25 232 Voetbalvandalisme

Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2015

Week in, week uit beleven veel mensen plezier aan (betaald) voetbal. 97% van alle fans voelt zich meestal of altijd veilig in het stadion, zo blijkt uit het laatste Fan Onderzoek van de KNVB. Helaas vinden er ook nog steeds incidenten plaats, meestal veroorzaakt door een kleine groep relschoppers. Deze werpen een smet op het voetbal zelf en veroorzaken maatschappelijke kosten. Het is dan ook terecht daar zeer kritisch op te zijn; in de media, in de samenleving en zeker ook vanuit de politiek en het bestuur. Een voorbeeld van dat laatste is de Initiatiefnota «Voetbal weer een feest voor iedereen!» van de leden De Mos (PVV), Van Dekken (PvdA) en Çörüz (CDA) (Kamerstuk 33 281, nr. 2), die mede vorm heeft gegeven aan de onlangs in werking getreden wijziging van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet mbveo).

Tijdens het debat over de Wet mbveo is wederom gebleken dat wij gezamenlijk streven naar een goede balans tussen open en publieksvriendelijk voetbal en de veiligheidsmaatregelen die daar onvermijdelijk bij horen. Ik ben dan ook verheugd u te kunnen melden dat de voetbalpartners – KNVB, gemeenten, politie, Openbaar Ministerie (OM), betaald voetbalorganisaties (bvo’s) en mijn ministerie – in juni jl. hebben afgesproken de ambities uit het «Kader voor beleid Voetbal en Veiligheid» een nieuwe impuls te geven. De gebeurtenissen rondom de eerste competitieronde in de Eredivisie onderstrepen de wenselijkheid hiervan. Overigens is deze nieuwe impuls niet hetzelfde als een mogelijk initiatief van burgemeesters om voetbalwedstrijden zonder of met veel minder politie-inzet te laten spelen, zoals onlangs in het nieuws kwam en dat ik van harte toejuich mits de veiligheid dit toelaat.

In deze brief informeer ik u over de nieuwe initiatieven van de voetbalpartners. Daarnaast ga ik in op de uitvoering van de moties over meer open en publieksvriendelijk voetbal (motie Van Dekken en Dijkhoff) en het opleggen van agressietherapie of verslavingsbehandeling (motie Berndsen-Jansen en Van Nispen)1. Tot slot informeer ik u over de toezeggingen met betrekking tot de invoering van de digitale meldplicht2, de afhandeling van de spreekkoren bij FC Utrecht-Ajax door de openbaar aanklager betaald voetbal en het OM3 en het afsteken van professioneel vuurwerk in voetbalstadions4.

Toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal

Op landelijk niveau ontwikkelt de Regiegroep Voetbal en Veiligheid5 beleid om het aantal incidenten tijdens en rondom voetbalwedstrijden terug te dringen en randvoorwaarden te scheppen om voetbal een feest te laten (blijven) zijn. Alle partijen in de Regiegroep vertegenwoordigen een achterban die invloed heeft op (aspecten van) de organisatie van toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal.

De ambitie tot normalisatie, in 2011 vastgelegd in het «Kader voor beleid Voetbal en Veiligheid» is nog steeds actueel. In de visie van het Auditteam Voetbal en Veiligheid, waar ik me graag bij aansluit, betekent normaliseren dat de veiligheidspartners gemeente, OM, politie en voetbalclubs veiligheidsbeleid dienen te verbinden aan een meer op service gericht supportersbeleid. De Regiegroep Voetbal en Veiligheid intensiveert haar inspanningen en maakt zich er hard voor dat in 2020 in Nederland sprake is van toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal. Een ieder die goedwillend een wedstrijd wil bezoeken, kan dit doen zonder hier ingewikkelde acties voor te hoeven ondernemen of zich ongastvrij bejegend of onveilig te voelen. Concreet betekent dat het volgende:

  • De kans dat relschoppers zich kunnen (blijven) misdragen is minimaal. Zij worden geweerd uit het stadion («security»);

  • Hierdoor zijn vrijwel geen generieke maatregelen meer nodig: geen combi’s, geen clubkaart of andere beperkingen op de kaartverkoop, geen intensieve toegangscontrole etc. («service»);

  • Zowel de thuis- als de uitsupporters worden gastvrij ontvangen («service»);

  • De wedstrijd vindt plaats in een stadion dat fysiek veilig is. De kans op een incident is door fysieke en organisatorische maatregelen zo klein mogelijk en mocht er toch iets gebeuren, dan dragen deze maatregelen er toe bij dat de gevolgen zo gering mogelijk zijn («safety»).

