25 295 Infectieziektenbestrijding

27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg

B1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 26 mei 2020

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport2 hebben kennisgenomen van het besluit3 van de regering om de huisartsenposten en de spoedeisende hulp tijdelijk de mogelijkheid te geven om patiëntengegevens te raadplegen zonder dat hiervoor door de patiënt expliciet toestemming is gegeven.

Naar aanleiding hiervan is op 24 april 2020 een brief gestuurd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Minister heeft op 26 mei 2020 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 24 april 2020

De leden van de fracties van GroenLinks, PvdA, SP en SGP hebben kennisgenomen van het besluit van de regering om de huisartsenposten en de spoedeisende hulp tijdelijk de mogelijkheid te geven om patiëntengegevens te raadplegen zonder dat hiervoor door de patiënt expliciet toestemming is gegeven. Hiermee worden ruim 8 miljoen Nederlanders geregistreerd als «Corona-opt in».4

De leden van deze fracties hebben er veel begrip en waardering voor dat in deze uitzonderlijke omstandigheden alles op alles wordt gezet om ervoor te zorgen dat artsen sneller kunnen werken en de juiste informatie op de juiste plek beschikbaar moet zijn. Zij begrijpen uit het persbericht van 8 april jl. dat met deze maatregel tegemoet wordt gekomen aan het verzoek van huisartsen, eerste hulp artsen en de Patiëntenfederatie.

Ook in crisistijd moet de Eerste Kamer haar werk blijven doen. Zonder iets aan de hiervoor geschetste waardering af te doen, hebben deze leden nog wel enkele vragen aan de regering.

  • 1. Hoe bepaalt de regering of een voorstel om af te wijken van bestaande wet- en regelgeving voorgelegd moet worden aan de Staten-Generaal?

  • 2. Vindt de regering dat als zij afwijkt van de vigerende wet- en regelgeving zij de Staten-Generaal daar actief over moet informeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, klopt het dat in dit geval daarvan is afgezien? En zo ja, waarom is daarvoor gekozen?

  • 3. Op basis van welk wettelijk regime wordt het vigerende beleid (opt-in) nu (tijdelijk) vervangen door opt-out? Is een termijn aan deze variant gebonden?

  • 4. Hoe wordt deze belangrijke wijziging van het omgaan met huisartsengegevens gecommuniceerd naar alle burgers, zodat zij desgewenst tijdig bewust de keuze voor opt-out kunnen maken?

  • 5. Het debat over het beschikbaar stellen van huisartsengegevens voor andere medische zorgverleners is in het nabije verleden uitvoerig gevoerd, zeker ook in de Eerste Kamer. Is de regering bereid om na afloop van dit tijdelijk regime met de beide Kamers in overleg te treden over de opgedane ervaringen en de lessen die hieraan verbonden kunnen worden voor de toekomst?

De leden van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag bij voorkeur voor 22 mei 2020.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.A.M. Adriaansens

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2020

Op 24 april jl. ontving ik uw brief waarin de leden van de fracties van GroenLinks, PvdA, SP en SGP een aantal vragen stelden over de Corona Opt-In met het verzoek die vragen voor 22 mei te beantwoorden. Door middel van deze brief voldoe ik aan dat verzoek.

In de eerste twee vragen verzoeken de leden van de bovengenoemde fracties om toe te lichten of ik van mening ben dat bij afwijking van bestaande wet- en regelgeving de Staten-Generaal actief geïnformeerd moeten worden, hoe de regering dat bepaalt en of het klopt dat in dit geval ervan af is gezien om de Staten-Generaal actief te informeren. Om die vraag goed te kunnen beantwoorden, begin ik met de derde vraag van de leden, namelijk op basis van welk wettelijk regime het vigerende beleid wordt vervangen en of daaraan een termijn is gebonden.

Begin april is op verzoek van LHV, InEen, NHG en de Patiëntenfederatie contact geweest met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), JenV en het Openbaar Ministerie. Dit heeft geleid tot een beleidslijn om onder voorwaarden af te zien van strafrechtelijke vervolging wegens art. 272 Sr., in geval van overtreding van artikel 15a jo. artikel 15i van de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz). Aanleiding voor dit verzoek was de als gevolg van de COVID-19-crisis sterk toegenomen druk op de behandeling van patiënten die zich melden bij huisartsenposten (HAP’s) en spoedeisende eerste hulp-afdelingen (SEH’s) en de noodzaak om voor een adequate behandeling de meest belangrijke gegevens van de huisarts over de desbetreffende patiënt te kunnen raadplegen. Deze gegevens waren zonder nadere actie, slechts voor ongeveer de helft van alle Nederlanders toegankelijk.

Het afzien van deze vervolging maakt het mogelijk dat de huisarts voor de triage en behandeling van een patiënt met of verdacht van het COVID-19-virus delen van het medisch dossier van zijn patiënten beschikbaar stelt via een elektronisch uitwisselingssysteem zodat deze gegevens gebruikt kunnen worden op de HAP en SEH, óók indien de patiënt nog niet eerder uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor raadpleging van zijn gegevens via een elektronisch gegevensuitwisselingssysteem. Het gaat alleen om die patiënten die hun keuze nog niet eerder kenbaar hebben gemaakt. Niet raadpleegbaar blijven de gegevens van patiënten die uitdrukkelijk geen toestemming hebben verleend of zullen verlenen.

