25 834 Problematiek rondom asbest

Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2014

Op 21 januari 20141 heb ik u bericht over mijn voornemen de grenswaarden voor asbest te verlagen, conform het advies uit december 2013 van de SER Subcommissie Grenswaarden voor Stoffen op het Werk (Subcie GSW).

De grenswaarde voor chrysotiel asbest is in overeenstemming met het advies verlaagd naar 2.000 vezels/m3 per 1 juli 2014. Voor asbest amfibolen is een verlaging naar 300 vezels/m3 voorbereid per nader te bepalen datum. Beoogde datum daarbij was 1 januari 2015.

Inmiddels heb ik een nieuw advies van de SER Subcie GSW ontvangen, waaruit blijkt dat een grenswaarde van 300 vezels/m3 per 1 januari 2015 bij nader inzien op basis van recent onderzoek toch niet haalbaar is. Bij verschillende werkzaamheden is het technisch niet haalbaar om de vezelconcentratie in de lucht zodanig te verlagen dat de beoogde waarde van 300 vezels/m3 gehaald kan worden.

De Subcie GSW adviseert daarom de grenswaarde eerst te verlagen naar 2.000 vezels/m3, een waarde die zij, met de nodige inspanning van de asbestbranche, haalbaar acht. De Subcie GSW neemt zich voor de ontwikkeling in de stand van de techniek te volgen en binnen een periode van vijf jaar of eerder als mogelijk de grenswaarde opnieuw te beoordelen om te bezien in hoeverre verdere verlaging van de wettelijke grenswaarde tot 300 vezels/m3 mogelijk is.

Ik neem het advies van de SER Subcie GSW over en bereid een nieuw besluit voor om de grenswaarde van asbest amfibolen zo spoedig mogelijk in 2015 te verlagen naar 2.000 vezels/m3.

De SER Subcie GSW formuleert een tweetal randvoorwaarden in haar advies: een door de branche in te richten monitoringprogramma, en een nader onderzoek naar de effectiviteit van adembeschermingsmiddelen.

Wat betreft dit laatste zijn er bij asbestcertificatiebeheerstichting Ascert concrete voornemens om dit, met subsidie van SZW, in gang te zetten. Het monitoringprogramma is, ook volgens de SER, een zaak voor de branche. Ik roep de branche op om, voor zover mogelijk, de Subcommissie van de gevraagde gegevens te voorzien.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Kamerstuk 25 834, nr. 84

Naar boven