25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 425 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2018

Bij de regeling van werkzaamheden van 11 september jl. heeft uw Kamer verzocht geïnformeerd te worden naar aanleiding van berichtgeving over een excuusbrief van ggz-kliniek Altrecht aan de nabestaanden van S.Z. en meer in het bijzonder over de resultaten van het onderzoek dat ggz-kliniek Altrecht en de penitentiaire inrichting Zaandam hebben ingesteld naar aanleiding van de suïcide van S.Z. (Handelingen II 2017/18, nr. 107, item 19).

Allereerst wil ik mijn medeleven betuigen aan de familie en nabestaanden van deze jonge vrouw die door suïcide om het leven is gekomen. Haar verhaal is aangrijpend. Ik vind het van groot belang dat de gebeurtenissen goed door de betrokken organisaties worden onderzocht, zodat zij hieruit lering kunnen trekken en in vergelijkbare situaties herhaling waar mogelijk kan worden voorkomen.

Naar aanleiding van een artikel over deze zaak in het Algemeen Dagblad van 8 september 2018 zijn tevens Kamervragen gesteld door het Kamerlid Van Gerven (SP), de antwoorden op deze Kamervragen heeft u op 2 oktober jl. ontvangen (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 147). De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft laten weten dat er een tweetal onderzoeken wordt uitgevoerd. In opdracht van de penitentiaire inrichting Zaandam heeft inmiddels een onderzoek plaatsgevonden door een onafhankelijke onderzoekscommissie naar de gebeurtenissen rondom de suïcide en de zorgverlening aan deze jonge vrouw gedurende haar detentie. De IGJ heeft na beoordeling van de onderzoeksrapportage besloten om aanvullend nader onderzoek te doen naar enkele zorginhoudelijke aspecten. Dit nadere onderzoek is nog niet afgerond.

Daarnaast is ook Altrecht gestart met een onderzoek naar het verloop van de zorg en het handelen door Altrecht onder leiding van een door een onafhankelijk voorzitter geleide onderzoekscommissie. Deze onderzoeksrapportage zal naar verwachting dit jaar gereed zijn. De IGJ zal ook deze onderzoeksrapportage en de eventuele verbetermaatregelen beoordelen.

Afhankelijk van de uitkomsten van beide onderzoeken bekijkt de IGJ of aanvullend onderzoek en/of aanvullende maatregelen nodig zijn.

Uiteraard is het van belang om daar waar mogelijk te leren. Tegelijkertijd ben ik terughoudend individuele casuïstiek in uw Kamer te bespreken. Dat lijkt mij niet passend. De IGJ zal daar waar bredere lessen kunnen worden getrokken, deze delen met het beroepsveld.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven