25 268 Zelfstandige bestuursorganen

Nr. 184 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2020

Hierbij bied ik u het rapport aan van een onderzoek ter evaluatie van het Bureau Architectenregister (verder: BA) over de periode 2011–20181. Dit onderzoek is uitgevoerd door KWINK groep. De aanleiding voor het onderzoek vormt de wettelijke plicht om zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) periodiek te evalueren. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de evaluatie en ga ik in op de belangrijkste aanbevelingen. Voor een overzicht van de taken en de organisatiestructuur van het BA verwijs ik u naar de bijlage bij deze brief.

Ik ben verheugd over de belangrijkste conclusie uit de evaluatie: het BA heeft doeltreffend en zorgvuldig gefunctioneerd in de periode 2011–2018 in die zin dat de wettelijke taken en bevoegdheden zijn uitgevoerd. Het is daarnaast volgens het rapport aannemelijk dat het BA een bijdrage heeft geleverd aan het vergroten van de waarde van de architectentitel.

De governance van de organisatie is volgens het rapport in orde, op een paar kwetsbaarheden voor de toekomst na. Dit betreft kwetsbaarheden ten aanzien van de financiële bedrijfsvoering die gebruikelijk zijn bij een kleine organisatie. De aandachtspunten die KWINK groep constateert zijn in het algemeen beperkt en herkenbaar. Samen met het BA neem ik de aanbevelingen uit het rapport ter harte. Zo werken we samen verder aan een optimaal functionerend en toekomstbestendig beheer van het landelijk architectenregister.

Uitkomsten en aanbevelingen uit de evaluatie

Het rapport onderscheidt de belangrijkste conclusies en aanbevelingen t.a.v. de doeltreffend- en de doelmatigheid naar vier onderwerpen:

  • 1. Wettelijke taken, bevoegdheden en de missie

  • 2. Activiteiten en resultaten

  • 3. Organisatie, mensen en middelen

  • 4. Governance.

1. Wettelijke taken, bevoegdheden en de missie

Het rapport beveelt het BA aan een expliciete koppeling aan te brengen tussen de wettelijke taken en bevoegdheden, de missie en de prioritering van activiteiten. De reden hiervoor is dat het BA een missie heeft opgesteld die breder is geformuleerd dan haar wettelijke taken en bevoegdheden. De wettelijke taken en bevoegdheden en de missie staan niet met elkaar op gespannen voet, maar de samenhang daartussen, evenals de prioritering is niet beschreven.

2. Activiteiten en resultaten

Het rapport beveelt het BA aan om doelen te stellen die gekoppeld zijn aan de taken en activiteiten van het BA. Deze doelen kunnen vervolgens gemonitord worden, waarbij meer gebruik gemaakt kan worden van beschikbare informatie uit de omgeving of openbaar toegankelijke informatie. Daarnaast beveelt het rapport aan om in samenwerking met de architectenbranche te onderzoeken in hoeverre de zelfstandige route van de beroepservaringsperiode2, die het BA momenteel uitvoert, ondergebracht dient te zijn bij het BA.

3. Organisatie, mensen en middelen

Het rapport beveelt het BA aan om een aantal interne en externe processen verder te expliciteren en structureren, zoals de HR-cyclus en de financiële rolverdeling. Ook beveelt het rapport het BA aan om een aantal aspecten van de financiële bedrijfsvoering beter in beeld te brengen en te monitoren, zodat gerichter op doelmatigheid van de bedrijfsvoering kan worden gestuurd. Tot slot beveelt het rapport het BA aan om te onderzoeken of werkprocessen in het kader van de registertaken en de bedrijfsvoering op termijn ondergebracht kunnen worden bij een andere organisatie.

4. Governance

De governance-relatie is volgens het rapport sinds de overgang naar OCW geïntensiveerd, maar niet geformaliseerd. De relatie is goed. Het rapport beveelt het BA en het Ministerie van OCW aan om een aantal punten uit de circulaire «Governance ten aanzien van ZBO’s» toe te passen. Het rapport beveelt daarnaast aan om gezamenlijke prestatie-indicatoren op te stellen, evenals werkafspraken om de continuïteit van de goede relatie te waarborgen en de verantwoordingssystematiek door het BA te verbeteren.

Appreciatie en vervolgstappen

Ten aanzien van de onder punt 1 genoemde aanbeveling over het aanbrengen van een koppeling tussen de wettelijke taken en bevoegdheden, de missie en de prioritering van activiteiten van het BA, evenals de onder punt 2 genoemde aanbeveling om doelen te koppelen aan de activiteiten van het BA en die vervolgens te monitoren, zal ik een overleg met het BA inplannen. Dit geldt ook ten aanzien van de onder punt 4 genoemde aanbeveling om een aantal aspecten uit de circulaire «Governance ten aanzien van ZBO’s» toe te passen.

