25 422 Opwerking van radioactief materiaal

30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 203 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, VAN FINANCIËN EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2017

Hierbij sturen wij uw Kamer het eindrapport van de interdepartementale hoogambtelijke werkgroep nucleair landschap. Hiermee komen wij tegemoet aan de toezegging die de Ministers van Economische Zaken, van Infrastructuur en Milieu en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben gedaan in de brief van 30 september 2016 (Kamerstuk 30 196, nr. 476). Toegezegd is om, mede op basis van het rapport van onderzoeksbureau Technopolis over de nucleaire kennisinfrastructuur in Nederland (bijlage bij Kamerstuk 30 196, nr. 478), te onderzoeken welke toekomstige nucleaire kennisinfrastructuur uit publiek oogpunt en voor de voorzieningszekerheid van medische isotopen van belang is en in hoeverre het historisch radioactief afval van de Nuclear Research and consultancy Group (NRG) adequater en kostenefficiënter dan in de huidige situatie kan worden opgeruimd. Bij brief van 16 oktober 2016 (Kamerstuk 25 422, nr. 157) heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu uw Kamer gemeld dat hiertoe een interdepartementale werkgroep is ingericht.

Deze interdepartementale werkgroep op hoogambtelijk niveau heeft het nucleaire landschap in Nederland in kaart gebracht, financiële risico’s geïnventariseerd en beleidsopties voor de toekomst in beeld gebracht. In deze integrale aanpak zijn ook de in de brieven van 30 september en 16 oktober 2016 aangekondigde onderzoeken uitgevoerd; het onderzoek naar de voorzieningszekerheid van medische radio-isotopen is uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het onderzoek naar het historisch radioactief afval in Petten door onderzoeksbureau PwC/Strategy&. De resultaten hiervan zijn meegenomen in het eindrapport van de interdepartementale werkgroep. De eindrapporten van beide onderzoeken zijn ook als bijlage bij deze brief gevoegd1.

De hoogambtelijke werkgroep onderscheidt binnen het nucleaire landschap de functionaliteiten of toepassingen energie, medisch en onderzoek en een overkoepelend onderwerp (historisch) radioactief afval en ontmanteling. Zij constateert dat het nucleaire landschap in Nederland sterk verweven is, omdat er veel samenwerkingsverbanden zijn en veel partijen actief zijn in meerdere schakels van de keten (onderzoek en productie) of in meer dan één functionaliteit (bijvoorbeeld NRG). Op dit moment ziet de hoogambtelijke werkgroep financiële risico’s voor het Rijk met name in verband met de ontmanteling van de kerncentrale Dodewaard en het opruimen van het historisch radioactief afval van NRG in Petten. Financiële risico’s in de toekomst kunnen worden voorkomen of verkleind door het principe «de vervuiler betaalt» consequent en strikt toe te passen, zowel binnen de bestaande wettelijke kaders als, waar nodig, met uitbreiding van die kaders. Aan eventuele toekomstige overheidsfinanciering in de nucleaire sector dienen strikte voorwaarden te worden gesteld, bijvoorbeeld via financiële zekerheidsstelling voor ontmantelingskosten. De hoogambtelijke werkgroep schetst tot slot beleidsopties voor de toekomst op basis van een drietal scenario’s per functionaliteit: een afbouwscenario, een continueringsscenario en een intensiveringsscenario.

Wij onderschrijven het eindrapport van de hoogambtelijke werkgroep. Financiële risico’s in het nucleaire landschap dienen te worden verkleind en nieuwe restrekeningen in de toekomst moeten worden voorkomen door het principe «de vervuiler betaalt» strikter te hanteren, onder andere door aanscherping van de regels met betrekking tot financiële zekerheidsstelling. De geschetste beleidsopties voor de drie functionaliteiten bieden een goede basis voor toekomstige besluitvorming. Met het oog daarop hebben wij – in lijn met het eindrapport – de hoogambtelijke werkgroep opdracht gegeven op twee onderwerpen nader onderzoek te doen.

Het eerste onderwerp is het historisch radioactief afval in Petten. De hoogambtelijke werkgroep stelt dat op korte termijn betere samenwerking tussen NRG en de COVRA kan leiden tot ketenoptimalisatie en dat voor de langere termijn verdergaande opties buiten de bestaande kaders moeten worden verkend. De hoogambtelijke werkgroep zal de aanbeveling ter verbetering van ketensturing voor de korte termijn oppakken en het voorgestelde vervolgonderzoek naar de haalbaarheid van verdergaande opties buiten de bestaande kaders uitvoeren. Hiermee wordt mede uitvoering gegeven aan de motie Remco Dijkstra c.s., waarmee de regering is verzocht te zoeken naar een duurzame oplossing die ervoor zorgt dat het afval veilig door NRG kan worden afgevoerd zodat de leveringszekerheid van medische isotopen en de nucleaire veiligheid geborgd zijn (Kamerstuk 25 422, nr. 191).

Het tweede onderwerp is de samenloop tussen de voorbereiding van de Pallas-reactor en mogelijke alternatieve technologieën om medische isotopen te produceren, in het bijzonder het Lighthouse-project dat ook als Nationaal Icoon is aangemerkt. De hoogambtelijke werkgroep geeft aan dat mogelijkheden tot samenwerking en eventuele actieve publieke financiering van dergelijke alternatieve technologieën moet worden verkend. De hoogambtelijke werkgroep zal deze nadere verkenning uitvoeren.

Over de resultaten van beide vervolgopdrachten aan de hoogambtelijke werkgroep zal uw Kamer in het najaar van 2017 worden geïnformeerd.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven