25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 393 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2018

Naar aanleiding van de aangehouden motie van het lid Voortman met betrekking tot het openbaar maken van dwangmaatregelen per instelling in de geestelijke gezondheidszorg (Kamerstuk 25 424, nr. 381), informeer ik u graag als volgt.

Op dit moment maakt de Inspectie voor Gezondheid en Jeugd in oprichting (hierna: de inspectie) jaarlijks de cijfers voor dwangmaatregelen openbaar op landelijk niveau. Deze dwangmaatregelen zijn uitgesplitst naar type maatregel. Bij Zorginstituut Nederland moeten door alle betrokken instellingen op grond van de Zorgverzekeringswet gegevens worden aangeleverd over de kwaliteit van zorg. Het aantal en de duur van de separaties vormen onderdeel van de gegevens die in dat kader bij het Zorginstituut aangeleverd moeten worden. Op de website van het Zorginstituut worden gegevens gepubliceerd over het gemiddelde aantal separaties en de gemiddelde duur van die separaties per instelling. Er zijn dus op dit moment al de nodige gegevens over de toepassing van dwangmaatregelen openbaar.

In de motie van het lid Voortman wordt gevraagd ook de gegevens over de toepassing van overige dwangmaatregelen per instelling openbaar te maken om zo inzicht te krijgen in de toepassing van dwang en relevante ontwikkelingen daarin. Het openbaar maken van gegevens over de toepassing van dwang per instelling moet zorgvuldig gebeuren en een overzichtelijke samenvatting bieden. Nodig hiervoor is dat deze gegevens op uniforme en systematische wijze worden verzameld en bewerkt. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) biedt hiervoor een grondslag. Tevens is het voor een goede voorbereiding van de publicatie noodzakelijk dat de desbetreffende gegevens digitaal worden uitgewisseld, waar dat nu nog niet altijd het geval is. Het ketenprogramma onder de Wvggz zorgt ervoor dat onder de nieuwe wetgeving de uitwisseling van gegevens soepel en veilig verloopt op digitale wijze.

De komende periode wordt in het kader van de implementatie van de Wvggz met veldpartijen en de inspectie uitgewerkt hoe de informatie over toegepaste dwangmaatregelen systematisch en efficiënt verzameld kan worden en bewerkt. Essentieel is dat het daarbij om zinvolle informatie gaat, waarbij bovendien de regeldruk van de instellingen niet stijgt. Juridisch lijkt de (op dit moment nog niet in werking getreden wijziging van de) Gezondheidswet (Stb. 2016, 448) de aangewezen weg om de in de motie gevraagde openbaarmaking te regelen, omdat deze wet de mogelijkheid biedt om op grote schaal gegevens openbaar te maken. De verplichting tot openbaarmaking geldt voor die categorieën van gegevens die in een algemene maatregel van bestuur onder de Gezondheidswet worden aangewezen. De gevraagde openbaarmaking zou dan bij een op deze wet te baseren algemene maatregel van bestuur moeten worden geregeld. De Gezondheidswet staat overigens niet toe dat de gegevens herleidbaar zijn tot de cliënten van de zorginstellingen.

Dit betekent dat binnen de huidige mogelijkheden maximaal uitvoering wordt gegeven aan wat in de motie wordt gevraagd. Vanaf het moment van de inwerkingtreding van de Wvggz per 1 januari 2020, wordt volledig uitvoering gegeven aan de motie van het lid Voortman. Concreet behelst dit dat begin 2021 kan worden overgegaan tot de openbaarmaking van de totale gegevens over het jaar 2020.

Het is hierbij van belang op te merken dat naar verwachting kwalitatief onderzoek nodig zal zijn om de verschillen tussen de instellingen te kunnen duiden, waarbij de onderliggende oorzaken worden onderzocht. Kale cijfers over toegepaste dwangmaatregelen per instelling zeggen namelijk nog niets over de kwaliteit van de geleverde zorg. Deze informatie is ook van belang voor de contextinformatie die bij openbaarmakingen op grond van de Gezondheidswet wordt verstrekt, zodat het publiek de openbaar te maken informatie op juiste waarde kan waarderen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven