Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 november 2021
Op 17 december 2020 informeerden wij u over de civielrechtelijke schaderegeling voor
nabestaanden van de omgekomen mannelijke vluchtelingen in Srebrenica1. Met deze regeling geeft de Nederlandse Staat invulling aan de uitspraak van de Hoge
Raad van 19 juli 2019. Inmiddels zijn er een aantal ontwikkelingen geweest waarover
wij u hierbij graag nader informeren. Deze ontwikkelingen komen voort uit gesprekken
die hebben plaatsgevonden met de nabestaanden waarin zij hun wensen hebben geuit ten
aanzien van de regeling. Deze wensen zijn door de Staat gehonoreerd en de gesprekken
met de nabestaanden zijn in september tot een goede afronding gekomen.
Dit heeft geleid tot een aangepaste regeling die op 1 juni jl. in de Staatscourant
is gepubliceerd. De aanpassingen betroffen het toevoegen van meerderjarige broers
en zussen, naast minderjarige broers en zussen als doelgroep van de regeling, het
gelijkstellen van minderjarige- en meerderjarige kinderen van slachtoffers in de gevraagde
bewijslast bij het doen van een verzoek en het mogelijk maken van het honoreren van
meerdere verzoeken per nabestaande voor eerstegraads familieleden van slachtoffers.
De uitvoering van deze aangepaste regeling is op 15 juni jl. officieel van start gegaan.
Vanaf die dag konden nabestaanden verzoeken indienen, per e-mail, per post en bij
een fysiek loket gevestigd in Sarajevo. Daarnaast zijn er een website en een facebookpagina
gelanceerd (Er zijn meer dan 71.000 bezoeken aan de website en meer dan 13.000 bezoeken
aan de Facebookpagina). Het loket zal twee jaar geopend blijven tot en met 15 juni
2023. Vanaf de opening tot 26 oktober jl. zijn er 628 verzoeken ontvangen. Hiervan
zijn er 139 positief beoordeeld en 3 afgewezen. Van de 139 toewijzingen zijn inmiddels
79 verzoeken tot schadevergoeding uitbetaald. Een schadevergoeding wordt uitbetaald
zodra de vaststellingsovereenkomst door zowel de voorzitter van de Commissie als de
verzoeker is ondertekend. De uitvoering van de beoordeling en de besluitvorming op
deze verzoeken geschiedt onder verantwoordelijkheid van de onafhankelijke commissie
Wortmann die op 2 juli 2020 is ingesteld2. De eerder genoemde wijzigingen in de regeling zijn in goed overleg met deze Commissie
opgesteld en komen ook de uitvoerbaarheid van de regeling ten goede.
De gesprekken met de nabestaanden hebben er ook toe geleid dat er deze zomer een coulancebetaling
van een bedrag van 1 miljoen euro heeft plaatsgevonden ten behoeve van de organisaties
die de nabestaanden vertegenwoordigen. Uit de gesprekken, die de nabestaandenorganisaties
hebben gevoerd met de Minister van Defensie, bleek dat er de afgelopen jaren aanzienlijke
kosten zijn gemaakt voor de inzet ten behoeve van de nabestaanden. Gezien de uitzonderlijke
omstandigheden in dit dossier en de grote rol die deze organisaties hebben gespeeld
is besloten tot deze betaling. Deze betaling is gedaan vanuit het voor deze regeling
beschikbare budget.
Tot slot heeft de Ministerraad op 10 juli jl. ingestemd met het toekennen van een
vermogensuitzondering bij deze regeling. Dit is toegepast omdat de verwachting is
dat een aantal nabestaanden die onder deze regeling vallen inmiddels in Nederland
woonachtig zijn. Met deze vermogensuitzondering wordt voorkomen dat de toekenning
van de schadevergoeding tot gevolg heeft dat de aanvrager een aanspraak op een uitkering,
toeslag of toelage verliest.
De Minister van Defensie,
H.G.J. Kamp
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.P.M. Knapen