Wat betreft de onder punt 2 genoemde aanbeveling om te onderzoeken in hoeverre de zelfstandige route van de beroepservaringsperiode door het BA zou moeten worden uitgevoerd overweeg ik het volgende. De zelfstandige route van de beroepservaringsperiode drukt momenteel op de organisatie. Het faciliteren van deze route is niet wettelijk aan het BA opgedragen. De zelfstandige route biedt wel toegevoegde waarde voor het BA, omdat het BA daardoor contact maakt met toekomstig geregistreerden.

Ook is er veel geïnvesteerd in het opzetten van de zelfstandige route en zouden er bij het onderbrengen van de zelfstandige route bij een andere organisatie opnieuw kosten gemaakt moeten worden. Het uitvoeren van de zelfstandige route leidt blijkens het rapport soms tot kritiek vanuit de architectenbranche, omdat het beeld is dat «de slager zijn eigen vlees keurt».

Het BA kan blijkens het rapport tot de afweging komen de zelfstandige route te blijven uitvoeren. Hiervoor is het dan echter wel van belang dat richting de buitenwereld inzichtelijk wordt gemaakt dat de controlerende rol van het BA conform de «erkenningsregeling beroepservaringperiode» is losgekoppeld van de uitvoering van de zelfstandige route. Ik wil deze keuze aan het BA zelf laten.

Wat betreft de onder punt 3 genoemde aanbevelingen loopt op dit moment overleg tussen het BA en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) om de mogelijkheden te onderzoeken voor samenwerking op het terrein van de uitvoerende taken en de bedrijfsvoering. Deze samenwerking met DUO zou er tevens toe moeten gaan leiden dat het BA efficiënter digitaal kan werken. De planning is dat in het voorjaar van 2020 de door DUO uitgewerkte scenario’s worden besproken. Vervolgens gaat DUO nog voor de zomer een gedetailleerde verkenning uitvoeren en vindt daarna besluitvorming plaats.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Bijlage: Taken en organisatiestructuur Bureau Architectenregister

Het BA is een zelfstandig bestuursorgaan dat op grond van de Wet op de architectentitel belast is met het beheer van het landelijk architectenregister. Het bureau bestaat gemiddeld over 2018 uit 5,7 fte bemensing en staat onder dagelijkse leiding van een directeur. Het BA besluit op inschrijvingsverzoeken en voert het digitale en analoge beheer van het register. Het bureau is tevens bevoegd op te treden tegen illegaal gebruik van de titel architect, interieurarchitect, stedenbouwkundige en tuin- en landschapsarchitect. Daarnaast is het BA de bevoegde autoriteit in Nederland voor de uitvoering van de Europese richtlijn voor de erkenning van professionele kwalificaties van de hiervoor genoemde beroepen. Het BA stelt regels op met betrekking tot de beroepservaringperiode. Deze zijn neergelegd in de Regeling Beroepservaringperiode. Daarnaast is het BA het aanspreekpunt voor beroepsbeoefenaren die over de grens heen willen werken, evenals overlegpartner voor de bevoegde autoriteiten van de andere EU-lidstaten. Tot slot heeft het BA een programma opgezet dat een afgestudeerde kan volgen om de beroepservaringperiode op zelfstandige wijze te doorlopen. Dit is de zgn. «zelfstandige route». Deze route onderscheidt zich van de zgn. «geïntegreerde route», waarbij een afgestudeerde de beroepservaringperiode niet zelfstandig doorloopt, maar onder toezicht van een door het bureau erkende instantie3.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Vanaf afstudeerdatum 1 januari 2015 zijn personen met een kwalificerend masterdiploma verplicht om beroepservaring op te doen voordat zij zich kunnen inschrijven in het architectenregister. De beroepservaringsperiode bedraagt 2 jaar uitgaande van een minimale werkweek van 32 uur. Het BA heeft een programma opgezet dat een afgestudeerde kan volgen om de beroepservaringperiode op zelfstandige wijze te doorlopen. Dit is de zgn. «zelfstandige route». Deze route onderscheidt zich van de zgn. «geïntegreerde route», waarbij een afgestudeerde de beroepservaringperiode niet zelfstandig doorloopt, maar onder toezicht van een door het bureau erkende instantie conform art. XVII OCW verzamelwet 20.

X Noot
3

Art. XVII OCW verzamelwet 20.

Naar boven