25 424 Geestelijke gezondheidszorg

Nr. 286 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2015

In uw brief van 6 augustus 2015 vraagt u naar de stand van zaken met betrekking tot de verkenning naar de gewenste financiële en organisatorische inbedding van de vertrouwenspersonen in de verstandelijk gehandicaptenzorg en de zorg voor psychogeriatrische cliënten op grond van het wetsvoorstel Zorg en Dwang.

Deze verkenning is in opdracht uitgevoerd door een onafhankelijk adviseur. Bijgaand treft u dit rapport aan1.

Dit rapport gebruik ik als input voor het doorontwikkelen van mijn beleidsvisie op het vertrouwenswerk in de zorg voor verstandelijk beperkte en psychogeriatrische cliënten. In mijn brief van 31 maart 20152 heb ik toegezegd deze beleidsvisie gelijktijdig met de Kabinetsreactie op de thematische wetsevaluatie over gedwongen zorg van ZonMw en de tweede nota van wijziging van de WvGGZ toe te sturen. Zoals aangekondigd door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tijdens het Kamerdebat over het rapport van de commissie Hoekstra (rapport van de onderzoekscommissie strafrechtelijke beslissingen naar aanleiding van de zaak-Bart van U.) op 1 juli jl.(Handelingen II 2014/15, nr. 103, item 43), is de planning hiervoor inmiddels verschoven van eind 2015 naar het voorjaar van 2016.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Brief d.d. 31 maart 2015, Kamerstuk 25 424, nr. 270.

Naar boven