25 232 Voetbalvandalisme

Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2016

Tijdens het Algemeen Overleg Strafrechtelijke onderwerpen van 4 november 2015 (Kamerstuk 29 279, nr. 294) heb ik toegezegd uw Kamer na afloop van voetbalseizoen 2015–2016 een brief te zenden over de voortgang van het project Toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal, de inzet van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet mbveo, de overlastwet/voetbalwet) en de verschillende wijzen waarop ik de digitale meldplicht bij burgemeesters en gemeenten onder de aandacht heb gebracht.

Toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal

Betaald voetbalorganisaties (bvo’s), gemeenten, politie, OM, KNVB, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en voetbalsupporters werken samen om de ambitie van toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal in 2020 te realiseren. Over dit initiatief van de voetbalpartners heb ik uw Kamer vorig jaar geïnformeerd.1

In zeven pilots worden momenteel ervaringen opgedaan en best practices ontwikkeld die vervolgens breder uitgerold kunnen worden. Hierbij is het van groot belang om niet op landelijk niveau iets te bedenken wat vervolgens lokaal moet worden ingevoerd, maar juist te kijken wat er lokaal werkt en eventueel op andere plekken kan worden overgenomen. Tot het einde van voetbalseizoen 2016–2017 blijven de lokale «voetbalvierhoeken» (bvo, politie, OM en gemeenten) in deze zeven gemeenten in deze pilots ervaringen opdoen, werkwijzen ontwikkelen en kennis uitwisselen op elk van de vijf speerpunten die gezamenlijk zijn vastgesteld – persoonsgerichte aanpak, gastheerschap, safety/fysieke veiligheid, regierol gemeenten en betrokkenheid supporters.

Naast deze pilots worden ook de overige voetbalvierhoeken periodiek uitgenodigd om initiatieven, problemen en oplossingen met elkaar te delen. In mei vond de eerste bijeenkomst in dit kader plaats, waarbij met meer dan 150 deelnemers goede praktijkvoorbeelden zijn gedeeld en het landelijke streven naar toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal bij alle partners onder de aandacht is gebracht. Reacties van de verschillende partners waren zeer positief. De ambitie en de bijbehorende speerpunten worden breed onderschreven. De deelnemers zijn opgeroepen hier de komende tijd mee aan de slag te gaan en tijdens een volgende bijeenkomst begin 2017 nieuwe ervaringen uit te wisselen.

Overige stappen die nodig zijn om de ambitie en bijbehorende speerpunten te realiseren, parallel aan en na afloop van de pilots, worden nader uitgewerkt door de Regiegroep Voetbal en Veiligheid. Het gaat dan bijvoorbeeld om het in de praktijk verder verbeteren van het uitsluitingsbeleid van notoire ordeverstoorders.

Toepassing Wet mbveo

De wijziging van de «voetbalwet» (art. 172a Gemeentewet) is op 1 juli vorig jaar2 van kracht geworden. Hier dient opgemerkt te worden dat het doorgaans enige tijd vergt voordat bestuursorganen de noodzakelijke voorbereidingen hebben getroffen om tot daadwerkelijke toepassing van de nieuwe bevoegdheden over te gaan.

De feitelijke toepassing van de bevoegdheden wordt niet centraal bijgehouden. Toepassing betreft immers een decentrale bevoegdheid en verantwoordelijkheid. Om niettemin een beeld te krijgen van de feitelijke toepassing en toepasbaarheid van de Wet mbveo heb ik het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) gevraagd bij gemeenten een vragenlijst uit te zetten. Dit sluit aan bij een van de activiteiten van het CCV, namelijk het samen met experts uit gemeenten en van mijn ministerie vervullen van een expertise- en netwerkfunctie voor de toepassing van deze wet.

Het onderzoek bestond uit een enquête, waarin is gevraagd naar de toepassing van art. 172a Gemeentewet. In totaal hebben 77 gemeenten gereageerd. Door zestien van deze gemeenten zijn in totaal 96 besluiten genomen op grond van 172a Gemeentewet. In een aantal gevallen betrof een besluit meerdere maatregelen, bijvoorbeeld een gebiedsverbod gecombineerd met een meldplicht. In totaal is 95 keer een gebiedsverbod opgelegd en één keer een groepsverbod. Er is tien keer een meldplicht opgelegd. De digitale meldplicht is tot op heden nog niet toegepast.

