26 122 Srebrenica

Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2020

Op 19 juli 2019 oordeelde de Hoge Raad dat de Nederlandse staat is tekortgeschoten in het bieden van bescherming, tegen door Bosnische Serviërs toegebracht leed, aan een groep mannelijke vluchtelingen die op 13 juli 1995 op de compound van Dutchbat in Potočari verbleven. De Hoge Raad verklaarde de Staat voor 10% aansprakelijk voor de schade van de nabestaanden van deze omgekomen vluchtelingen.

De Staat geeft uitvoering aan deze uitspraak door middel van een schaderegeling, waarover uw Kamer dit najaar zal worden geïnformeerd. Het Kabinet heeft een onafhankelijke commissie van experts benoemd, waarvan de leden een goede staat van dienst hebben op het terrein van het recht, geschillenbeslechting en buitenlands beleid.

De Commissie, die belast is met de uitvoering van de regeling, bestaat uit de volgende leden:

  • Mw. Mr. S.F.M. Wortmann, lid van de Raad van State en voorzitter van de commissie;

  • Mr. A. Hammerstein, voormalig lid van de Raad van State in buitengewone dienst en oud-regeringscommissaris;

  • Mr. E. Kronenburg, voormalig SG Buitenlandse Zaken, ambassadeur Parijs en Peking en voormalig grootmeester Koninklijk Huis.

Zij nemen op persoonlijke titel zitting in de commissie. De commissie zal bij de uitvoering worden ondersteund door een secretariaat en een uitvoerend team.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven