25 424 Geestelijke gezondheidszorg

32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 703 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2024

Met uw brief van 4 juni 20241 heeft u mij het verzoek van het lid Joseph (NSC) tijdens het ordedebat overgebracht. Dit verzoek aan mij houdt in om binnen twee weken te reageren hoe ik denk de door uw Kamer aangenomen (nader gewijzigde) motie van het lid Joseph c.s.2 uit te voeren. Deze (nader gewijzigde) motie verzoekt de regering ervoor zorgen dat de NZa de nu al verzamelde HoNOS+-data vernietigt en voortaan slechts gebruikmaakt van geaggregeerde data. Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van het lid Joseph (NSC).

De door uw Kamer aangenomen (nader gewijzigde) motie bevat drie verzoeken aan de regering. Deze verzoeken zijn:

  • 1. verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de NZa de nu al verzamelde HoNOS+-data vernietigt;

  • 2. verzoekt de regering ervoor te zorgen dat de NZa niet opnieuw overgaat tot de uitvraag van de HoNOS+ vragenlijsten

  • 3. verzoekt de regering voorts ervoor te zorgen dat de NZa voor de voorspelling van de ggz kosten voortaan slechts gebruik maakt van geaggregeerde data en geen data op persoonsniveau.

Hieronder ga ik per verzoek in op hoe ik daar uitvoering aan geef of wil geven.

Uitvoering verzoek 1 «Het vernietigen van de nu al verzamelde HoNOS+-data»

Eerder heb ik aangegeven dat tussen 1 juli 2023 en 1 december 2023 de NZa een éénmalige data-uitvraag heeft gedaan bij ggz zorgaanbieders van de HoNOS+ vragenlijsten over de periode 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023. Het ging om gepseudonimiseerde gegevens waarin geen tot personen herleidbare identificeerbare gegevens zitten zoals naam, Burgerservicenummer, geboortedatum, geslacht, woonplaats en postcode, informatie met data van de verblijfsdagen, zorgtrajectnummer en datum en type consult.3 Uiterlijk eind december 2025 vernietigt de NZa deze gegevens. De NZa heeft dus al, conform het eerste verzoek van de motie, toegezegd om de verzamelde data te vernietigen zodra dat kan en zal daar ook naar handelen.

Uitvoering verzoek 2 «Het niet op nieuw overgaan tot de uitvraag van de HoNOS+-vragenlijsten» en verzoek 3 «Voor de voorspelling van de ggz kosten maakt de NZa voortaan gebruik van geaggregeerde data en geen data op persoonsniveau»

Ik kan wettelijk gezien niet voldoen aan deze verzoeken. De NZa voert namelijk haar taken als zelfstandig bestuursorgaan uit en is daarbij gebonden aan de geldende wet- en regelgeving. Dit betekent dat de NZa niet hiërarchisch ondergeschikt is aan de Minister van VWS. Ingrijpen in de bevoegdheden van het zelfstandig bestuursorgaan NZa kan alleen voor zover geldende wetgeving dat mogelijk maakt. Voor partijen staat ten algemene ook de gang naar de rechter open. De taakuitoefening voor zover het om de verwerking van persoonsgegevens gaat door de NZa is onderhavig aan toezicht van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Wat ik wel kan en ook zal doen, zijn twee acties. Ten eerste ga ik in gesprek met de NZa. Ik ga hen oproepen om, conform het verzoek uit de motie, zoveel als mogelijk gebruik te maken van geaggregeerde data voor de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering.

Ten tweede ga ik de NZa en betrokken ggz-partijen verzoeken om in kaart te brengen wat de gevolgen zijn van deze verzoeken om daarmee een breed afgewogen keuze te kunnen maken. De manier waarop data worden gebruikt kan namelijk grote impact hebben op de (ontwikkeling van de) zorgvraagtypering, een belangrijk instrument om sturing in de ggz mogelijk te maken. De zorgvraagtypering – bedoeld om een verband te leggen tussen zorgvraag en inzet van zorg – wordt ontwikkeld met grote betrokkenheid van de ggz-partijen. Ik ga deze verzoeken uit de motie dan ook aan de Adviescommissie zorgvraagtypering doorsturen die zich namens de partijen in de sector4, op verzoek van de NZa bezighoudt met de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering. Ik zal deze partijen vragen te reflecteren op deze verzoeken en het Ministerie van VWS voor het einde van het zomerreces te laten weten wat voor consequenties het niet opnieuw uitvragen van de HoNOS+-vragenlijsten en het gebruik van geaggregeerde data hebben voor de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering én de haalbaarheid van de daarmee gediende doelen.

Ten slotte acht ik het van belang om u er nog(maals) op te wijzen dat deze eenmalige data-uitvraag op dit moment door de rechter wordt onderzocht. Diverse partijen hebben op 19 juli 2023 een civiele rechtszaak aangespannen tegen de NZa. De rechter heeft bij uitspraak van 1 november 2023 de vordering voor een onmiddellijk verbod op het verwerken ten behoeve van de verbetering van de zorgvraagtypering afgewezen. De eisers hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de verplichting tot gegevenslevering en de verwerking daarvan evident in strijd is met hoger recht en daardoor gestaakt moet worden.5 De NZa kan in ieder geval zolang de bodemprocedure loopt, de verwerking voortzetten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder


X Noot
1

Kamerstuk 25 424, nr. 693.

X Noot
2

Kamerstuk 25 424, nr. 697.

X Noot
3

Kamerstuk 25 424, nr. 646.

X Noot
4

De Nederlandse ggz, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU), Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), V&VN, Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten (LVVP), Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Platform Meerggz en Zorgverzekeraars Nederland (ZN).

X Noot
5

Zie Uitspraak Rechtbank Midden-Nederland van 1 november 2023, ECLI:NL:RBMN:2023:5728.

Naar boven