De Regiegroep kan de ambitie van toegankelijk, gastvrij en veilig voetbal in 2020 niet in haar eentje realiseren. Daarvoor is samenwerking tussen en inzet van alle betrokken partijen nodig: bvo’s, gemeenten, politie, OM, KNVB, het Ministerie van Veiligheid en Justitie en niet in de laatste plaats de supporters. Er moeten nog flinke stappen gezet worden. De Regiegroep benoemt de volgende speerpunten waarop de komende tijd op alle niveaus en door alle partners een verschil gemaakt moet worden:

  • 1. Persoonsgerichte aanpak: een sluitende aanpak gericht op zowel preventie als repressie en met inzet van een afgestemde mix van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke maatregelen komt met prioriteit van de grond. Zolang het niet lukt om de probleemsupporters uit het voetbal te weren, zal ook de toegankelijkheid en gastvrijheid van het voetbal voor de overige supporters beperkt blijven. Goede dossiervorming, casusoverleg en een aansluiting tussen handhaving en zorg zijn hierbij cruciaal;

  • 2. Gastheerschap: alle supporters, dus ook uitsupporters, worden gastvrij ontvangen met goede faciliteiten en correcte bejegening in een schoon en veilig stadion. Er zijn zo min mogelijk beperkende maatregelen op weg naar, tijdens en na afloop van de wedstrijd. Goed gastheerschap wordt versterkt en gefaciliteerd door de andere speerpunten zoals de persoonsgerichte aanpak (waardoor minder generieke maatregelen nodig zijn) en de regierol van de gemeente (die de club kan stimuleren werk te maken van gastvrijheid);

  • 3. Safety: stadions in Nederland moeten fysiek veilig zijn en de calamiteitenorganisatie moet op orde zijn. Securitymaatregelen mogen de fysieke veiligheid van de bezoekers niet in de weg staan. Gemeenten en veiligheidsregio’s hebben een rol in het controleren van de safety-situatie.

Naast deze inhoudelijke speerpunten zijn er twee randvoorwaarden om deze speerpunten te kunnen realiseren:

  • 4. Regierol gemeenten: iedere gemeente heeft de regie over de voetbalevenementen binnen haar grenzen. Gezien de complexiteit van het vraagstuk, de lokale setting en de verschillende beleidsvelden en partners die rondom het voetbal samen komen, is stevige regie noodzakelijk. De gemeente is hier de meest aangewezen partij voor, onder meer omdat de burgemeester verantwoordelijk is voor de openbare orde;

  • 5. Betrokkenheid supporters: door supporters(verenigingen), zowel lokaal als landelijk, te betrekken bij beleid en uitvoering bewerkstelligen dat ze verantwoordelijkheid nemen voor hun aandeel in de normalisatie. Dit sluit ook aan bij de aanbeveling van de Raad van Europa om supporters te betrekken in de besluitvorming.

Om invulling te geven aan deze speerpunten is in de Regiegroep Voetbal en Veiligheid en in overleg met de burgemeesters van gemeenten met een betaald voetbal organisatie besloten in ten minste zes pilots ervaringen op te doen en best practices te ontwikkelen die vervolgens breder uitgerold kunnen worden. Elke pilot levert instrumenten, methodieken en inzichten op waarmee het desbetreffende speerpunt succesvol kan worden aangepakt en presenteert deze op een zodanige wijze dat ze overgenomen kunnen worden door andere partners.