Opvallend is dat een beperkt aantal gemeenten een groot deel van deze besluiten voor zijn rekening nam. Er is niet alleen van de eerder bestaande bevoegdheden (zie rij 1 in tabel hieronder), maar ook van de nieuw toegekende bevoegdheden gebruik gemaakt (rij 2 tot en met 5).

Tabel 1 Overzicht opgelegde maatregelen van 1 augustus 2015 tot 15 mei 2016

1. Maatregel opgelegd bij herhaaldelijke verstoring van de openbare orde door een persoon (lid 1)

83

2. Opknippen van de termijn van de maatregel (lid 6, onder b)

10

3. Maatregel opgelegd aan een first offender (lid 1)

11

4. Maatregel opgelegd naar aanleiding van een civielrechtelijke sanctie (lid 2)

1

5. Tevens namens een andere burgemeester een maatregel opgelegd (lid 3)

4

Uit de antwoorden blijkt verder dat de bevoegdheden in tweederde van de gevallen worden toegepast in het kader van wijkoverlast. Voor het tegengaan van voetbaloverlast worden ze minder vaak gebruikt. In dat verband is door respondenten ook opgemerkt dat bevoegdheden die uit de lokale Algemene Plaatselijke Verordening voortvloeien veelal toereikend zijn. Dit beeld bleek overigens ook uit de uitgebreidere evaluatie van de voetbalwet3.

Tot slot geven verschillende respondenten aan de nieuwe mogelijkheden van de wet te beschouwen als een waardevolle aanvulling op het instrumentarium en dat deze – wanneer de omstandigheden zich voordoen – zullen worden toegepast.

Digitale meldplicht

Gemeenten kunnen in het kader van de Wet mbveo een meldplicht opleggen bij een gebiedsverbod. Sinds de aanscherping van de Wet mbveo per 1 juli 2015 kan deze meldplicht niet alleen fysiek (op diverse locaties zoals een politiebureau), maar ook digitaal uitgevoerd worden. Beide mogelijkheden dienen hetzelfde doel: iemand die eerder de openbare orde heeft verstoord weghouden uit een specifiek gebied. Het is uitdrukkelijk aan degenen die bevoegd zijn een meldplicht op te leggen (in dit geval de burgemeesters) om, binnen de wettelijke kaders, te beslissen of en zo ja op welke wijze zij dat doen. Zij kennen de specifieke omstandigheden en kunnen die afweging maken. Het is aan gemeenten om, desgewenst, de technische middelen aan te schaffen die uitvoering van de digitale meldplicht mogelijk maken.

Gemeenten zijn over de nieuwe toepassingen van de Wet mbveo – waaronder de digitale meldplicht – breed geïnformeerd. Samen met het bij het CCV ingestelde netwerk waarin gemeenten, politie en openbaar ministerie zijn vertegenwoordigd, wordt gewerkt aan de implementatie van de nieuwe mogelijkheden die de aangescherpte Wet mbveo biedt. Daarnaast bevat de website van het CCV informatie over de nieuwe en aangescherpte bevoegdheden en is het digitale handboek «aanpak overlast» aangepast.

Tot slot kan ik u melden dat ik, zoals ook aan uw Kamer is toegezegd, de mogelijkheid van de digitale meldplicht onder de aandacht van burgemeesters heb gebracht. Dat is gebeurd in bilaterale contacten met burgemeesters en gemeenten en via het netwerk van het CCV. Ook heb ik het onderwerp besproken in mijn periodieke bestuurlijke overleg met gemeenten, het Strategisch Beraad Veiligheid. Er zijn tijdens die gesprekken geen specifieke belemmeringen naar voren gekomen om de digitale meldplicht toe te passen, maar evenmin is gebleken dat er op dit moment een grote behoefte is aan het inzetten van deze mogelijkheid.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Kamerstuk 25 232, nr. 65

X Noot
3

Kamerstuk 25 232, nr. 61 met bijlage

Naar boven