24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 624 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 oktober 2015

Voor de terbeschikkingstelling van de PI Tilburg hebben België en Nederland in 2009 een verdrag gesloten dat in 2010 in werking is getreden (Trb. 2009, nr. 202 en Trb. 2010, nr. 56). De PI Tilburg is in eerste instantie ter beschikking gesteld voor Belgische gedetineerden tot 31 december 2012. De looptijd van het verdrag is een aantal keer verlengd.

Bij brief van 28 juli 20151 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de PI Tilburg aan België tot en met 31 december 2016.

Met deze brief informeer ik u dat de Belgische Minister van Justitie mij recentelijk heeft laten weten dat de Belgische regering na 31 december 2016 niet langer gebruik zal maken van de PI Tilburg.

In het Masterplan DJI 2013–2018 is opgenomen dat de PI Tilburg zal worden gesloten als het verdrag met België is beëindigd. Het personeel van de PI Tilburg komt net als alle andere medewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) in aanmerking voor het Van Werk Naar Werk-beleid (VWNW-beleid). De wijze en de termijn waarop dat gebeurt, is inmiddels conform de regels rond het VWNW-beleid voor advies voorgelegd aan de vakbonden. De ondernemingsraad van de PI Tilburg heeft daarover reeds een positief advies uitgebracht. Daarom zal uitvoering worden gegeven aan het starten van de vrijwillige fase van het VWNW-beleid voor het personeel van de PI Tilburg. Hierbij gaat het om ongeveer 400 fte. De mobiliteitskosten van het personeel van de PI Tilburg worden gefinancierd vanuit de in het kader van het Masterplan DJI gereserveerde VWNW-middelen.

Begin 2016 zullen tussen Nederland en België afspraken worden gemaakt over de instroom en uitstroom van Belgische gedetineerden.

Het personeel van de PI Tilburg is hedenmiddag geïnformeerd over het door België genomen besluit en over de personele gevolgen hiervan.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Vergaderjaar 2014–2015, Kamerstuk 24 587 nr. 619

Naar boven