen van de verantwoordelijkheid voor grootschalige vluchtelingen- en migratiestromen. Een geïntegreerde en gebalanceerde aanpak van vluchtelingen- en migrantenstromen wordt al langer door Nederland en de EU gehanteerd en blijft van wezenlijk belang. Aandacht voor zowel veiligheid, mensenrechten, opvang en integratie van vluchtelingen en migranten, alsmede terugkeer van alle onrechtmatig verblijvende migranten, goede grensbewaking en grensbeheer, staan in die aanpak centraal. Ook heeft Nederland zich met succes hard gemaakt voor het toevoegen van de noodzaak van de aanpak van grondoorzaken van vluchtelingen- en migratiestromen in de Verklaring van New York.

Samen met het UN Department of Economic and Social Affairs (UNDESA) zal de International Organization for Migration (IOM) – sinds kort een VN-organisatie – het proces rondom de GCM faciliteren. De EU, waaronder Nederland, heeft zich in het voortraject hard gemaakt voor een stevige rol van het IOM in de totstandkoming van de GCM, vanwege haar kennis, kunde en pragmatische insteek. De EU heeft recent 90 miljoen euro binnen het Emergency Trust Fund for Africa (EUTF) vrijgemaakt voor verbetering van omstandigheden van migranten in opvang- en detentiecentra in Libië en sociaaleconomische ontwikkeling van gastgemeenschappen. Daarnaast steunt het IOM en de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHCR ook bilateraal. Een voorbeeld hiervan is onze steun voor het IOM in Libië, om vrijwillige terugkeer vanuit Libië naar herkomstlanden te bevorderen.

Sinds de Verklaring van New York hebben er verschillende thematische sessies plaatsgevonden in het kader van beide Global Compacts. De migratiesessies betreffen o.a. de grondoorzaken van migratie en mensenrechten van migranten. Drie hiervan hebben reeds plaatsgevonden. Het Koninkrijk heeft hierbij aandacht gevraagd voor de gehele keten van migratie; aanpakken van grondoorzaken, maar ook effectieve grensbewaking en medewerking aan terugkeer. De eerste thematische sessie over vluchtelingen vond plaats in juli 2017. Elementen die voor Nederland belangrijk zijn bij de ontwikkeling van de GCR zijn het versterken van zelfredzaamheid, het vinden van duurzame oplossingen en het besteden van specifieke aandacht aan de meest kwetsbare groepen onder vluchtelingen, zoals vrouwen en kinderen.


X Noot
1

Independent Commission on Multilateralism, «Pulling Together: The Multilateral System and Its Future», New York: International Peace Institute, September 2016, p. 7.

X Noot
2

Independent Commission on Multilateralism, «Pulling Together: The Multilateral System and Its Future», New York: International Peace Institute, September 2016, p. 9.

X Noot
3

UNSG Report A/71/818, dd. 28 februari 2017: Special Measures for Protection from Sexual Exploitation and Abuse: a New Approach.

X Noot
4

Dit verslag correspondeert met de beleidsinzet voor de 71ste AVVN, die u toeging per Kamerbrief op 2 september 2016 (Kamerstuk 26 150, nr. 154).

Naar boven