Motie meer open en publieksvriendelijk voetbal

In de motie6 van de leden Van Dekken (PvdA) en Dijkhoff (VVD) verzoeken zij de regering om met alle betrokken partners, waaronder in ieder geval de KNVB, voetbalclubs, gemeenten, politie, het OM en supportersverenigingen, in overleg te treden hoe er gekomen kan worden tot meer open en publieksvriendelijk voetbal om te streven naar zo veel mogelijk voetbalplezier en voetbalbeleving voor de miljoenen welwillende voetbalfans. Ik heb er vertrouwen in dat met de ambities en activiteiten van de Regiegroep Voetbal en Veiligheid, zoals hiervoor beschreven, aan deze motie uitvoering wordt gegeven.

Motie opleggen van agressietherapie of verslavingsbehandeling

De leden Berndsen-Jansen (D66) en Van Nispen (SP) hebben een motie7 ingediend waarin zij de regering verzoeken ervoor te zorgen dat relschoppers naast een straf ook agressietherapie of verslavingsbehandeling opgelegd kunnen krijgen. De rechter kan agressietherapie en/of verslavingsbehandeling (of andere gedragsaanwijzingen) opleggen, en doet dat ook, aan bijvoorbeeld personen die zich schuldig hebben gemaakt aan huiselijk geweld, aan veelplegers, maar ook aan relschoppers. Het betreft een maatregel die dan wordt opgelegd als een bijzondere voorwaarde. De officier van justitie kan in voorkomende gevallen agressietherapie en/of verslavingsbehandeling als bijzondere voorwaarde opleggen na consultatie van de reclassering. Aan de motie wordt aldus naar mijn overtuiging op adequate wijze al uitvoering gegeven.

Digitale meldplicht

Mijn ambtsvoorganger heeft toegezegd u te informeren over de invoering van de digitale meldplicht. Met inwerkingtreding van de aanscherping van de Wet mbveo per 1 juli jl. is het juridisch mogelijk geworden om ook een digitale meldplicht op te leggen, waardoor iemand zich niet per se óp een bepaalde plek hoeft te melden. Het is uitdrukkelijk aan degenen die bevoegd (in dit geval de burgemeesters) zijn een meldplicht op te leggen om, binnen de wettelijke kaders, te beslissen of en zo ja, op welke wijze zij dat doen. Zij kennen de specifieke omstandigheden en kunnen die afweging maken. Overigens kan ik u melden dat ik een korte inventarisatie heb laten doen naar de wens bij gemeenten om gebruik te maken van een vorm van digitale meldplicht. Die blijkt vooralsnog zeer gering te zijn. Samen met de vijf grootste gemeenten en het door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) ingestelde netwerk waarin gemeenten, politie en openbaar ministerie zijn vertegenwoordigd, werk ik aan de implementatie van de nieuwe mogelijkheden die de aangescherpte Wet mbveo biedt. Gezamenlijk bekijken we hoe de nieuwe mogelijkheden in de praktijk effectief kunnen worden ingezet. Daarnaast bevat de website van het CCV informatie over de nieuwe en aangescherpte bevoegdheden en is het digitale handboek «aanpak overlast» aangepast.

Afhandeling spreekkoren bij FC Utrecht-Ajax d.d. 5 april jl.

Zoals ik u al eerder heb laten weten zijn kwetsende spreekkoren onacceptabel, niet alleen voor mij, maar voor alle betrokken partners. KNVB, clubs, politie en OM spannen zich in om dit verschijnsel waar mogelijk met de hen ter beschikking staande middelen aan te pakken.