Aan de beleidslijn zijn wel voorwaarden verbonden. In de beleidslijn is bijvoorbeeld opgenomen dat de zorgverlener op HAP of SEH de patiënt mondeling om toestemming vraagt wanneer de noodzakelijke medische informatie bij de huisarts dient te worden geraadpleegd, tenzij de patiënt niet meer in staat is zijn wil te uiten. In dit laatste geval kan de hulpverlener omdat er sprake is van «vitaal belang» van de betrokkene, de gegevens zonder mondelinge toestemming raadplegen als dat voor de zorgverlening noodzakelijk is.

Het overige reguliere juridische kader blijft gewoon van toepassing. Dit betekent dat de raadpleging nog steeds moet voldoen aan onder meer de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) en andere juridische eisen van de Algemene verordening gegevensbescherming. De zorgverlener is vrij in de keuze van de infrastructuur die hij gebruikt.

Het afzien van vervolging is inderdaad tijdelijk, gedurende de COVID-19 crisis. De duur van het loslaten van het toestemmingsvereiste is in ieder geval tot 1 juni 2020 dan wel zolang er maatregelen van kracht zijn om het COVID-19 virus onder controle te krijgen. Na afloop van de crisisperiode of wanneer er al eerder een duurzame oplossing beschikbaar is, wordt teruggekeerd naar de normaaltoestand. De gegevens zijn dan niet langer beschikbaar op de HAP's en SEH's, en uitdrukkelijke toestemming als bedoeld in artikel 15a Wabvpz is weer nodig.

Ik vind het van belang dat de Staten-Generaal goed worden geïnformeerd over deze beleidslijn. Het voornemen om tot deze beleidslijn te komen, is dan ook opgenomen in de brief over COVID-19 van 25 maart5. Ook in de brieven van 7 en 15 april6 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken. Periodiek zullen updates volgen in komende COVID-19 brieven.

De leden van de fracties van GroenLinks, PvdA, SP en SGP verzoeken in de vierde vraag om toe te lichten hoe deze wijziging van omgang met huisartsengegevens is gecommuniceerd naar burgers. Burgers zijn over de tijdelijke beleidslijn geïnformeerd door een nieuwsbericht vanuit de Taskforce Corona Opt-In op de website volgjezorg.nl en op de website van de Patiëntenfederatie Nederland. Daarnaast heeft het Ministerie van VWS op 8 april jl. een persbericht gestuurd. Naar aanleiding van deze berichten is het onderwerp in diverse media aan de orde geweest.

Burgers die niet willen dat hun gegevens beschikbaar worden gesteld, kunnen zich melden bij de huisarts om dit aan te geven of kunnen de keuze doorgeven op www.volgjezorg.nl. Voor de route volgjezorg.nl moet wel rekening worden gehouden met enige dagen verwerkingstijd. Het merendeel van de patiënten zal echter de vraag over wel- of geen toestemming verlenen voor het delen van relevante gegevens voor huisartswaarneming bespreken met de eigen huisarts of de behandelende zorgverlener. Burgers kunnen de informatie teruglezen op de website www.volgjezorg.nl, www.inzageopdehap.nl en de speciale rijksoverheidspagina over het COVID-19 virus7. Via volgjezorg.nl kunnen burgers daarnaast zien welke zorgverlener gegevens heeft opgevraagd.

Via de periodieke COVID-19-brieven zal de Tweede Kamer der Staten-Generaal op de hoogte worden gehouden van de laatste stand van zaken. Ik ga graag in op uw aanbod in uw vijfde en laatste vraag om na afloop van dit tijdelijk regime met de beide Kamers in overleg te treden over de opgedane ervaringen en de lessen die hieraan verbonden kunnen worden voor de toekomst.

Hoogachtend,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Letter B heeft alleen betrekking op 25 295.

X Noot
2

Samenstelling:

Ganzevoort (GL), Gerkens (SP), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Bredenoord (D66), Koole (PvdA),Teunissen (PvdD), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Wever (VVD), Adriaansens (VVD) (voorzitter), Van der Burg (VVD), Gerbrandy (OSF), Van Gurp (GL), Van Pareren (FVD) (ondervoorzitter), Pouw-Verweij (FVD), Prins (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU), Hermans (FVD) Van der Voort (D66), De Vries (Fractie-Otten).

X Noot
3

Persbericht rijksoverheid 8 april 2020 (Belangrijkste huisartsinformatie tijdelijk te raadplegen) en de brieven van 25 maart, 7 april en 15 april 2020 (respectievelijk Kamerstukken II 2019/20, 25 295, nr. 199, 219 en 249).

X Noot
4

Persbericht rijksoverheid 8 april 2020 (Belangrijkste huisartsinformatie tijdelijk te raadplegen) en de brieven van 25 maart, 7 april en 15 april 2020 (respectievelijk Kamerstukken II 2019/20, 25 295, nr. 199, 219 en 249).

X Noot
5

TK 2019–2020, 25 295, nr. 199.

X Noot
6

TK 2019–2020, 25 295, nr. 219 en TK 2019–2020, 25 295, nr. 249.

X Noot
7

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/zorg/digitale-zorg.

Voor gebruikers van het Whitebox systeem is er informatie beschikbaar op www.whiteboxsystems.nl.

Naar boven