De aanklager betaald voetbal heeft het onderzoek naar de spreekkoren afgerond en heeft FC Utrecht een schikkingsvoorstel gedaan voor een geldboete van 10.000 euro en een lege «Bunnikside» tribune tijdens de eerstvolgende thuiswedstrijd tegen Ajax, omdat FC Utrecht onvoldoende zou hebben gedaan om de spreekkoren te voorkomen of te beëindigen. FC Utrecht is hier niet mee akkoord gegaan, waarop de tuchtcommissie zich over de zaak heeft gebogen. Deze heeft het schikkingsvoorstel van de aanklager betaald voetbal bevestigd. FC Utrecht heeft laten weten in beroep te gaan bij de commissie van beroep. Het is nog onbekend wanneer de zaak behandeld wordt. Reden dat FC Utrecht in beroep gaat, is dat de club een duidelijke uitspraak wil over welke inspanningen er redelijkerwijs van een club kunnen worden verwacht om antisemitische of anderszins discriminerende spreekkoren tegen te gaan.

Parallel aan dit traject deed het OM strafrechtelijk onderzoek naar aanleiding van de spreekkoren om de aanstichters te achterhalen en te bestraffen. Het onderzoek is afgerond en heeft niet geleid tot identificatie van supporters die hebben meegezongen of andere individuen die strafrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld.

Vuurwerk in stadions

Het lid Recourt (PvdA) heeft gevraagd of ik de KNVB kon helpen met haar wens om het afsteken van vuurwerk in stadions te verbieden. De KNVB zou hierbij geen medewerking ervaren van de provincies. Met de KNVB is hierover gesproken en ik heb bezien of er een rol voor mij in deze kwestie is weggelegd. Ik vind de huidige regeling, die ik hieronder schets, adequaat en ben dan ook van mening dat het verder aan de KNVB is om met zijn leden te bespreken hoe om te gaan met (aanvragen voor) vuurwerk in de stadions. De overheid maakt onderscheid tussen consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk. Consumentenvuurwerk mag alleen tijdens de jaarwisseling worden afgestoken. De rest van het jaar is dit verboden. Dat geldt dus ook voor elke vorm van consumentenvuurwerk in voetbalstadions. Clubs en KNVB treden hiertegen op door het geven van boetes en stadionverboden. Professioneel vuurwerk is vuurwerk dat professionele bedrijven (in het bezit van een toepassings-vergunning) afsteken bij evenementen, zo ook bij sommige voetbalwedstrijden. Hiervoor is een vergunning vereist. Deze wordt aangevraagd door de voetbalclub en wordt, als aan alle voorwaarden is voldaan, afgegeven door de provincie, die ook toezicht houdt op de naleving van de vergunningvereisten.

Met het vorenstaande heb ik u willen laten weten dat alle bij het (betaald) voetbal betrokken partijen een eigen verantwoordelijkheid hebben om het (betaald) voetbal veilig en toegankelijk te maken en te houden en dat deze partijen die verantwoordelijkheid ook ten volle willen nemen. Natuurlijk is ieder incident er één teveel, maar we moeten niet uit het oog verliezen dat het overgrote deel van de wedstrijden zonder noemenswaardige incidenten verloopt en dat iedereen daar veel plezier aan beleeft. De kleine minderheid die meent dat plezier te moeten verstoren zal gezamenlijk krachtig worden aangepakt.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Beide ingediend bij het plenair debat over Kamerstuk 33 882 (Wijziging van de Gemeentewet en het Wetboek van Strafrecht ter aanscherping van de maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast) van 27 januari 2015 (Handelingen II 2014/15, nr. 46, item 26).

X Noot
2

Toegezegd bij het plenair debat van 27 januari 2015 (Wijziging van de Gemeentewet en het Wetboek van Strafrecht ter aanscherping van de maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme en ernstige overlast; Kamerstuk 33 882).

X Noot
3

Toegezegd bij brief van 13 mei 2015, Kamerstuk 25 232, nr. 64.

X Noot
4

Toegezegd tijdens Algemeen Overleg Jaarwisseling 2014–2015 en vuurwerk van 4 juni 2015 (Kamerstuk 28 684, nr. 445).

X Noot
5

De Regiegroep Voetbal en Veiligheid bestaat uit burgemeesters, KNVB, politie, OM, Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Auditteam Voetbal en Veiligheid.

X Noot
6

Kamerstuk 33 882, nr. 20.

X Noot
7

Kamerstuk 33 882, nr. 21.

Naar boven